Buitenland.
Gemeenteraad te Texel.
Oudeschild, 19 Maart. Bij de dezer dagen
gehouden halfjaarlijksche algemeene vergadering
van het onderlinge begrafenisfonds „Steunt
elkaar," bleek dat deze vereeniging thans ruim
190 leden telt en een bedrag van ongeveer
f 450 in kas heeft.
Er werd besloten om de uitkeering bij 't
overlijden van personen tusschen de 12 en
20 jaar, te verhoogen van f27.50 tot f35.
Ook werd besloten om in gezinnen, waar
een levenloos kind geboren werd, f4 uit te
keeren.
Helder, 20 Maart. He '.en vertrok van hier
de sleepboot „Hercules," met de EDgelsche
stoomboot „Elstow" achter zich, naar Engeland.
De „Elstow" zal daar to lande weer gerepareerd
worden.
Interpellatie over de zaak Land.
In de zitting der Kamer van Donderdag
kreeg de heer Levyssohn Norman het woord
om de Regeering te interpelleeren over het
passeeren van den heer Land bij de benoeming
van hoofdofficieren.
De heer L. N. wees op het hoogst zeldzame
en ten aanzien van een Kamerlid nog nooit
voorgekomen feit, dat een officier der marine
is gepasseerd. De heer Land, die met eere
zijn land en Koning heeft gediend, is diep ge
krenkt door de hem ten deel gevallen bejege
ning, bijna gelijkstaande met verwijdering uit
den dienst. De zaak heeft groote sensatie in
den lande gemaakt. Wat kon den minister
tot zoo strengen maatregel bewogen hebben?
De heer Land is gedecoreerd met do Willems
orde, heeft een onberispelijken levenswandel;
zijn verleden rechtvaardigt ten volle zijne be
vordering en door het maritiem district Nieuwe-
diep, waar hij 8 jaren als leeraar werkzaam
was, is hij uit de Indische wateren naar de
Kamer afgevaardigd. Dit laatste maakt de
zaak nog bedenkelijker omdat de onafhanke
lijkheid van den Vertegenwoordiger er bij is
betrokken.
Spr. richtte nu tot den minister de vraag:
Stond de niet-geschiktheid van d-.n lieer
Landdoor den minister van Marine als beweeg
reden voor zijn nietbevordering aangevoerd, reeds
vast vóór diens optreden als lid der Tweede
Kamer
De minister van Marine verklaarde, dat hij
de zaak niet koel heeft behandelddat hij met
leedwezen tot het besluit is gekomen om den
heer Land te moeten passeeren; dit betreft
niet alleen den officier, maar óók den volks
vertegenwoordiger. Geenerlei bijbedoeling heeft
bjj den minister voorgezeten. Wat de gedane
vraag betreft, toen de heer Land als Kamerlid
optrad, was er gene aanleiding tot bevordering
in een hoogeren rang. De vraag moet dus ont»
kennend worden beantwoord.
De heer Levyssohn Norman was dit antwoord
niet voldoende, spr. meent dat de bedoeling
van zijne vraag door den Minister niet is be
grepen; hij herhaalt daarom de vraag „of de
heer Land reeds ongeschikt voor een hoogeren
rang werd geoordeeld, toen hij als lid dei-
Kamer optrad.
Eene uitvoerige discussie had daarna plaats.
De heeren van der Kaay, Zaayer, Rooseboom,
A. van Dedem, Schaapman, Schimmelpenninck
v. d. Oye, Viruly,Bergansius, Reekers, Heems
kerk, van Wassenaar, van Houten en van
Löben Seis mengdeD zich in het debat, doch
men kwam er niet veel verder medede minis
ter bleet bij zijne meening dat hij de heer
Land niet geschikt achtte tot bevordering. De
motieven voor hot passeeren kon de Minister
niet mededeelen
Ten slotte werd de volgende motie aange
nomen:
„de Kamer, betreurende de houding, dooi
den minister van Marine bij deze interpellatie
aangenomen, gaat over tot de orde van den dag."
Zoo bleef de zaak als zij was, en bleef men
nog even wijs.
Voor den heer Land, onze afgevaardigde,
zal het echter eene groote voldoening zijn, dat
zijne medeleden, en van iedere richting, zoo
ondubbelzinnig hunne belangstelling voor hem
aan den dag hebben gelegd.
De houding van den Minister, die weigerde
eene ruiterlijke verklaring te geven, van het
waaromzijner handeling, werd openlijk afge
keurd, en zoolang geene meerdere gegevens
die handelwijze wettigen, kan het vertrouwen
in de bekwaamheden van den heer Land niet
worden verminderd.
Men deelt aan de „Asser Crt." mede dat
waarschijnlijk tot Gouverneur van Suriname,
ter vervanging van jhr. mr. M. A. De Savornin
Lohman, zal worden benoemd een officier der
landmacht, van wien in de laatste jaren meer
malen niet onbelangrijke geschriften over die
kolonie en hare bevolking zijn verschenen, en
wiens denkbeelden omtrent de middelen, welke
hij noodig acht om dat land tot welvaart te
brengen, door de Regeering worden gedeeld
De jaarlijksche paaschtentoonstelling van
Rijstieren, Melkvee, vet Rundvee, Rammen en
Fokschapen had gisteren te Alkmaar plaats.
De belangstelling in deze tentoonstelling bleek
niet enkel door het groote aantal bezoekers, doch
ook vooral door de ruime inzending van dieren
en de uitmuntende kwaliteit van dezen.
In het geheel waren er 189 inzendingen, waarvan
16 nummers vette Ossen.
58
vette Koeien, afgewisseld.
17
niet afgewisseld.
17
vette Kalveren
4
Rijstieren inlandsch ras, geb. 1888.
16
1889.
14
Pinkstieren 1890.
8
Melkkoeien gekalfd na 1 Jan. 1891.
5
idem idem geb. 1888.
7
Melk vaarzen idem idem.
9
Kuispinken.
4
Rammen, geboren in 1890.
4
Koppels van 4 Fokschapen.
10
Tot opluistering.
In deze laatste groep kwam voor een gekruiste
Ram, geboren in 1887, van den Heer C. P. Keijser
alhier, dit dier vertegenwoordigende een gewicht
van 316 halve kilogrammen, verkreeg een be-
stuursprijs.
Dat er goede prijzen werden besteed, blijkt
uit het feit dat de heer C. Spaans van Barsingerhorn,
welke voor driejarige vette Ossen, de le, 2e en 8e
prijs bekwam, voor die dieren besomde f 600 f 585,
en f 550. Een afgewisselde votte Koe van den
Heer W. Visser te Schermeer, die de le prijs
behaalde, werd verkocht voor f 560.
Grooter ellende dan te aanschouwen was
bij aankomst van het stoomschip Edam van
Buenos-Ayres, is wel zelden gezien. De onge
veer 150 tusschendeks-passagiers waren slechts
in eenige lompen gehuld. De meesten waren
niet in staat de kosten voor hunne verdere
reis te betalen. Eenige consuls, alsmede de
directie der N. A. S. M., voorzagen hen zooveel
mogelijk van het noodige, en tevens van
spoorwegkaarten. Aan boord der boot had
het hun aan niets ontbroken. Over de toestanden
in Zuid-Amerika werden de treurigste tafereelen
opgehangen. Duizenden smachten nog naar
de gelegenheid om terug te kunnen komen.
Aan het einde van een manifest van de
vrouwen-vereeniging „de Volharding", te Rot
terdam, over de „bloedwet," leest men in „R.
v. A." het volgende
En nu, Jongelingeneen woord aan u.
Ingeval er een werkstaking of oorlog uitbreekt,
niet het geweer gericht op uw ouders, maar op
(gij begrijpt zeker wel opwien), dan zal de
schrik hun om 't hart slaan.
Is dit opruien of niet?
Achttien verveners in de lage omliggende
venen te Heerenveen, wenschten niet t9 bieden
bij de jongste publieke verkooping van laag
veen te Oldeouwer, eigen aan den heer M. van
Dam te Joure, indien niet de 20 pet. verhoog-
gelden werden afgeschaft en de 12 pet. kosten
niet betaald werden door den verkooper in
plaats van den kooper. De notaris Heringa,
met den verkoop belast, gaf in overleg
met den verkooper aan den wenschen der
verveners toe en toen ging de verkooping door.
Dit is de eerste veen verkooping waarbij deze
oude verkoopsvoorwaarden zijn afgeschaft.. De
verveners hebben het veen nu gemiddeld 15
pet. goedkooper gekocht, dat natuurlijk in nauw
verband staat met de loonen der arbeiders en
de prijzen der turf.
De Engelsche stoomboot „Utopia", welke
800 Italiaansche landverhuizers aan boord had, is
bij Gibraltar in botsing gekomen met het Engelsche
pantserschip „Anson". De „Utopia" ontving een
ernstig lek bij den achtersteven en zonk binnen 10
minuten. Onmiddellijk werden de booten van de
„Anson" en van de andere Engelsche oorlogs
schepen, die in de nabijheid waren, uitgezet om
de schipbreukelingen te redden, maar dit ging
zeer moeielijk, daar de wind zeer hevig was.
Eene stoom barkas sloeg om en daarbij kwamen
eenige matrozen om.
Do aanvaring vond in den avond plaats. Dat
nog velen gered konden worden, is vooral te
danken aan de electrische lampen aan boord van
de Engelsche schepen, waardoor hot tooneel der
ramp geheel kon verlicht worden.
Volgens eene depeche uit Gibraltar vreest men
dat bij het zinken van de „Utopia" 500 personen
zijn verdronken. Tot dusver zijn 318 personen
gered en 90 lijken gevonden.
Weer is een Parijsche bankier, Stéphane
Foubert, uit de hoofdstad naar onbekende oorden
vertrokken. Foubert had in de Rue de la Banque
een dergelijke bank als de beruchte, onlangs
gefailleerde, Bank-Macé. De rechter van instructie
Anquetil en de rechter-commissaris Lailand legden
beslag op den inventaris ten behoeve van de
schuldeischors, maar zij vonden in het kantoor
niet meer dan 3 francs 3 sous. Hoe groot het
passief is, is nog niet bekend, maar men gelooft,
dat dit zeer aanzienlijk zal zijn.
De afgeloopen week is zeer ongelukkig
geweest voor de directeuren der Casino-bank te
Monte-Carlo, en de nieuwe week begon al even
slecht, want Zondag verloor de Bank 240,000
gulden. Dergelijke zware verliezen zijn in tijden
niet door de Bank geleden.
Volgens Le Temps heeft de burgemeester
van Espefeuilles, een plaatsje in de Opper-Pyreneën,
de volgende verordening uitgevaardigd „Over
wegende, dat de jongelieden dezer gemeente alle
Zondagen na de kerk gewoon zijn ten dans bijeen
te komenoverwegende, dat het door hen
veroorzaakt gedruisch hennen, hanen, eenden en
andere dieren in het dorp verschrikt; overwegende
dat daaruit groot nadeel voor de belangen van
den landbouwer voortvloeitverbieden wij het
dansen binnen het grondgebied der gemeente op
tijd9n en uren, wanneer de huisdieren hun rust
nemen.
Een Engelsch natuurkenner is tot de
ontdekking gekomen, dat visschen, die langen
tijd in het ijs zijn vastgevroren geweest, niet
sterven. Als het ijs smelt, komen zij weer bij
en kunnen ook weer bijgebracht worden door ze
even in warm water te houden. Het leven dezer
dieren wordt behouden door kleine luchtgaatjes,
die zich in het ijs bevinden.
Naar een Duitsch vakblad meldt, is het aan de
firma J. Ch. W. Vogel te Otensen bij Hamburg
na vele proeven gelukt jonge alen levend te
verzenden. Zij worden nu tot eene grootte van
40 c. m, in een eigenaardig daarvoor ingerichte
verpakking aan de kweekers in alle deelen van
Duitschland gezonden, en de berichten omtrent
de ontvangst luiden zeer gunstig.
De alen worden in vij vers geplaatst en groeien
op zonder iets te kosten want waterdieren en
allerlei vleeschafval geeft voldoende voedsel. En
daar de visch zeer gezocht is en in het binnen
land weinig doordringt van die groote massa's,
die jaarlijks uit de Noordzee het zoet water op
zoeken, is de verzending van levende alen van
veel belang voor alle bezitters van vischwater.
Een hevige brand waardoor de srnd Syracuse
in den staat New-York gedeeltelijk werd vernield,
is ontstaan in een sigarenfabriek. Door den hevi-
hen wind werd het vuur spoedig naar alle kanten
verspreid. Uit de naburige plaatsen werd terstond
hulp ontboden, maar het werk der brandweer
werd zeer belemmerd door het net van telegraaf
en telephoondraden boven de brandende huizen.
Tot overmaat van ramp, brak, toen de brand op
zijn hevigst was, in een ander deel der stad nog
een brand uit, maar deze was van geen beteekenis
en werd spoedig gebluscht.
In het geheel zijn in de West-Fayette- en
FraDklinstraten vijf-en-dertig huizen vernield,
waaronder de kantoren van het „Syracuse Journal,"
twee hotels, vele winkels en fabrieken en aan
zienlijke woonhuizen. Meer dan honderd gezinnen
zijn zonder dak en de schade wordt op 2.000.000
dollars geraamd.
Vergadering Vrijdag 20 Mrt. 's morgens 10'/, uur.
Voorzitter de heer C. M. Kooy, burgemeester.
Tegenwoordig 11 leden, de heeren Westenberg,
Koorn, Mets, Brouwer, Z(jm, C. W. Bakker Jr.,
Roeper, Dros, Koning, W. K. Bakker en Boon.
Afwezig de heeren F. Keijser (Weth.) en C. P.
Keijser; beiden met kennisgeving.
Na opening der vergadering worden de notulen
der vorige vergadering gelezen en met eene kleine
wijziging goedgekeurd.
Daarna doet de Voorz. mededeeling van ingekomen
Prov. bladen en circulaires, welke voor kennisgeving
worden aangenomen.
Mede wordt voor kennisgeving aangenomen eene
missive van Ged. Staten dat de Rijksbijdrage in de
kosten voor het onderwijs voor deze Gemeente
bedraagt f6050.
Idem een ministreel schrijven dat de behandeling
van telegrammen aan het Rijkstelegraafkantoor over
het afgeloopen jaar aanwijst de verzending van 1493
de ontvangst van 287 telegrammen, waaruit vloeit
eene bate van f 534, zoodat de gemeente zal moeten
bij passen oen bedrag van f66.
De Vuorz. doet mededeeling van de ontvangst
van een adres van Oosterend, onderteekend door
59 personen, waarin wordt verzocht dat de Raad zal
terug komen op het door haar genomen besluit om
bij de verkiezingen geen meerdere stembureaux ter
beschikking te stellen.
Aangezien dit adres den vorigen dag is ingekomen
en derhalve door B. en W. nog niet (kon worden
behandeld, wordt goedgevonden hetzelve tot eene
volgende vergadering aan te houden.
Vervolgens brongt de Voorz. ter tafel het voorstel
van B. en W. om voor de school te Oosterend eene
oproeping te doen van oene onderwijzeres met acte,
op een salaris van f450 (over welk voorstel in de
vorige vergadering de stemmen staakten).
Over dit voorstel werd nogmaals lang en breed
van gedachten gewisseldvele leden namen aan de
discussiëu doel, doch nieuwe lichtpunten werden
niet ontdektin het belang van het onderwijs was
zulk eene benoeming wel gewenscht, doch de wet
verplichtte daartoe niet en als een zwaard van Damocles
hing de Raad boven het hoofd dat bij aanneming
van dit voorstel, die royaliteit wellicht zou leiden
tt
tt
tt
tt
tl
1)
11
11
ft
tt
ft
tt
tl