Buitenland. In de N. R. Ct. van 29 dezer is opgenomen een telegram uit Berlijn, waarin gemeld wordt dat de Regeeiing van Elzas-Lotharingen den invoer in het Rij ksland van runderen en kalve ren uit België, Luxemburg en Nederland heeft verboden, wegens de aldaar heerschende long ziekte. Het blad meent, dat dit telegram den tekst van het regeeringsbesluit niet met juistheid weergeeft. In Nederland toch heerscht gelukkig geen longziekte onder het rundvee, wel in België. Dat evenwel ook het Nederlandsche vee in het verbod deelt, schijnt verklaard te moeten worden uit de omstandigheid, dat het over België in het Rijksland wordt ingevoerd. Het bericht, in vele bladen, ook in ons vorig nummer (zie pag. 2, kol. 1) opgenomen, wat volgens de schiijver der brieven van de hofstad in de ,,Midd. Ct.". het feit zou zijn, inzake het passeeren van den heer Land. wordt door de ,,H. en N. Ct." als volgt beantwoord „Het praatje is fraai verzonnen Wij nemen do vrijheid dien briefschrijver van de „Midd. Crt" te vragen hoe hij den treurigen moed heeft zoo'n leugen neer te schrijven. De aan deze onwaarheid vastgeknoopte mede deeling, dat de minister van dit feit geen mede- deeling deed en zich dus .opofferde, is kostelijk Want de minister kon geen mededeeling doen van dit feit, om de eenvoudige reden dat het een leugen is Die verspreiding van couranten, mijnheer de briefschrij .cr, gratis aan boord van de schepen, is gedaa 2 door ons. En dat niet alleen, maar wij hebben ze ook gratis verkrijgbaar gesteld aan ons bureel, voor alle officieren, onderofficieren en mindere schepelingen der marine. Van die verspreiding nu toas de heer Land geheel onkundigen de redacteur-uitgever van ons blad, die toen nog pas kortelings als zoodanig was opgetreden, had niet eens de eer den heer Land te kennen. Indien men deze eenvoudige waarheid niet mocht willen gelooven, zijn wij bereid getuigen bij te brengen ter bevestiging. De geheele verantwoordelijkheid van dat schrik barende feit komt derhalve neer op ons." In da vorige week "vertrok van Groningen per extra trein, onder geleide van den heer J. E. Kroes, districts-inspecteur der N.A.S.M., een gezelschap van circa 300 landverhuizers, bestemd voor het ter afvaart gereed liggend snelstoomschip „Veendam", naar Rotterdam, waarbij zich te Meppel nog een lOOtal Friezen aansloten. De gunstige berichten van familiën, vrienden en bekenden in het verre westen en de minder rooskleurige toestanden hier te lande schijnen den trek tot verhuizen zeer aan te moedigen, zoodat ook voor de volgende afvaarten velen zich nog reisvaardig maken, tengevolge waarvan eenige der eerstvolgend vertrekkende stoomschepen der N.A.S.M. reeds geheel bezet zijn. (Br. en A. Ct.) In ons land is de telegraafdienst nog altijd een schadepost voor het Rijk. En door vele desk undigen wordt als de oorzaak daarvan genoemd dat onze regeering „te wijs" is met haar tarieven. Herhaaldelijk is ook reeds door sommige bladen op aanmerkelijke tariefsverlaging aange drongen. In Duitschland blijkt thans weer hoe uitstekend dat werkt. Met 1 Februari werd daar het telegramtarief verminderd van 6 tot 5 pfenning het woord. Het verkeer nam in die maand reeds met 7 pCt. toe. Als werkelijk geschied wordt aan de Hoogev. Ct. het volgende medegedeeld: Bij eene der bijeenkomsten to Beets, waar Domela Nieuwenhuis hot woord voerde, drong een der aanwezigen naar de tafel, waar bestuur en spreker zat en sprak (op z'n Friesch): Ben je menheer N., die zooveel voor de werklui over heeft? Nu, dat is mooi. De lui hebben in dezen tijd ook wel wat nood:g. Ik (en hierbij kreeg hij zijnen portefeuille uit den zak en lei 4 bankjes van f 1000 op tafel) denk er ook zoo over. Als jij nu net zooveel hierbij legt, dan zullen wij die f 8000 samen onder de arbeiders verdoelen. Domela Nieuwenhuis antwoordde niet maar droop stil af. In een ingezonden stuk in de N. R. Ct. komt een wief-sociaal-democraat op tegen dit (blufferig) bericht; hij zegt dat het achterwege blijven van den heer D. N. niets af- of toedoet aan diens beginselen. Verder zegt hp„D. N. houd niet (en op goede gronden) van misplaatste philantropie en aller minst van openlijk mildheidsbetoon, waarop de plasdankjes van het niet-denkend publiek volgen. Intusschen weet iedereen, die hem jaren lang heeft gadegeslagen in zijn doen en laten, dat hij zeer veel financieelen steun aan den werkman verleent, waar die, volgens zijne beginselen, wer kelijk nut kan stichten. Er zijn dus geen paral lellen te trekken tusschen klankdaden als van den niet bekenden weidoener 6n de toewijding van een geheel leven als van D. N." De Regeering heeft door de indiening van een wetsontwerp, waarvan de toelichting door alle ministers is onderteekend, een einde willen maken aan den strijd, die gerezen is over de vraag, of thans in titels, eedsformulieren enz., waarin het woord Koning voorkomt, dit door Koningin moet worden vervangen. Zij vei klaart zich voor het laatste en heeft een aaarop strekkend voorschrift in art. 1 van het ontwerp opgenomen. Art. 2 bevat een regeling voor den sedert 23 November verloopen tijd, toen nu eens Koning werd behouden, dan weder door Koningin werd vervangen. Het artikel maakt nu uit, dat het voor de rechtsgeldigheid dier gevallen niets afdoet, of door het mannelijk dan wel door het vrouwelijk woord het hoofd van den staat is aangeduid. Daarmede is deze zaak dan in orde. Uit de Betuwe meldt men Al meer en meer wordt bewaarheid, dat de tabaksteelt met langzame schreden haren ondergang tegemoet gaat. Vroeger werd de tabak in Januari of Februari afgeleverd, thans is er in 't laatst van Maart nog geen vraag naar. Vele huisgezinnen, die vroeger met den bouw in dit gewas een aardig stukje brood verdienden, zijn nu tot den bedelstaf gebracht. Naar raming zal de tabaksteelt dit jaar tot op de helft verminderd worden. Dikwijls wordt er twijfel geopperd aan het nut, dat een visscher aan de maatschappij bewijst. De vangst van een onschuldig voorntje is wat gering, de uren die er aan besteed worden, in aanmerking genomen. -Donderdag jl. heeft echter een eenvoudig hengelaar de heldenrol van menschenredder, en zijn hengel, die van reddingstok vervuld. Op den Maliesingel te Utrecht woei een knaap de pet van 't hoofd. Het hoofddeksel vloog de gracht in en de jongen, die zijn vaart niet kon inhouden, duikelde zijn pet achterna. Gelukkig stak de heer B., die aan de wal stond te visschen, zijn hengel aan den drenkeling toe, die dank zij deze spoedig aangebrachte hulp, onbeschadigd op het droge kwam. Uit Muiderberg meldt men aan de N.R.Ct.: Drie mannen speelden, bij gebrek aan beteren arbeid, met een kanon. Het zwaar geladen stuk werd met een lucifer aangestoken, met het noodlottig gevolg dat de schoorsteen stuk sprong en een der omstanders in het aangezicht vloog. De man werd deerlijk verminkt naar zijn huis gebracht. De held, die de lucifer bij het kruit bracht, kreeg hiervan zooveel in het gezicht, dat hij" waarschijnlijk voor heel zijn leven blind is. In de Delftsche Crt. lezen wij het volgende De fransche wetgever heeft dezer dagen in het erfrecht een belangrijke wijziging gebracht, welke vooral aan de gehuwde vrouw ten goede komt. De Code Civil roept tot de nalatenschap, indien er geen uiterste wil is, allereerst de bloed verwanten van den overledene, en eerst als die er tot en met den twaalfden graad niet zijn, den overlevenden echtgenoot. De vrouw komt du3, als de man zonder testament of huwelijksche voor waarden overlijdt, eerst na de verre neven en nichten. Thans heeft de Fransche wetgever bepaald dat de overlevende echtgenoot man of vrouw zoolang hij of zij niet hertrouwt, steeds recht zal hebben op het vruchtgebruik van 't geen de andere echtgenoot nalaat, en wel van een kwart als er kinderen zijn en van de helft in andere gevallen. Dezelfde gebrekkige regeling, als nu in Frank rijk is verbeierd, geldt ook in Nederland. Ook volgens ons Burgerlijk Wetboek erft de vrouw of de man eerst als er geen neefjes of nichtjes in den 12den graad zijn, en er geen uiterste wilsbeschikking of huwelijksche voorwaarden be staat. Wij wijzen daarom met nadruk op deze daad van rechtvaardigheid van den Franschen wetgever, die ook in ons land ten spoedigste behoort te worden nagevolgd. Er gaan ook uit ons land nog weieens menschen naar Monte-Carlo om te spelen of liever om te winnen, want om te verliezen zal wel niemand die kostbare reis ondernemen. Hoeveel kans daarop bestaat, blijkt nu weder uit de verpachting van de „Speelclub" in de groote zaal van het badhuis te Ostende. Die verpachting geschiedt van wege het stedelijk bestuur, dat alzoo, evenmin als de Regeering des lands, het hazardspel zoo onzedelijk acht. Als pachter is opgetreden een Franschman, die voor de pacht gedurende het badseizoen 811.500 francs betaalt, dat is 3500 francs voor eiken dag. Als de kansen niet; zoodanig waren, dat de pachter zekerheid had minstens 311.500 francs van de spelers te winnen, zou hij waarlijk die som niet bieden. Te Frencsin in Hongarije heeft een arend een kind van drie jaren geroofd, in tegenwoordig heid van de beide ouders. De vader, een spoorwegwachter, was juist bezig het sein te geven voor den trein, die in aantocht was, en de moeder was op eenigen afstand bezig, zoodat het kind eenige oogenblikken zonder toezicht was. De arend, die plotseling neerschoot, greep het kind en voerd6 het in een oogenblik tijds mee. Een aartsvader. Zekere Lucas Negreiras Paez, op twintigjarigen leeftijd uit Gallicië naar Amerika vertrokken, is thans als grijsaard van 93 jaar met een groot vermogen en met al zijne nakomelingen, 279 personen, naar Spanje terug gekeerd en te Barcelona aangekomen. Hij is driemaal gehuwd geweest en heeft 23 zonen, 16 dochters, 81 kleinkinderen, 84achterkleinkinderen, enz. Hij deed den overtocht met de geheele familie op een eigen schip, met een kleinzoon tot kapitein. Het spel te Monte-Carlo. Sedert jaren zjjn te Monte-Carlo aan de speelbank niet zulke hooge som men omgegaan als gedurende de laatste tijd. Men verdringt zich, vooral by regenaohtige dagen, let terlijk om de speeltafels en voor eenige dagen won een rijke Amerikaan weer 36.000 doll, aan de roulette. Den volgenden dag begon dezelfde speler by het „trente et quarante" even gelukkig en won achtien malen achtereen den hoogsten inzet, maar in den middag had hjj de geheele som weer verloren. Trouwens, ryk worden de spelers niet. De houders der bank verzuimen niet het geluk der spelers overal bekend te maken, ten einde de belangstelling levendig te houden en steeds nieuwe spelers te lokken, want de bank blyft toch steeds de sterkste party, en vooral trekt zy groote winsten uit hetgeen aan kleine sommen wordt verloren. De minder ryken pogen het spel der ryken na te volgen, maar daar hun middelen te beperkt zyn om het vol te houden, is hun ondergang spoedig beslist. Een der leden van het consortium, dat eene week lang tegen de bank heeft gestreden, had dezer dagen een onderhoud met den correspondent van de „Times" te Nizza. Ofschoon het hun was gelukt de bank twaalf keeren in eene week te doen springen, hadden zy toch volstrekt niet veel gewonnen. By de sommen we'ke worden gewonnen, moeten ook de verliezen, welke reeds zyn geleden, in aanmerking worden genomen. Alle spelers, die onlangs zooveel wonnen, erkennen dat zy ten slotte toch nog hebben verloren. Eene uitzondering maakte een Griek, die, na 48,000 gulden gewonnen te hebben, met dit geld onmidde- ïyk naar huis terugkeerde. De Engelschman, die in de vorige week zoo groote sommen won, is reeds sedert 12 jaren een geregeld bezoeker van de speelbank, en kan dus tot de ervaren spelers gerekend worden, maar toch verliest deze heer elk jaar ten minste 10,000 pd. st. Eens zelfs bedroeg zyn jaariyksch verlies 15,000 en een anderen keer zelfs 20,000 p. st. Vóór tien dagen had hy in dit seizoen reeds ongeveer 20,000 pd. verloren, maar door de groote winsten der vorige week haalde hy deze schade in, zoodat hy nu zelfs 1000 pd. st. op de bank voor heeft. Gedurende de laatste 10 jaren verloor hy te Monte-Carlo 125,000 pd. st. De speler heeft nu echter genoeg van het spel, want geiyk hyzelf zeide, gaat hy dezer dagen weg en is het zqn vaste voornemen nimmer te Monte-Carlo terug te keeren. Ook de anderen erkennen dat het zelfs met geluk niet mogeiyk is geld te verdienen, behalve door zich de winsten van anderen toe te eigenen, eene praktyk, welke vooral aan de roulette-tafel dikwyis in toepassing wordt gebracht. De kansen der spelers ™yn zóó ongunstig, dat deze speler tot de slotsom komt: „Speel nooit, tenzy gy er op voorbereid zyt, dat ge zult verliezen." In Amerika komen meer en meer ijzeren plafonds in gebruik, niet alleen in kamers, doch ook voor kerken, straten, restaurants en open bare gebouwen. Het voordeel daaraan verbonden in drieërleibijzondere reinheid, buitengewone duurzaamheid en verbeterde acoustiek. Bovendien kan men deze plafonds met weinig kosten zeer smaakvol versieren door reliëffiguren, gedeeltelijk brons of zelfs verguld, enz. In Niöuw-York Baltimore en andere groote steden der Vereenigde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 2