zal on B011M to 9 APRIL 1891, Puik blank bedstroo. Photografie Instantanés, VERKOOPING van INBOEDEL. 1°. Een perceel WEI- ei HOOILAND, te Texel, 2°. Een perceel WEI- ei HOOILAND, aliaar, Lees Sit net attentie Msneta. INBOEDEL, Notaris HATTINGA HAVEN, de hengst Pluto II. pri Finale uitverkoop van Porcelein, Glas en Aardewerk, ATTENTIE! a. C. KERKBOEKEN, Notaris Hattinga Raven, publiek verkoopen Een netten en goed geconserveerden zal op Dinsdag 21 April, BESCHIKBAAR TE KOOP: E. DULFER, Kruideniers' en Grutterswaren. STILLE AR MOED vóórmiddags 10 uur, cd zoo noodig den volgenden dag, in het lokaal „TIVOLI" aldaar, hoofdzakelijk bestaande uit TAFELS, STOELEN, KASTEN, goedgevulde BEDDEN, KOPER-, BLIK-, TIN-, GLAS- en AARDEWERK, oud Porcclcin, alsmede Goud, Zilverwerk en Juweelen, behoorende tot de nala tenschap van den WelEd Heer S. BRAAKSMA. Alles daags voor de verkooping te bezichtigen. Nadere informatiën ten kantore van Notaris HATTINGA RAVEN. te HELDER, '3 avonds 8 uur, in het logement „de Zwaan" aan den Burg op Tex|l, PUBLIEK V E II K O O P E X: aan den Hoorn, genaamd„de Sclietterskoog'," groot 2 hectaren, 33 aren, 20 centiaren. genaamd: „het Kuiltje," in den polder de Kuil, groot 95 aren, 60 centiaren. Nadere informatiën ten kantore van Notaris HATTINGA RAVEN en van de Makelaars GROEN te Helder en MGOJEN te Texel. Ondergeteekende bericht de ontvangst eener groote partij Bans- en Kiiulerpetten de prijzen zijn ongelooflijk laag; een ongeregelde partij Danics-corsets worden uitverkocht tot alle prijzen. Een prachtige partij witte- en erème-franjes- gordijn-knntcu vanaf 10 cent per Elbericht tevens aan zijne klanten dat hij ruim voorzien is van de nieuwste behangselpapieren en randen, olies nieuw. Stalen worden op aanvraag gratis verstrektdeze behangselpapieren worden voor Fabrieksprijs uitverkocht. A contant 5% korting. Ph. VLESSIXG, alle werkdagen, op de hofstede Weltevreden" in den polder Eier- land, DEKGELD f 5. C. GARRITSEN. A. H. GEUS, Warmoesstraat. Bestellingen worden aan huis bezorgd. Adres: K. THOMASSEN, Eierlacd. TEXEL - GROENE PLAATS 343. Het atelier is Baandag 13 April weder geopend van 11 tot 5 uur. Kleine portretten worden prachtig vergroot. Hopende met een druk bezoek vereerd te worden. tegen veel verminderde prijzen. Tevens goedkoop adres voor Aanbevelend, J. EELBAX Az., Steenenplaats, Burg. Opruiming tot fabrieksprijzen van alle voor handen in gewone en fijne banden. Boekh. W. C. REIJ, Texel. Novelle. II. zich aan den haard eene flauwe Plotseling liet stem hooren. Moeder, lieve moeder I ik heb honger. Degeen, die deze klacht uitte, was een knaapje van vijf of zes jaren, die in het hoekje van den haard en zoo dicht bij het vuur zat, dat men hem nauwelijks kon bemerken. Hy rilde en huiverde alsof hij de koorts had en als men hem van nabij aanschouwd had, had men kunnen hooren, hoe hij klappertandde. Of de vrouw zijne klacht niet gehoord had, dan of zij niet in staat was aan zijn verzoek te voldoen, althans zij antwoordde niet en bleet zitten zonder zich te verroeren. Een oogenblik heerschte er weder een doodelyke stilte, doch spoedig verhief de knaap nogmaals zijne stem en riep Och moeder! ik heb zulk een honger. Och moeder! geef my toch een klein stukje brood. Thans hief de vrouw haar hoofd op, want de stem van het kind moest ieder het hart doorsnijden en zeker was zij ais een dolksteek in het moederlijk hart gedrongen. Een dof vuur gloeide in hare oogen de wanhoop was er in te lezen. Onder een vloed van tranen antwoordde zy: Zwijg toch om Godswil, Jantje liefi Ik sterf zelve van honger, arm kind i Er is niets meer in huis. Och moeder 1 ik heb zulk een pijn in het Hjf. Och geet mij toch een stukje brood I Het gelaat van het kind was op dit oogenblik zoo smeekend, de honger was zoo op zijne vale en gele trekken te lezen, dat de ongelukkige moeder opsprong, alsof zij een wanhopige daad wilde bedrijven haastig en bevende stak zij de hand onder den beddedeken, en haalde er een klein stuk wittebrood uit, waarmede zij naar het knaapje toeging. Daar, Jantje! zeide zy, dat heb ik nog bewaard om pap voor uw zusje te koken, maar ik denk niet, dat het arme schaap het meer noodig zal hebben. Hare stem begaf haar hier, want haar moeder hart bezwoek. Zoodra het knaapje hot brood voor zijne oogen zag, sprong hij op, stak de beide handjes uit en greep er naar als een wolf zijne prooi. De vrouw keerde naar het zieke kind terug; zij staarde het langen tijd aan, en zeeg eindelijk afge mat op hare zitplaats. Gretig en met onbeschrijfelijke vreugde was het knaapje op het stuk brood aangevallen, tot hij er ruim de helft in een oogenblik van binnen had zag eenige malen het stukje brood met oogen vol verlangen aan, bracht het meermalen aan den mond, maar at er niet van. Eindelijk stond hij zacht op, ging naar de vrouw, trok haar by den arm, om haar uit den slaap, waarin zy gezonken scheen te zijn, te doen ontwaken, gaf haar het stukje brood over, en zeide met eene zachte stem Daar, moederlief 1 ik heb een stukje voor Marietje bewaard. Ik heb nog welhevigen honger, maar als vader thuis komt, zal ik wel een boterham bekomen, moeder 1 De ongelukkige moeder sloeg de beide armen om het goede kind en drukte het met liefde aan haren boezemeen oogenblik daarna liet zij het lang zaam van hare knieën zakken, en verzonk weder in hare vorige doffe mijmering. Jantje ging zachtjes naar zijne zieke zusje, kuste het op de wang en zeide Slaap maar door, Marietje 1 en keerde daarop naar het vuur terug, waar hij weder ineengedoken en zwijgend in een hoekje ging zitten. Op dat ooginblik was het, dat de weldadige dame op den drempel van het huis stond en hare vriendin in de verfee zag aankomen. Nog een uur verliep er, zonder dat de ongelukkige moeder uit hare mijmering ontwaakte. Ook zij had honger; ook hare ingevallen wangen werden door do snydenste pijnen gefolterd. Maar zij zat aan het ziekbed van haar kind; met angst verbeidde zij het verschrikkelijk oogenblik, waarin zjj, eene moeder, haar lieveling zou zien sterven. Hoe had zU thans nog aan eigen leven kunnen denken 1 Neen, eene moeder blijft altijd moeder, rijk of arm, in geluk of ongeluk, er bestaat geen dieper gevoel, geen hechter band dan die, welke de moeder aan haar kind verbindt, en dit gevoel, deze band is grooter en inniger bij hen, die weten hoeveel zorg, hoeveel angst, hoeveel zweet hare kinderen haar kosten. En dat weten de arme lieden het best. Ten tien ure werden de vrouw en het knaapje als door eenen geheimen schok gedreven. Beiden sprongen te gelijker tijd op en beiden riepen op dat zelfde oogenblik Daar is vader, Jantje 1 O moeder, daar is vader! En een glimlachje van vreugde vloog over beider gelaat. Zij hadden een kruiwagen voor de deur hooren stilhouden en wilden den verwachten te gemoet loopen, toen, eer zi) nog de deur bereikt hadden, een man de kamer binnen trad. Terwijl hij de sneeuw van zijne kleederen schudde, had Jantje hem bij de eene hand gevat en trok daaraan, als wilde hij hem midden in de kamer slepen. De man stak zijne vrouw de andere hand toe en zag haar met diepe droefheid aan. Eindelijk zeide hy zuchtende Yrouw I wy zyn ongelukkig. Daar heb ik nu den geheelen morgen met mynen kruiwagen aan den spoorweg gestaan en niets kunnen verdienen. Wat zullen wy nu beginnen? Vrouw, gy moogt het gelooven of niet, maar ik wilde dat ik dood was. Hoezeer hy ook door deze woorden een geweldige kommer scheen te kennen te geven, was zyniyden in de wezenlijkheid toch niet minder. Moedeloos liet hy het hoofd zakken, zyne oogen staarden strak op den grond en men zag aan de krampaohtige trekkingen zyner handen, dat de wanhoop zyne spieren deed trillen. De vrouw, die haar eigen leed vergat en besefte wat haar man uitstond, sloeg haren arm omzynen hals en antwoordde snikkend: Och Frans, zwyg toch maar. Het zal toch niet altijd zoo duren. Gy kunt het niet helpen, dat wy zoo ongelukkig zyn. Vader, vader, riep het jongetje, ik hebhonger; krijg ik nu een boterham. Deze vraag schokte den man hevig. Al zyne leden sidderden; zyne oogen vestigde hy wild op het kind en gedurende een poos was zyn uitzicht zoo woest en wanhopig, dat Jantje vol angst en schrik weder in het hoekje van den haard kroop en van daar zynen vader weenend toeriep Och, vaderlief, ik zal het nooit weer doen, In dezelfde hevige gemoedsaandoening ging de man naar het bedje en zag met strakke blikken naar het zieltogend kindje, dat hare schuwe blikken thans naar haren vader opsloeg. Ik kan het niet uitstaan Lize, riep hy. Het is beslotenhet moet. Wat moet? God in den hemel, wat wilt gy doen De man, in wien een zware tweestryd gewoeld had, begreep welke angstige vermoedens hy by zyne vrouw had opgewekt, hy nam haar by de hand en zeide op eenen bedaarden maar treurigen toon Vrouw, gy weet, dat zoolang wy gehuwd zyn, ik altyd gewerkt hebnimmer heb ik een dag laten verloopen, zonder voor u en de kinderen te werken. Moet ik nu, na jaren slovens en zwoeg9ns, gaan bedelen? Zal ik nu van deur tot deur een stuk brood gaan bedelen, dat ik tot nog toe met eigen handen verdiend heb Neen vrouw, dat doe ik niet, al zouden wij ook allen van honger en gebrek omkomen. Bedelen nooit. Er blyft my nog iets over, dat ons voor eenjgen tyd voedsel kan geven. Het spyt my vrouw, maar ik moet myn kruiwagen verkoopen. Misschien vind ik werk, voordat het geld, dat ik daarvoor bekomen zal, op is, en dan zullen wy zoolang eparen tot ik een andere kan koopen. Wacht nog maar een half uurtje, en dan zal ik u allen te eten brengen. (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4