Buitenland.
Omtrent het geschenk, door de Koningin-
Regentes aan Hunne Duitsche Majesteiten bij
hun bezoek aan ons land aangeboden, wordt
nader bericht dat dit bestaat uit een tegel
tafereel van groote afmeting, voorstellende
„De Schuttersmaaltijd" van Van der Helst.
Het werd op order van Hare Majesteit aan
de fabriek der heeren Joost Thooft Labou-
chere te Delft voor dit doel vervaardigd en
door den plateelschilder, den heer L. Senf,
geschilderd. Het geheel is gevat in eene zware
ebbenhouten lijst.
Het tafereel werd daags vóór de aankomst
der hooge gasten aan het Paleis te Amsterdam
met zware roode draperie opgesteld en ver
wierf de bijzondere goedkeuring van H. M.
de Regentes.
Het bestuur van de Noordbrabantsche
Maatschappij van Landbouw heeft bij een
persoonlijk bezoek de aandacht van den minister
van Binnenlandsche Zaken gevestigd op de
wenschelijkheid om practische landbouwscholen
op verschillende plaatsen te vestigen, ten
einde het aankomend geslacht in de gelegenheid
te stellen door eigen aanschouwing en bewer
king het nut te leeren kennen van de nieuwere
uitvindingen op landbouwgebied en de wijze van
bemesting, bebouwing, enz. van den grond.
De uitkomst van dit bezoek was de toezegging
dat op het landgoed Blijdendijk te Vuchtvan
wege de Regeering eene boerderij zal worden
gebouwd, waarop jongelieden voor den landbouw
zullen opgeleid worden.
De Nederlandsche bark „Hollandia", kapt.
Jansen, blijkt op reis van Mauritius naar New-
York vergaan te zijn, maar het grootste deel
der bemanning werd gered door de Zweedsche
bark „Monarch", kapt. Lindderdahl, den 30 Mei
in Tafelbaai binnengekomen. Op 26 Mei deed
een hevige storm den fokkemast van het schip
neerstorten en in den volgenden nacht brak de
groote mast en bleek het tevens dat het schip
lek was. Den heelen nacht pompte men, om
den volgenden morgen te bevinden, dat het
onmogelijk was het schip te redden. Men moest
dus trachtten het vasteland, de Kaap, 200 mijlen
verwijderd, in de boot te bereiken. De kapitein
ried door een maaltijd zich eerst te versterken,
maar toen het volk juist naar onderen was, be
merkte de eerste stuurman, dat het schip op
het punt was van te zinken. Op zijn geroep
spoedde men zich naar het dek, maar vier man
konden het niet bereiken en vergingen met het
schip, terwijl de anderen in de boot, gelukkig
een reddingsboot, kwamen, die bij het zinken
van het schip nog net bijtijds door den tweeden
stuurman met levensgevaar afgesneden werd.
Na een uiterst bezwaarlijken tocht, waarop men
steeds water uit de boot moest scheppen en het
land slechts op verren afstand zag, werd de boot
den 28 Mei gezien door de „Monarch" en de
uitgehongerde bemanning gered. Van den kant
dor Zweden ontvingen de Hollanders de meest
vriendelijke behandeling en vooral de dochter
van den kapitein deed alles, om hen zooveel
mogelijk te helpen. Voor de van alles beroofde
zeelieden ging te Kaapstad eene inteekeningslijst
rond.
De Neue Freie Presse, het bezoek van
Keizer Wilhelm aan Amsterdam besprekende,
zegt dat diens komst geene andere beteekenis
heeft, dan om te bewijzen dat de betrekkingen
tusschen Duitschland en Nederland steeds
dezelfde vriendschappelijke zijn als van oudsher,
en dat Duitschland niets anders wil dan de
instandhouding van goede relatiën met Neder
land op politiek en commercieel gebied.
Bij de Amsterdamsche politie hebben
verscheidene personen aangifte gedaan, dat
men hun hunne portefeuilles, beurzen of porte-
monnaies had ontrold. Een heer vermiste
eene portefeuille, waarin f 1000. Vooral op
den Dam, in de Kalverstraat en op het perron
van het Centraal-station zijn de zakkenrollers
druk aan 't werk geweest. Op het Damrak
werd een zakkenroller op heeterdaad betrapt
en door de politie in bewaring gebracht.
Omtrent den Engelschen wonderdokter
te Rozendaal meldt „De Grondwet."
De genezingen door de Saquah-middelen te
weeg gebracht grenzen aan het ongelooflijke.
Nadat zoovele verouderde rheumatische kwa
len door den z. g. „Wonderdokter" waren
genezen, heeft hij Zondagavond een jongeling
van 19jarigen leeftijd die meer dan vij/"jaren met
behulp van twee krukken voortstrompelde,
radicaal genezen, zoodat de patiënt, tot ver
bazing van het groot aantal aanwezigen uit
alle standen der burgerij, na tweede behan
deling, zonder krukken voortw. ^delde alsof
hem nooit iets gedeerd had en reeds de kerk
heeft kunnen bezoeken.
De krukken van den armen jongen werden
natuurlijk door den heer Saquah naar het
hötel medegenomen.
De toeloop van lijders is dan ook ontzaggelijk
groot. Uit alle standen en van ver afgelegen
plaatsen komt men zich de heilaanbrengende
middelen aanschaffen.
Een man uit Bergen-op-Zoom, zekere L., die
sedert jaren lijdende was aan hevige rheumatiek,
werd genezen.
De geestdrift voor den „wonderdokter" Squah
te Rozendaal is reeds zóó groot, dat men Vrijdag
zijne vier paarden van den wagen heeft gespan
nen en het volk bijna vocht om te mogen
trekken. Onder hoera's bracht men hem naar
het hotel „Kuipers" waar hij gelogeerd is.
Omtrent de te Leiden genomen proeven met
het nieuwe brandbluschmiddel van den heer Max
Eberhardt, vermeld het „L. D." het volgende:
Allereerst werden enkele kleine stukken van ge
wone ruwe zakken, in petroleum gedrenkt, in brand
gestoken en daarna met de handen, welke in het
vloeibare bluschmiddel waren gedoopt, gebluseht.
De vlam gaf aan de handen, gelyk door den directeur
der Leidsche brandweer, die er ook eene proef mede
nam, werd verzekerd niet de minste warmte.
Vervolgens werd eene gevulde ruwe zak even
eens met petroleum overgoten, in brand gestoken
en ook door middel van de handen met het geheime
met water aangemengde chemische preparaat be
streken, tengevolge waarvan de vlam spoedig uit
was. Eene herhaling hiervan had hetzelfde resultaat.
Verdere proefnemingen werden op uitgebreider
schaal gedaan. Eene in brand gestoken, van binnen
met teer bestreken groote ton verspreidde een kolos
sale vlam, welke nog werd aangewakkerd door er
petroleum in te gooien. Door het inwerpen van een
paar emmers van het bluschmiddel was de vlam
bijna dadelijk uitgedoofd.
Hetzelfde geschiedde met drie van steen gemaakte
putten, in den vorm van varkenstroggen, welke
onderscheidenlijk met hars, steenkool enteerwaren
gevuld. De geweldige vlammen waren door een
paar emmers spoedig verdwenen.
"Was de hitte bi) deze proefnemingen groot, vooral
was deze geweldig toen in brand was gestoken een
met stroo doorwerkte houtstapel ter grootte van
ongeveer 8 kubieken meter.
Terwijl deze brandde, werd ook hier telkens
nog petroleum op gegooid, en toen de gloed het
hevigst was, zóódanig dat alle omstanders zich op
een eerbiedigen afstand begaven, werd er ditmaal
met eene kleine gemeente-brandspuit het preparaat
opgespoten, dat vooraf in de spuit was gedaan.
Verbazend was het resultaat. Van de hoog in
het luchtruim stijgende vlammen en rookwolken
was weldra niets meer te zien.
Alleen de uitwendig verkoolde op elkaar gestapelde
balken of binten waren overgebleven, en dadelijk
na de blussching kon men ze met de handen aan
vatten, want ze waren, niettegenstaande de kort
voorafgaande vlammen, welke ze verspreid hadden
koud.
Ook gingen ze niet meer branden toen ze later
op een paar bossen stroo, met petroleum overgoten
en in brand gestoken, werden geworpen.
Begaven de toeschouwers bij het groote stuk zich
tien meter achterwaarts, de persoon, die met het
blusschingswerk was belast, had maar even zijn
gezicht en handen met het preparaat nat te maken,
om het op een meter afstand te kunnen uithouden.
Het middel, dat men in verschillende vertrekken
of lokalen steeds voorhanden kan houden, want het
schijnt tien jaren goed te blijven, zal zeker in ruime
mate toepassing vinden.
Van goed onderrichte zijde schrijft men
aan de Arnh. Ct., dat het bericht van het
Nieuwsdat de Regentes de kosten van de
versiering van Amsterdam betaalt, onwaar is.
Alles wordt i^it de gemeentekas bekostigd,
maar het gemeentebestuur hoopt, dat uit de
Staatskas een tegemoetkoming zal gegeven
worden. Dat is de zuivere waarheid. De
Koningin betaalt alleen de kosten van het
inwendig opknappen van het paleis.
Dezer dagen ontvingen de Haagsche schut
ters de volgende aanschrijving„De schutter
wonende te wordt gecommandeerd te ver
schijnen in het magazijn der schutters aan de
Groote Markt op Dinsdag 30 Juni 1891, des
namiddags van 6 9 uur, tot het tijdelijk afha
len van een Beaumontgeioeer in burgerklecding."
Uit Hannover wordt aan de Köln. Ztg.
gemeld
Met de regeling van de schadeloosstelling aan
de bij het spoorwegongeluk bij Kirchlengern ge
wonde personen, vordert men niet snel. Dit ligt
evenwel niet, zooals de Hannoversche bladen
schrijven, aan de spoorweg-directie, die integen
deel de regeling tracht te bespoedigen, maar aan
de omslachtigheid waarmede de benadeelden voor
hunne belangen opkomen. Bovendien wordt het
vaststellen van het bedrag der schadeloosstelling
bemoeilijkt door de omstandigheid, dat er geen
contracten aanwezig zijn betreffende de salarissen
door den heer Carré aan zijne artisten uit te
betalen en de opgaven, die van beide zijden
hierover verstrekt worden, verschillen. Onmid-
delijk na het ongeluk is den heer Carré door
de Spoorweg-directie eene som van Mark 30.000
als gedeeltelijke schadeloosstelling toegekend.
De artisten, die door hunne wonden verhinderd
zijn hun bedrijf voort te zetten, zullen een schade
loosstelling in kapitaal, niet in lijfrente ontvangen.
Het geheele bedrag der uit te keeren vergoeding
zal waarschijnlijk de som van 350.000 Mark niet
overtreffen.
De Franschman Ader, die op het electrici-
teitscongres te Parijs van 1881 aandacht trok
door zijne verbeterde telephoon, heeft thans een
vliegmachine uitgevonden, die binnenkort te Parijs
zal worden beproefd.
De ondervinding met dergelijke uitvindingen
opgedaan, waarschuwt niet te veel geloof te slaan
aan de schoono voorspiegelingen van de uitvinders.
Volgens de Figaro staat de jongste vliegmachine
waaraan de heer Ader 10 jaar van zjjn leven
en 600.000 fr. van zijn vermogen heeft ten offer
gebracht, veel hooger dan de vorige. De heer
Ader heeft gepoogd in zijn werktuig de natuur
lijke vlucht na te bootsen: zijn machine is een
vogel, of meer nog een vleermuis, waarvan zenu
wen en spieren zijn vervangen door electrische
motors, welke gehoorzamen aan den wil van den
mensch.
De vogel, waarmede de proeven zullen genomen
worden, kan zich 10 a 15 meters boven den grond
opheffen en zich over eene uitgestrektheid van
400 a 500 meters verplaatsen.
In Duitschland hebben tal van plaatsen veel
geleden door onweders met zware regen, hagelslag,
hier en daar bovendien met hevige wervelwinden.
Te Crefeld is op het terrein van een schietwed
strijd de feesttent met daarbij behoorende opstal
len door den wind weggeslagen, waarbij verschei
dene personen zijn gekwetst. In de stad is groote
vernieling aan huizen en boomen aangericht.
Tusschen Suchtelen en Vierzen zijn 50 huizen
ingewaaid en daarbij vele personen omgekomen
of gewond. De sneltrein van Berlijn naar Keulen
moest te Brackwede blijven staan en vervolgens
terugkeeren, doordien het geheele spoor verderop
geheel bedekt lag met zand en slijk, dau tenge
volge eener wolkbreuk daarheen was aangespoeld.
Te Kassei gebben de straten een goruimen tijd
een voet hoog onder water gestaan.
Te Parijs is een bende van 65 personen
opgepakt, die ongelukken fingeerden om daaruit
geld te slaan. Eén bijv. liet zich overrijden door
een koetsier, die in hot geheim waseen omge
kochte politie-agent constateerde dan het ongeval
en overdreef het een beetje; de eigenaar van het
rijtuig moest dan eene schadevergoeding betalen
en de heeren deelden die met elkander.
De Jewish Chronicle behelst treurig Dieuws
uit Palestina. Door de toenemende emigratie
der Russische joden daarheen wordt de nood
aldaar grooter, vooral te Jeruzalem. Wekelijks
komen er een twee- driehonderd joodsche
gezinnen in volkomen behoeftigen toestand aan,
waarvoor geen schikkingen getioffen zijn. Daarbij
komt, dat te Jeruzalem thyphus en roodvonk
heerschen. Men vreest dat er eene pest zal
ontstaan. De prijs van het brood stijgt dagelijks
tengevolge van den ongunstigen graanoogst in
Rusland. De door de „Alliance Israëliete" en
Edmond de Rothschild gestichte koloniën worden
door nieuwe aankomelingen overstelpt, die er
werk en voedsel vragen. De oud-kolonisten zijn
radeloos.
Bij het leger in Oostenrijk zal een kuras
ingevoerd worden, zoo licht en gemakkeiyk op
te vouwen, daf het in den ransel geborgen kan
worden en toch zoo sterk, dat de borst van den
soldaat 'beschermd wordt tegen eiken geweer
kogel.
De laatste bijeenkomst der Brusselsche
conferentie tot bestrijding van den slavenhandel
te Brussel, welke Donderdag is gehouden, heeft
niet aan het doel beantwoord. Toen de conferentie
in het vorige jaar uiteenging, werd besloten den
2den Juli weer bijeen te komen, ten einde den