puike grove Kaclielkoleu LAHGEÏELD11R001J, GÉRARD's Specialiteitenhandel. loopt geen vreemde kwakzalverij! Gebruikt alleen: A. DROS Albzn., DE COCKSDORP, een akker GERST in de Waddel, Feuilleton, WIE IS ZIJ Uit de hand te koop: GERARD's Jichtbalsembeter dan Seqnali, geneest alle Jicht en Rlicuiuatick GERARD's Nigt dine, onfeilbaar middel tegen kiespiju, geneest onmiddelijk de hevigste kiespijn GERARDs Wijnrankensaphierdoor verdwijnen zomersproeten en roode neuzen GERARD's Likdoorntinctuur, geneest in eenige dagen alle likdoorns en eeltknobbels GERARD's Anti-roosmiddeldoet binnen 8 dagen de roos op hoofd en in baard verdwijnen GERARD S Haarmiddel, herstelt onfeilbaar alle kaalhoofdigheid GERARD's MaagkruidenBorstkruiden, Zweetkruiden GER ARDs A amheijenzalf, is het boste middel tot herstel GERARD's Hoestlik Cur, lost de s 1 ij m op en geneest den benauwendsten hoest GERARD's Mondwater is versterkend voor de tanden en aangenaam voor den mond staande aan de hoop. En een SCHELF best gewonnen KLAVERIIÜOI. Adres bureau dezer courant. heeft denkelijk Maandag a. s. in lossing 5 prijs a coat. f 1.00 p. II.L. BOEKDRUKKERS - UITGEVERS, BURG OP TEXEL, bevelen zich aan tot de levering van alle benoo- digde DRUKWERKEN, tegen billijke prijzen. A M STERDA 91. Alles met gebruiksaanwijzing. Voor buiten de stad franco tegen postwissel. Alle middelen zijn vervaardigd volgens voorschrift van een oud geneesheer en door meer dan 40 jarige praktijk beproefd. WEDERVERKOOP ERS GEVRAAGD, - VOOR EL K E S T AD SPIEGELSTRAAT 74. per fleschje f 0.90. - i.-. - 1.65. - 0.70. - 0.75. - 2.50. pakje - 0.40. potje - 0.80. fleschje - 0.95. - 1.10. Vrij naar 't Frausch door A. B. 1. I. Ik bevond m;j te Londen op de kamers van m\jn vriend Karei Gaunt; wfj waren beiden bezig met rooken en praten. Waarover? Ik herinner my zulks nog maar al te goedover de geest van den tegenwoordigen tijd. Er heerscht tegenwoordig een practische geest, als er nimmer to voren bestond en wanneer men een -weinig verbeeldingskracht bezit, denkt men met weemoed aan den roman tischen tijd, waarop men- te paard of per rijtuig reisde in plaats van in een prozaïsche wagon en waarop de avonturen altijd een eenigszins geheimzinnig karakter dragen in plaats van naar een reeds vooraf bepaald programma afgespeeld te worden. Wat mü beireft, viel Karei mi) in de reden, onze hoogte van beschaving stelt mij in alle op zichten tevreden, ik heb mij nooit anders bezigge houden, als met de praktische zijde van ons bestaan en de Hemel beware mij voor romantische en ge heimzinnige avonturen, waarvan gij uw deel zoudt willen hebben. Ik kan u verzekeren nimmer zulk oen wensch gekoesterd te hebben. Ik had hem slechts aan te zien, om hem op ziin woord te geloovenKarei had niets in zich om hem op een romanheld te doen gelijken. Na deze verklaring bleven wij zwijgen. Mijn vriend vermaakte zich met binnensmonds allerlei opmerkingen te maken, omtrent het slecht spel van ons jong buuimeisje, dat op de liane speelde, totdat mèjuffrouw Briggs, de oude huisvrouw, de brioven bracht, welke pas aangekomen waren. Daar Karei voor het raam zat en zijne gedachten verwijlden bij die jeugdige pianospeeister, werden de brioven aan mjj overhandigd. Werktuigelijk en zonder in 't minst gedreven te worden door nieuws gierigheid, beschouwde ik de beide enveloppes, het schrift en de postmerken. Boiden kwamen van Blcckheath, en inp.laats van met een mannenhand geschreven to zijn, zooals de meeste brieven aan Karei gericht, ontdekte ik,dat ze een ontegenzegge lijk met een vrouwenhand geschreven waren en tot mijn zeer groote ver.wondoring herkende ik in het eene adres het schrift van eon kind. Ik kende maar al te goed de gehoele familie van Karei om te weten, dat hij goene tante, geon zuster, noch nicht had. Karei, zei ik, daar zijn twee brieven voor u. Ik gaf ze hem over. Hij nam ze half geeuwende van mij aan, maar zijn uiteriyk veranderde geheel en al, toen hij het kinderschrift opmerkte. Levendig brak hij de brief open en keerde zich zooveel mogelijk naar het raam, ten einde te profi- teeren van hot licht. Ik was wel een weinig ontevreden. Een oogen- blik te voren had ik er op durven zweren, dat er in Karel's leven niets geheims voor mi) was, het was iemand, die niet van geheimzinnigheden hield, zooals hy beweerde. Mijn nieuwsgierigheid was wel een weinig opgewekt en ik besloot Karel's bewegingen met meer aandacht na te gaan, als ik ooit to voren gedaan had. Na den eersten brief gelezen te hebben, vouwde hij die zorgvuldig weer op en maakte zich gereed den tweeden te lezen. Deze wendde hij om en om, alsof h\j moeite had de inhoud te ontcijferen. Ik kon niet nalaten te denken, dat het schrijven van het kind hem een levendige belangstelling inboezemde, omdat hfj zich zooveel moeite gaf den briet te be grijpen. Hij gaf het eindelijk op en stak den brief in den zak. Ik keek hem goed aan in afwachting dat hfj een opmerking daaromtrent zou maken, maar hij opende de mond niet en sloeg evenmin zijn oogen op. Ik wist niet, dat gij zulke jeugdige correspon denten hadt, zei ik eindelijk op een toon, als noodigde ik hem uit mij zijn vertrouwen te schenken. Hij trilde, antwóordde niet en trachtte een zorgeloos uiterlijk aan te nemen. Ik dacht, dat gij geen bloed verwanten bezat, dat hebt gij mij ten minste altijd gezegd. Ik heb u nooit gezegd, Mare, dat ik geen vriendinnen had, antwoordde hy droog. Vriendinnen I houdt gij er dan zulke kleine op na. Hy antwoordde niet, maar ik merkte zeer goed op dat hy kleurdeIk wist echter niet of die blos voortkwam uit toorn, schaamte of verwarring. Gedurende minstens een half uur bleven wy zwygend doorrooken, ik was in 't geheel niet op myn gemak. Karei was geheel en al bezig met zyn overdenkingen, hy bleef onbewegeiyk en zwygend in zyn leunstoel alsof hij alles rondom zich vergeten had en de Hemel weet hoelang ons zwygen nog geduurd zou hebben, als wij niet gestoord waren geworden door een troep vrooiyke kameraden, die na samen gedineerd te hebban ons kwamen bezoeken. H. Het oogenblik was eir.deiyk daar, waarop ieder er naar haakte eens uit de verstikkende atmosfeer der hoofdstad vry te komen. Het vorige jaar had ik met Karei een reisje ge maakt door Noorwegen en wü hadden ons zoo goed samen vermaakt, dat wy vast besloten hadden dit jaar weer samen op reis te gaan en thans ons eens naar St. Petersburg te begeven. Naarmate echter het tydstip naderde voor ons vertrek, merkte ik op, dat Karei hoe langer hoe minder neiging gevoelde voor het vastgestelde reis. plan. Eindeiyk zelfs zei hy my, dat het hem mis schien onmogeiyk zou zyn de reis te ondernemen en ten slotte ontving ik op een goeden dag een briefje van hem, om my te berichten, dat hy af moest zien van de voorgenomen reis door Rusland, omdat zyn zaken hem nog dienzelfden dag naar het graatschap Norfolk riepen. „Het spüt my zeer myn waarde Mare, voegde hy er aan toe, en ik hoop dat gy een middel zult vinden om zonder my uw reisplan ten uitvoer te brongen". Ik was boos, nu op het laatst zich terug te trek ken, dat was al iets zeer ongewoons by Karei. Ik was ten einde raad, want volgens my is er niets treurigers dan een verre reis te ondernemen zonder reisgezel. Er bleef my niets anders over dan de uitnoodiging van myn vriend Bruin aan te nemen, die my verzocht eenige dagen met hem te willen doorbrengen op het eiland Wight, want ik had alle andere uitnoodigingen afgeslagen met het oog op myn nis naar het noorden. Dezelfde avond nadat ik Bruin geschreven had, dat ik zyne uitnoodiging aannam, nam ikeenrytuig en liet ik my naar de kamers van Karei brengen, ten einde er eenige boeken te halen; welke er nog van my gebleven waren. De stores waren nedergelaten en de ramen gesloten. „Hy is bepaald uit" riep ik uit, uit het rytuig springende en terwyi ik de bel overhaalde. Ik hoorde een licht geraas aan den ingang, alsof men een sleutel in het slot omdraaide, even later draaide de deur op zyn hengsels rond en tot myne zeer groote verwondering kwam een klein meisje in 't wit gekleed en met een rood lint om den middel naar my toe, eensklaps bleef zy echter staan on riep ontsteld uit; O Hemel, ik dacht dat het myn peter was. Ik ben niet gewoon aan kinderen en voor dat oogenblik wist ik niet recht hoe my te gedragen, na eenige oogenblikken echter, antwoordde ik Neen, dat ben ik niet. Wie is dat? Is dat mynheer Gaunt? Ja, hernam zy, met een zekere waardigheid, ik ben zeer biy u te zien, maar doe my als 't u belieft geen vragen. Wordt vervolgd, Snelpersdruk - LANGEVELD h DE ROOIJ- Texel. n >f n n n n n n n n n Novells

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4