Verloren oi de lavcii te öudeschild,
G ÉRARD's Specialiteitenhandel.
loopt geen vreemde kwakzalverij! Gebruikt alleen:
J. Sz. DEKKER Steenenplaats.
0 NOV ER TREFBAAR.
Opruiming Zomerartikelen.
Depothouder C. REIJ, Den BurgTexel.
Feuilleton.
ONTVANGEN:
GERARD's Jichtbalsembeter dan Sequah, geneest alle Jicht en Rhcuinatieb
GERARD's Nig nine, onfeilbaar middel tegen kiespiju, geneest onmiddelijk de hevigste kiespijn
GERARD S Wljnrankensap, hierdoor verdwijnen zomersproeten en roode neuzen
GERARDs Likdoorntinctuurgeneest in eenige dagen alle likdoorns en eeltknobbels
GE RARPs A nti-roosmiddeldoet binnen S dagen de roos op hoofd en in baard verdwijnen
GERARD S Haai middelherstelt onfeilbaar alle kaalhoofdigheid
GERARD's Maagkruiden, Borstkruiden, Zweetkruiden,
GERARD's Tepelbalsem,
ZIJ
WIE IS
een ruime sorteering der nieuwste soorten Pa
raplnies en Entoutca's, Hoeden en Petten, Wol
len, Flanellen en Japonstoffen, ronde liaptoeren,
Opruiming ZOMERARTIKELEN, tot vermin
derde prijzen, als gekleurde Katoentjes, Tricot-
goederen, Zomerjasjes, Kousen, Handschoenen,
enz.
'/S'v--- ecu Schaap, gemerkteen roode streep
NÊam over den rug, een zwarte stip in de rech-
ter zij en een teerstip in den nek.
Wie dezelve terugbezorgt bij de Wed. JAiV
KIKKERT, Kap berg, zal beloond worden.
Ondergeteekonde bericht aan zijne geachte
begunstigers, dat hij alle Lustre- en Driljassen,
Bukskinjasseu, Kinderpakjes, Tricotpakjes, Ka
toenen jongensblouses, voorverminderden prijs
opruimt. Tevens ruim voorzien van Zwem
broeken in alle grootten, prijs uiterst laag gesteld;
geeft steeds a contant 5% korting.
Aanbevelende,
Pli. VLESSING.
A 51 S T E R D A M.
SPIEGELSTRAAT 74.
GERARD Is Aambijenzalf, is het beste middel tot herstel
GERARD S Hoestllkeu) lost de s 1 ij m op en geneest den benauwendsten hoest
GERARl) S Mondwatd jg versterkend voor de tanden en aangenaam voor den mond
per fleschje f 0.90.
n a 0.70.
- 0.75.
pakje 0.40.
potje - 0.80.
fleschje 0.95.
- i-io.
- 1.20.
Alles met gebruiksaanwijzing. Voor buiten de stad franco tegen postwissel.
Alle middelen zijn vervaardigd volgens voorschrift van een oud-geneesheer en door meor dan 40-jarige praktijk beproefd.
Vrij naar 't Franscli door A. B.
4 IV.
Ik vond Gaunt in een toestand aan zwaarmoedig
heid grenzende. Sedert zijn vertrek uit Londen was
hfj gelogeerd in dit stille dorp en had hij geen ander
gezelschap dan Cécilia en de trouwe hond Bruno.
Een verwrikking, welke hij niet geacht had, was
de oorzaak dat Iijj gedurende al dien tijd niet had
kunnen uitgaan, dcch had moeten zitten op de
canapé. De omstandigheden in aanmerking nemende
en bekend met de bewegelijke natuur van mijn vriend,
die geen minnaar van studie was, kon ik mij zeer
goed voorstellen, dat zijn vreugde groot moest zijn,
toen hjj mij zag.
Hj) vertelde mij dat deze afgelegen en schoone
streek een zeer schoon verhip f opleverde voor hen,
die zich van hun beide beonen konden bedienen
er was daar een zeer vischryke rivier en hoofd
zakelijk daarom had hij zich hierheen begeven, want
hy was een dolle liefhebber van het visschen met
den hengel.
Ik luisterde half glimlachend naar zijn opmerkingen
hoewel ik zeer wel begreep dat zij evenmin waar
waren dan zijn reis naar Norfolk en daar Cécilia
den geheelen avond in do kleine salon speelde en
bepaald ons van koffie wilde bedienen, beschouwde
ik dat weldra als de meest natuurlijke zaak van de
wereld, zonder Karei te zeggen, dat hjj niet behoefde
te liegen, daar ik zeer wel wist, dat hij enkel ter
wille van het kind dit afgelegen verblijf had gekozen.
Den volgenden morgen ging ik het wel is waar
schoone dorpje eens bekijken, maar in mijne oogen
had het dit altijd voor boven vele andere dorpjes,
dat het gelegen was in do nabijheid van de stad
M Als ik dus mij al te zeer verveelde, zou ik
nog altijd daar afleiding kunnen vinden.
Ik moet bekennen dat de uren te B zeer
langzaam verliepen en hoewel de morgens en avonden
elkaar zeer veel geloken, waren die tijden toch niet
geheel van genot ontbloot. Vooral was het mij zeer
aangenaam, dagelijks eenigen tijd te vertoeven op
het balkon, dat uitkwam op den tuin.
Karei was maar steeds aan de canapé gekluisterd
en daar hij niet kon merken dat zijn toestand ver
beterde, had hij een paar bekwame dokters uit Londen
laten komen, maar ook deze konden hem niet anders
voorschrijven dan rust.
Het was te vergeefs dat ik hem voorlas, met hem
sprak en hem geduld predikte, mijn lezen deed hem
in slaap vallen, terwjjl mijn wijsgeerigheid hem
boos maakte.
Ik was op het punt zijn dokter aan te raden hem
te aderlaten, ten einde hem handelbaarder te maken,
toen er iets gebeurde, dat ons allen een aangenamer
bestaan verschafte.
Als grens van den tuin der herberg was een zeer
laag hekje, dat in zeer bouwvalligen toestand ver
keerde en weldra plaats maakte voor een snelstroo-
mende nauwe beek. Ik kon mjj niet voorstellen
waar de bron dier beek was, welke zoo'n goede
afscheiding vormde tusschen den tuin van den
herberg en die van een naburige villa, welke maar
steeds onverhuurd bleef.
Het was een gebouw, dat waarschijnlijk was
samengesteld door iemand, die tot zijn schade weldra
moest ontwaren, dat het niet geschikt was ingericht
voor het ruwe klimaat van Engeland, maar beter
zou passen in de tropische gewesten, waarom hij
dan ook slechts korten tijd er maar gewoond had. Het
verwonderde mfj geenszins, dat het niet verhuurd
werd.
Van ons balkon hadden wij het vrfje uitzicht
in dien tuin en tot in de villa konden wij ook met
onze blikken vandaar doordringen. Het was ons
niet onaangenaam geen buren te hebben,daar wij daar
door ook minder last hadden bespionneerd te worden.
Men kan zich dus mijn groote verwondering voor
stellen, toen ik op een morgen langs de beek wan
delende zag, dat alle deuren en vensters der villa
geopend waren, terwijl eene dame op het balkon
staande, bevelen gaf aan een in Indisch costuum
gekleede bediende, die maar het huis in en uitliep
met eene levendigheid aan oosterlingen zoo eigen.
Ik beschouwde hem met veel belangstelling, want
in de achtelooze, maar tegelijk bevallige houding
der dame iets op te merken, dat mij niet geheel
onbekend was en ik beproefde haar gelaat in 't oog
te krijgen, ten einde mij er van te vergewissen
dat zij dezelfde persoon was, wier zonderling gedrag
mijn opmerkzaamheid reeds had getrokken in het
station.
Ik wachtte te vergeefs; zjj bleef gedurende eenige
seconden tegen het balkon geleund en keerde daarna
in huis t^rug en ik zag haar niet weer terug. In
de hoop stof voor nieuwe ondekkingen te vinden,
slenterde ik den geheelen morgen langs de kant
der beekhet was echter alles te vergeefs. Gedu
rende een uur ongeveer zag ik de Indische bediende
en een oude vrouw uit en in huis gaan, waarschijn
lijk om het noodige te regelen, maar de dame bleef
voor mij verborgen. Tegen den middag werden de
zonneblinden neergelaten op Oostersche wijze, de
bedienden verdwenen en de meest volmaakte rust
heerschte er in de villa.
Ik ging in huis terug en mijn gewone bezigheden
deden mij geheel onze nieuwe buurvrouw vergeten
tot aan het oogenblik, waarop ik voor het diner
weer op het balkon ging. Ik gevoelde opnieuw alle
nieuwsgierigheid, die ik gedurende dien morgen ge
voelde en bemerkte, dat de deuren en vensters der
villa thans weer alle geopend waren, terwijl de
dame in een gemakkelijke stoel zat in de schaduw
van een acacia- Gedurende een kwartier ongeveer
bleef ik op het balkon, maar te vergeefs wachtte
ik haar gelaat eens te zien, zjj bleef maar steeds
in dezelfde houding de andere kant uitzien. Tot
aan zonsondergang bleef zij daar, naar ik vermoed,
want toen ik na het diner de canapé, waarop mijn
vriend Gaunt rustte, op het balkon rolde zooals
gewoonlijk, zag ik haar nog steeds daar zitten in
dezelfde houding.
Eindelijk toen het begon te schemeren stond zij
op en wandelde den tuin op en neer. Het was
echter thans reeds te donker om haar gelaat te
onderscheiden. Toen het reeds zoo duister was, dat
wij slechts haar nog konden zien door haar witte
kleeren, bemerkten wij, dat zij in de richting van
ons kwam en staan bleef bij de beek, waar zij
blijkbaar luisterde naar onze stemmen. Na daar eenige
oogenblikken vertoefd te hebben ging zij in haar
salon, welke helder verlicht was en weldra hoorden
wij een zachte welluidende stem, welke ons deed
vermoeden, dat wij met een of andere ster der
Italiaansche opera te doen hadden-
Wordt vervolgd,
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOU - Texel
ii
- 1.65.
n ii 2.50.
Novelle