Hel LauÉoiiw-CreÉt Texel, VERTRIJOBISÏ: tij E. C. DROS, Steenenslaats. Kantoor Hooierstraat (,,'t Alpmtoa Belaaf) ie aeze weet prima Kamper korte Turf in lossing, C. BLOSIEMAL te 's Gravealiaie verschenen oo tij (tea MtaaSel verkrïtaar: Jozef, of oei lovende onder de dooien, De Wolf aan de Deur, De Naamlooze Vennootschap Feuilleton. GOEDKOOPE AANBIEDING! Husaar tegen wil en dank. Prins Hendrik Polder. Zij die goed greppelen kunnen werk bekomen; 50 cent de honderd Meter. De vloek der slavernij. WAAR ZEE! De Vluchteling WIE IS Extra kwaliteit BOTERHAMMEN WORST CORNED-BEEF, LUNCH-TONG, GELDERSCHE WORST, KREEFT, ZALM, enz. GEVESTIGD TE TEXEL. Goedgekeurd bij K. B. 16 Januari 1890 No. 14. Verstrekt gelden ter leen op korten termijn, en neemt geld en op obligatie voor korteren of langeren tijd, tegen eene rentevergoeding van vier procent 's jaars. BURG OP TEXEL B 126. De Directie, JOH. EELMAN. D'. J. TIMMER. prjjs a cont. f 6.00 per 1000, en MAANDAG a. s. Grove Eng. Kaclielkolen pr. 1.00 per H.L. a cont A. DROS Albzu,, COCKSDORP. Ter uitdeeling op Zondagsscholen zijn by Een bladzijde uit de geschiedenis van de bevrijding der Slaven op Jamaica. Een verhaal uit den zevenjarigen Oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk. Een verhaal voor onze jongens uit den tijd van M. A. de Ruijter (1648-1651), door den Schrijver van Selcartenz. DE FIRMA JACOB VREESWIJK ZOON. UIT DEX FRAXSCHEN TIJD, DE KLERK VAX DEX INQUISITEUR, PRISCA EX MIRIAM, door den schrijver van Selcarten met een aanbevelend woord van Ds. W. G. Smitt, met geïllustreerden omslag en 2 gekleurde plaatjes. Prijs van elk CO ets25 ex. f 12. - 50 ex. f 21.-. Deze 7 boekjes worden ook gesorteerd geleverd tegen den getalsprijs. 2de druk, met een voorwoord van Ds. W. G. Smitt, met geïllustreerd omslag en 2 gekleur de plaatjes. Op aanvrage wordt gaarne 1 exemplaar van den tijd van 14 dagen. naar Jacques Porchat, met geïllustreerd omslag en 2 gekleurde plaatjes. 2de druk, met geïllustreerd omslag en 6 plaatjes. Prijs van elk dezer 3 boekjes 40 ets.; 25 ex. f 8.-, 50 ex. f 14.-. Deze 3 boekjes worden ook gesorteerd ge leverd tegen den getalsprijs. DE MELAATSCIIE VAX AOSTA, KAR EL COULSOX, 2de druk, door Dr. Rossvally, met geïllustreerd omslag en met aanbeveling van Jhr. M. E. v. S. Prijs van elk 15 ets.; 25 ex. f3,-, 50 ex. f 5.25. HET LEVEX VAX WILLEM FAREL, met 8 platen, post 8o, 311 bladz., ingen. 11.50 in stempel band f 1.00. OUDE EX XIEUWE DIXGEX, doorDs.W.G.Smitt.post 8o, 208 bladz.75 ets. KORT OVERZICHT van de geschiedenis der Joden van de Babylonische Ballingschap tot Jezus geboorte. Prijs 15 cents. KORT VOOR KERSTMIS, ol nog niet te laat voor Alplionsine. Prijs 5 ets 50 ex. f 2.-, 100 ex. f 3.-. deze werkjes ter inzage toegezonden voor 19 XI. Het gaat dus goed met Cécilia, zei ik, zonder op haar gezegde te antwoorden. Zeer goed antwoordde Mathilda uiterst kalm. Zy is weer geheel bijgekomen. Welk een geluk, ik begon al zeer ongerust te worden. Een stoot, welke zij vallende heeft gekregen hoeft haar bewusteloosheid veroorzaakt. De tijd gedurende welke zij in het water heeft doorgebracht, was niet lang genoeg om eenig ernstig gevaar te veroorzaken. De dokter verzekert ons, dat er niets te vreezen is. Het is zeker, dat Mej. Owenson niet het minst ongerust scheen te zijn. Daar zij van onderwerp wenschte te veranderen, ging zij naast mij zitten en zei zij En nu, laat mij nu voor u zorgen, gij hebt u aan den arm bezeerd, is het niet zoo? O, dat is enkel een schram, antwoordde ik. Terwijl ik in het water sprong, heb ik mij bezeerd aan een rotspunt. Gi) zijt het dus, riep zij belangstellend uit, en niet Karei Gaunt, die Cécilia gered heeft. Ik heb haar uit het water gehaald, ik liep sneller dan Karei. Ozei zijmaar het was mi) onmogelijk te beslissen of het een uitroep of een zucht was- Mejuffrouw Owenson vroeg nu niets meer omtrent de redding van Cécilia. Zij hield zich enkel bezig met mijne wonde en zij vroeg mi) of zij my geen pijn deed, terwijl zij mijn arm verbond. En nu. zei zij, toen zij mijn arm verbonden had, raad ik u ten sterkste aan, droge kleeren aan te doen. Ik gehoorzaamde zonder morren, want door het vertrek van den dokter moest Mathilda weer naar Cécilia terug en de donkere kamer had thans voor mi) niets aantrekkelijks. Toen ik terug kwam, was de lamp aangestoken en Gaunt zat met een ernstig gelaat in zijn armstoel. Alles gaat goed, Mare, riep hy uit, zoodra hij mij bemerkte. De dokt er verzekert, mij dat zij binnen een paar dag^n wel weer gezond zal zijn. Dank zij de moed waarmode gij haar uit het water hebt gehaald, is er niets te vreezen. Hartelijk dank daarvoor, mijn vriend 1 Karei drukte mij de hand, als wilde hij de been deren kraken en als ik daarnaar zijn erkentelijkheid moest afmeten, mocht ik wel eenige pijn er voor hebben en voldaan zijn. Toch was ik er wel een weinig door onthuts^ want ik meende dat Karei niet eens had opgemerkt, dat ik Cécilia gered had en dat als hij dit wel deed, hij het enkel zou toeschrijven aan mijne meerdere vlugheid. Na mij op deze wijze bedankt te hebben, ging Karei weder zitten. Mijn erkentelijkheid,Mare,hernam hij plotseling, is door bijzondere omstandigheden nog vergroot. Hoevelen zouden er niet zyn, vervolgde hy, pogende zich duideiyk uit te drukken, zonder den toestand bloot te leggen, hoevelen zouden gevoeld hebben dat dat de verhouding dat is te zeggen het gebrek aan vertrouwen gy begrypt my, niet waar, Mare zei hy eensklaps zyn zin afbrekende en my met zyn groote oogen aanziende, waaruit zoowel eerlykheid als aandoening te lezen waren. Volkomen, antwoordde ik, zonder echter veel er van te begrypen. En gy weet, Mare, vervolgde hy methetuiter. lyk van een schooljongen die op 't punt staat iets te bekennen, dat het alloen is omdat mijn eerowoord het my verbiedt, volgens uw eigen woorden, dat ik my niet haast u Hy hield nog meer verlegen op. Ik gevoelde my wel een weinig gekwetst. Karei zei ik koel, als gy meent, dat ik u door het gebeurde van dezen avond alles zal toevertrouwen en gy verlegen er mede zyt, my te zeggen dat gy my niets wilt toevertrouwen, bewyst dit, dat gy al zeer weinig achting voor my hebt. De Hemel beware my voor zulke gedachten, riep hy op droevigen toon uit; ik zie wei dat ik beter doe maar te zwygenwanneer ik iets wil uit leggen, gooi ik alles in de war. Ten einde uit dezen pynlyken toestand te geraken» antwoordde ik maar niet en wendde my om. Na eenige minuton brak Gaunt ik de stilte af. Mejuffrouw Owenson, zei hy fluisterend, is altyd by Cécilia, zy heeft voorgesteld met de waardin gedurende den geheelen nacht te waken. Dat is zeer lief van haar, antwoordde ik, terwyl ik my zelf' verweet, dat ik haar nimmer in staat had geacht voor zooveel belanglooze goedheid jegens Cécilia. Zeer lief, herhaalde Gaunt, vooral als men er by bedenkt, welk een grooten weerzin zy betoonde tot nu toe tegen het kind. Dat is zeker, de vrouwea zyn onbegrypelyk. Nauwelyks had hy die woorden uitgesproken of de deur ging open en de persoon waarover gesproken werd, trad binnen. Het was niet mogelyk op haar gelaat te lezen of zy gehoord had wat wy spraken, toen echter het licht op haar gelaat viel, verbeelde ik my, dat er een bewys van onrust op haar gelaat te lezen was, toen zy zich tot Gaunt wendde. Cécilia slaapt, zei zy en ik kom u nu beleefd om een boek verzoeken. Niets kon eenvoudiger zyn dan deze vraag op den meest natuuriyken toon der wereld gedaan, Wy stonden beiden op en Gaunt bood haar een leunstoel aan, met het verzoek daar even in te rusten, aan gezien Cécila op dat oogenblik toch goen hulp be hoefde. Ik begreep niets van die verandering in Gaunts godrag, ik had hen, dat is waar, niet samen gezien na het voorval met het portret en toen hadden ze niet in goede harmonie elkaar verlaten, misschien was dat wel slechts comediespel geweest. Mathilda wilde zich niet laten verbidden. Zy zei ons, dat Cécilia een weinig koorts had en zy vond het verkeerd haar alleen te laten, terwyl zy ten twoede male aan Gaunt vroeg haar een boek te willen leenen. Hare weigering by ons te bly ven was zeer beslist. Zy was misschion wel een weinig boos op ons over een of ander gezegde, dat zy van ons gehoord had, want zy weigerde te gaan zitten. De kleine boe kenkast, waar Karei ook zyn pypen en sigaren, benevens een cassette, bevattende zyn correspondent tién, bewaarde, stond aan het einde van de kamer; en daar ging Karei dan ook een boek voor Mathilda halen. Hy bleef zoo lang daar voor de kast eraan met de lamp in de hand, dat Mathilda, waarschynlyk meer door ongeduld dan door nieuwsgierigheid ge dreven, opstond en zich by hem voegde om hem te helpen kiezen. De collectie is vry groot, zei zy, nieuwsgierig naar binnen ziende, Ik hoorde niet, welk antwoord Gaunt gaf. Weinige oogenblikken later kwamen zy weer terug, terwyl Mathilda tot Gaunt zei: 01 mynheer Gaunt er is in ieder geval eene belangryke byzonderheid tusschen uwe schatten; die Indische cassette, welke gy daar had was ver- rukkelyk. Wordt vervolgd. Snelpersdruk - I. ANGEVELD A DE ROOIJ Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1891 | | pagina 4