20.000 pond hooi! SEOüAH's ?SIE, Boek- en Courantd Herstemming. Martha de Kernadec. Binnen- en BuitenlandscheCouranten, Vel Jn. T1SSEB, Bw Parkstraat, Burg op texel. Drukkerij, alsmede de uitgave Texelscke Courant Baethanael, Tael. ff. C. RE1J. Feuilleton. Groote opruiming a contant 10% korting. (LangevetdJ dl© De ondergeteekende beveelt zich voort durend beleefd aan tot het leveren van alle Node-journalen, enz; alsmede tot het plaatsen van ADVERTENTIËN. J. LIEU WEN - KUITER, Gr oeneplaats, Burg—Texel. Zoo spoedig mogelijk opgave van prijs gevraagd. Brieven franco onder motto „hooi" aan het advertentie-bureau van K A P T E IJ N Co. te HOORN. i3 van af heden verkrijgbaar. van allo voorhanden zijnde ARTIKELEN gedu rende dezen geheelen maand. Voor het opmaken van balans geef ik van alle gekochte goederen, zonder eenige prijsverhooging, Ieder doet dus zijn voordeel. Aanbevelend, UEd. Dw. D. Ph. VLESSING. Bij den aanvang van het Nieuwe jaar nemen de ondergeteekenden de vrijheid, hunne wederom boleefdelijk bij allen aan te bevelen, Tengevolge de afloop der oudejaarswerkzaamhoden, is het ondergeteekenden weder mogelijk ten spoedigste aan alle bestellingen uitvoering te geven, weshalve zij zich aanbevelen tot do levering van alle voorkomende DRUKWERKEN. Prijzen zeer billijk. De TEXELSCIIE COURANT, welker oplaag voortdurend grooter wordt en die op Texel algeoneen wordt gelezen, wordt ten zeerste aanbevolen tot adverteeren aan hen, welke iets ter algemeene kennis wenschen te brengen. Conditiën bij abonnement zeer geschikt. Het Bestuur van den polder Waal en Burg, brengt ter kennisse van de stemgerechtigde Ingelanden, dat op Donderdag 7 Januari 1S93, van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure, ten Raadhuize aan den Burg zal worden over gegaan tot de herstemming van Eeu Iloofd- Ingelaud voor het bestuur van dien polder, en waartoe alsdan aan de Kiezers hun Stembriefjes zullen worden uitgereikt. Het dubbeltal der personen welke bij de eerste stemming geene volstrekte meerderheid hebben verkregen bestaat uit de Heeren CORNELIS Bz. BAKKER, CORNELIS Cz. EELMAN, SIJBRAND Rz. KEIJSER. Texel, 24 December 1891. Het Bestuur voornoemd, J. J. ROEPER, Voorzitter. Sd. KEIJSER Pz., Secretaris. Een Roster's Scheurkalender. 10 Nieuwjaarskaarten. Een Eukhuizer Almanak. Een tl. beste lukt. Eeu solide Penhouder. Drie Schrijfboekjes. Een best Potlood. 100 bedrukte Visitekaartjes in étui. Na ontvangst van postwissel ad fl.15 franco door geheel Nederland. Ve rzoe ke duidelijke opgave van hetgeen op de kaaltjes moet worden gedrukt. Aanbevelend, Vrij naar 't Fransch door A. B. 4. Hoofdstuk II. Lief kind, zei de gouvernante, ik ben gereed u te vergezellen, maar deze edelmoedige daad zal misschien boven uwe krachten gaan. Hot is een treurig schouwspel, het aanzicht van dien man zal u doen beven Dat hindert niet, ik zal niet terugtreden, ant woordde Martha vastberaden, Na eenige oogenblikken voegde zij er bij: Ja, ik weet wat ik zal moeten zeggen tot den ongelukkige; niemand, ik ben er zeker van zal tot hem spreken als ik. Vader is de goedheid zelf, maar wat nu mij bezield, zal hem nimmer in ge dachte komen en daarenboven hebben de beste mannen r.og nooit zoo'n medelijdend hart als wij vrouwen Welnu mijn kind, laat ons uw edelmoedige ingeving volgen, riep mej. Benoit uit, mijnheer de baron zou zich zeker verzetten togen dit goede werk, maar ik ben er zeker van, dat hy ons niet zal berispen als het eenmaal gebomd is. III. De plaats, welke men „de gevangenis" noemde was een klein steeDen gebouwtje, gelegen achter een suikermolen, een honderdtal schreden van de woning van den baron. Het uiterlijk er van geleek tn geen enkel opzicht op de voorstelling, welke wij gewoonlijk van zoo'n verblijf makenhet was slechts een laag vertrek, waar de lucht en het daglicht van alle kanten kon binnendringen en waarvan de deur ook veeial niet zeer goed gesloten was. By de eerste oogopslag scheen het wel, of het gemak kelijk was daaruit te ontsnappen, maar om de ge vangenen zekerder te bewaren dan door middel van sloten en grendels, had men bedacht ze met de voeten aan ijzeren ketenen vast te leggen. Verdere bewaking was dan overbodig. Mejuffrouw de Kernadec, enkel vergezeld van haar oude vriendin, verliet de woning zonder een der slaven wakker te maken, welke op de steenen trappen voor het huis hun siësta hielden. Buiten was de lucht drukkend. Geen enkel geluid werd gehoord. Alleen in de verte hoorde men het geklots der golven op 't strand en zoo nu en dan do muziek der negers, welke aan het dansen waren. In de koloniën is een wandeling van driehonderd schreden uiterst vermoeiend. Toen Martha by de gevangenis kwam, hygde zy en een levendige blos lag op haar wangen. Toen hy haar zag, kwam de neger, welke voor cipier dienst deed uit zyn wachthuisje, waar hy nacht en dag zich bevond en wachtte in groote verwondering, hare bevelen af. Ik wil de gevangenis binnen gaan, zei Martha, open de deur. De neger gehoorzaamde, terwyi hy eenige onver staanbare woorden mompelde. Terwyi Martha den cipier voorby ging, keerde Martha zich naar hem toe en keek hem eens goed aan, zy wist dat hy zoowel cipier ais beul was. Na de deur geopend te hebben keek hy eerst even, om te zien of de gevangene nog goed verzekerd was, daarna wendde hy zich tot Martha zonder echter de oogen naar haar te durven opslaan en zei Meesteresse, nader den gevangene niet, kom niet in zyn bereik, ofschoon hy goed verzekerd is Van morgen heeft hy nog beproefd my te dooden Het was met een gevoel van schrik, gemengd met medeiyden, dat mejuffrouw de Kernadec in dit droevig verblyt, waar de veroordeelde het noodlottig oogenblik afwachtte, doordrong; haar hart werd beklemd, toen zy de ongelukkige zag. zy leunde op mej. Benoit, want hare knieën beefden en zy keek een oogenblik zwygend rondom zich. Een zonnestraal viel in de gevangenis en verlichtte haar geheel. In 't midden van de witte muur op den achtergrond bevond zich een voorwerp, dat veel geleek op een bronzen standbeeld door de kleur en de onbewegelykheid; de voeten, die in boeien geklemd zaten, waren naakt en gewond,maar niets in de houding of het gelaat van den gevangene wees op zedeiyke ondergang of groot ïyden. De handen waren op den rrg gebonden en verder weder verbonden aan een sterke paal, in den grond vastgeslagen. Op 't geluid, dat Martha by het binnentreden maakte, keerden zyn donkere oogen zich naar de deur, daarna sloot de gevangene ze, boog het hoofd en bleef bewegenloos zitten. Martha was nadergekomen en haar krachten ver- zamelende, wilde zy hem toespreken, toen zy op den grond een klein boekje geopend zag liggen. Een gebedenboekje I zei zy, het oprapende wie is hier geweest? De gedachte, dat het boekje aan den gevangene kon toebehooren, kwam niet by haar op, het was dan ook nauweiyks te deuken dat een slaaf lezen kon en meer vreemd was hot by een van hen andere dan heidensche godsdienstige gevoelens aan te treffen. Qewooniyk liet men hen na ze te hebben gekocht doopen, maar zonder hen ook maar eenigszins inge. licht te hobben omtrent de beteekenis »er van, allen bleven daardoor in 't geheim nog hun heidensche goden vereeren. Het eerste gevoel van mej. de Kernadec was droefheid gemengd met afgryzen, een gevoel geiyk aan dat, wat zy zou ondervinden by het zien van een doodeiyk gewond verscheurend dier, maar weldra veranderde dit in medelyden voor den ongelukkige daar voor haar oogen. Helaas 1 zei zy, zich tegen mej. Benoit aan drukkende, die ongelukkige is als ontzield, men zou zeggen dat hy my niet ziet Welke woorden moet ik tot hem spreken opdat hy my begrflpt? Hoe hem afkeer in te boezemen voor zyne misdaden en hem tot berouw te brengen? Terwyl zy zoo sprak, zuchtte de slaaf diep, alsof die slem hem lastig was. Martha deed nog een schrede naar hem toe en hernam, terwyl zy hem modeiydend aankeek Hy is jong, zeer jong om nu reeds te moeten sterren I Wat verschrikkeiyk moet de gedachte zyn Ik zal niet meer op deze aarde wandelen, ik zal de frische nachtlucht niet meer inademen, ik zal de zon niet meer zien Helaas de meest wanhopige ziel, de meest verstokte booswicht, moet zich ge drukt gevoelen door de vrees voor den dood! Daarna naderde zy den gevangene nog meer en begon op zachten toon te spreken, terwyl zy tranen stortte, zy was onder den invloed van zenuwachtige opwinding, welke aan de gedachte meer kracht, aan de stem meer indruk geeft, zy sprak zoo treffend, dat mej. Benoit haar tranen niet kon be dwingen, de ongelukkige gevangene echter scheen in 't geheel niet aangedaan en was schynbaar onge voelig voor deze medelydende stem, welke zich in zyn stille gevangenis liet hooren, hy bleef stom en het scheen wel of hy in 't geheel geen begrip had van zyn toestand, noch van zyn bestaan, alleen een inwendige trilling waardoor zyn borst bewogen werd, was een bewys van leven. O, myn Hemel, mompelde Martha eindelyk ontmoedigd, zyn ziel is gevoelloos hy hoort my niet, hy is onvatbaar voor berouw; o, genade voor dit schepsel, dat ik niet kan redden Mejuffrouw Benoit, die door dit voorval zeer ge troffen was, nam Martha by de hand en trok haar met zich naar de deur, toen de gevangene zyn half geopend oog naar de vertrekkenden opslaande, op doffen toon zeide: Meesteresse ontneem my myn boek niet Is dit uw boek riep Martha uit, weer terug- keerende, Hy maakte een bevestigend gebaar. Wordt vervolgd. Snelpersdruk LANGEVELD h DE ROOU— Texel'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 4