Buitenland.
Ingezonden Stukken.
De Rijn, de Waal en de IJssel zijn thans
weder binnen de gewone oevers teruggekeerd.
Behalve dat enkele los- en laadplaatsen
werden overstroomd en hier en daar de ge
regelde overtocht werd bemoeielijkt of gestremd
heeft het hooge water in het algemeen geen
schade aangerichtintegendeelhet achterge
bleven slib dekt als eene vruchtbare kleilaag
de ondergeloopen weilanden.
Naar de Prov. en 's-Hert. Ct. verneemt,
is de onbekende vreemdeling, die dezer dagen
in de Scheveningsche duinen werd gevonden,
ook reeds een paar malen te 's-Hertogenbosch
geweest en zoowel op het bureau van politie
als op het paleis van justitie aldaar is getracht,
iets naders omtrent hem te weten te komen.
Eerst was men ook daar van meening, dat
men te doen had met een doofstomme, doch
men wist mee te deelen, dat hij later
gesproken heeft met een ingezetene, die de
Poolsche taal verstaat, en dat toen zou ge
bleken zijn, dat de man een Rumeniër is.
Hij vertoefde ook in Den Bosch in zijn eigen
aardige kleederdracht en was in het bezit van
een aantal koperen munstukken.
Herhaaldelijk is hij reeds als vreemdeling
over de Duitsche grens het land uitgezet, doch
even spoedig brengt men hem uit Duitschland
weer hier.
Te M. werd op een openbare veiling eene
brandkast betaald met twee honderd gulden,
die nieuw honderd veertig gulden kostte. Ons
boertje, niet weinig ingenomen met het secure
meubel, liet de kast naar huis vervoeren en
in zijn slaapkamer opstellen. Toenhet gewichtige
werk volbracht was, wierp de baas een zak
met papier en specie in de kast en riep triom
fantelijk: „hadde dè nou wel gedaacht van
'n boerke op klumpkes." {Limb. Koer.)
Men meldt aan de Ass. CL:
De varkenshandel was in het Oostelijk deel
dezer provincie in de laatste dagen weer zeer
geanimeerd. Overal waar nog iets voor de
slachterijen geschikt is, vertoonden zich de
opkoopers en werden aankoopen gedaan van
16 tot 18 cents per half kilo. Thans verneemt
men dat voor de zwaarste soort reeds boven
de 20 cents besteed wordt. Ook naar loop
varkens, vooral naar drachtige motten komt
veel vraag. Van het ter dekking toelaten
bij de beeren wordt steeds een ruimer gebruik
gemaakt. Men verwacht in 1892 betere uit
komsten van de varkensfokkerij dan in 1891
het geval was.
Geld verzoet teleurstellingen
Aan de gevangenis te Breda heeft men
Zondag iemand uit Rozendaal afgewezen
wegens plaategebrek
De man ontving nog reisgeld op den koop toe
De in dienst der gemeente Amsterdam
zijnde ijsploeg van de reederij „De Blauwe
Ster" houdt het Noordzeekanaal open. Stoom-
en zeilvaart zijn tot nu ongestoord.
Dezer dagen trad bij den broodbakker
K. te Nieuwenhoorn een knecht in dienst.
De baas, die gewoon scheen te zijn van elk
der hem ter bakking toegezonden blikken deeg
iets voor eigen gebruik af te nemen, ried hem
aan dit eveneens te doen. De knecht evenwel
eerlijk als hij is, kon dit niet met zijn geweten
in overeenstemming brengen en weigerde. De
bakker K. ontstak daardoor in woede en mis
handelde zijn knecht zoodanig, dat de man zijn
geheele leven ongelukkig zal blijven. De zaak
kwam de politie ter oore, doch werd gesust,
doordat K. zijn knecht f 209 schadevergoeding
gaf. Een collega evenwel, de bakker J. uit
Nieuw Helvoet, liet van dit feit proces-verbaal
opmaken, waardoor K. nu wegens diefstal en
mishandeling zich voor de Rechtbank te Rotter
dam zal hebben te verantwoorden.
Onder zijn stadsnieuws meldt de Rotter-
damsche MaasbodeEen dezer dagen over
leden persoon had de beschikking gemaakt,
dat 6 bankbiljetten van f1000 in de kist
onder zijn hoofd moesten gelegd worden. Of
deze wilsbeschikking is uitgevoerd, is niet
bekend, doch redelijkerwijze meent men er
aan te mogen twijfelen.
Niet in den haak
Dr. Sanders behandelde eene dame lijdende
aan ingewandsziekte en wel, van 28 Mei tot
18 Juni 1890, waarna de patiënt naar alle
regelen der kunst sterft.
De dokter zendt een nota van f245.
De weduwnaar vindt de rekening te hoog.
De rechtbank is van dezelfde meening en
bepaalt het bedrag der rekening op f 180 met
5 pCt. renteen bepaalt de kosten van
partijen op f165, waarvan de weduwnaar
maar f 110 zal te betalen hebben de dokters
rekening, die de rechtbank te hoog achtte,
bedraagt des nu niet f245 (wat te veel was)
maar f290 en de rente.
Nu weten we heel goed, dat het zoo ver
dedigd kan worden op grond van verordeningen,
reglementen, wetten bepalingen enz., maar
het is voor onbevooroordeelde menschen niette
verdedigenin 't belang van 't algemeen
zouden die verordeningen enz. dan veranderd
moeten worden. (Trib.)
Aan de Enkh. Ct. schrijft men uit Span
broek:
Dat het houden van kippen een niet onaardig
voordeel kan bezorgen bleek uwen berichtgever
nog onlangs. Een zijner vrienden te Hoogwoud
nl. zeide: „Op 8 Jan. 1S91 bestond mijn ge
heele voorraad gevogelte uit 7 kippen. De
eieren die deze dieren mij bezorgden, waren
ten getale van 39 in Januari, 85 in Februari,
119 in Maart, 120 in April, 143 in Mei, 153
in Juni, 154 in Juli, 97 in Augustus, 49 in
September, 48 in October, 19 in November,
34 in December en in Januari tot den 6 en 7.
Dus gedurende een geheel jaar 1067 eieren."
Op de vraag hoe hij de kippen voederde,
kreeg uw berichtgever tot antwoord: „Ik geef
ze driemaal per dag en steeds op denzelfden tijd,
gewoon voeder. Alleen bij strenge koude
krijgen ze warm beslag."
Eenige Nederlandsche adolijke dames'hebben
een bond opgericht ter bestrijding eener „gruwel-
mode", zooals zij het dragen van vogelen op
vrouwenhoeden en vrouwenkleeren noemen.
Engeland en Frankrijk voerden in een'fenkel
jaar tijds 160.000 vogelhuiden in. Gedurende
het laatste „saison" bedroeg deze invoer in
Frankrijk alleen een millioen colibris. Deze
laatsten worden, om den glans huDner vederen
te behouden, levend gestroopt.
In een circulaire, waarin tot toetreding tot
dezen Bond wordt opgewekt, worden nog meer
cijfers genoemd, welke een overzicht moeten
geven van het enorme getal vogels, dat ter wille
der mode gedood wordt.
De dames noemen het zondigen tegen de natuur,
ter wille eener dwaze ijdelheid, hare schoonste
kindereu te verdelgen, zoowel als tegen datgene,
wat den menscheD, en vooral der vrouw het
heiligste zijn moestmedelijden, ontferming
Wij vreezen, zegt de Zutph. Ct. zeer juist,
dat de Bond weinig leden zal trekken. De ijdel
heid is sterker dan de vrouw. Zoolang de „mode"
het dragen van vogeltjes voorschrijft, zullen ze
in zwang blijven, ondanks het krachtigste protest
van vele fijngevoelige dames eerst als de „mode"
weer iets anders heeft ontdekt (wat misschien
niet minder ergerlijk zal wezen) zullen de vogelen
verdwijnen, ook zonder tusschenkomst van een
nieuwen Bond.
Het zal er mee gaan als met de ,,qeues".
Protesten tegen die onnatuurlijke uitwassen
hadden niet de minste uitwerking. Zoodra echter
juffrouw Mode begon mee te spreken, verdwenen
ze als met een tooverslag.
Over „een krachtig ras" schrijft The Standard
and Diggers News die te Johannesburg verschijnt
het volgende„Men moet fegenwoordigjEzijn
geweest bij het jaarlijksch feest, dat den 16dèn
Dec. te Paardekiaal gehouden werd, om goed te
beseffen, dat de „Boeren" een krachtig en geducht
volk zijD. Hier zijn vandaag tien-honderden van
wagens en bijna twintigmaal zooveel Boeren zij
zijn zoodanig uitgerust als alleen de Boer te velde
trekt. Het tooneel is in de hoogste mate indruk
wekkend. De vreemdeling beseft dat hij nog
niet over dit land regeert, en dat voor hij dit
doen zal, nog heel wat ossenwagens de rivier
zullen oversteken, tenzij door geweld de orde
van zaken verstoord wordt. Het zijn vastberaden,
on versaagden mannen, die hier vandaag bij
duizenden vergaderd zijnhun uiterlijk verraadt
taaiheid en beslistheid. Als zij op hunne paarden
zitten metkarabijnenaan de zijde is hun voorkomen
wel niet sierlijk, doch zij zitten met zulk eene
gemakkelijkheid en bedaardheid in den zadel, dat
zij blijkbaar op elke onvoorziene gebeurtenis zijn
voorbereid. Hun zoogen. militaire uitrusting en
hunne manier van leven doen beseffen, dat deze
mannen met hunne ruwe vlugheid iets anders
zijn dan salon-soldaten. Bewonderenswaardig
passen zij voor de omgeving, voor de wijze van
oorlogvoeren, en kunnen alles verduren en door
staan. Hunne vrouwen houden de wacht, do
ossenwagens zijn forten, het levendig en scherp
oog is hun schildknaap. Dit zijn de mannen die
„Majuba" herdenken.
In de Engelsche bladen wordt de vraag
thans opgeworpen, of er geen middel zou zijn
om de eerbiedwaardige gewoonte van het hoofd
te ontblooten bij de begrafenissen af te schaffen.
De hertog van Clarence vatte koude bij de be
grafenis van den prins van Hohenlohe en die gevatte
kou eindigde in longontsteking, die den jongen prins
ten grave sleepte. Indien de eersten van het land
het voorbeeld gaven om het hoofd gedekt te
houden, zouden allen weldra volgen, om dit be
wijs van eerbied, dat zooveel offers eischt, af te
schaffen.
Een eigenaar van groote rapenvelden in
de nabijheid der stad Giogau, had dezer dagen,
met het oog op de lange avonden en nachten,
die diefstal zeer in de hand werken, een bewaker
over die velden aangesteld, die zich door waak
zaamheid, maar in 't bijzonder door heldenmoed
verdienstelijk scheen te maken. Eiken morgen
wist deze te vertellen, dat hij het in den afgeloopen
nacht met dievenbenden aan den stok had gehad,
die de rapenvelden wilden plunderen en die hij
zegevierend op de vlucht had gejaagd.
De eigenaar besloot daarom op zekeren nacht
zelf eens een kijkje te nemen, om te zien hoe
een held zich wel in het gevaar gedraagt. Hij
ging naar de velden, liep er in rond en hoestte
herhaaldelijkmaar er kwam geen bewaker op
dagen en in het wachthuisje was geen geluid
hoorbaar. De onderzoeker gooide de rapen door
elkander, floot nu en dan een deuntje, wierp een
aantal rapen met donderend geraas tegen het
huisje, doch de trouwe wachter bleef onzichtbaar.
Eindelijk ging de man op het gebouwtje toe,
klopte aan en vroeg met veranderde stem, of er
iemand tehuis was. „Jawel", klonk het antwoord,
„de bewaker". „Wilt ge niet even buiten
komen, er zijn menschen die u willen spreken
„Dank je, ik wil mijn gemak houden."
De gelukkige rapeneigenaar verloor bijna zijn
geduld, maar wist zich nog te bedwingen en
vroeg den knappen bewaker, of hij niet een partijtje
rapen mocht stelen en zeide, dat hij een kar bij
zich had. „Ga gerust je gang", riep de held,
„de kerel heeft rapen genoeg."
Onze vriend keerde weer naar de rapen terug,
gooide nog een paar dozijn er van, bij wijze van
bombardement, tegen het huisje aan en ging ten
slotte den bewaker vertellen, dat het vrachtje
opgeladen was, terwijl hij hem uitnoodigde om
een borreltje met hem te drinken.
De held kon aan dit verleidelijk verzoek geen
weerstand bieden, kwam uit het huisje en
stond tegenover zijn lastgever.
Het M&nnlicher geweer heeft, volgens een
officier, die aan den burgeroorlog in Chili deelnam,
in dien oorlog aan alle eischen voldaan, zelfs aan
die der menschelijkheid De uitwerking der
schoten (er werd rookloos kruit gebruikt) was
zeer groot en de kogels doodden terstond bij het
treffen of maakten een zuivere wond, welke spoedig
genas. Al de manschappen van Balmaceda's
troepen, die gewond werden door kogels uit het
Mannlicher-geweer, zijn dan ook als hersteld uit
de hospitalen ontslagen.
ONZE KINDERRIJMEN.
Ik tracht in het belang der wetenschap zoo mogelijk
alle Noord-Hollandsche kinderspelen en rjjmen bijeen
te brengen, en dat is mij zonder uw hulp onmogelijk.
Sommige streken zijn arm aan deze merkwaardige
overblijfsels uit den voortijd, ons gewest is er juist
zeer rijk aan, en Texel, Vlieland en Terschelling
niet het minst Uit mijne geboortestreek, de Zaan
landen, heb ik met veler hulp reeds omstreeks 500
verschillende rijmpjes en spelen van allerlei aard
kunnen opteekenen en dus van ondergang redden.
Ik reken nu op de bereidwilligheid van zeer velen in de
overige deelen onzer provincie, opdat over eenigen
U1d eene bijna volledige verzameling van Noord-Hol-
1 indsche kinderrijmen het licht kan zieD. Het is
hoog t(]d, dat ze opgeteekend wordenover 25 jaar
is wellicht veel verloren van wat nu nog bekend is.
Iedereen kan daarbij behulpzaam zijn. Men neme
slechts de kleine moeite van een paar der rijmen.