Grasmaaimachines. Voortzetting fler veiling Puik beste Koekalveren Een 3-jarig Merriepaard, ter en een Boerenwagen WAARSCHUWING. toil Waarschuwing. JAN Jz. SMIT, Waaierstraat, Bij. en Te koop of te roil aaopMei: en Het is Tertio Hen EIJEREN te zoeten Een Hé en Erf, staanle en treleien te ie faal SCHOENEN en LAARZEN Wachtende uit Rotterdam K. PEEEBOOM. Feuilleton. op Yrijdag- 25 April a. s., J. BAKKER Az. TE KOOP en nieuwe Driewielde Karren Vit de hand te koop BOE UW VOORDEEL! De stem yan het geweten. De ondergeteekende beveelt zich beleefd aan tot het leveren van de beroemde „BUCKEIJE" GRASMA.UMACHUVES, welke in alle deelen tegen de nieuwste constructies kunnen wedijveren; bij genoemde machine zijn twee messen, eenige reserve stukken en gereedschap. Prijs f 335. i contant. Tevens beveelt hij zich beleefd aan tot alle voorkomende reparaties en de levering van reservestukken, tegen concurreerenden prijs. van ongeveer 1000 stuks Planken en Schroten, 's morgens 10 ure op het Marktplein aan den Burg. J. H. MOOJEN, Makelaar. eene LADING GROVE a f 1.--, Smeekolen a fl.05 en Coaks a f0.70 per Hectoliter a contant. P. J. BRIIIiV. P. S. Bestellingen worden aan huis ingewacht. TE KOOP prijzen zeer billijk. KOOPT tevens STIERKALVEREN, tegen den hoogsten prijs. by C. ROEPER, P. H. POLDER, Texel. TjYenals vorige jaren is de ondergeteekende weder ruim voorzien van Stalenboek der nieuwste patronen op aanvrage ter inzage. UEd. Dw. dnr. Tevens verkrijgbaar KASTPAPIER en RANDEN. by E. SLAMAÏV, BURG. Eet is ten strengste verboden Eieren te zoeken op de landerijen behoorende bij de „OORSPRONG," „WERKLUST" en „VOLHARDING." Verboden Eieren te zoeken op Simon Bans land van J. J. ROEPER, Waal en Burg. Ondergeteekenden is even als het vorig jaar weder ruim voorzien van Behangselpapier en Randen in de nieuwste patronen. De prijzen zijn zoo laag mogelijk gesteld; een uitgebreide collectie STALEN zyn op aanvrage te bekomen. Aanbevelende, UEd. Dw. Dienaar, Ph. VLESSIiYG, Pigg De stalen behang en randen zyn o ok bij de Wed. JAi\ J. BROUWER te Oosterend te bekomen. op de landerijen bij de ondergeteekende in admini stratie en eigendom toebehoorende. C. KEIJSER Pz. op Texel; te bevragen bij C. DUINKER te Oosterend op Texel, of W. DUINKER te de Waal Aan hetzelfde adres te koop: Een Bakwagcn op veèreneene Geit, en 7 Kippen met een' haan. Opruiming van een flinke partij tegen spot spot prijzen, a contant, bij D. VAN DER WIELE, Warmoesstraat, Burg, Texel. door D. C. M. 11. Hoofdstuk VII. HÜ mocht niet in alles te achten zijn, zeker is het dat hy ook zijn goede hoedanigheden bezat. Hij bleef zich altijd gelijk, voor hem bestond er blijkbaar geen verschil in rang of stand. Ieder werd door hem op dezelfde wijze behandeld. Hij liep bij alle bewoners in huis vry in en uit en by allen was hij thuis. Zijn gezellige kout verdreef menigmaal de donkere wolken welke meermalen Douglas geest benevelde. De majoor en Richard vonden hem dan recht onderhoudend. Douglas en de Majoor ontbeten niet voor het middaguur. Zij vonden her voordeolig zoo lang mogelijk in bed te liggen ook al hadden zij eten in huis en hadden zy dit niet, dan maakte het ten minste de lange dag nog iets korter. Geen van beiden waren zy echter lui van aard. Enkel door niets te doen te hebben, hadden zy geleerd ledig te zyn. Terwyl zy juist met hun ontbyt bezig waren, hetgeen zy zoo lang mogelyk rekten werd de deur geopend en trad mr. Sullivan zonder plichtplegingen binnen. In de eene hand hield hy een tinnen kan, in de andere een lange pyp, hy begaf zich naar een oude leunstoel, die voor alle zekerheid in een hoek van het vertrek stond en groette beiden op militairen mani6r. Beiden groetten zeer vriendelyk terug. Er is koorn in Egypte, zei Sullivan, op het brood op de tafel wyzende. Ik wed dat ik weet wie de oorzaak is van deze weelde. Richard glimlachte maar zei niets. De schouwburg? zei de majoor vragende. Juist, zei Sullivan er vertrouwelyk by voegende, misschien kent gy de edele Lord niet. Hy heet Bagleigh. Er is wel iets raadselachtigs in, zei de majoor ernstig. Ik was er by tegenwoordig, antwoordde Sullivan en was getuigen van het bewys van beleef heid dat door onzen jongen vriend gegeven werd, en tevens van de natuurlyke verontwaardiging van deze. Douglas kleurde opnieuw en ook de Majoor vond het minder aangenaam. Lord Bagleigh had een lieve gezellin, zei Sullivan, ten einde maar zoo spoedig mogelyk van onderwerp te veranderen. Als kind was zy reeds lief en nu zy langzamerhand de vrouweiyke leeftyd gaat bereiken, stygt zy naar myne bescheiden moening nog meer in lieftalligheid. Ik geloof niet, dat ik ooit aardiger meisje ontmoette. Dertien jaren geleden voorspelde ik reeds en ik vraag U nu, of myn voor spelling niet is uitgekomen, dat zy nu bekooriyk zou zyn. Wel zeker, zei de Majoor. Wie is zy Zy is de dochter, zei Sullivan, van een oud vriend van my, die op noodlottige wyze te Parys om het leven kwam, nu verleden winter was zulke 13 jaren geleden. Hy was wel wat ouder, maar wy waren niettemin intieme vrienden. Sullivan zuchtte en zweeg eenige minuten in droevig gepeins ver zonken. De majoor begon er belang in te stellen, omdat hy vermoedde dat Sullivan bezig was om het verdere van zyn romantisch begonnen verhaal te bedenken. O, Ja, zei hy aanmoedigend. Op welke nood lottige wyze kwam Uw vriend om het leven? Hy verdween op geheimzinnige manier, zei Sullivan. Hy ging voor ruim 13 jaren naar Parys, expres om een oud vriend, die dezelfde naam droeg als onzen jongen vriend te ontmoetten. De maj oor glimlachte. Hy beschouwde het verhaal van Sullivan evenals zoovele vroeger door hem reeds gedane verhalen als door hem zelf verzonnen. Richard, zei hy, vindt je het niet zonderling, dat mr. Sullivan nu juist gisterenavond daar moest zyn en dat jonge meisje herkennen hetvrelk zulk een romantisch leven achter zich heeft? Ja, zei Richard, pruttelend, zeer zonderling inderdaad. Hy hield minder van mr. Sullivan's gezelschap dan de majoor, vooral ook omdat hy m°ermalen zeer goed kon bemerken, dat deze onwaarheden vertelde. Richard vond zulks onaangenaam en was er ontevreden over, terwyl de majoor er ongevoelig voor bleef en dood eenvoudig den leugenaar maar liet praten zonder hem te gelooven. In het geheel niet zonderling, vervolgde mr. Sullivan. Mr. Robert Kenyon, want dat was de naam van den heer, welke zoo ongelukkig om het leven kwam. WatI riep Douglas hem in de reden vallende uit. Wat, dat jonge meisje zou de dochter van Robert Kenyon zyn? De dochter van Robert Kenyon en de nicht van mr. Gabriel Kenyon, de bewoner van het kasteel van dien naam. Wel, drommels, zei Douglas, de majoor aan starende, dat is een vreemde geschiedonis, als zy waar is. Myn vader was, voor zoover men kan nagaan de laatste, die Robert Kenyon in leven zag. Het schynt dus, dat er nog iots in is, ik dacht, vervolgde de majoor, zich tot Sullivan wendende, dat gy weer aan het fantaseeren waart. Ik? vroeg deze voor het uiterlyk beleedigd. Neen, neen mynheer! gy spot! Denk dat niet van my, zelfs niet in scherts. Het eenige, wat ik niet kan verdragen is, niet geloofd te worden. Zelfs het vermoeden, doet my onaangenaam aan. Ik vraag u wel vergiffenis, ga verder als 't U belieft, zei de majoor ernstig. Mr. Gabriel Kenyon, zei Sullivan geheimzinnig woonde, zooals ik toevallig weet, in Parys, toen zyn neef er het leven liet. Hy leefde daar in groote armoede, iets dat nu nog zoo erg vernederend is. Terwyl Sullivan deze laatste woorden sprak, wees hy rondom zich naar het armoedige huisraad. De beste mensehen kunnen hun tyd van tegenspoed hebben. Ik zelf mocht ook niet altyd op weelde bogen. Mr. Kenyon was zooals ik zei, doodarm in Parys. Hy verliet deze stad omstreeks denzelfden tyd, waarop zyn neef zoo geheimzinnig verdween, ten einde deze in Engeland een bezoek te brengen. "Waarschynlyk was zyn plan wel om eenige onder steuning te erlangen van zyn ryken neef. Hy was daar nooit toe in staat. De ryke bloedverwant was verdwenen. Gabriel Kenyon ging naar Parys ten einde hem te zoeken en ontdekte, dat zyn neef dood gevonden was in een der achterbuurten op een armoedig kamertje, al diens kostbaarheden waren verdwenen en hy was overleden aan een onbekende oorzaak. Hy keerde naar Engeland terug, nam bezit der erfenis die vry aanzienlyk was en nam als dochter aan en bewees de teederste zorg en genegenheid aan het jonge meisje, dat wy gisteravond zagen. Lord Bagleigh wil, zooals ik vernam aanzoek doen om haar hand. Hy is de naaste buurman van mr. Gabriel Kenyon en wordt door niemand in de omtrek geacht, omdat hy een ezel is. De beide toehoorders waren niet gewoon hun bezoeker tegen te spreken. Gewoonlyk was het alleen de majoor die nog iets zei om hem verder te doen vertellen, maar thans stelde Douglas er belang in. Het was meer waarschynlyk dan niet, dat het jonge meisje, waaraan mr. Sullivan dit verhaal vastknoopte, geheel en al onbekend er mede was, maar het verhaal zelf (zooals Douglas zeer wel wist was waar in alle by'zonderheden. Wordt vervolgd. Snelpersdruk LANGKSVELD fc DE ROOIJ T<ec«i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 4