N®. 477. Zondag 1 Mei. A®. 1892. Nieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor dsn Buna 80 Cts. Franco per post door ge heel Nkdekland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der nitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, ParkstraatBurg op Texel. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL brengt ter kennisse der ingezetenen, dat door den Raad dezer gemeente in zijne op 22 dezer maand gehouden vergadering is besloten met ingang van 1 Mei e. k. alhier de Greenwich-tijd in te voeren door te middernacht van 80 April op 1 Mei de gemeente-uurwerken ongeveer 20 minuten te laten stilstaan en die te regelen overeenkomstig dat van het post- en telegraafkantoor alhier. Texel, 27 April 1892. De Burgemeester voornoemd, Strick van Linschoten. TEXEL, 30 April 1892. Tot het doen van eene diflnitieve keuze voor een tweeden candidaat voor het lidmaat schap der Prov. Staten, vergaderde gisteren avond de Vrijzinnige Kiesvereeniging aan den Burg. Ter sprake kwamen de candidaturen door de liberale KiesvereenigiDg „Burgerplicht" en de Vrijzinnige kiesvereeniging „Vooruitgang", beiden te Helder, gesteld, nl. die van de heeren Buchner (hier voorloopig gesteld) en Beuken kamp. De bespreking over beide candidaten was zeer kortbij stemming werd de heer Büchner candidaat gesteld, de heer Beukenkamp verkreeg 2 stemmen. Tot caDdidaten voor het lidmaatschap der Prov. Staten (periodieke aftreding) zijn door de Vrijzinnige kiesvereeniging alhier alsnu gesteld, de heeren G. J. O. D. Dikkers en M. Büchner. Helder, 29 April. Gisteren werd hier door de haringvisschers een flinke zeehond aange bracht. Het dier had zich in het haringnet gewaagd en was toen in handen der visschers gevallen. Hoe de rob zich ook poogde te verweeren, hij werd levend gevangen en onbeschadigd aan wal gebracht, waarna hij in een groote mand verpakt en naar Artis, te Amsterdam, gezonden werd. Zeer veel haring wordt er dezer dagen langs het strand, nabij Huisduinen, gevangen. Die visch trekt om dezen tijd van het jaar naar de Zuiderzee om daar kuit te schieten. De prijs, dien de trekkers voor hunne vangst besommen, beloont echter op verre na hun zwaren arbeid niet. Zulke haringscholen komen van tijd tot tijd meer voor. Er was eens een jaar, dat de haring zich in zulk eene opeengedrongen massa in de uitgestrekte zeebocht tusschen Schellinkhout en Scharwoude vertoonde, dat de beurtschipper op Zwolle de haven van Hoorn niet kon uitkomen. De warmoeziers begonnen er toen hunne landen mee te mesten ook voor varkensvoer werden ze gebruikt. (N. v. d. D.) Te Amsterdam is tegen twee sociaal democraten proces-verbaal opgemaakt, wegens het verspreiden van voor de Konigin-Regentes beleedigende biljetten. Ook werden op den Dam voor het Paleis twee 18-jarige meisjes gearresteerd en naar het bureau St.-Pietershal gebracht, waar tegen hen om dezelfde reden proces-verbaal werd opgemaakt. In dat biljet worden de arbeiders en arbeid sters opgewekt zich te vereenigen, „opdat door gezamenlijk optreden een einde wordt gemaakt aan al deze mistoestanden tot verkrijging van een menschwaardig bestaan voor allen". Onder die „mistoestanden" wordt verstaan „dat de Koninginnen ten koste van allen een weelderig leven leiden, feesten ten hove worden gehouden, terwijl duizenden arbeiders met al hun zwoegen niet genoeg verdienen om in de behoeften van zich en hun gezin te voorzien." Volgens den Staat van de Groote- of Zoutharingvisscherij in het jaar 1891, uitge geven door de Nederl. Visscherij-Courant (Vlaar- dingsche Courant van den Uitgever J. F. C. Brückwilder, werd door 206 Loggerschepen en 281 Bomschepen aangebracht in 1652 reizen 355,8007j tonnen Pekelharing en 19,737,000 stuks Steurharing, en daarvoor besomd f 4,424,727, - in 1891, tegen 426,513'A ton Pekelharing en 8,207,000 stuks Steurharing met eene besomming van f 4,623,712, in 1890. In eene lading Amsterdamsche straat vuilnis werd te Smilde een bankbiljet van f 40 gevonden. De landbouwer, die de mest had gekocht en de schipper, die ze leverde, hebben de vondst gedeeld. De Staatscourant bevat het Staatsblad no. 56. waarin is opgenomen de wet van den 4en April 1892, houdende voorziening der tijdelijke verster king voor de nationale militie. De voornaamste verandering betreft art. 6, waarvan de eerste alinea voortaan luidt Behoudens de uitzonderingen bij de wet ge maakt, duurt de dienst voor de ingelijfden bij de militie te land zeven, voor die bij de militie ter zee vijf jaren. Voor de bepaling van het contingent wordt rekening gehouden met de ingeschrevenen voor zoover zij op 31 Augustus te voren nog in leven waren. De inschrijving moet geschieden vóór 31 Augustus. Het register van inschrijving wordt 81 Augustus gesloten. Vóór 7 September moet het register met alphabetischen naamlyst aan den Commissaris de Koningin ingezonden en door dezen vóór 22 September teruggestuurd worden, waarna ze ge durende acht dagen ter visie worden gelegd. De loting geschiedt tusschen 7 October en 7 November. De zittingen van den militierrad hebben plaats den tweeden Maandag van December en van Januari. De aflevering van de tot den dienst aangewezen lotelingen geschiedt tusschen 1 en 15 Maart. De manschappen der militie te land, die niet in werkelijken dienst zijn en hun vijfde jaar niet heb ben volbracht, komen in gewone tijden jaarlijks eenmaal te zamen, om gedurende niet langer dan zes wöken in den wapenhandel te worden geoefend. Elk bij de militie te land ingelijfde ontvangt zeven jaren na den dag zijner inly ving een bewjjs van ontslag uit den dienst. Elk bjj de zeemilitie ingelijfde ontvangst vijf jaren na den dag zijner inlijving een bewijs van ontslag uit den dienst. De in deze wet opgenomen aanvullingen en wijzigingen der militiewet gelden niet langer dan tot 1 Mei 1895. Van dat tijdstip af worden de ingelijfden ontslagen wanneer zij bij de militie te land een vijfjarigen of bij de militie ter zee een vierjarigen diensttijd volbracht hebben. Bij de audiëntie, in de afgeloopen week in de hoofdstad ten paleize gehouden, hadden als gewoonlijk de voor den dag komende gala uniformen veel bekijks. Volgens 't N. v. d. D. werd onder de menigte, zeker van iemand, die er alles van wist, de volgende opmerking gehoord „Wie weet hoevelen het zóó uit den lommerd gehaald hebben Een huisvader(?) te 's Hage die Zondag middag beschonken thuis kwam en zijn vrouw en kinderen afranselde, werd door de buur vrouwen onderhanden genomen en met alles wat binnen haar bereik lag latten van een kippenhok, stukken van een droogrekenz. enz. een pak slaag toegediend, dat raak was. De man koos het hazenpad, kwam in een sloot terecht en werd toen onder luid gejuich met zijn nat pak huiswaarts gebracht onder een vloed van niet in het Hollandsch te vertalen liefelijkheden. Uit Frederiksoord schrijft men Wordt er tegenwoordig geklaagd over de groote sterfte die 6r heerscht onder het wol- dragend vee, ook in deze environs is dit het geval. De schapen worden zoodra zij lammeren hebben geworpen lusteloos, hun tred is loom en onvast, als ware het dat de ziekte hoofd zakelijk in de pooten zetelde, tot dat zij, na eenigen tijd van kwijnen, nog onder vreeselijke benauwdheden sterven. Wat de oorzaak van dit ziekteverschijnsel is, durven wij moeilijk te zeggen, maar zeer zeker is het, dat het vele slechte hooi 't welk hier soms in den wintertijd wordt gevoederd, het zijne er toe bijdraagt. In de Vacature van 21 April werden niet minder dan 138 onderwijzers, waaronder onderwijzeressen, gevraagd. In dit getal zijn medebegrepen enkele hoofden van scholen. Het geringste honorarium is f 400; de meeste betrekkingen van onderwijzer worden aange boden voor f 450 of f 500. Voor enkele is f 600 uitgetrokken. In het dorpje Eernewoude (gem. Tietjerkster- adeel) brandde voor eenige dagen een boerderij af. Een paar woningen van arbeiders gingen daar door mede in vlammen op. Hoewel tot nog toe de justitie den dader niet heeft aangewezen men gelooft namelijk aan moedwillige brandstichting meent een groot deel der bevolking van Eer newoude dien zeer wel te kennen. Bij bedoelden persoon werden in de vorige week niet alleen al de glazen van zijn woning ingeworpen, doch de ver bittering van velen was zelfs zoo erg, dat de man in quaestie het geraden achtte met zijn gezin het dorp te ontvluchten, hetgeen hij dan ook gedaan heeft. Zijn bezittingen te dier plaatse heeft hij publiek laten verkoopen een bewijs dat hij er niet aan denkt om later naar Eernewoude terug te koeren. TEXELSCHE CODRAHT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 1