N®. 487.
Zondag 5 Juni.
A®. 1892.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Bobo 80 Cts. Franco per post door ge-
heel Nederland 45 Cts. Naar Amkrtka en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Burg op Texel.
VERJARING
van Vorderingen ten laste der gemeente.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente TEXEL brengen belanghebbenden in
herrinnering, dat alle vorderingen ten
laste der gemeente, voor het jaar 1891, vóór den
laatsten Juni aanstaande moeten zijn ingediend
terwijl alle op dien termijn niet ingediende vor
deringen, voor verjaard en vernietigd zullen
worden gehouden.
Texel, den 1 Juni 1892.
De Secretaris, De Burgemeester,
Sukkel. Strick van Linschoten.
TEXEL, 4 Juni 1892.
Voor de derde groote verzending van
lammeren naar de Leidsche markt waren drie
veebooten en zes gewone vaartuigen benoo-
digdtwee dezer laatsten werden getrokken
door een sleepboot.
Het getal lammeren dat Donderdag-morgen
voor deze tocht werd ingescheept, bedroeg
5400 stuks, een getal, grooter dan bij een
der derde verzendingen nog voorkwam, (res
pectievelijk werden in de jaren 1888 tot 1891
4000, 3700, 4200 en 5000 bij de derde ver
zending verscheept.) Tevens werden met
deze gelegenheid nog verzonden 7 koeien en
1 paard.
Ternauwernood is de zomerwarmte van
eenige beteekenis, of verschillende berichten in
de bladen maken melding van ongelukken,
verdrinken bij het zwemmen of baden.
't Schijnt nu eenmaal voor vele menschen
eene behoefte of gewoonte, om, als het weder
ietwat warm begint te worden, zich door een
bad. te verfrisschen, en 't is niet het minst
de jeugd welke zich aan dat genot overgeeft.
Hoe gevaarlijk zulks echter kan zijn, leerde
reeds zoo menig gevalonbekendheid met het
water en onbedrevenheid in de zwemkunst,
zyn niet zeldzaam de oorzaken daarvan.
Ook ten onzent is het zich gaan baden, bij
de jeugd geen ongewoon verschijnsel, doch
gelukkig zijn treurige gevolgen daarvan eene
uitzondering. Echter niet altijd; de schrille
kreet dat een jeugdig leven in het water werd
afgesneden, is ons ook hier niet geheel vreemd,
en we weten het allen, hoe we verslagen
waren bij dien kreethoe het gevoel van
medelijden met de ongelukkige ouders en andere
verwanten van zulk een offer tot in het diepste
van ons hart doordrong, en indien een geldelijk
offer dan hulp had kunnen bieden of de ramp
herstellen, o zeker, de omgekomene zou in
weinig meer dan geen tijd weder aan het leven,
aan zijne verwanten terug zijn gegeven.
Zoo goed, zoo offervaardig zouden wij dan
zeker allen zijn; doch helaas die hulp kan
niet baten.
Doch rampen welke niet zijn te herstellen,
kunnen allicht worden voorkomen, en 't was
zeker wel met die bedoeling, dat in het vorig
jaar hier ter plaatse eene zwemschool werd
opgericht, waar eerstens' de gelegenheid zou
worden gegeven om te leeren zwemmen, en
tweedens aan de kinderen eene plaats kon
worden geboden, alwaar zij zonder gevaar,
zich door een bad kunnen verfrisschen.
Dat zulk eene gelegenheid niet alleen door
3 ouders van kinderen, doch ook door anderen
ord toegejuicht, laat zich denken; immers
s aangenaam te weten dat de kinderen
-ƒ 'g zijn, en die geruststelling werd door
vemschool verkregenen de jongens
\akten er goed gebruik van.
We hebben wederom zomer, het warme
weder lokt tot een bad en onze jongens kunnen
weder veilig aan hun lust tot het baden en
het leeren zwemmen voldoen gedurende dezen
zomerpardon, gedurende dezen maand
nog, want de Yereeniging de Zwemschool zal
vermoedelijk tegen het einde van dezen
maand worden ontbonden.
Dat daartoe zal worden overgegaan is geen
gevolg hiervan dat de Zwemschool onnoodig
wordt geacht, o neen, voor haar behoud bestaan
nog dezelfde argumenten, doch de weinige
belangstelling van het publiek zal daartoe
wellicht aanleiding geven.
Even als voor alle zaken is ook voor de
instandhouding van de zwemschool geld een
onontbeerlijke zaak.
Jaarlijks wederkomende huur, het op diepte
houden van het bassin en verdere onderhouds
werken, vorderen telkenjare eenige uitgaven,
en al zijn dat nu geen groote sommen, zonder
geld gaat het toch niet.
Oppervlakkig zou men meenen, dat velen
voor de instandhouding of uitbreiding van zulk
eene inrichting wel een kleinigheid zouden
over hebben; helaas, de ondervinding leert
anders. Het aantal contribuanten is zeer
weinigen en ofschoon van dezen velen hunne
bijdragen meer dan verdubbeld hebben, schijnen
de bijdragen toch niet voldoende.
Het meerendeel der begunstigers schijnt voor
zichzelven bij het voortbestaan der Zwemschool
volstrekt geen belang te hebben, en aangezien
die weinige meenen niet uitsluitend geroepen
te zijn om deze gelegenheid in stand te moeten
houden, zullen wij moeten verwachten dat
met het einde dezer maand de Zwemschool
zal ophouden te bestaan.
Alleen de fin. steun van meerdere personen
kan zulks nog voorkomen; of het verleenen
van dien steun niet eenigszins mag worden
gerekend te behooren tot aller plicht zullen
wij niet beslissen, doch beoordeele ieder voor zich.
Door den heer P. Stikkel, gemeente
secretaris alhier, is eervol ontslag uit zijne
betrekking gevraagd.
De heer Stikkel vervulde gedurende 27
jaren zijne betrekking en hij deed dit op de
meest eervolle wijze. Noode zal hij zeker tot
het aanvragen om ontslag zijn overgegaan,
doch zijn reeds gevorderden leeftijden daarmede
onvermijdelijk gepaard gaande moeielijkheden
des ouderdoms, gaven gewis den doorslag.
De heer Stikkel, die een ijverigen en werk-
zamen geest bezat, was steeds onvermoeid
voor de zaken, waartoe hij was geroepen, en
verdiend daarvoor niet slechts een woord van
lof, doch ook een rustig ouden dag. Zij zulks
nog langen tijd en zonder zorg zijn deel.
Op de agenda van werkzaamheden voor
de hedenmorgen gehouden zitting van den
gemeenteraad kwamen voor gevraagd ontslag
door den Seretarisidem havenmeesterver
der benoemingen van onderwijzers voor de
scholen te Burg, Oudeschild en Zuid-Eierland;
benoeming van een havenmeester, en meer
andere zaken, (zie raadsverslag.)
Oosterend, 3 Juni. De Yereeniging ter
bevordering van de Ned. Visscherij hield dezer
dagen haar zesde algem. verg. in eene der
zalen van Artis te Amsterdam.
O. m. werden in behandeling genomen de
volgende voorstellen van de afd. Oosterend
(Texel)
a. De vereeniging dringe bij de Regeering
aan om den dag van verkiezing van afge
vaardigden voor de Tweede Kamer, de Prov.
Staten en den Gemeenteraad te stellen op
„Maandag", om daardoor de visschers in de
gelegenheid te stellen, beter dan thans hunne
kiezersplichten waar te nemen.
b. De vereeniging dringe nogmaals bij de
Regeering aan op de betonning van hetEier-
landsche Gat.
c. De vergadering spreke haar oordeel uit
over het wenschelijke, dat van Rijkswege
eene ton worde gelegd in Kaap en Molengat,
ten N. O. van de Razende Bol.
Na eenige besprekingen en inlichtingen van
de Afgevaardigden werden de drie voorstellen
achtereenvolgens met algemeene stemmen
aangenomen.
Zondag kwam ter reede van het Nieuwe-
diep aan, H. M. stoomkorvet „Van Speijk",
na een reis van 90 dagen uit Indië. Eene
juffrouw, wier man op dien bodem huiswaarts
keerde, was zoo gehaast om met een vletje
zich naar 't schip te laten roeien, dat zij
tusschen de steiger en 't bootje terecht kwam
In plaats nu den echtgenoot te gaan verwel
komen, kon zij eerst naar huis terugkeeren,
om een droog stel kleederen aan te trekken.
Veel verwachting schijnen Haarlem's
ingezetenen nog niet te koesteren van de
staalbron. Op de leening, ten bedrage van
f 200,000, is voor slechts f 78,000 geteekend.
Ofschoon dit resultaat niet bemoedigend is,
geeft het comité den moed nog niet op om
de zaak tot stand te brengen en b. v. door
splitsing der aandeelen in kleinere bedragen,
meer algemeene deelneming te verkrijgen.
Anarchie en Socialisme zijn de woorden die
dezer dagen op ieders lippen lagen en die ook
nu en dan met elkander verward werden, hoewel
ze zeker niet hetzelfde bedoelen.
Anarchie (regeeringloosheid) is n. o. m. een
onbestaanbaar iets. Alle volken, ja zelfs de wilde
volkstammen erkennen d6 behoefte aan eene
regeering; zoodat anarchie niets anders dan
eene utopie of hersenschim is.
Socialisme (maatschappelijk stelsel, dat de
maatschappij hervormen wil op den dubbelen
grondslag van de gemeenschap des arbeids en
de evenredige verdeeling van de opbrengst) heeft,
zooals men ziet eene andere strekking. Al is
men het daarmede ook al niet eens, toch is het
noodig, dat men zich niet met den naam alleen
tevreden stelle, maar eens grondig onderzoeke
wat dat stelsel in zijn schild voert.
Wij bevelen daartoe ten zeerste de lezing aan
van een werk, getiteld„De Doodzonden", waai in
Julian von Tyche zijne bezwaren tegen de tegen
woordige maatschappij nederlegt, en zooal niet
direct, dan toch indirect voor het socialisme ten
strijde trekt.
In de Prov. Groninger Courant lezen wij
daarover o. m.
„Wy hebben met groot genoegen kennis ge-
„maakt met dezen arbeid van den Duitschen
„schrijver, omdat hij de vinger legt op menige
„wonde, die dringend genezing vordert."
De Middelburgsche Ct. schrijft:
„Populaire boekjes, als het genoemde, kunnen
„er veel toé bijdragen, dat ieder voor zich zelf
„beginne de individuëele gebreken te bestrijden,
„waaraan grootendeels in den grond de maat
schappelijke zonden zijn toe te schrijven."
„De Doodzonden, waartegen Julian von Tyche
„te velde trekt zijnegoïsme, leugen, half-bescha-
„ving, opportunisme, zwendel, verloochening der
„natuur, lafheid en huichelarij."
Ook tal van andere bladen bevelen ten zeerste
de lezing hiervan aan. Zie verder de advertentie.
Voor de eerste maal is Zaterdag jl. in
de bijzondere strafgevangenis te Leeuwarden
de voorwaardelijke invrijheidstelling toegepast
voor een in 1886 wegens manslag te Yere
tot 7 jaren gevangenisstraf veroordeelden
persoon. Vijf jaren heeft hij in de strafge
vangenis te Groningen doorgebracht. In zijn
verlofpas is echter de voorwaarde gesteld, dat
hij gedurende zijn verderen straftijd niet te
Yere mag komen.
TEXELSCHE CODRAHT,