Buitenland.
Een der Haagsche correspondenten van
de Amst. schrijft, naar aanleiding van het
eervol ontslag aan de regenten van het Haag
sche gesticht, het volgende
„De gemeenteraad had nog den treurigen
moed hun dit ontslag te verleenen „met dank
betuiging voor de bewezen diensten." Op zulk
een manier de publieke opinie te trotseeren,
kan slechts een college, dat niet begrijpt zich
door zoo iets zelf te blameeren met het plichts
verzuim, waaraan hunne gecommitteerden
schuldig stonden. Immers als men de wan-
praestatie dezer regenten nog „diensten" noemt,
die op dank aanspraak maken, dan is het
op zijn zachtst een bewijs van een aller-
bedenkelijkst gemis van besef omtrent hetgeen
werkelijk plichtmatig is in mannen, die anderer
belangen waarnemen.
Men schrijft uit Vriezenveen van 9 Juni:
Toen hedennamiddag de vrachtrijder H. K.
bezig was vrachtgoederen van den ee-nen wa
gen op den anderen te laden had hij met zijn
knecht- de aardigheid om met een brandenden
lucifer te lichten in een ledig jenevervat. On-
middelijk sprong dit vat met een ontzettende
slag uit een, terwijl de knal zoo hevig was,
dat die wel een half uur ver werd gehoord.
Gezegde H. K. werd door een stuk van het
vat zoodanig getroffen, dat hij bewusteloos bleef
liggen. Hij is direct onder behandeling gesteld
van den heer Haentjes, arts alhier, en hoewel
op verschillende plaatsen ernstig in het aange
zicht gewond, schijnt zijn toestand niet levens
gevaarlijk.
Te Scheveningen is thans een walvisch
te zien, die niet zooals de Amsterdamsche uit
het hooge noorden is aangevoerd, maar op het
duin naast Seinport van hout is saamgesteld.
Natuurgetrouw nagebootst ziet men het mon
ster, dat 60 meter lang is, reeds van verre
door den opgeheven staart, waarboven de vlag
wappert. De ingang is door den geopende
muil aan de zeezijde en tusschen de baleinen
door heeft men een ruimen toegang tot een
breede diepe zaal, waarin men allerlei ver-
frisschingen kan genieten. In den staart is
een flinke ventilator aangebracht die de lucht
voortdurend ververscht. Voor 't oogenblik
heeft men gasverlichting van binnen, maar
weldra zal er electrisch licht ontstoken worden.
Als drijfkracht van de dynamo en van den
ventilator wordt een motor gebezigd. Het
ten ein om het nagebootste zeegedrocht is ge
heel voor het publiek bestemd.
Vanwege de Ned. Heidemaatschappij is onder
Bakel, bij Helmond, op 8 April jl voor de hh.
mr. Van Waterchoot van der Gracht en Van
Ogtrop te Amsterdam een ontginning van heide
in bewerking genomen. Het veld wordt geploegd
op een diepte van ongeveer 37 a 40 cM., met
een diepgaande ploeg, bespannen met 6 ossen.
Op 31 Mei jl. bedroeg de omgeploegde oppervlakte
nagenoeg 22 HA., zijnde pl. m. HA. per dag
De tewerking trekt in de omgeving zeer de aan
dacht; een aantal landbouwers, zelfs van verren
afstand, komen het werk bezichtigen.
Onder het opschrift „de toestand der velclarbeiclers
en de Friesche Maatschappij van Landbomv," lezen
wh in de „KI. Ct. van Rott.":
De „Friesche Maatschappij van Landbouw" heeft
tot voor korten tijd de voorziening in de nooden en
behoeften der veldarbeiders zorgvuldig buiten haar
werkkring gehouden. In den laatsten tijd heeft het
herhaaldelijk wiizen op den treurigen toestand dor
werklieden in Friesland echter tengevolge gehad,
dat enkele afdeelingen zich ook hun lot hebben aan
getrokken. De le afdeeling (Leeuwarden) is bezig
noot iets te doen ter verkrijging van goedkooper
land voor de veldarbeiders. In Maart van dit jaar
zond zy bovendien een circulaire aan het Hoofd
bestuur, waarin, behalve het verschaffen van land,
gewezen werd op pensionneering van oude boeren
arbeiders, afschaffing van den koppelarbeid, arbeid
der vrouw en onvoldoende bekwaamheid van een
deel der veldarbeiders.
In de jongste vergadering van het hoofdbestuur
had nu een belangrijk debat plaats. De voorzitter,
de heer Fontein de Jong, voerde ter verdediging
van het dagelijksch bestuur aan, dat de Maatschappij
steeds godsdienstige en politieke quaesties trachtte
te vermijden en dus ook niet in de sociale quaestie
moest treden, daar dit in strijd zou zfjn met de
statuten. De heer Andreae merkte op, dat wanneer
men de arbeidersquaestie aan kant zet, men in strijd
handelt met de belangen van den landbouw. Niemand
al tegenspreken, dat de toestand van den veld-
arbeider zeer slecht is. Bij de bespreking dezer
zaak in de afd. Kolluraerland kwam men voor de
vraag: „Zijn de loonen van den goeden arbeider van
dien aard, dat men van hem vordoron kan, zijn
kinderen naar school te zonden en do vrouw in 1
huis te houden, zoodat zij geen koppelarbeid behoeft
te verrichten?"
Die vraag word ontkennend beantwoord. De heer
Andreae had daarop geïnformeerd naar de loonen
der beste arbeiders en die allertreurigst bevonden.
Waar nu de „Maatschappij van Landbouw" zorgt
voor krachtig en gezond vee, daar is toch zorg voor
den toestand der arbeiders ook niet misplaatst. Hij
acht het noodig, dat iedere afdeeling een onderzoek
instelle naar do loonen der veldarbeiders.
De voorzitter zegt, dat deze zaak later aan de
orde kan komen. Het betreft nu de vraag, of het
dagelijksch bestuur gehandeld heeft overeenkomstig
de statuten. Wil men de genoemde punten toch
behandelen, dan zoud-n eerst de statuten gewijzigd
dienen te worden. H(j stelt de volgende motie voor:
„De vergadering, hare goedkeuring hechtende aan
de handeling van het dagelijksch bestuur, gaat over
tot de orde van den dag."
Na nog eenige discussie, wordt deze motie met
14 stemmen tegen 1 stem aangenomen. Zoo zal
dus althans voorloopig, de Friesche Maatschappij
van Landbouw, wat de levende wezens betreft, alleen
hare zorgen wijden aan het vee en de gebrekljjdende
veldarbeiders maar stilletjes laten voortzwoogen.
Nu, het moet ook erkend worden, wanneer een
maatschappij eenmaal een stel flinke statuten heeft,
dan dienen deze tenminste wel zooveel te worden
ontzien, dat zij moeten wijken voor verbetering in
het treurige lot der werklieden.
Een vermakelijk voorval had de vorige
week te Vlijmen plaats.
Het was heet en de visch was aan 't „rijden."
Eenige liefhebbers zouden van de gelegenheid
gebruik maken en een portie zien machtig te
worden. Zij togen gewapend met het noodige
tuig naar 't „Ven" aldaar. Hunne vangst was
uitmuntend, de visch was maar voor 't schep
pen.
Eenige vrouwen aan den „Venkant" hadden
dit tooneel geruimen tijd gadegeslagen en zonnen
op middelen om den liefhebbers do visch af
handig te maken. Eindelijk was't gevonden.
Twee vrouwen, groot en sterk, trokken broek
en blauwe kiel aan eu stapten met stokken
gewapend op onze visschers af. Weldra wordt
hun bedrijf gestaakt, zij kijken een oogenblik
en een algemeene vlucht is het gevolg van hun
onderzoek. De pseudo-politieagenten nemen
den schoonen voorraad visch mee huiswaarts.
De visch wordt onder de buurt verdeeld en
toen onze visschers huiswaarts keerden, kwam
hun de geur van gebraden visch tegemoet.
Ze wisten nu, wie de politie-agenten geweest
waren.
Uit Akkrum schrijft men
Een eigenaardig weinig bekende wijze van
dienstaanbieding en aanneming komt in deze
streken voor. Wanneer de tijd van den hooi
oogst daar is, komen op een Zondag een groot
aantal mannen uit het oosten der provincie
te Oldeboorn samen om hun diensten aan te
bieden en de boeren uit don omtrek komen
om hen te huren. Die mannen oefenen
buiten den hooitijd allerlei beroepen uitmen
vindt er zelfs schoen- en kleermakers onder.
Zij, die geen plaatsing naar hun genoegen
hebben kunnen vinden, verschijnen met het
zelfde doel den daaropvolgende Maandag te
Joure, de dan overblijvenden des Dinsdags te
Sneek. Is het hun ook dan nog niet gelukt,
zoo gaan de meesten naar huis, om den vol
genden Zondag dezelfde rondreis te beginnen.
Zoo ziet men te Oldeboorn soms diie weken
achtereen dezelfde personen verschijnen.
De eerste Duitsche kersen 34 mand
jes zijn reeds, Zaterdag, naar Engeland
verzonden.
Nabij Wageningen hebben de kerseboomen
prachtig gebloeid. De vrucht is reeds flink
gezet, zoodat men hoop heeft op een grooten
kersenoogst.
De verpachtingen van kriekenboomgaarden
te oud-Beierland en omtreken zijn begonnen.
Er worden zeer hooge prijzen besteed; één boom
gaard bracht zelfs 1120Ó op. In geen jaren heb
ben de boomen zoo vol gehangen, zoodat bij
gunstig weer een ruime oogst kan verwacht
worden.
Een onmogelijkheid. Visch vrouw. Wat
docht je docht je, dat ik zwijge wou voor jou
Bewaar me, voor geen tien zukke schreminkels
as jij, man, nee voor geen tien. Mie zwijgt
niet niet, hoor; voor geen mensch zwijgt
Mie zoo knap ben jjj niet, met je heele famielje
niet. Weet je wat m'n man zaliger placht te
zeggen, bij z'n leve?
'n Man, zeid ie, kan 'n paard, dat aan de hol
is, tot staan brenge, hij kan een wild beest tam
make en een aap leere danse, maar 'n vrouw 't
zwijge oplegge, dat kan ie niet, de sterkste niet,
zei ie, al is ie nog zoo knap, want dat, zei m'n
man, is 'n onmogelijkheid. En ik zegje,hij was
iemand van ondervinding; hij wist 't
In Amerika vervaardigd men tegenwoordig
touw dat hoofdzakelijk bestemd is, gebezigd te
worden bij schipbreuk, bij kleine vaartuigen, kort
om in al die gevallen, waar het bovendrijven
van het touw van gewicht kan zijn. Voor ons
land komt ons deze uitvinding van zeer veel be
lang voor.
Dit touw wordt vervaardigd van katoen met
inwendige kern van aan elkander passende cylin-
dervormige stukken kurk, waar omhoen zich een
netwerk bevindt van katoenen koordjesdit is
nogmaals omgeven door een dikke laag vlecht
werk, dat eveneens van katoen vervaardigd is. Zulk
touw is buigzaam, zinkt niet in het water, en heeft
een voldoend weerstandsvermogen. Bij een dikte
van 25 millim. heeA het een draagkracht van
ongeveer 500 Kilogram.
In eene vergadering van scheepsreeders te
Sunderland (Eng.J is eergisteren besloten, het loon
der matrozen met 8 pet. te verminderen. Een
deel der matrozen heeft besloten zich tegen dien
maatregel te verzetten.
Omtrent de werkstaking te Barcelona seint
men van daar het volgende
De spoorwegmaatschappij heeft er in toege
stemd alle arbeiders, die het werk gestaakt heb
ben, weer in dienst te nemen. De gouverneur
der provincie is thans in onderhandeling met het
bestuur der maatschappij.
Een troep van 800 weversgezellen heeft 300
andere werklieden aangevallen en getracht hen
met steenworpen te dwingen tot werkstaking.
Het water van de Donau blijft steeds rijzen.
De toestand begint ernstig te worden.
Het stoombootverkeer tusschen Pressburg en
Passau is gestaakt.
Er ligt voor het Donaukanaal een ijzeren schip
om dit kanaal af te kunnen sluiten. Dezen maat
regel zal men weldra nemen, daar men vreest,
dat de voorwerpen die door het water worden
medegesleurd de pijlers van de tallooze bruggen,
welke over het kanaal liggen, in gevaar zouden
brengen.
De voorwerpen, die door het water worden
medegesleept, getuigen van de vernieling die aan
gericht is.
Het marktstadje Pulkan in Neder-Oostenrijk
is byna geheel verwoest. Er komen berichten
van tal van bruggen, zoowel houten als ijzeren,
die weggeslagen zijn op verschillende plaatsen
van Opper- en Neder-Oostenrijk. Op het water
ziet men allerlei voorwerpen drijven.
Bij den ingang van het Donaukanaal wareD
op een oogenblik; een stal, een dood paard, doode
herten, honden en hazen, tallooze wijnflesschen,
boomen en struiken, tafels, ramen enz. bjjeen.
Te Huflau werd een brug vernield op hel oogen
blik, dat drie mannen er over gingen. Een der
mannen wist zich te redden. De beide anderen
verdronken.
Volgens de Brusselsche „Gazette" heeft de
Belgische minister voor de spoorwegen besloten
de spoorwegkaaitjes verkrijgbaar te stellen op
andere tijden dan het oogenblik van vertrek.
Mettertijd zullen zij, naar men verwacht, evenals
de postzegels verkocht worden.
De berichten uit Pittsburg (V. S.) omtrent
het gebeurde te Titusville Oilcity, luiden eenigs-
zins tegenstrijdig. Trouwens alles is zoo ont
zettend snel geschied, dat de tijd voor nauwkeurige
waarneming ontbroken moet hebben.
Ziehier het verhaal van den administrateur der
Olie-beurs
„Ik stond op de spoorwegbrug naar de rivier
te kijken, toen ik een sterke benzine lucht rook
en onmiddelijk daarna eene ontploffing dicht bij
de brug hoorde. In een oogenblik zag ik de
geheele oppervlakte der Alleghany-rivier overdekt
met vlammen, die met het water voortgezweept
werden, ronddraaiden in kolken, de bruggen lekten,
en uit het in massa's ronddrijvende hout, huizen-
hooge rookwolken deden opstijgen. Spoedig daarna
een tweede ontploffing, ditmaal bij de Dewdrop-
Refineiy, door andere ontploffingen gevolgd. Toen
zag ik niets dan vlammen overal, met water
er boven en er onder; de geheele stad in vuur.
De tank van de Pennsylvania-Refinery, die omge
vallen is en het ongeluk teweeg gebracht heeft,