Fonds tot «flawing op Texe g, I. 0. D. Zeldzame of vreemde vogels. fllkm. Paardenslachforij gerookt Tleeaeh, Biefttok, Rollade, enz. W. SPIERDIJK, Verkrijgbaar (12 ets. per fleschje) BOCK-BIER Feuilleton. S. Keijser Jnz. O O P3 H fi W O ft m publiek verkoopcn: i" rp u GELD. OUDERS of VOOGDEN, die hunne zoons of pupillen, geboren in 1887, in bovengenoemd fonds als lid wenschen te laten inschrijven, kunnen zich daartoe van af heden tot einde dezer maand vervoegen by den ondergeteekende, boekhouder van bovengenoemd fonds, by wien ook alle nadere inlichtingen zyn te verkrygen. Burg, Texel, December 1892. J. J. TRAP, Oosterend geeft hiervoor de hoogste waarde, levend of dood, doch onbeschadigd. Hooge prijzen alle soorten wild. Ondergeteekende bericht de ontvangst eener groote partij wollen Dekens, gewatteerde dekens, machinaal doorgestikt, Mol ton-, watte-, en gewerkte fantasie-dekens, eigen gemaakte Duffelsche jongens-, mans-, en kinder- Jassen, alles van soliede stof gemaaktHeeren Jachtvesten. Opruiming van nog een klein partijtje kinder- en groote Mantels, tegen ongekend lage prijzen. A contant 6% korting. Aanbevelende, Uw Dw. Dnr. Ph. VLESSING. IN DE NIEUWE (onder contróle van den Ryks-veearts F. Raven te Alkmaarj is dageiyksch verkrygbaar le kwaliteit Aanbevelend, Groot Niemvland. Bestellingen worden aangenomen door P. LIEUWEN, BURG OP TEXEL. Uitgevers van de SPOEDIG en NETJES. voor Gemeenten, Polderbestu ren en Vereenigingen. Bericht- en Adreskaarten, met letters naar keuze. CTRCULAIRÈS, REKENINGEN, NOTA'S, WISSELS, KWITANTIËN, PRIJSCOURANTEN, Memorandums. Convocation, PROGRAMMA'S ENTRÉEKAAR TEN, M E N U 'S. Strooibiljetten enz. enz. enz. BILLIJKE PRIJZEN. fes a NOTARIS TE TEXEL, zal, op DONDERDAG 15 DECEMBER 1892, des morgens 12 ure, in het logement de Lindeboom aan den Burg op Texel U alhier aangebracht en afkomstig van de lading van het Duitsche stoomschip Alpha. Daags vóór en op den dag van verkoop te de Cocks- dorp en aan de haven te Oudeschild op Texel, behoorlijk gekaveld en genommerd te bezichtigen. Informatiën te bekomen bij de Heeren DUINKER GOEDKOOP te Amsterdam, DUINKER GOED KOOP Co. te Nieuwediep, P. F. KRUL te Terschelling en H. FLENS te Texel. BURG. Bierbott. „de Pool." Roman door A. S. 22. Hoofdstuk VII. De zorgen van mevrouw van Elshout verminderden zeer, toen Lize verscheen en geheel onbeschroomd van haar wandelrit begon te vertellen. Juist het feit, dat Lize hare bewondering voor den koenen ruiter niet verzweeg, stelde haar moeder gerust. Toen Lize verre van tevreden sprak over het feit, dat de gouverneur zoo goddeloos had kunnen spreken van het recht tot zelfmoord en verklaarde dat zy hem daarover duchtig de les had gelezen, keken haar ouders elkaar met tevreden blik aan. - Had ik geen geljjk? vroeg de heer van Elshout lachend en zyne vrouw knikte hem vriendelijk toe. De onbevangenheid van Lize had haar gerustgesteld. Maar dat haar bezorgdheid niet geheel zonder grond was, zei zy by zichzelf, bewees voldoende de warme belangstelling, welke er uit de woorden van Lize sprak voor den gouverneur. Voldoende aan de uitnoodiging, verscheen Bernard precies te acht uur. Dadeiyk na hem kwam ook de luitenant, die verre van aangenaam verrast was, toen de gouverneur reeds aanwezig was. Tot dusverre had hy zelf alleen het recht gehad, zonder byzondere vergunning 's avonds aan de theetafel te verschynen. De overige opzichters kwamen slechts wanneer zy daartoe uitdrukkeiyk werden uitge- noodigd. Thans echter moest hy hooren, dat de gehate gouverneur verzocht werd, zich voortaan als medelid der familie te beschouwen en niet meer te wachten op eene uitnoodiging om des avonds thee te komen drinken. Tot dusverre was de luitenant steeds de persoon geweest, die het gesprek aan den gang hield. Nu zag hy zich plotseling verdrongen door den gouverneur, die zich met eene buitengewone gemak - keiykheid in de kleine kring bewoog, als had hy steeds in voorname gezelschappen verkeerd. Toen het gesprek over de rit van den gouvernenr met Sultane kwam, trachtte Bernard en met goed gevolg, het gesprek eene andere wending te geven, door te spreken over de drukte, welke er op het hooiland heerschte. Hy gaf daardoor aan den heer Van Elshout gelegenheid over zyn lievelingsonder werp, het landbouwbedrijf, uit te wyden. Wanneer de heer van Elshout gelegenheid had hierover te spreken, was hy gewoon er zeer lange voordrachten over te houden. Heden echter her innerde hy zich terwyi hy over de arbeiders en arbeidsters sprak, het vroolyke gezang van deze laatsten en tevens, dat de directeur Krammer in zyn brief de schoone klankvolle stem van den gouverneur byzonder geroemd had. Hy hield dus plotseling op met over de landbouw te spreken en verzocht den heer Vogelschrik hem het genoegen te willen doen, een lied te willen zingen. Met de meeste mogeiyke bereidwilligheid voldeed Bernard onmiddeiyk aan dat verzoek. Hy zette zich aan de piano en zong, terwyi hy zich zelf begeleidde met een werkeiyk klankvollen stom een eenvoudig^ schoon volkslied. Met de grootste nyd in het hart was de luitenant getuigen van de werking, welke het gezang op alle leden der familie oefende. Mevrouw van Elshout liet anders niet toe, dat een ander hare plichten van vrouw des huizes waarnam; maar thans by de eerste noten, welke Bernard aanhief, liet zy de handen hangen, om al hare aandacht te wyden aan het schoone gezang. De heer van Elshout zat roerloos te luisteren, ten einde geen enkelen toon te verliezen. Lize boog zich voorover, haar oogen schitterden. Zy drukte de kleine hand op het hart en toen de laatste toon was weggestorven en de heer van Elshout den zanger zyn dank betuigde, zag zy met een eigenaardige, droomende blik naar Bernard op, die zyn plaats naast haar weder innam. Zy zei geen woord, maar door een enkele blik betuigde zy haar verwondering en dank beter, dan zy dit met woorden had kunnen doen. Heeriyk I Prachtigriep de heer van Elshout uit. Ik dank u van ganscher harte. Nog nooit heb ik dit schoone volkslied zoo verrukkeiyk hooren zingen. Bernard maakte een diepe buiging. De waardeerende welgemeende woorden deden hem goed. De blik van Lize deed hem echter nog meer genoegen en bracht hem in verrukking. Zyn goede luim verdween evenwel onmiddeiyk, toen ook de luitenant meende een paar woorden van lof te moeten spreken, om te toonen, dat hy verstand van muziek had. Bernard had de luitenant gaarne met eenige scherpe woorden de mond willen sluiten maar uit eerbied voor den heer van Elshout liet hy dit na. Zeer aangenaam was het hem, dat het gesprek een andere wending nam, door de binnenkomst van den ouden Herman, die de brieven bracht. De heer van Elshout opende het pakje. Het bevatte de couranten benevens 2 brieven, de een voor den heer van Elshout, de andere van den gouverneur Vogelschrik. Reeds een brief voor u, mynheer Vogelschrik, zei de heer van Elshout, Bernard den brief over handigende. Bernard aarzelde den hrief aan te nemen, hy had er geen recht op, meènde hy en toch durfde hy niet te weigeren hem aan te nemen of te bekennen, dat hy niet voor hem bestemd was, zoodat hy na eenige aarzeling hem toch maar aannam. Laat u maar niet storen, mynheer Vogelschrik, lees uw brief maar, vervolgde de heer van Elshout vriendeiyk. Ten platten lande heeft de aankomst van een brief een geheel andere beteekenis, dan in de stad. Wy zyn hier afgesloten van onze familie, vrienden en bekenden, zoodat de brieven het eenige middel vormen, om nog met deze in verbinding te blyven, daarom worden de brieven dan ook door ons dadeiyk na aankomst, geopend en gelezen. Ik verzoek, lees uw brief, ik zal door ook de myne te lezen, u een goed voorbeeld geven, terwyi myn vrouw, myn neef en Lize een blik zullen slaan in de couranten. Dit zeggende opende hy zyn brief, en weldra was hy zoozeer in zyn lectuur verdiept, dat hy niet bemerkte, dat Bernard de zyne ongeopend in den zak stak. De brief aan den heer van Elshout was zeer lang, zoodat er geruimen tyd verliep voordat hy gelezen was. Mevrouw en de luitenant waren gedurende dien tyd verdiept in het lezen der couranten, terwyi ook Lize een blad voor zich had, zonder echter haar aandacht daarby te kunnen bepalen. Zy verkeerde nog maar altyd onder den indruk van het schoone gezang. Dat is een zeer merkwaardige, onpleizierige brief van oom Garnow, zei de heer des huizes, na een lange pauze zich tot zyne vrouw wendende. Oom verzocht my Bertha Mallenkorf tot een langdurig verbiyf by ons uit te noodigen en ik zal hem moeieiyk dit verzoek kunnen weigeren. Bernard dacht er over na, wat met den brief te doen, en schrikte als 't ware uit zijne overpeinzingen op, toen hy den naam van Bertha Mallenkorf hoorde noemen. Met een blik, waarin de grootste nieuws gierigheid te lezen stond, zag hy de heer van Elshout aan, die vervolgde: Er zyn in Beriyn onaangename dingen voorge vallen, een familieschandaal, dat ook ons aangaat, want ofschoon in verre graad, zyn ook wy aan de Mallenkorfs verwant, en juist daarop steunt ooms verzoek. Wordt vervolgd). Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ- Texel rtTirminïr,-^—y.njju,,„ii uiiv; OVERLIJD INGSBRIE VEN, VERLOVINGSKAARTEN, ONDBRTRQUWKAARTEN. VERKOOPBILJETTEN,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1892 | | pagina 4