Van de 9 schuiten, die Zaterdag (laat in den avond) nog bij Terschelling in het ijs zaten, zijn, naar men meldt, acht behouden binnen gesleept. Men schrijft uit Monnikendam van 8 dezer Ontzettende massa's menschen stroomden heden weer naar Monnikendam en Marken. Het aantal is op niet minder te schatten dan in den winter van 1890/91, toen, tijdens de kermis op de Zuiderzee, op een Zondag tien duizenden waren komen opdagen. Evenals toen waren in den namiddag alle etenswaren opgebruikt en moest men zich met roggebrood tevreden stellen. In een buitengewone vergadering van het Hoofdbestuur der Fr. Maatschappij van Landbouw is behandeld het adres van de Yereeniging „Het Fr. Rundvee Stamboek", waarin bij den minister van Binnenl. Zaken wordt aangedrongen op schor sing van de markten in Nederland voor alle hoornvee gedurende 3 maanden; en de vraag besproken, of het Hoofdbestuur dit verzoek zou ondersteunen door een adres van adhaesie. Het Dag. Bestuur was het over die vraag niet eens kunnen worden en bad dus geen voorstel Het bleek, dat bij het Hoofdbestuur de gevoelens eveneens verdeeld waren. Terwijl de een meende dat men door krachtig handelen de verbreiding der besmetting moest tegengaan, opdat in het voorjaar Duitschland weer geopend mocht worden voor den invoer van ons vee, oordeelde de ander, dat clandestiene stalhandel zou ontstaan en de besmetting veel meer in de hand werken dan openbare markten met verscherpt toezicht Met 7 tegen 4 stemmen werd besloten, geen adres van adhaesie te zenden. Daarna werd algemeen besloten, aan den min v. Justitie een adres van adhaesie te zenden op het verzoek der Ned. Heide-Maatschappij, om den spreeuw wederom te doen opnemen onder de beschermde vogelsoorten, zulks ook in het belang van den landbouw. Door den heer rechter-commissaris, belast met de instructie van strafzaken bij de recht bank te Groningen, is een bevel tot voorloopige aanhouding verleend tegen een zevental boeren knechten uit Uithuizen, ter zake dat deze in den verloopen Oudejaarsnacht, na vooraf ge maakte afspraak, openlijk met vereenigde krachten, bij acht landbouwers, wonende onder de gemeenten Uithuizen en Uithuizermeeden, een groot aantal glasruiten hebben verbrijzeld zij hebben bij één landbouwer 65 glasruiten vernield, bij de anderen respectievelijk 10, 7, 56, 46, 57, 19 en 7 glasruiten, te zamen niet minder dan 267. Sedert een paar maanden zijn twee lokalen der school te Hoornaar van planken vloeren, en thans de 80 leerlingen dier school allen, meerendeels van wege de gemeente, van nette, warme vilten pantoffeltjes voorzien. Twee wonderen, althans in vergelijking met hetgeen elders geschiedt, worden vermeld in de Zutpensche Ct. Het eerste is, dat voor het huis van den burgemeester aldaar een manifestatie heeft plaats gehad van werklieden, die al zingende een paar maal aan de bel trokken en op de vraag der politie antwoorden dat zij den burge meester kwamen bedanken, omdat hij hun werk had verschaft. Toen de burgemeester aan de deur kwam, drukten zij hem de hand en riepen „lang zal hij leven" Het andere is het feit dat in het laatste jaar door denzelfden curator in twee faillisse menten, in en nabij Dinxperlo, de volle 100 pet. aan de crediteuren is uitbetaald. Aan den gemeenteraad van Franeker is het volgend adres gericht, van meer dan 200 handteekeningen voorzien „Aan den Raad der gemeente Franeker geven te kennen de ondergeteekenden, allen werklooze arbei ders in die gemeente dat zij allen zijn zonder werk, dat is zonder brood; dat zij allen werk, dat is brood willen hebben dat zij geen werk kunnen en willen ontvangen bij wijze van aalmoes van parti culieren en liefdadigheids-commissiën, daar zij geene bedelaars, maar vrije werkende mannen ajjn; dat zij van U, geroepen om de gemeen- j schappelijke belangen der burgers in deze gemeente te behartigen, verlangen, dat gij van gemeentewege werk verschaft niet aan enkelen hunner, maar aan allen, tegen een loon van minstens f 1 per dag van hoogstens 8 uren; dat zij U, indien gij aan dit verlangen niet wilt of kunt voldoen, onbekwaam achten om langer aan het hoofd dezer gemeente te staan, en in dat geval van U eischen, in het belang der gemeente uwe plaats aan anderen af te staan, die ook voor de arbeiders zorgen. (Volgen de handteekeningen.) By een der bakkers in de achterbuurten van Amsterdam was, waarschijnlijk door den invloed van den Nieuwjaarsdag op zijn personeel, het brood in plaats van om 10 uur eerst om half een verkrijgbaar. Een bewoner van de N. Leliestraat zou voor moeder de vrouw een brood halen, maar daar het nog niet gereed was, ging hij nog een „straatje om." Bij dat „straatje om" kwam hij eenige kennissen tegen er werden handjes gedrukt, en daar moest natuurlijk op gedronken worden, en vader kwam heelemaal niet terug. Geen wonder, dat moeder vreeslijk te keer ging, toen „pa" eerst Maandagmiddag om vier uur boven water kwam. En in welken toestand Met omwonden hoofd, daar hij aan het vechten was geweest, gevolgd door honderden jongens, maar met het brood nog in den arm, kwam hij aanzwaaien. Geen wonder, dat een geheele verzameling buurvrouwen onder aanvoering van mama den schuldige opwachtte, en hem zoo onder handen nam, dat hij voor zijn eigen veiligheid tijdelijk werd in bewaring gesteld. In het Adv. en Niosbld. voor het dis trict Bargum lezen wijTelken jare zal met den winter dezelfde zwarigheid bij den land arbeider zich openbaren en werkeloosheid aan leiding geven tot het vragen om werk en brood. Daaruit volgt, dat van overheidswege, niet in den wintermaar in den zomer reeds maat regelen moeten genomen worden, om langs vreedzamen weg in deze behoeften te voorzien. Niet overal kunnen dezelfde middelen dienen, maar wel kan overal door eendrachtig samen werken, in vereeniging met Regeering of gemeentebestuur, zooveel worden gedaan, dat er 's wiDters geen storm door lood of ijzer behoeft bezworen te worden, maar door midde len, die de arme maar vlijtige werker van de maatschappij mag vragen en verwachten. Wy lezen in de „Dr. en Ass. Ct.": Zooals bekend is heeft de Minister van Financiën, wiens flver niet genoeg kan worden geroemd, een nieuwe regeling van de grondbelasting toegezegd, wel te onderscheiden van de vaststelling van het nieuwe percentage van die heffing, dat met 1 Januari van kracht is geworden. De Minister heeft reeds medegedeeeld, dat de grond slag van z(jn ontwerp is fixiteit der grondbelasting, niet wat het geldelijke bedrag betreft, maar in het percentage der heffing, H(j heeft in de laatste zitting der Eerste Kamer dit denkbeeld reeds eenigermate toegelicht, door aan het oordeel der Kamer twee onderstellingen te onderwerpen. Dat belangrijk ge deelte zijner rede van Vrijdag jl. luidde, volgens de Handelingenaldus „De eerste is deze: ik onderstel, dat in Amerika, Australië, Rusland, Indië, kortom m alle sterk graan produceerende landen, de bevolking blijft toenemen in even groote mate als nu; dat hetgeen wij in Europa hebben gezien, eene verdubbeling der bevolking in het tijdperk van 80 jaren, aanhoudt. Dan zal eene periode kunnen aanbreken van schaarschte van voedingsmiddelen, met klimmende pachtwaarde van den grond. Hoe zal dan de toestand zijn Ongunstig voor bijkans iedereen, maar zeer gunstig voor de grondeigenaren. Zoude het dan niet als een fout te beschouwen zfin, wanneer Nederland datgene had gedaan wat Engeland deed in 1798 onder Pitt, toen het de grondbelasting op een geldelijk bedrag fixeerde „Hier dacht ik aan het belang van den fiscus, van de gemeenschap, tegenover dat der grondeigenaren. Nu keer ik de zaak om, en ga over tot eene andere hypothese, waarbij het belang van den grondeigenaar tegenover de gemeenschap zal worden gesteld. „Ik onderstel, dat in Amerika een einde komt aan de aanmunting van het zilvergeld, zoodat de behoefte aan nieuwe ruilmiddelen uitsluitend door goud moet worden bevredigd; dat men in Britsch-Indië niet langer den zilveren standaard behoudt, maar tot in voering van den gouden overgaat; en verder hetgeen gelukkig met de werkelijkheid niet strookt dat de goudproductie belangrijk afneemt; zoodat ontstaat wat volgens sommigen reeds feitelijk aanwezig is, maar volgens mij niet eene groote schaarschte van goud. Dan zouden de prijzen van alle zaken dalen, dus ook die der landbouwproducten. Maar hoe zou het dan met den grondeigendom gaan, indien de belasting gefixeerd ware in geld? Zou dat laatste dan overeen te brengen zijn met de billijkheid? De grondeigenaar zal dan, ja, in geld nog evenveel betalen als vroeger, maar niet in producten. „Van welk standpunt de zaak ook bezien wordt, hetzij men lette op het belang van den fiscus, hetzij op dat van den grondeigenaar, in beide gevallen kom ik tot dezelfde conclusieer is slechts ééne goede, doelmatige regeling van de grondbelasting, eD dat is de zoodanige, waarbij de fixiteit niet gezocht wordt in het aantal guldens per hectare, maar in het per centage. „Nu weet ik wel dat wanneer ik dat zeg, ik tevens een probleem stel van groote beteekenis en dat de oplossing daarvan moeilijk isde belasting moet zoo geregeld worden, dat er niet uit voortvloeit eene belasting op de verbetering van den grond. Ik kan intusschen verzekeren, dat ik naar de oplossing van dat probleem ernstig getracht, ook deskundigen daar over geraadpleegd heb. Het ontwerp zal waarschijnlijk binnen korten tijd algemeen bekend zijn. Moge het dan blijken, dat mijne poging daartoe niet mislukt is, Ik hoop het zeer." In een door de maatschappij tot Nut van 't Algemeen verspreid boekje „Een woord over het Boschbouwvak en de opleiding daarvoor," vestigt de heer A. J. Van Schermbeek, gepens. Oostindisch houtvester, de aandacht op het tot dusver in Nederland tamelijk verwaarloosde vak van boschbouwkundige, en waarin toch voor jongelieden van aanleg en energie, vooral met het oog op onze koloniën, een goede toe komst is te vinden. Over den toestand in het Noorden merkt een correspondent van de Arnh. Cf. het volgende op: „Ik ben een groot voorstander van vrijheid van gedachtenuiting en van vrijheid om zich te vereenigen en te vergaderen; maar brengt die vrijheid mee dat men openlijk mag opruien tot verzet tegen de overheid en tot moord en brand stichting rechtstreeks en middelijk mag aan prediken Is het en deze vraag rijst in deze provinciën in het belang der maatschappij, dat ook hoofden der scholen openlijk aan die opruiing deelnemen Hier in deze streken zijn de meeste men zou bijna geneigd zijn te zeggen alle onder wijzers socialisten. Men ziet hen dan ook in de gelederen bij socialistische optochten en enkelen houdt men zelfs voor anarchisten. „Waarlijk, men moet wel innig gehecht zijn aan de openbare neutrale school, om zijn liefde daarvoor te blijven behouden. De jeugd is tegen woordig bandeloos, tuchteloos en zuigt de begin selen in, die zij nog niet begrijpen kan en verkeerd opvat. Geen greintje idealisme is er meer en de moraliteit wordt gesmoord. In do „Bredanaar" komt oon droom in don Kerstnacht voor. Daarin treedt de Regentes op, benoemt eene commissie van ingenieurs en financiers met mandaat binnen zes maanden de noodige plannen voor te leggen tot droog making van de Zuiderzee, waarvoor eene in zameling zal worden gehouden. De Regentes stelt daarvoor uit eigen middelen een half millioen beschikbaar. Het ontbrekende zal door den Staat worden aangevuld door middel eener vrijwillige leening. De opbrengst der droog gemaakte gronden, die niet aan rijken verkocht, maar in perceelen worden verhuurd, zal strekken tot delging der schuld en bestrijding van rente en onderhoud. 't Is maar een droom. Men meldt uit Franeker: In de jongste raadsvergadering, door den burgemeester als spoed- eischende belegd, om te doen bekrachtigen de door hem, ingevolge art. 187 der gemeentewet, uitgevaardigde verordening, houdende verbod van samenscholingen, werden door eenige leden vreemde dingen ter sprake gebracht. Zoo stelde de heer Kamstra twee motiën voor, luidende: lo. De Raad enz., overtuigd zijnde, dat er in de gegeven omstandigheden behoefte is, waarin op billijke wyze moet worden voorzien, is genegen, daarin op billfjke wijze te voorzien2o. de Raad enz. overtuigd zijnde, dat de ellendige en vreese- ffjke toestanden grooten deels moeten worden toegeschreven aan misbruik van sterken drank, zal alles in het werk stellen, dat vocht in Schiedam gebrouwen, uit deze plaats te weren en te ver wijderen. Beide motiën zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. Een ander lid, de heer Van de Wint, weidde weer uit over de bestaande toestanden. Onder anderen zeide hij, dat, wanneer hij f 6000 jaarlijksch inkomen had, waarop de voorzitter in den hoof- delijken omslag is aangeslagen, of f 4000, zooals de heer Dirks (wethouder), hij een jaar van f 500 zou willen leven en het overige zou besteden tot verbetering van de bestaande toestanden. Spoorweg: Hoek-van-Holland—Scheveningen! Bjj den raad der gemeente 's Gravenhage is een adres ingekomen van den heer 0. Bok om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 2