Buitenland.
K. Njjland, van Haulerwgk, is door do
Heerenveensche rechtbank veroordeeld tot eene
maand gevangenisstraf wegens beleediging der
Koningin.
Hij had, gelijk men weet, in eene openbare
vergadering de Koningin een „smoarig famke"
genoemd.
De ingenieur jhr. C. Bloys van Treslong,
heeft een vlugschrift het licht doen zien waarin
hy tegen het plan tot droogmaking van de Zuider
zee, zooals de Zuiderzee-commissie dat gegeven
heeft, bezwaren oppert.
Hjj wil afgezien hebben van de algemeene afdam
ming en alleen den afsluitdam tusschen Wieringen
en Noord-Holland laten leggen, als grondslag voor
de droogmaking van het Wieringermeer. Gelei
delijke droogmaking treedt aldus voorloopig in de
plaats der grootere plannen, zonder deze voor het
vervolg onmogelijk te maken.
Nog zal, volgens hem, in aanmerking kunnen
komen de droogmaking van het zuidelijk deel der
Zuiderzee, het Hoornsche Hop en het gedeelte
Muiden—Ketel. Daar zijn de kostbaarste gronden
gelegen, en ook hier acht hij de hoogere omdij-
kingskosten niet voldoende om de zaak onmogelijk
te maken.
„Van welk ontwerp men uitgaat zegt de
schrijver in zijn slotbeschouwing zoodra men
voldoende rekening houdt met oeconomische en
financieele overwegingen, wordt men steeds ge
voerd naar dezelfde conclusiestelselmatige par
tieels indijkingen kunnen thans alleen in aanmer
king komen, en de eerste stap tot droogmaking
der Zuiderzee kan geen andere zijn dan de indijking
van Hoornsche Hop of Wieringermeer.
Men schrijft uit Drachten
Door het krachtig en tactvol optreden van
den burgemeester werd tot heden elke poging
der socialisten, om de arbeiders tot wanorde
lijkheden en verzet te bewegen, met goed gevolg
verijdeld. Toch zijn de bewoners van Houtige
Hage, Tieke en andere heidebewoners opge
zweept om ten getale van honderden naar
Drachten te trekken, De menschen worden be
paald geprest. Heden nog verklaarde een
venter, die in goeden doen isGe moet u niet
verwonderen, mij morgen ook onder den stoet te
zien, want ik word gedwongen. Het behoort
niet tot de zeldzaamheden, dat zij die aan der
gelijke betoogingen weigeren deel te nemen,
door de aanvoerders öf in hun huis öf lichamelijk
zoo worden getroffen, dat zij tot deelneming
gedwongen worden. "Vandaar, dat er onder de
groote schare menschen gevonden worden die
geen gebrek lijden, 2 3 koeien op stal, winter
voorraad in den kelder hebben.
Intusschen zij eene vraag geoorloofd, zegt
„Nederland
Is men ook reeds gereed met hetgeen betrek
king heeft op de maatregelen, die onvermijdelijk
zijn bij invoering van leerplicht, de vermeer
dering der scholen en der onderwijzers, enz.
En met het vinden van het geld, dat niette
ontberen zal zijn?
Zoo niet, dan is eene andere reden dan de
opgegevene, geldiger dan deze, om indiening
uit te stellen.
Het gebeurt wel eens meer, dat iemand de
minst geldige reden uitsluitend noemt.
Carré heeft iets nieuws, schrijft de Amst. Crt,
ofschoon het in den laatsten tijd voor een circus
directeur moeilijk schijnt met iets op te treden,
dat nog nooit te Amsterdam vertoond is. Het
nieuwe bestaat in de verschijning van oen Sioux-
Indiaan.
Of het een echte is, durven wij niet beweren;
plaatselijke Indianen-kennis bezitten wij niet. Dat
deze Indiaan evenwel een „bolletje" schijnt ge
weest te zijn onder zijn roode broeders, bewijst
zijn naam. De mannen uit de prairieën van Ame
rika noemden hem „Het bloedig oog". Thans
heet hjj „Hampa", de laatst overgebleven Sioux-
Indiaan, zooals het programma u zegt.
Wie de boeken van Aimard en anderen kent,
heeft golezen van de wonderen, welke het roede
geslacht, eenmaal een paard tusschen de knieën
hebbende, wist te verrichten. „Het bloedige oog"
toonde, dat hij een echt afstammeling zijner voor
vaderen is en op jacht, of op het oorlogspad een
beroemd opperhoofd moet geweest zijn. wiens
wigwam gevuld had kunnen zijn met bloedige
zegeteekenen wanneer hij een honderd jaar
vroeger was geboren.
Gezeten op zijn paard, zonder teugel, zonder
zadel, werpt hij zijn lasso met zeldzame zeker
heid. In losse kringen zwaait hij het touw boven
het hoofddan buigt hij zich over den nek van
zijn dier; in lange kronkelingen schiet de lasso
voor hem uit, terwijl de strik zich sluit om den
kop van het paard dat hij vervolgt, het lichaam
van den vijand, dien hij vermeesteren wil.
Men schrijft uit IJlst:
Terwijl in Friesland de burgemeesters te
allen tijde alles deden om het den schaatsen
rijders zoo aangenaam mogelijk te maken, denkt
onze burgemeester, er anders over. Evenals
verleden jaar weigerde hij hardnekkig aan onze
ijsclub de volgens de politie-verordening noodige
vergunning tot het houden eener hardrijderij
o. a. op grond dat zoodanig volksvermaak zou
strijden metde zedelijkheid, want men
bleef, na afloop der rijderij, te laat vroolijk
bijeen! Verleden jaar stoorde zich de directie
der ijsclub er niet aan en liet zij toch eene
hardrijderij houden. Er werd echter proces
verbaal van opgemaakt, en de kantonrechter
moest wel eene veroordeeling uitspreken; hij
legde den overtreders evenwel slechts eene
geldboete van 50 cent op. Da directie bedacht
er nu wat anders op. Zij vroeg en verkreeg
vergunning van den burgemeester van Wij m-
britseradeel, om eene hardrijderij te houden
op de Wijmerts bij de Nauwe Zijl, onder die
gemeente en toch in de onmidaelijke nabijheid
van IJlst. En tot genoegen van de talrijke
aanwezigen had Dinsdag het geliefde volksfeest
plaats en, misschien wel tot teleurstelling van
onzen burgemeester, liep alles in gepaste vroo-
lijkheid, doch tevens in de beste orde af.
Op de Stadhouderskade te Amsterdam stond
op den hoek van de Van der Helststraat een
koopman in scheurkalenders. Veel had hy nog
niet verkocht, toen hy een heer, die uit een huis
kwam, een vijftal schreden verwijderd, aansprak:
„Ach mijnheertje, kunt ge geen mooien scheur
kalender gebruiken
Het goedmoedige heertje wilde doorloopen, toen
hem te binnen schoot, dat zijn vrouw er juist
den vorigen dag over gesproken had, er een te
willen koopen. Hy kocht een kalender voor 60
cent met de opmerking, dat 't juist goed was,
omdat zijn vrouw er een wilde hebben. Daarop
liep de kooper door, in de richting van den
Amstel. Nauwelijks had de koopman dit gezien,
of hij liep naar het huis, waaruit hij den heer
had zien komen. Hij schelde en vroeg, mevrouw
te spreken, daar hij met een boodschap van haar
man kwam.
By de dame toegelaten, zeide hyMynheer
zendt me hier met een scheurkalender, omdat
ge hem erom gevraagd hebt. Het is er een, die
slechts zestig cent kost."
Mevrouw, natuuriyk zeer verbiyd over de be
leefdheid van haar echtgenoot, koopt hem de f
kalender af.
Toen mynheer te huis kwam, keken de ech
genooten elkander allergekst aan, zoodra zy ve
telden wat er gebeurd was. Geen wonder, dat
man woedend was, en in zyn drift beval hy hi
dienstmeisje, oogenblikkelljk naar den hoek va
de straat te loopen, om den koopman te roept»
Hy riep haar nog achterna. „Of u eens dadeljji
by mynheer wilt komen, 't is om een kalender
Het meisje snelde weg en trof den slimme
nog op dezelfde plaats aan: „Of u eens dadels
bij mynheer wilt komen, 't is om een kalender, 1
„O, dat begryp ik wel, mijnheer wil een kalende
hebben. Maar waarom zou ik meegaan? Hit
heb je den mooisten, dien ik nog heb. Ik hoe
dat mynheer er lang pleizier van mag hebber
Kost maar zestig cent."
Het meisje dacht, 't is eenvoudiger, als ik mar
dadelyk betaal. Zeer in haar schik snelt zij na;,
huis: „Mijnheer, ik heb den kalender maar dadellj
meegebracht en 60 cent voorgeschoten."
Thans had de familie drie kalenders. De koopma
daarentegen was er drie kwijt en tegeiykerti}
om den hoek der straat verdwenen.
Mevrouw C. is een van die ongelukkig
dames, die nu eenmaal geen meiden kunne
houden. Telkens was er een ander, en d
melkboer en de groenteman zagen ieder oogei
blik een ander gezicht. Op een zeker oogenblil
toen er door den een of ander gebeld weri
ging mevr. C. zelf naar beneden, en de deu
openende bleek het de slagersjongen teziji
Eerst floot bij zijn deuntje uit, toen keek h
haar aan en men kan zich haar woede vooi
stellen toen hij zeide:
Zoo, alweer een anderNou jij zult hier oo
niet lang blijven, 't Is een tang!
Hij had haar voor een nieuwe meid aangeziei
Krenten en rozijnen. Tusschen Corinth
en Patras ("Griekenland) groeit aan de wingerde;
der zeekusten eene zeer zoete druif met kleinr
donkerroods, dicht op eikanker liggende bessei
die, versch gegeten, niet zeer aangenaam smake
en daarom niet voor de wynbereiding gebruil
worden. Daarentegen vinden deze druiven i
gedroogden toestand gretig aftrek, en komen z
onder den naam rozynen en krenten in de
handel.
Hoe dit drogen in zijn werk gaat In iedere
wijnberg vindt men op eene geschikte plaats eet
open vlaktetijdens den oogst wordt dd&r een
laag paarden- en ezelsmest geiykmatig uitgesprei
tot eene hoogte van 30 c.M.in dezen mest worde
de rijpe druiven gelegd, en het drogen bezorg
alsdan de zon. Wat de mest daar by te doen heef
laat zich gemakkeiyk verklaren. Dit warme be
zuigt op dag de heete zonnestralen op en gee!
des nachts slechts zeer langzaam de warmte wede
af. Bij gunstig weer is de druif op deze mestlaa
in 10 of 12 dagen gedroogd. Eene regenbui
een onweer gedurende dezen droogtijd veroorzaal
belangryke schade.
Is dezen droogtijd afgeloopen, dan worden ctj
druiven uit den mest opgevischt en van de trosse
in de daar te lande gebruikelijke zakken val
geitenvel gedaan, waarvan de haren naar binne.
zyn gekeerd. Dat daarbij niet enkel rozynen ei
krenten, maar ook vele bestanddeelen van d
mestlaag in de zakken komen, behoeft niet gezeg
te worden. De gevulde zakken worden op lastezel
geladen en aldus naar de havenplaatsen vervoert
waar de wyngaardeniers hun product verkoop®
aan de tusschenhandelaars, die het weder levere
aan den Europeeschen groothandel. By deze;
overgang worden de zakken van geitenhaar o;
den grond leeggeschud, en de krenten of rozynei
worden, na gewogen te zyn, overgepakt in lang
werpige houten kistjes. Ook dit geschiedt o;
eene alles behalve zindeiyke manier, want on
er zooveel mogelijk in te krygen, worden df
krenten of rozijnen door de werklieden met di
laarzen er ingestampt. i
Het is noodig, dat de huismoeders dit all#
weten, omdat dienstboden niet zelden verzuim#
de rozynen of krenten te wasschen, al is he
ook algemeen bekend, dat vooral krenten me
veel vuil vermengd zyn. Wie op zindeiykhek
prfjs stelt, kan er niet genoeg voor zorgen, da
deze vruchten, afkomstig uit een land, waar mei
het met de zindeiykheid niet nauw neemt
ge wasschen en nog eens ge wasschen worden
alvorens te worden gebruikt. Ook aan de bakker
dient dit te worden aanbevolen.
(De Huisvrouw).
Volgens het „Wiener Tageblatt" hebbel
Rusland en Frankrijk over eene militaire over
De Arnh. Ct. schry'ft:
Volksbeweging is zeker niet het meest aan-
pryzenswaardige middel, maar het schynt toch
doel te treffen om werk te verschaffen. Van alle
zijden wordt er nu arbeid voor werkeloozen ge
vonden. Men is wakker geschud. Zoo lezen wij
ook thans weder eene dringende uitnooding van
den burgemeester van het Bildt aan de grond
eigenaars in die Friesche gemeente, om met hunne
huurders in overleg te treden en dezen bij te staan,
teneinde onmiddeliyk na het invallen van gunstig
weder aan de veldarbeiders werk te verschaffen;
daar, geiyk hy er aan toevoegt, volgens verzekering
van deskundigen, vele landerijen slecht onder
houden zyn en door doelmatiger arbeid gedurende
den winter aanmerkeiyk kunnen worden verbeterd,
terwyi door slooten te verbreeden tot opvaaiten,
de productiviteit van menige boerdery verhoogd
en aan vele arbeiders werk verschaft kan worden.
Men ziet dus, dat er werk is, als men maar
eens goed zoekt, en 't is te hopen, dat het voor
beeld van den burgemeester van het Bildt navolging
zal vinden.
Al tal van jaren wordt er op gewezen, dat er
nog zoovele bunders onontgonnen land en zulke
uitgestrekte heidevelden zyn. De een wijst het
den ander en de ander wyst het deneenen, maar
men laat de zaken zooals ze zyn. Hoogstens
zegt men't zou zoolang duren eer dit wat geeft,en
daarom begint men er maar in 't geheel niet aan.
De minister van binnenlandsche Zaken deelde
den 15 December aan de Tweede Kamer mede,
dat een wetsontwerp op den leerplicht gereed
ligt aan zyn departement, doch dat hij het
vooreerst niet wil indienen, omdat de Tweede
Kamer nog wel wat beters te doen heeft dan
het te behandelen.
Men mag dus voorshands blijven raden naar
hetgeen er in staat om de uitvoering van het
denkbeeld mogelijk te maken.