TE KOOP n pei nierïOHfa naloÉMni KaMnet. TUINZADEN mor '93 NEW-YORK. ie firma J. TAN DEB TEEN, 1.60 0.85 0.45 BLOOKER'8 CACAO, Voor de a. s. Aanneming Nederlaadsct-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. BALTIMORE. ATTENTIE. Nederlandsch Indische Handelmaatschappij, 'T FIJNSTE MERK, fijnste merk* Verkrijgbaar bij D. DAALDER Mz. den Burg. Feuilleton. GELD. Een MEID-HUISHOUDSTER, P. G. Kortste en Goedkoopste OVERTOCHT. N AS Te bevragen bjj K. ROEPER, WAAL, Texel. zijn verkrygbaar by W. VISSER te OOSTEREND OP TEXEL. ER BIEDT ZICU AAN: liefst tegen 1 Maart, goede getuigen voorzien; bekwaam voor alle huiswerk. Brieven worden ingewacht by J. A. BARHORST, polder Eierlanai is de ondergeteekende ruim gesorteerd in de prachtigste zwarte Tibets, Mode's, gewerkte stoffen, voor dames; fijne Ramgarens, Laken en Bukskin. Tevens gelegenheid om de aanne- merspakken, voor heeren, gemaakt te leveren. Alles van soliede stof en keurig netjes gemaakt; pryzen uiterst laag, a contant 5°/o korting. Aanbevelend, UEd. Dw. Dienaar, Ph. VLESSING. ROTTERDAM AMSTERDAM Men vervoege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam en by de Agenten, of by Inspecteur J. E. KROES te Groningen. E. BOLSIUS, te Oist&rwtfk. De meest gewilde 2 cents SIGAAR is, en blijft steeds het merk steeds stygende productietot fabrieksprys verkrijgbaar bij onze Depóthouders P. BOON, den Burg. A. DROS Albzn., Cocksdorp. J. BRUIN, Waal. D. LAP, den Hoorn. Wed. J. BROUWER, Oosterend. Sigarenfabrikanten, AMSTERDAM - REENEN - MUIDEN. niet los (per ons) verkrygbaar, maar uitsluitend in gesloten bussen. De verkoop neemt dageiyks toe, want de pryzen zyn slechts pr V, kilo bus pr 7„ kilo bus pr l/s küo bus. Daarvoor wordt het beste en oplosbaarste geleverd wat te maken is. Een hoogeren prys voor CACAO betalen is dus onnoodig. Roman door A. S. 28. Hoofdstuk XIH. Ik gaf u toen de verzekering, dat het de laatste rnnal was, dat ik u, geld leende en op uw eerewoord beloofdet ge my toen my nimmer meer met aanzoeken van dergeiyken aard lastig te zullen vallen. Laat ons daarom het onderhoud afbreken, het zal nutteloos zön, daar ik by myn voornemen biyf. Neef, Ferdinand, ik smeek u. Ik wil niets verder hooren. Ik kan en wil geen nieuwe sommen offeren, waardoor ik mfln eigen kinderen benadeel. Er is hier slechts van een voor u niets beteekenende som sprake, nameiyk 3000 mark. Zoudt u mfl voor zulk een sommetje willen noodzaken zelfmoord te plegen, neef Frits Spreek niet aldus I Dwingt ge my niet daartoe? Kan ik leven, wanneer ik onteerd ben Ik heb het bewys voor een eereschuld onderteekend. Binnen veertien dagen moet ik het geld hebben, of ik ben verloren. Een jaar geleden hebt ge my op uw eerewoord veriekerd, geen Bchulden meer te hebben. Ik had die ook niet, maar - ik schaam mt het te moeten bekennen ik ben waanzinnig genoeg geweest my weer te laten verleiden, ik heb gespeeld. Eergisteravond bevond ik my te Beriyn onder oude vrienden, er werd besloten te spelen en wanneer ik geweigerd had, zou men my hebben uitgelachen. Eerst deed ik kleine inzetten en won, waardoor myn hartstocht werd opgewekt, en toen ik daarna verloor, raakte ik als 't ware myne bezinning kwyt. Toen het spel afgeloopen was, had ik 3000 mark verloren en op myn eerewoord verklaarde ik, die som binnen 14 dagen te zullen betalen. Doe ik dit niet, dan ben ik een eerlooze. Gy zyt dit reeds, daar ge my uw eerewoord gaaft niet meer te zullen spelen. Ik was my zelf niet meester, de hartstocht maakte my waanzinnig. Uw gegeven eerewoord had u moeten terug houden. Ik biyf er by, van my hebt ge geen hulp te verwachten. Leen my dan minstens de 3000 mark, het is voor u gemakkeiyk, u hebt meer dan 10000 mark in kas en door afkorting op myn salaris kan ik u het geld binnen 2 jaar weer teruggeven. Ook daartoe ben ik niet genegen. Ge moet eindeiyk u zelf eens leeren helpen. U dryft my tot den dood I Die bedreiging is misbruik maken van de goede gezindheid, welke ik u tot heden betoond heb. zy zal my er echter niet toe brengen myn woord te breken. Een booze blik was het eenige antwoord van den luitenant, hy zag in dat alle verder aanhouden vruchteloos was en waarom zou hy zich dus nog verder vernederen. De uitdrukking van vertwyfeling in zyn gelaat verdween om plaats te maken voor die van trots. Zonder een woord te spreken ver wijderde hy zich. De heer van Elshout was kalm en bedaard gebleven, zoolang hy tegenover zynen neef stond, toen hy echter alleen was, gevoelde hy zich onrustig en bezorgd. Was hy niet te hard geweest Neen, hy mocht niet anders handelen, niet anders spreken. Reeds al te veel had hy uitgegeven om de schulden van den luitenant te betalen. En al dat geld was te vergeefs uitgegeven, de luitenant was er niet in 't minst dankbaar voor. By elk bezoek dat hy aan Beriyn of Breslau bracht, begon hy zyn vroeger woest leven weer en maakte hy nieuwe schulden. Hy was niet te helpen en zeker het allerminst door aan zyne vorderingen te voldoen. Slechts dan wanneer hy geen hulp meer kreeg zou hy er misschien eenmaal toe komen zyn neiging voor een woest leven en in 't byzonder voor het spel te onderdrukken. De heer van Elshout was er van overtuigd goed gehandeld te hebben en gevoelde zich niettemin bezorgd. Wanneer zyn neef nu eens werkeiyk zelfmoord pleegde? Een rilling voer de goede man door de leden; de gedachte, dat hy wellicht de schuld kon dragen van den dood zyns neefs, was voor hem ontzettend. Hy plaatste zich aan zyn schryftafel en schreef met vliegende pen een brief aan oom Garnow. Hy deelde deze het geval mede en verzocht hem ommegaande aan neef Frits te schryven, dat hy hem helpen wilde zyne eereschuld te betalen, op voorwaarde, dat Frits hem gaandeweg van zyn inkomen weer het geld zou teruggeven. Hy, de heer van Elshout, bleef borg voor de goede betaling, maar de luitenant mocht zulks niet weten en moest in den waan biyven verkeeren, dat oom Garnow hem uit eigen beweging die hulp aanbood. Toen hy den brief aan den ryknecht had over gegeven, met bevel dezen dadeiyk naar het station te brengen, werd hy iets kalmer, doch nog steeds kwelde hem de zorg omtrent zyn neef Frits zoozeer, dat hy geheel het onderhoud vergat, waartoe hy Vogelschrik bescheiden had. Eerst toen deze precies op den bepaalden tyd verscheen, werd hy weer aan den ongelukkigen brief van den predikant Wildman herinnert. Ook de gouverneur zou volgens dien brief evenals de luitenant zyn vaderiyk erfdeel verbrast hebben, ook hy was een hartstochteiyk speler, die reeds van hem toevertrouwd geld misbruiks had gemaakt. Onwillekeurig maakte de heer van Elshout een vergelyking tusschen beiden. Geen spoor van de gemaakte vertwyfeling, die de luitenant had getracht te huichelen, lag in de gelaatstrekken van den gouverneur. Deze scheen zoo kalm, dat de heer van Elshout reeds eer hy nog een woord gesproken had, half overtuigd was van zyn onschuld. Toen hy echter den jongen man vorschend in de oogen zag en deze de oogen neersloeg, rees er weder grooten twyfel by hem op. Of Bernard ried hetgeen er in de ziel zyn meesters omging? Hy sloeg de oogen weer op, keek niet meer schuw zywaarts en op duidelyken, kalmen toon, zonder de minste verlegenheid begon hy zelf, een vraag niet afwachtende het onderhoud, dat over zyne toekomstige verhouding tot den eigenaar van het kasteel moest beslissen. U hebt my gisteren harde woorden toegevoegd, mynheer, zei hy ernstig. U hebt my openiyk gezegd, dat ge uw vertrouwen in my verloren hebt Toch niet, ik heb slechts gezegd, dat myn vertrouwen in u geschokt is geworden. Ik was u opheldering verschuldigd en u moest myne woorden, door den brief van uw oom uitgelokt, gerechtvaardigd vinden. Van de verklaringen, die ik van u verwacht, zal het afhangen welke waarde ik aan den brief moet toekennen. Ik ben bereid u deze verklaringen te geven. Ik geef u de verzekering, dat ieder woord, hetwelk ik u zeggen zal, myne innige overtuiging, de volkomen waarheid bevat, maar ik verheel u niet, dat eigen aardige verhoudingen, omtrent welke ik my thans niet uitlaten kan en wil, my verbieden u de geheele waarheid te zeggen. (Wordt vervolgd). Snelpersdruk - LANGUCVELD ft DE ROOIJTezed «!/■?,--- <v EN Blooker's Cacao,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 4