6. i. 0. D. DIKKERS, 1. Een HUIS met ERF, BOOMGAARD 1.1. o. i. diks: Eene SckapeiiEoet piaami Je feraioet" Publieke Verhuring. S. KEIJSER Pa., Makelaar, G. J. O. D. DIKKERS, publiek verhuren; Feuilleton. geldJ Donderdag 9 Februari 1893, u ÏB publiek verhuren: i NOTARIS TE TEXEL, zal, na bekomen Rechterlijke machtiging, op 's avonds 7 ure, in het logement DE ORANJEBOOM aan den BURG OP TEXEL, PUBLIEK VERKOOPEN: en MOESTUIN, staande en gelegen bij den Burg op Texel, groot 1.24.10 Heet. Dit perceel heeft sedert onheugelijke jaren aan den gebruiker een ruim bestaan opgeleverd. 2. Een HUIS en ERF in de Warmoesstraat aan den Burg op Texel, 0.01.14 Heet. S. Een Schuurtje met een perceel Weiland, by den Burg op Texel, groot 1.24.29 Heet. 4. Een perceel Weiland, genaamd Achterste Boetstuk aldaar, groot 1.49.30 Heet. 5. Een perceel Weiland, genaamd Eet Burger Nieuwland op Texel, groot 1.16.60 Heet. 6. Een perceel Weiland, genaamd het Burger Nieuwland op Texel, groot 1.39,50 Heet. 7. Een perceel Weiland, genaamd het Burger- land op Texel, groot 1.79.70 Heet. 8. Een perceel Weiland, genaamd het Gerrits- land op Texel, groot 1.23.50 Heet. 9. Een perceel Weiland, genaamd Dirk Koesen- land in Everstekoog opTexel, groot 2.21.30 Heet. 10. Een perceel Hooiland, genaamd het Mudje annex het vorig perceel, groot 0.60.50 Heet. 11. Een perceel Hooiland, genaamd Gerritsland bij de Strooppot op Texel, groot 1.23.40 Heet. 12. Een perceel Weiland, genaamd Hoekstukje aan den Koogerweg op Texel, groot 0.98.45 Heet. 13. Een perceel Weiland, genaamd Maurik aan de Koog op Texel, groot 0.84.30 Heet. 14. Een perceel Weiland, genaamd het Koog je in polder de Koog, groot 0.80.70 Heet. Een en ander behoorende tot de nalatenschappen van wijlen de Heer P. MAAS en Mejuffrouw HEINTJE SMIT. zal op DIXGSDAG 14 FEBRUARI 1893, voormiddags 11 ure, in de Herberg „BELLEVUE" a»*.n de Waal, PUBLIEK VERHUREN Voor H.H. Diakenen der Doopsgezinde Gemeente van Burg, Waal en Oosterend. 7 28 44 Weiland, Boet beoosten de Waal. 4 47 H Eoogenboet op Zuid-Haffel. 2 88 20 Lang eland en Driekant, polder de Waal. 2 47 Aandél id. 165 80 Eooge Simonsland Tienhoven. 0 70 70 Lage Simonsland id. 1Euiskoogje id. 0 89 Eoogeweidje id. 120 - Langeland id. 0 62 Driehoekje id. 149 Reijerskoog id. 0 59 Eengsteweidje id. 194 Kamp polder Oosterend. 121 i, Barremeijersland id. 043— Spang. 0 67 Eooge polder de Waal. 133 Kaapsveld pold. Oosterend. 0 60 Groote Slijkgeestje id. 142 Hooiland, 2hvet polder Oudeschild. 0 67 Aafleeg by den Burg. 149 Weiland, Polder de Koog. 2 25 80 Eollewal by den Burg. 102 80 id. id- 0 5810 id. id. 143 90 id- id- 0 7210 id- id- 0 3310 - Westen. 2 95 85 Achter de Kooi Zuid-Haffel. 0 53 90 Bouwland Noord Eaffel, in 6 kavels. 012 60 Kleine Eok 128 Weiland, Uitrij, Oudeschild. 0 86 90 Kleine boetstuk 163 90 Melktand De laatste drie perceelen eerst afzonder lijk en daarna gecombineerd. Notaris te Texel, zal, op MAANDAG 13 FEBRUARI 1893, 's avonds 7 ure, in het logement DE ZWAAN aan den Burg op Töxel, Voor het Algemeen Weeshuis van Texel. met 4.67.98 Heet. Weiland, staande en gelegen bij den Burg op Texel. Voor Regenten Familiehuisje in de Waalderstraat. 0.80.50 Weiland, Armenweidje. Voor Regenten Arm enk. in de Waalderstraat. 1.22.80 Weiland, de Kamerfen. 2.44.70 de Kamerlanden. 1.58.40 de Oostel. Paterstukken. 1.51.60 de Westel. idem. 0.06.80 Tuin, annex idem. Notaris te Texel, zal, op DINSDAG 14 FEBRUARI 1893, 's avonds 7 ure, in het hotel den Burg alhier, A. Voor den Heer S. P. KUIJPER. 1.90.00 Weiland, de Waaltjes. B. Voor den Heer C. C. KUIJPER qq. 1.26.10 Weiland, Voorste Keppelen. 1.00.60 Eooge Keppelen. 0.94.30 Achterste Keppelen. 0.78.10 Jan Oomsland. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 80. 31. 32. 33. Roman door A. S. 29. Hoofdstuk XIII. Ik ben gedwongen over menige omstandigheid te zwygen, ofschoon het my toch mogeiyk zyn zou, door een enkel woord, de zeer belacheiyke aanklacht, die in den brief geuit wordt - belacheiyk voor zoover zy myn persoon betreft - als geheel valsch aan te duiden, maar ik zal dat woord niet uitspreken, zyn myne verklaringen u niet voldoende, dan moet ik u herinneren aan onze overeenkomst, waardoor het mogeiyk is ieder oogenblik onze verbintenis te verbreken. Dat is al een zeer vreemde inleiding van uwe verklaring. Een antwoord daarop kan ik eerst geven, wanneer ik meer van u gehoord zal hebben. - Ik verlang dat ook niet vroegerik begryp, dat de brief, welke ik u by deze teruggeef uw vertrouwen in my geschokt heeft. U kent my te kort, om overtuigd te kunnen zyn, dat ik, niettegenstaande betreurenswaardige karakterfouten, nooit tot een eerlooze handeling in staat zou zyn, de brief van den predikant Wildman, die waarheid en onwaarheid bevat, moet by u bedenkingen hebben doen ryzen. Laat my hetgeen in dien brief staat, u punt voor punt beantwoorden. Het is onwaar, dat de predikant Wildman den ouderloozen zoon zyner zuster met weldaden overladen en hem een goede opvoeding heeft gegeven integendeel heeft hy deze liefdeloos i behandeld en hem eerst naar een goede school I gezonden, toen hy daartoe gedwongen werd. De kosten voor opvoeding en onderwys zyn niet door hem gedragen, maar bestreden uit het erfdeel van den ouderloozen knaap. Daarentegen is het waar, dat de jonge, lichtzinnige man de rest van zyn erfdeel verbrast heeft en aan zyn hartstocht voor het spel heeft opgeofferd en even waar dat hy dientengevolge zyn eerste betrek- king moest opgeven. In een latere betrekking heeft hy echter het vertrouwen van zyn chefs weder dermate gewonnen, dat de directeur Krammer u den jongen man gerust mocht aanbevelen. Ik verklaar u openiyk mynheer, ik heb geen leven geleid, waarop niets valt te zeggen, ik heb tyd en geld op dwaze wyze verspild, maar eene eerlooze handeling, dat zweer ik u, is nimmer door my begaan. Het is waar, dat Bouwman den neef van den predikant Wildman de genoemde som heeft ter hand gesteld, met last dien aan zyn oom te brengen; maar ik heb dit geld noch zoek gemaakt noch verspeeld. De reden waarom ik tot heden het geld nog niet heb overgezonden, moet ik voor het oogenblik verzwygen. Slechts zooveel kan ik u zeggen, dat ik het volle recht had eene uitbetaling aan den predikant Wildman te weigeren. Desniet tegenstaande zal hy zyn geld, zonder eenig verlies bekomen en ik stel u, mynheer, hierby de som ter hand, met het verzoek die aan den heer van Elshout te willen zenden. Dit zeggende haalde hy zyn portefeuille te voor- schyn en telde het geld op de tafel uit. De heer van Elshout was ten hoogste verwonderd. - Gy bezit het geld, riep hy uit, waarom hebt gy dat niet reeds lang aan uwen oom gezonden? - Op die vraag moet ik u tot myn leedwezen het antwoord schuldig biyven, antwoordde Bernard ernstig. Ik zou, om de waarheid te moeten zeggen, omstandigheden dienen te bespreken, die ik vooralsnog niet wensch aan te roeren. Slechts kan ik u de verzekering geven, dat ik nooit, ook zelfs niet in den droom er aan gedacht heb den predikant van zyn eigendom te berooven. Is deze verzekering u j niet voldoende, dan mynheer mag ik niet langer in uw huis vertoeven en hoe zwaar my zulks ook valt, zal ik dan de my lief geworden betrekking moeten opgeven; ik kan niet langer de gouverneur van uw zoon zyn, wanneer u het vertrouwen in my verloren hebt. - Neen, ik heb dat niet verlorenik geloof u, dat ge niet in staat zyt een eerlooze handeling te plegen, maar spreek ronduit, het bevalt my niet, dat gy u in geheimen hult. - Dat spyt my, maar ik ben daartoe gedwongen. Voor het oogenblik althans kan ik u de volle waarheid niet vertellen en liegen kan en wil ik niet. - Ik heb geen recht te verlangen, dat ge my uw vertrouwen opdringt, geen recht u wetten te I stellen, maar als man van ryper leeftyd ben ik gerechtigd u openhartig myne meening te zeggen. De toon, waarop gy van uw oom gesproken hebt, bevalt my even weinig als uwe geheimhouding, U noemt hem niet anders dan „de heer Wildman", het woord „myn oom", is nog niet over uwe lippen gekomen. Het is mogeiyk, dat uw oom vroeger zeer streng voor u was, maar ik kan het niet goedkeuren, dat gy thans daarover nog haat by u ronddraagt. U moet niet onverzoeniyk zyn, wanneer tusschen twee bloedverwanten, tusschen oom en neef, de harmonie verbroken is, dan is het de pliebt van laatstgenoemde om de eerste Btap tot verzoening te doen. Wanneer u iets aan myne goede meening gelegen is, dan moet u het voorstel aannemen, dat ik u doen wil. Neem het geld weder by u. Ik wil niet als bemiddelaar tusschen u en uw oom optreden. Op u rust de verplichting hem zyn eigen dom terug te geven; indien ge myn wenschen vervult, doet ge zulks door hem persooniyk het gek te gaan brengen. Bezoek uw oom, biyf een dag bt hem en praat eens goed met den man: Ik geef u gaarne vier of acht dagen verlof. Wilt u morgei I vroeg vertrekken? Bernard aarzelde met het geven van een antwoord, Zulk een voorslag had hy niet verwacht. Zondei den heer van Elshout te krenken, kon hy het voorstel niet afwyzen en bovendien wilde hy we eens een paar dagen vry zyn, wanneer hy allee: eens een toer kon maken door het Reuzengebergte dan hoopte hy het met zich zeiven eens te word* om een besluit te kunnen nemen. Na zioh kort bedacfc te hebben, zeide hy%L Ik kan u geen bepaalde belofte geven, mynhe# h Wilt u my voor eenige dagen verlof geven, dan n ik dat met vreugde aanvaarden. Ik zal dan morg» g rtflnr Breslau reizenof ik echter van daar nai Woolding zal reizen, dan wel het my verleent v verlof gebruiken zal, om een voetreisje door b b gebergte te maken, daaromtrent verzoek ik u vi my geene verklaring te vragen, ik kan u diehed» I toch niet geven. Ik verlang die ook nietik hoop, dat een kal nadenken u wel op den goeden weg zal brengen. I elk geval verheugt het my, dat ons onderhoud U gewenschte gevolg heeft gehad, dat ge myn vj trouwen weder volkomen herwonnen hebt. Ik - u daarvan een bewys geven, door u te verzoek voor my morgen te Breslau een zaakje in orde brengen, waarmee ik slechts iemand kan belaste e( waarin ik een onbepaald vertrouwen stel. E fabrikant te Breslau, die ik sedert jaren ken als P fatsoeniyken, bekwamen en werkzamenman,is do een ongeluk in zyn zaken genoodzaakt geword' my geld ter leen te moeten vragen. Gaarne heb aan zyn verzoek voldaan. (Wordt vervolgd). JF Snelpersdruk - LANGÏVSLD k DB ROOIJ—TO H. A. C. _r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 4