Rookvleescli,
De eerste inaliteit Tar Wonson's KOPERYERF
Ontvanpi een fraaie collectie
VETTE VARKENS
CACAO
Een partij best Eekriet.
KLAVERHOOI in elke hoeveelheid,
Tar Wonson's KOPERVERF,
Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij.
ROTTERDAM E W Y 0 R K.
1.60 0.85 0.45
Verkrijgbaar bij D. DAALDER Mz. den Burg.
Feuilleton.
Te koop:
H.H. SCHIPPERS.
Damesen Heer en Koppen
Men vraagt te koop:
Makkum, C. DROS Az.
Heden Ontvangen:
IS'T FIJNSTE MERK,
GELD.
Te bevragen bij P. HIN, Noordkaap.
40 ct, per 5 Ons. P. LIEUWEN.
is bij ondergeteekenden verkrijgbaar voor
f 6.00 per bus, ft contant. Bij een of meer
kisten rabat. Aanbevelend,
J. VAN DER STERRE.
Haven, Texel. P. P. BRUIN.
benevens diverse andere artikelen. Laje prijzen.
Aanbevelend, D. C. DROS, Steenenplaats.
ft contant, mits geschikte prijs. Aanbieding wordt
ingewacht onder letter K. bureau dezer courant.
eerste kwaliteit, f 6.00 per bus.
een prachtige Collectie Petten, voor mannen,
jongens en kinderen, van de gewone tot in de
fijnste soorten. Voor de aanstaande Aanneming
een prachtige Collectie FANTASIE- en SLAPPEN
DEUK-HOEDEN, Zwarte Handschoenen, COR-
SETTEN en CORSET-KNIPPENde prjjzen zijn
buitengewoon laag gesteld, terwijl de qualiteit
prachtig is. A contant 5% korting.
Aanbevelend, TJEd. Dw. Dienaar,
Pil. VLESSING.
TE KOOP GEVRAAGD.
Adres: Texelsche Varkensslachtery S. DROS,
OOSTEREND.
AMSTERDAM
Afvaarten des Woensdags enZaterdags.
Nadere inlichtingen bijde N. A. S. M.
Afdeeling Passage, te ROTTERDAM,
by den Inspecteur v/h Noorden,
den Heer J. E. KROES te Groningen.
by den Inspecteur v/h Zuiden,
den Heer E. BOLSIUS te Oisterwijk.
en bjj de Agenten.
niet los (per ons) verkrijgbaar, maar uitsluitend in gesloten bussen.
De verkoop neemt dagelijks toe, want de prijzen zijn slechts
pr V, kilo bus pr i/4 kilo bus pr kilo bus.
Daarvoor wordt het beste en oplosbaarste geleverd wat te maken is.
prys voor CACAO betalen is dus onnoodig.
Een hoogeren
Roman door A. S.
36. Hoofdstuk XVI.
In den vroegen morgen had Bernard het voor
eenige dagen benoodigde linnengoed te samen gepakt
in een klein bundeltje, dat hy zelf naar het station
bracht, om daarna met den eersteD trein naar
Breslau te vertrekken.
Wat hy voornemens was, wist hy zelf niet, hy
liet zich, even als vroeger, geheel leiden door de
ingeving van het oogenblik. Slechts dit was hem
duideiyk: hy had behoefte aan rust en om alleen te
zyn. Hy moest zich ontdoen van de banden, die
hem aan het kasteel Elshout gebonden hielden, om
tot eene beslissing voor zyne toekomst te komen.
In Breslau droeg hy in de eerste plaats zorg voor
de opdracht van den heer van Elshout. Hy ontving
het geld en verzond het per aangeteekende brief
naar den heer van Elshout, te gelykertyd zond htj,
eveneens per aangeteekenden brief, het geld aan den
predikant Wildman. Hy lachte er om, toen hy het
geld daarvoor uit zyn borstzak te voorschyn haalde.
Het behoeft niet van een schryven vergezeld
te gaan, zei hy in zich zelf, terwyi hy de 5 lakken
aanbracht. Het is eene dwaasheid, dat ik het geld
zend, maar ik heb het nu eenmaal aan den heer
van Elshout beloofd.
Hy bracht hierop zelf de brieven naar het post
kantoor en wandelde daarna doelloos de straten
door, tot aan den tyd, waarop do middagtrein hem
naar het gebergte zou voeren.
Al wandelende zocht hy zyne gedachten eenigszins
by zyn toestand te bepalen; maar te vergeefs, het
leven, het gewoel in de straten bezorgden hem nog
te veel afleiding en eerst toen hy des namiddags
het eindstation van den spoorweg verliet, om de
voetreis door het gebergte te aanvaarden, gevoelde
hy zich eenigszins kalmer. De vermoeienis en de
noodzakelykheid zich lichameiyk in te spannen,
oefende eene weldadige invloed op hem uit. Tameiyk
laat kwam hy 's avonds in een klein logement aan,
waar hy zich na zyne vermoeiende wandeling
spoedig ter ruste begaf.
Door een verkwikkende slaap geesteiyk en
lichameiyk gesterkt, ontwaakte hy des anderen
daags 's morgens reeds zeer vroeg. Het weer was
overheeriyk, uitmuntend geschikt voor een tocht
door het gebergte en weldra bevond hy zich dan
ook weer op weg. Alles wat in den laatsten tyd
op 't kasteel voorgevallen was, kwam hem nog
eens voor de geest.
Zou hy weer naar het kasteel Elshout terugkeeren?
Hy was thans in staat daarover kalm na te denken.
Zyne positie aldaar had een knak gekregen, de
brief van den predikant Wildman had by den heer
van Elshout wantrouwen opgewekt, een toeval kon
hem aanleiding geven tot nieuwen twyfel, tot
nasporingen omtrent zyn verleden en wat dan Hjj
zou dan als een misdadiger met schande overladen,
het kasteel moeten verlaten.
Neen, aan zulk een gevaar mocht hy zich niet
blootstellenindien hy terugkeerde, zou hy den
heer van Elshout de volle waarheid moeten zeggen
en hy durfde die ontdekking niet afwachten. Maar
kon hy dit doen. Nog klonken hem de min vleiende
woorden in de ooren welke allen zonder onderscheid
omtrent Bernard van Olna gebezigd hadden. En
hen zou hy nu zeggen: „Ik ben de Bernard van
Olna, die gy gesmaad hebt. Was hy in staat de
tegen hem ingebrachte aanklacht te weerleggen?
Eenmaal had hy dit reeds gewaagd tegenover Lize,
maar ongeloovig had zy toen het schoone hoofdje
geschud, hoe verwonderd, ja hoe getroffen had zy
hem toen aangezien. Was niet de geheele aanklacht
gerechtvaardigd door de wfize, waarop hy vroeger
geleefd had en dan, was dan ook zyn verbiyf onder
een valschen naam op het kasteel, geen wapen tegen
hem?
Neen, hy mocht niet terugkeeren. Hy mocht
zich niet aan het gevaar blootstellen ontmaskerd te
worden, terwyi hem den moed ontbrak zelf zyn
schuld te beiyden. Maar wat moest hy dan
beginnen Bleef hem wel iets anders over dan
naar de ouderiyke woning terug te keeren?
Maar waarom zou hy dit niet doen Vroeger had
hem de gedachte, de belofte door zyn vader gedaan,
te vervullen, met afschuw vervuld, heden klopte
hem het hart stormachtig en stroomde hem het
bloed sneller door de aderen, als hy er aan dacht
Bertha eenmaal zyn bruid te kunnen noemen,
En toch aarzelde hy, toch kon hy niet tot een
besluit komen. Zelfs dan wanneer zyn geest
schynbaar geheel met Bertha vervuld was, doemde
er toch langzamerhand weer een ander liefeiyk
beeld voor hem op, dat hem met byna onweer-
staanbaren aandrang naar het kasteel Elshout trok.
Zyn leven zou hy willen opofferen voor een woord
van vergeving uit Lize's mond, voor een blik der
liefde uit hare oogen.
Hy kon maar niet tot een besluit komen. Drie
dagen lang dwaalde hy alleen langs de eenzaamste
paden, die sirchts hoogst zelden door pleizierreizigers
bezocht worden. De nachten bracht hy door in
zeer eenvoudige logementen, die hoogst zelden
reizigers huisvestenhy wilde het vermyden mis
schien een of andere Beriyner te ontmoeten, die
hem mocht herkennen. Tot dusverre was hem dit
zeer goed gelukt. Op den vierden dag van zyn reis
echter werd hy des namiddags by het afdalen van
een styl bergpad zeer onaangenaam verrast. Hy
daalde langzaam, diep in gedachten verzonken, af,
toen hy op eens uit zyn droomen gewekt werd door
een heldere, vroolyke stem:
Wel, goeden Hemel I Die grap is kosteiykj
Eergisteren hebben wy u met alle statie begraven en
heden tref ik u in levenden lyve hier aan:
Schrikkende werd Bernard uit zyne overpeinzingen
gewekt. Voor hem stond een oude bekende uit
Beriyn, een jong, ryk edelman, die hy dikwyis in
gezelschappen ontmoet had en die hem nader stond dan
zyne gewone bekenden. Hy had zich met den
prettigen, vroolyken jongenman, die lustig en
zorgeloos het leven genoot, gaarne onderhouden en
zelfs een zekere neiging voor hem gevoeld, daarhy
tot de weinige bekenden behoorde, die niet verdacht
konden worden van zelfzuchtige berekeningen te
koesteren.
De jonge edelman stond juist gereed, om in
gezelschap van een gids, den kant van het gebergte
te bestygen, een by de middaghitte zeer moeitevolle
onderneming. Een oogenblik was hy blyven staan,
om eens even zich het zweet van het gelaat te
wisschen en om even adem te scheppen, toen hy op
geringen afstand Bernard bemerkte, welke hy een
vroolyken groet toeriep. Voor een oogenblik had
hy zyne vermoeidheid vergeten. Met krachtige
sprongen begaf hy zich naar de plaats, waar Bernard
stond en schudde deze herhaalde malen de hand.
- Waarachtig, mynheer van Olnal riep hy
jubelend uit, dit is de grootste vreugde, die ik
sedert jaren gesmaakt heb. Ik heb niet aan uw
dood gedacht, daar ik je nog kort geleden in Breslau
gezien hebmaar toen de geheele wereld meende dat
uw iy k gevonden wastoen ik eergisteren uwe begrafenis
volgde, vermeende ik gedwaald te hebben en
betreurde ik uw dood. Nu, Gode zy dank, ik heb
toch geiyk gehad. Gy zyt niet dood, frisch en
gezond staat gy voor my. Ik zou u uit zuivere
biydschap om den hals kunnen vallen.
(Wordt vervolgd).
Snelpersdruk - LANG1VELD DB RQOIJ— Texel
BLOOKER's