f 10 belooning,
ZOMERMANTELS.
Be pont Tan let taentaM der liaaea-
ijjï ea iel van af de doorrij tot aan de
loeit, ia perceelen.
"uitverkoop.
Eeae fatsoenlijke DieostMe lieit ziel aaa.
VEEVERVOER,
a^*z
HERINNERING.
E. C. BERGMANN.
Publieke Verhooping.
Wegens verandering van zaken,
Kennisgeving.
dienstbode!
Jaarmarkt P URMEREND.
Information bij de Agenten cz. kuijper.
laterdag 29 April, 's morgens acht uur uit de haven.
Feuilleton.
GELD.
GROOTE AFSLAG.
Opnieuw ontvangen
Even als vorige jaren zullen de veebooten van den Heer
P. F. Holtzapfeel ter inlading gereed liggen in de haven
van Texel voor de bovengenoemde Jaarmarkt.
VERTREK DER BOOTEN
Het Bestuur van den polder Eijerland herin
nert belanghebbenden dat de SCHOUW over de
perceelslooten in den polder, loopende in de
richting van de duinen naar 't Kanaal, blijft
bepaald op WOENSDAG- 3 MEI aanstaande, en
dat dan tevens de vergraven hoofdwegslooten
zullen worden opgenomen.
Het Bestuur voornoemd,
D. C. LOMAN, Dijkgraaf.
J. P. NOORDIJK, Secretaris.
Ondergeteekende is ruim voorzien van Vloer
zeilen, in alle breedten en patronen23/< El
breedte 65 cent; 2 Els 50 cent; l1/, Els 40ct.
Groote voorraad Zeilen- en Wollen Loopers
een prachtige collectie Karpetten met bijpassende
Bedkleedjes. Komt eerst de voorraad bezien
voor u by een ander uw inkoopen doet; a contant
5% korting.
Pil. VLESSING.
voor die mijn jaarboekje der Hollandscüe Maat
schappij van Landbonw kan terecht brengen,
waar een BANKBILJET in is van f 100, en
belooning voor die eenige inlichting aangaande
deze kan aanbrengen, op nummer zal gelet worden.
MOLENSTRAAT No. 80.
eene groote collectie der f ij n s t e
Hotel „de Zwaan."
Het Bestuur van het Waterschap de 30 Gemeen
schappelijke polders zal op
ZATERDAG 39 APRIL 1893,
's morgens 10 ure bij het WEEZENSPIJK
publiek verkoopen:
Doe dus nu uw voordeel.
Met aanbeveling, J. J. KUIJPER.
Het Collegie van dagelijksch bestuur van het
Waterschap de 30 Gemeensch. Polders brengt
ter kennisse van de Ingelanden dat de Rekening
en Verantwoording over 1893 voorloopig is goed
gekeurd, ter inzage is nedergelegd ter Secretarie
van genoemd Waterschap van heden af tot den
6 Mei a. s., van 's morgens 10 tot 's namiddags
2 ure, de Zondagen uitgezonderd.
Texel, 20 April 1893.
Het Bestuur voornoemd,
J. J. ROEPER, Voorzitter.
S. KEIJSER Pz., Secretaris.
Adres te bevragen bureau van dit blad.
BURG, TEXEL,
April 1893.
47. Hoofdstuk XIX.
Dezen naam had een zoo komische klank, dat hfl
zelfs in dat ernstige oogenblik een lacbje op de
lippen van het omstaande dienstpersoneel riep, maar
't verdween dadelflk toen Van Dalen verheugd riep.
Hfl leeft. Ik heb zoo even duidelijk gezien
dat zijne lippen zacht bewogen. Wfl moeten hem
dadelijk een betere ligplaats verschaffen.
In de blauwe bovenkamer staat het logeerbed.
Pak aan luidjes, daar zullen wfl hem brengen;
maar voorzichtig.
H(j ging zelf zflne bedienden, die zich, volgaarne
bereid te helpen, om hem schaarden, met een goed
voorbeeld voor, daar hij voorzichtig het bovenlichaam
van den op den grond liggende optilde en dit met zijn
arm ondersteunde. Elize hielp hem daarbij, maar
zfl maakte gaarne plaats voor de twee sterke op
zichters, die, geholpen door den heer Van Dalen,
het stijve lichaam opnamen en dit, langzaam gaande,
iedere beweging zooveel mogelijk vermijdende, den
steilen trap op droegen naar de logeerkamer. Elize
ging naast de dragers, met zachte hand onder
steunde zij het hoofd van den verwonde en gaf er
geen acht op, dat het bloed, hetwelk nu sterker
uit de hoofdwonde begon te vloeien, haar kleed en
hand bevlekte, zij zag dit Z9lfs niet eens.
- Wfl moeten ten spoedigste geneeskundige hulp
inroepen, zei Van Dalen, toen de gewonde goed en
wel op het zachte bed lag uitgestrekt. Iedere minuut
is kostbaar.
Een bliksemstraal en eene onmiddelijk daarop
volgenden donderslag waren het antwoord op Van
Dalen's woorden, tegelijkertijd werd de regen door
den zich verheffenden wind in stroomen tegen de
rinkelende ramen geslingerd.
- Geen knecht zal het wagen in zulk een weer
naar Ostrowko te rijden, zei de opzichter Bemdal
op bedenkelflken toon. De weg is is bfl de heer
schende duisternis gevaarlijk. Wij zullen minstens
moeten wachten tot de bui voorbij is.
Ik vrees ook, dat er niet veel anders op te
vinden zal zijn, verklaarde Van Dalen, die aan het
raam getreden was en naar buiten keek en zijne
woorden schenen eene bevestiging te vinden in den
steeds toenemenden stormwind, een ontzettende
bliksemstraal en een niet minder verschrikkelflken
donderslag.
Het is onmogelijk, in dit weer waagt niemand
het naar Ostrowko te rijden, zei de opzichter Bernda
nog eenmaal.
Elize had zich tot dusverre slechts bezig gehouden
met den verwonde. Zij had de kussens van het bed
op de gemakkelijkste wijze gelegd en er voor gezorgd
dat de gewonde zoo goed mogelijk lag. Deze bezigheid
scheen haar zoo geheel en al in beslag te nemen
dat zij nauwelijks de in hare nabijheid gesproken
woorden hoorde. Eensklaps echter stond zjj op en
zei, zich tot den heer Van Dalen richtende, op den
meest kalmen toon,
ik ben reeds tweemaal naar Ostrowko geweest
en ken den weg heel goed. Ik zal daar heenrijden
en een dokter halen, indien u maar bevelen wilt,
dat dadelijk een rijtuig worde aangespannen.
U zoudt zelf willen gaan, terwijl het zoo
verschrikkelijk donker is, juffrouw Lize? Onmo
gelijk I
U vergeet, dat ik op het land ben opgevoed en
sedert mijn jeugd er aan gewend ben met een rijtuig
de moeielijkste wegen te berijden. Mijn oog is scherp,
mijn hand zeker. Ik ken deze weg en vrees noch
de duisternis, noch het weder. Een uur verlet kan
wellicht een menschenleven kosten, dat mogelijker-
wijze door spoedig aangebrachte geneeskundige hulp
nog te redden valt. Iedere minuut is kostbaar, u
hebt dat zelf gezegd, mijnheer Van Dalen. Ik zal
naar Ostrowko rijden en dat moogt u mij niet
beletten.
Met een van verwondering getuigenden blik zag
de heer Kamp het schoone jonge meisje aan, dat
haar koen besluit zoo kalm verdedigde, als ware
hier sprake van de gemakkelijkste zaak ter wereld.
Ik geloof werkelijk, dat u in staat zoudt zjjn
in dezen stormachtigen nacht te gaan rijden, mejuf
frouw, zei hij lachend, maar daarvan kan niets komen,
Ik zou, zonder schaamte te gevoelen, niemand meer
onder de oogen durven komen, wanneer ik zoo iets
toeliet. Ik zal rijden en den dokter halenop zijn
hoogst in twee uren kan hjj hier zijn.
U zjjt pas van de reis teruggekeerd, antwoordde
Elize.
Des te minder zal ik er last van hebben, wanneer
ik nog eenmaal door regen en wind ga. Ik ben reeds
zoo nat, dat ik niet natter kan worden. In twee
uren ben ik met den dokter terug.
Ook de opzichter Bemdal, schaamte gevoelende,
dat een jong meisje durfde wagen, hetgeen hfl voor
onmogelijk hield, bood zich thans aan den tocht
naar Ostrowko te ondernemen, maar Kamp bleef er
bfl dit zelf te doen. Elize weersprak hem niet, zfl
sou zich met genoegen hebben blootgesteld aan de
gevaren van de nachtelijke reis, om voor den xwaar
verwonde hulp te zoeken, maar zfl bleef ook eren
gaarne bfl dezen achter, ten einde hem te kunnen
verplegen.
Met de haar eigen kalmte verklaarde zfl bfl den
bewustelooze te zullen blflven, totdat de geneesheer
kwam. Zfl verlangde met dezen alleen gelaten te
worden en zelfs Klara, die zich aanbood om bfl de
verpleging behulpzaam te zfln, werd door haar af
gewezen.
Van Dalen wilde hierop eenige aanmerkingen r
makenzflns inziens kon het kamermeisje de lastige
verpleging op zich nemen totdat de arts was
gekomen en nadere maatregelen verordend waren,
maar Elize liet zich door niets uit het veld slaan
en vond ten dien opzichte bfl Bertha ondersteuning.
Laat zfl doen hetgeen door haar verlangd
wordt, zei deze met een spottenden en tegelijk boos-
aardigen blik het jonge meisje aankflkende, dat
zich weder over den gewonde gebogen had en
luisterde naar diens ademhaling. Het is eene behoefte
heurs harten hem te verplegen.
Gfl weet dat zfl reeds vroeger, toen zfl nog een
kind was, met haren onderwijzer in de muziek
dweepte. Oude liefde roest niet. Zfl heeft zfln
beeld in 't hart bewaard en hem dadelflk herkend.
Als zfl haren heer Vogelschrik wil verplegen, pastj
het ons niet tusschenbeide te komen.
Blozende richtte Elize zich op. Een vlammende
blik trof Bertha, hare lippen beefden, maar zfl verborg
haar misnoegdheid en onderdrukte het bittere haar
op den tong liggende antwoordmet een traan in het
oog wendde zfl zich af, toen Klara haar omvatte en
hartelflk kuste.
Ween niet, lieve Elize, fluisterde de kleine zich
innig bfl haar aansluitende. Schenk de boosaardige
geen vreugde door haar te laten zien, dat gfl uj
gekrenkt gevoeld.
Ook Van Dalen gevoelde zich beleedigd door Bertha's
boosaardige opmerking. Onwillekeurig moest bfl
terugdenken aan het onaangenaam onderhoud, het-J
welk hfl eenige uren te voren met zflne vrouw
gevoerd had en waarbfl hfl denzelfden toon gehoord,
dezelfde blikken waargenomen had. Niet zoo
hartelflk als gewoon was zfln toon, toen hfl eenigzins
opgewonden zei:
Gfl moet in zulke oogenblikken niet schertsen
Bertha. Kom, wfl willen juffrouw Lize niet storen
bfl haar werk van barmhartigheid, onder geen beter
toezicht dan het hare kunnen wfl den ongelukkige f
laten.
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGEVKLD ft DB ROOIJ T«fW