Ck J. 0.5. DIKK1BS, I 12 Broedeieren
Een beste jarige STIER,
Een klein zwart Paard,
h
Een ERF en een perceel WEILAND,
CARNOT
BZ' mt P- C. KOORN.
beschikbaar op „Aurora"
de driejarige zwarte Hengst,
Donderdag 18 Mei
Vertrek uit de haven van Texel, Donderdes s moryens zeven uur.
Feuilleton.
GELD.
Beschikbaar
Nieuwe BotU Courant
Haarlemsche Courant
Uilenspiegel
TE KOOP:
PLUTO II,
GROOTE AFSLAG.
liggen de veebooten van den Heer P. F. Holtzapffel
ter inlading gereed voor het vervoer van Lammeren
van TEXEL naar LEIBEN
IHF" Even als altijd zijn de Lammeren geassureerd voor
alle mogelijke risico's gedurende het vervoer, behalve sterfte,
natuurlijken dood.)
Informatie bij de Agenten S^koorn^'
Notaris te Texel,
zal op ZATERDAG 13 MEI 1893,
'3 avonds 8 uur, in het Wapen van Amsterdam
te OOSTEREND OP TEXEL,
PUBLIEK VERKOOPEN:
in den polder Oosterend op Texel, Sectie B
No. 278, groot 8.40 Aren en No. 1533 groot
1.06.70 H.A.
Eigendom van w\jlen PIETER NANNINGS.
DEKGELD f 1.75.
Oost, Texel. P» A BRANS.
Wij hebben leesuren open op
Leesgeld t 1.50 per 3 maanden
Leesgeld 75 ets. per 3 maanden
van rasz. onverw. zwarte leghorns, verkrijgbaar
bij C. EELMAN Az. Pijpersdyjk, a f 1.00 na
ioezending postw. f 1.20 franco huis.
Leesgeld 25 ets. per 3 maanden.
LANGEVELD DE ROOIJ
N. P. St. No. 54,
zes maal bekroond, is van af heden ter dekking
beschikbaar. Dekgeld f 10.-, met drachtig f
bij A. BAKKER, Stalhouder.
is na 4 Mei 1893, op de bekende voorwaarden
in EVERSTEKOOG op Texel.
ia alle werkdagen t6r dekking
beschikbaar op de hofstee WELTEVREDEN; en
op de hofstede MELLE, in den polder Eijerland,
Dekgeld 5 Gulden.
Ondergeteekende is ruim voorzien van Vloer
zeilen, in alle breedten en patronen2 L ei
breedte a 65 cent; 2 Els 50 cent; 1 Els 40ct.
Groote voorraad Zeilen- en Wollen Loopers,
een prachtige collectie Karpetten met bijpassende
Bedkleedjes. Komt eerst de voorraad bezien
voor u bij een ander uw inkoopen doet; a contant
5°/. korting. pht VLESSING.
51 Hoofdstuk XXI.
- Vrouwtje wat oordeelt gü weer onvriendelijk
en onrechtvaardig, zei van Dalen op verwijtenden
toon.
- Natuurlijk, ik ben onrechtvaardig; mejuffrouw
Lize is, zooals van zelf spreekt, het toonbeeld van
een edelmoedige, barmhartige jonkvrouw 1
Welke bijbedoelingen zou zij gehad kunnen hebben
De arme gouverneur Vogelschrik zou zij natuurlijk
met dezelfde liefde en opoffering verpleegd hebben,
als de rfjke grondbezitter.
- Ik geloof u geen aanleiding gegeven te hebben
tot het bezigen van dergelijke beleedigende woorden,
zei Elize, veroorloof mij, dat ik mij 'naar mijn kamer
begeef, totdat gij kalmer geworden ztJt en recht
vaardiger zult kunnen oordeelen.
- Gü bedoelt zeker tot den tijd, dat de heer Van
Oina zich aan ons zal voorstellen vroeg Bertha
bits. Natuurlijk wilt gü toilet maken om hem te
begroeten, en zfjne dankbetuigingen voor de liefde
rijke verpleging in ontvangst te nemen.
- Ik zal hem niet zien, daar ik mijne kamer
niet verlaten zal, zoolang de heer van Olna zich
hier in huis bevindt.
- Opdat hij u daar zal komen opzoeken! Gij
wilt hem voor u alleen hebben en dan moet hij er
u natuurlijk voor bedanken, dat gij den geheelen
nacht aan zijn bed vertoefd hebt. Klara blijft hier
en zal natuurlijk niet nalaten al uwe goede eigen
schappen op te sommen.
- Klara zal zeker wel zoo vriendelijk willen zijn
mij naar mijne kamer te vergezellen.
- Ja, ik ga mede en blijf bij u, zei Klara, Elize
omarmende en hartelijk kussende. Gü zult niet
alleen weenen over de beleedigingen met welke
Bertha u overstelpt, mijne liefde zal u troosten.
Geef aan de boosaardige in 't geheel geen antwoord
meer, zij verdient niet, dat gij nog vriendelijk jegens
haar zflt.
Zt) greep Elize's hand en trok haar met zich
voort, hare schoonzuster, die haar met fonkelende
oogen nazag, gunde zi) niet eens een blik tot
Van Dalen, die aan de woordenwisseling tusschen
zijne vrouw en Elize geen deel genomen had, ging,
terwijl deze gevoerd werd, in de galerij op en neder.
Ieder woord, dat Bertha tot Elize sprak, sneed hem
door 't hart. Hoe giftig en boosaardig klonken haar
aanmerkingen. Hij kon het Klara niet kwalijk
nemen, dat zij partij trok voor Elize en vond het
zeer vergeeflijk, dat zij dit op eene voor Bertha
beleedigende wijze deed. Hij zou met in staat zijn
haar daarover te berispen, daar hij niet minder
verstoord was over Bertha's handelwijze, dan zij.
- Ik had nooit gedacht, dat gij zoo liefdeloos
zoudt kunnen zijn, zei hij treurig, toen hij zich met
Bertha alleen bevond.
Deze hoorde dit wel, maar gaf er geen acht op.
In gedachten verzonken keek zij voor zich uit.
Eensklaps haren echtgenoot scherp aanziende vroeg
zij:
- Hebt gü den heer Van Olna gezegd dat Elize hem
verpleegd heeft?
- Neen, dat heb ik vergeten. Ik was zoo verrast
hem weder bi) zijn volle bewustzijn te vinden en
hem te hooren verklaren, dat h(j Bernard Van
Olna heette, dat ik geheel vergeten heb hem zelfs
van Elize te spreken, ons onderhoud was ook maar
kort.
- Verontschuldig u toch niet, gü hebt juist goed
gehandeld. Van Olna mag niet te weten komen,
dat Elize zich in ons huis bevindt.
Gü kükt mü verwonderd aan? Ik zal u de ver
klaring geven. Ik wil niet hebben, dat in müns
woning een schandaal verwekkende liefdehandel
wordt afgespeeld, die reeds voor vier jaren, toen
Elize nog een kind was, in het kasteel Elshout
aangevangen is. Ik heb toen ter tüd Elize nauw.
keurig in het oog gehouden, en zü wist het, dat ik
haar doorgrondde, daarom heeft zü mü zoo bitter
gehaat. Ik dacht werkelük niet, dat het de rüke
heer Van Olna was, naar wien het stoutmoedige,
behaagzieke schepsel haar netten uitwierpin müne
dwaze onbevangenheid meende ik, dat Elize op den
gouverneur verliefd was, maar eerst door hare
onbedachte uitroep „HU is het, ik wist dit reeds;
lang I" zün mün oogen open gegaan. Thans is het
mü verklaarbaar, waarom zü, zooals zü mü zeil
verteld heeft, voor den gouverneur Vogelschrik
slechts spot en verachting had, zoolang zü in de
meening verkeerde, dat hü een onbeduidend arm
mensch was 1 Toen zü zeker wist, dat de gouverneui
de toenmaals nog voor mü bestemde rüke heer Van
Olna was, die de vreemde kleeding had aangetrokken
om mü, zonder door mü gekend te worden, te leerei
kennen, verdubbelde haar tegenzin in mü, en deze
groeide aan tot haat, toen zü zag, dat ik begreep
wat zü in haar schild voerde. De onwillekeurige
uitroep: „Hü is het 1" heeft mü dat alles duidelijk
gemaakt. Nog meer 1 Thans begrüp ik ook, waarom
Elize, ofschoon zü mü heden even doodelük haat ali
vroeger, toch aan uwe uitnoodiging heeft voldaai
om de gouvernante van Klara te worden. Zü hai
zeker minstens tien goede betrekkingen kunnei
bekomen en toch heeft zü die in ons huis aangt
nomen, om dat het valsche schepsel weet, dat Van Oln
in onze nabüheid woont, omdat zü hoopte den reed
voor 4 jaren aangevangen liefdehandel weder t
kunnen vervolgen. Daarom heeft zü er ook o
aangedrongen den gewonde te mogen verplegei
daarom heeft zü onvermoeid den geheelen nach
aan zün bed gezeten en dit eerst verlaten, toen t
haar door Klara aan het ontbüt liet roepen. O, i
doorzie thans de plannen van het valsche schepif
geheel en al. Maar zü zal zich bedriegen. Haa 1
slim overlegd plan zal niet tot uitvoering komen.
I Al meer en meer werd het Van Dalen te moedi
terwül züne schoone vrouw met eene büzonder-'
radheid van tong de meest grove beschuldiging!
tegenover Elize uitte. Voor de eerste maal bespeui
hü, dat haar schoon gelaat eene uitdrukking b
hebben, die hem in het geheel niet beviel;
om den fünen mond een valschen trek speelde,
hare donkere, mooie oogen een recht boosaardi
blik konden uitzenden. Hugo gevoelde zich z
gekwetst door Bertha's woorden, maar hü was
goedmoedig en toegevend om ernstig boos
worden.
- Ik begrüp u niet, vrouwtje, zei hü som
Hoe kunt gü zoo boos en liefdeloos oordeelen en
aan zulke dwaze denkbeelden overgeven?
Het is geen inbeelding, antwoordde Berl
driftig. GÜ zelf kunt u van de waarheid overtuig
wanneer gü de oogen wilt openen en u niet li
verblinden door uwe goedmoedigheid.
Maar Elize's plan zal niet gelukkenik ben
den ongelukkigen heer Van Olna verschuldigd b
te waarschuwen, dat hü niet in de strikken van
siuwe meisje verward raakt. Wü hebben ons beidt
een zwaar onrecht tegenover hem te verwüten,
zullen wü thans goed maken, door hem te bew.'
voor het ongeluk het offer van Elize's vree:
kunsten te worden.
- Ik begrüp je niet meer, Bertha. Wat hebb
wü beiden ons wel ten opzichte van den heer Vl
Olna te verwüten
{Wordt vervolgd.)
V(
ie
ij
iê
Be
Snelpersdruk LANGEVELD Se DX ROOU—
oc