Finale Uitverkoop Puik RODKVLEESGH, W. J. Lanimli Pz, A. DROS Albzn. De Coeksdorp. TOUWWERK. Manufacturen, Hoeden en Petten, Photografie Instantanée. Nederlandseh-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. -NEW-YORK. Woensdagse» Zaterdags. Donderdag 1 Juni Vertrek uit de haven van Texel, Donderdag 's morgens acht uur. Feuilleton. GELD. E. Haakman. verkrijgbaar bij K. pereboom. GROOTE AFSLAG. liggen de veebooten van den Heer P. F. Holtzapffel ter inlading gereed voor het vervoer van Lammeren van TEXEL naar LEIDEN. yiy* Even als altijd zijn de Lammeren geassureerd voor alle mogelijke risico's gedurende het vervoerbehalve sterfte natuurlijken dood.) Informatie bij de Agenten J'; IJ' koimiV'' ia ruim voorzien van late qualitc-it in verachillende dikte. DIVERSE SOORTEN. van alle nog voorhanden tegen veel verminderde prijzen. per 5 ona 40 cent, Warmoesstraat B 396. Ondergeteekende is ruim voorzien van Vloer zeilen, in alle breedten en patronen; El breedte 65 cent; 2 Els 50 cent; 1 Va Els 40 ct. Groote voorraad Zeilen- en Wollen Loopers een prachtige collectie Karpetten met bijpassende Bedkleedjes. Komt eerst de voorraad bezien voor u bij een ander uw inkoopen doet; a contant 5% korting. Ph. VLESSING. met 20 tot 30% korting. VoortsDames en Heeren Horlogiën in goud, zilver en nickel, benevens alle in het vak voor komende artikelen in ruime keuze voorhanden. Billyke prijzen. Reparatie spoedig en net. G. D. KIKKERT, Goud- en Zilversmid, Gravenstraat. Het atelier ia iederen ZONDAG geopend van 'a morgens 11V2 'a namiddags 3 uur. Op Werkdagen indien men hier van vooraf kennis geeft. Photograaf. BURG OP TEXEL. ROTTERDAM AMSTERDAM Afvaarten des Nadere inlichtingen bjjde IV. A. S. M., Afdeeling Passage, te ROTTERDAM, by den Inspecteur v/h Noorden, den Heer J. E. KROES te Groningen. by den Inspecteur v/h Zuiden, den Heer E. BOLSIUS te Oisterwijk. en by de Agenten. Roman door A. S. 64 Hoofdstuk XXIII. - Ik moet u om verschooning verzoeken, mynheer Van Olna, zei Springer toen de dokter zoo zonder complimenten de kamer verlaten had; ik hebeigen- machtig, zonder uwe toestemming de dokter, die juist hier moest zyn, by u gezonden, want ik hield dit voor myn plicht, u kwam my zoo vermoeid voor en - Geen verontschuldiging, beste vriend, gy hebt myn wenschen voorkomen. Ik voel zelf, dat ik behoefte heb aan de hulp van een dokter, en ik geloof, dat de kleine man my de juiste geneesmiddelen heelt voorgeschreven, want nu, als ik kalm in myn leunstoel zit, zyn de duizeling en de hoofdpyn verdwenen. Ik moet zyn raad wel volgen en myn ongeduld beteugelen, om in uw gezelschap eene wandeling over myne bezitting te maken. Ik hoopte dan eens recht vertrouweiyk met u te kunnen praten, daar ik u eene verklaring schuldig ben, dat ge uw ouden bekende, Vogelschrik, zoo plotseling ziet veranderd in den henr Van Olna; maar die verklaring zult gy toch bekomen, al kan ik haar dan ook niet op eene wandeling geven. Neem plaats, beate vriend, en houdt my een poosje gezelschap. Wy zullen elkander dan eens verhalen wat er in ons leven gebeurd is gedurende de vier jaar, dat wy elkaar niet zagen. Springer voldeed bereidwillig aan de vriendeiyke uitnoodiging. Met groote spanning verwachte hy de mede- deelingen, die hem het raadsel zouden oplossen, waarover hy gedurende de laatste uren voortdurend had nagedacht. Wel had hy vroeger reeds vermoed, dat Vogelschrik iets anders moest zyn, dan gewoon gouverneur, maar toch zou hy er nooit toe gekomen zyn, zoo verklaarde hy, te denken, dat de op Elshout zoo veel en dikwyis ongunstig besproken heer Van Olna onder de vermomming van gouverneur eenige weken op het kasteel Elshout had doorgebracht. Bernard legde zich met den rug tegen de leuning van zyn stoel. Hy zweeg aanvankeiyk en scheen in gedachten verzonken te zyn, maar spoedig daarna begon hy zyn levensgeschiedenis te verhalen. Alles wat door hem beleefd was en hy maar dacht, dat Springer eenigszins belangs kon inboe zemen, werd door hera verhaald. En zoo ziet u my nu hier, besloot Bernard zyn verhaal, wel met een verbonden hoofd, doch niet met gebroken ledematenontkomen aan den dood, die myn ongelukkige koetsier by het vallen van den dam gevonden heeft en door de zorgvolle en liefde volle verpleging van mevrouw Van Dalen wederge geven aan het leven, een nieuw leven, waarin gy, vriend Springer my met raad en daad zult ter zyde staan. i Ik heb u oprecht en eeriyk alles verhaald, het was my eene behoefte u, die in voor my moeieiyke tyden getoond hebt een oprecht vriend te zyn, de volle waarheid te zeggen; het is my niet gemakkeiyk gevallen, want als ik heden terugdenk aan de door het geluk ongelukkig gemaakte Bernard Van Olna, die gy in het kasteel van Elshout als gouverneur hebt leeren kennen, komt my het schraamrood op de wangen. Slechts een goede eigenschap had deze gouverneur. Hy was niet ydel en toen hy zich voor de eerste maal in zyn leven bevond in een kring van edele en goede menschen erkende hy zyn eigen jammeriykheid. Hy was zulke vrienden niet waardig, maar de wensch dit te worden ontwaakte in hem. Hierdoor kreeg zyn leven weer eenige bekooriykheid voor hem. Van u, vriend Springer en vooral van den voortreffe- ïyken heer Van Elshout, leerde ik, welk een geluk er ligt in den arbeid. U hebt my liefde ingeboezemd voor den landbouw en hebt den lust, om uw voorbeeld te volgen, opgewekt. Door my door bemiddeling van een goede kennis te verhuren als onderopzichter op een klein landgoed, waar ik met van 's morgens vroeg tot 's avonds laat te werken, kost en inwoning, benevens nog een klein jaargeld verdiende, heb ik met myne vroegere levensgewoonten gebroken. Eerst toen gevoelde ik hoeveel er aan myn kennis ontbrak om myn eigen landgoederen te kunnen besturen. Ik beloofde my zelt niet eerder naar Plagnitz te zullen vertrekken, dan nadat ik my zelf bewust zou zyn voldoende kennis te bezitten. Naar dit doel heb ik rusteloos gestreefd, en vier f< jaren heeft het geduurd eer ik het eindeiyk na zwaren onafgebroken arbeid bereikt haddie arbeid echter is voor my een zegen geweest, aan hem heb lk het te danken, dat ik een droef verleden vergeten kon en met goeden moed een nieuw leven beginnen. En nu is myn verhaal ten einde. U kent myn leven tot op heden, nu wil ik echter ook van u hooren, hoe het met u is gegaan. U zult my van u zelf en ook van al de lieve menschen vertellen, by wie ik eenmaal een korten tyd innig gelukkig en later weder diep ongelukkig ban geweest. Ik stel op den voorgrond, vriend Springer, dat gy zeker met den heer Van Elshout in verbinding gebleven zyt, ook zelfs nadat gy om voor my onbekende redenen de betrekking van opzichter by den heer Van Elshout hebt nedergelegd. Eene grenzelooze verwondering viel op Springers gelaat te lezen, toen Bernard op deze wyze naar de familie Van Elshout informeerde. Versta ik u goed, mynheer Van Olna? vroeg hy, dus weet u niets, in 't geheel niets van hetgeen ongeveer drie maanden na uw vertrek uit het kasteel Elshout is voorgevallen? Neen, volstrekt niet, antwoordde Bernard. Toen ik besloten was een nieuw leven aan te vangen, heb ik by my zeiven de belofte afgelegd geheel te zullen breken met myn verleden en zelfs de her innering daaraan had ik willen vernietigen indien zulks mogeiyk geweest ware. Dit nu gelukte niet. Ik moest, tegen myn wil dikwyis terugdenken aan het kasteel Elshout en zyne bewoners, maai ik vermeed het met opzet die herinnering op te frisschen, door naar de familie Van Elshout te informeeren. Het toeval heeft my gisteren weder eensklaps in het verledene teruggevoerd n. 1. toen men my in het huis van mevrouw Van Dalen bracht die ik als mejnffrouw Bertha Van Mallenkorf in het kasteel Elshout had leeren kennen. Toen is in met onweerstaanbare kracht de begeerte opgekomen eindeiyk weer eens iets te hooren van al de lieve menschen, waaraan myn hart nog altyd hangt niettegenstaande ik alle mogeiyke moeite heb gedaan hen te vergeten; Thans, na verloop van vier jaren, kan ik, zondei my zelf ontrouw te worden, de my zelf gegevei belofte als ongedaan beschouwen. Ik ben my bewust de kracht te bezitten hel verlangen naar het verleden te onderdrukken, ik d' my met de herinneringen daaraan bezig houd zonder my weder teruggetrokken te gevoeleihii naar al de ellende van myn vroeger leven. Daar hebt ge de verklaring zoowel van my ml: ontwetendheid welke u zoo groote verwondering^ schynt te baren, als daarvoor, dat ik u verzoek veel, zeer veel van de familie Van Elshout te ver tellen, van alle leden dier familie, van den heer ent mevrouw Van Elshout, en van juffrouw Lize en myt lieveling, de kleine Frits. Ja ook zelfs van dfli| luitenant, want alles, wat boezemt my belang in. ge my vertellen kunt (Wordt vervolgd Snelpersdruk - LANÖBVELD DB BOOIJ—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 4