Verpachting van Jacht.
Alleenverkooper op Texel J. D. WITTE,
MantelsMantelsMantels
E E
Eureka."
de JACHT, waaronder ook is
begrepen de konijnenvangst op
het eiland Vlieland,
De echte Deensche Boterkleursel,
Puik best Koevet,
bij je 5 pool 25 cents per 5 ons, a contant.
Wegens plaatsgebrek.
Beste Am. Petroleum bij 5 kan 26 ct.
Humber-Saf met cushr. handen,
A. DROS Albzn. De Cocksdorp.
TOUWWERK.
Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij.
-NEW-YORK.
Woensdags en Zaterdags.
Feuilleton.
NAAIMACHINES
mérk
Probeert:
GEVRAAGD:
Te koop gevraagd
GELD.
De Ontvanger der Registratie en Domeinen te
Texel zal op WOENSDAG 14 JUNI 1893 des
morgens om 12 uur ten zijnen kantore (den Burg)
publiek bij inschrijving verpachten:
in 4 perceelen op het terrein uitgebakend,
breeder bij billetten omschreven, voor een jaar,
ingaande 1 Juli 1893.
Billetten op zegel, bevattende namen, voor
namen, woonplaatsen van pachters en borgen,
en geboden som in letters in te leveren vóór
11 nur des morgens van den verpachtingsdag
ten kantore van voornoemden Ontvanger.
De voorwaarden der verpachting met perceels
beschrijving zijn tegen betaling van 10 cent
verkrijgbaar bij de Ontvangers der Registratie
te Texel en H a r 1 i n g e n, en liggen aldaar
en op de Secretariën der gemeenten Vlieland
en Terschelling ter lezing.
Inlichtingen geeft de Ontvanger te Texel.
WEVERSTRAAT 152.
fabrieksmerk De Gekroonde Oude Gaper.
Onovertroffen in gebruik.
WEVERSTRAAT 152.
WEDERVERKOOPERS RABAT.
J. P. KIKKERT.
SCHOONMAKEN EN HERSTELLEN VAN
bij W. L. BAKKER Lzn.,
OOSTEREND.
Dames die noch niet voorzien zijn van een
Zomermantel, zijn thans in de gelegenheid bij
mij voor ongekend lage prijs een prachtige
collectie te vinden. Alsook een prachtige
collectie avonddoeken voor de a.s. Kermis.
Ontvangen een partij MOUSELIEN en
KATOENTJES, nieuwste patronen en lage prijzen;
a contant 5% korting.
Waalderstraat. Ph. VLESSING.
5 pond groene zeep 45 ct.
5 gele 50 ct.
Wed. J. BROUWER, OOSTEREND.
1 Ons
Pc 25 Cts.
e
Hoofdacsntaobap: Reguliersdw. str. 48 Amst.
Te den Burg Wed. Jb. EELMAN.
voor een groot gezin, liefst R. C.
Adres lett. S. Boekhandel J. C. DEBUISONJE
en ZOON, Nieuwediep.
Een weinig bereden liefst
den prijs van f 70.— niet te boven gaande.
Br. fr. lett. V. aan het bureel van dit blad.
is ruim voorzien van 1ste qualiteit
in verschillende dikte. DIVERSE SOORTEN.
ROTTERDAM
AMSTERDAM
Afvaarten des
Nadere inlichtingen bijde N. A. S. M.
Afdeeling Passage, te ROTTERDAM,
b|j den Inspecteur v/h Noorden,
den Heer J. E. KROES te Groningen.
bij den Inspecteur v/h Zuiden,
den Heer E. BOLSIUS te Oisterwijk.
en by de Agenten.
58 Hoofdstuk XXHI.
Dat zou ontzettend zynIn ieder geval durf ik
thans noch hem, noch zyne vrouw of dochter
storen.
Als zfln hoofdopzichter rust op my de plicht er
voor te zorgen, dat de middelen tot wederopbouw
van het kasteel ten spoedigste worden genomen. Ik
reis daarom naar Breslau ten einde kennis te geven
van het gebeurde by de brandwaarborgmaatschappy
en persoonbyk de noodige formaliteiten te vervullen.
Maar daar valt my in, dat heden de betaling voor
de aangekochte goederen moet plaats hebben en
het koopcontract definitief afgesloten moet worden.
Myn neef kan dit zelf thans natuuriyk niet doen.
Heeft hy u de opdracht gegeven de betaling te
doen of zal ik het uitvoeren Dan moet u naar
Breslau reizen, om bericht te geven van de plaats
gehad hebbende brand.
Hy wilde te sluw zyn en verraadde zich dien ten.
gevolge zelf. Had ik nog kunnen twyfelen aan zyn
schuld, thans was ik er volkomen van overtuigd.
Hy wist het, evengoed als ik, dat, na het uitbreken
van den brand niemand meer in staat was geweest
door te dringen tot de zitkamer van den heer Van
Elshout, waar het geld bewaard werd. Hy moest
weten, dat het geld, voor de betaling der landgoe
deren bestemd, verbrand was en er dus van het
definitief afsluiten van het koopcontract geen sprake
kon zyn. Waarom noodigde by my uit naar Breslau
te gaan? Blykbaar om my te doen gelooven, dat
hy van het geld niet in 't minst af wist. Hy
wilde naar Breslau reizen, zeker om het in zekerheid
te brengenhy droeg het by zich, daarvan was ik
overtuigd. Zou ik hem met zyn buit laten vertrekken
Nog was wellicht de gestolen som, het erfdeel van
Lize, te redden, maar slechts door eene handeling
van geweld, Wanneer ik hem, goed in de oogen
kykende, beschuldigde, dat hy de dief en brand
stichter was, wanneer ik de beide knechts, die juist
uit de dorpsstraat te voorschyn kwamen en die ik
wist, dat my gehoorzamen zouden, te hulp riep)
wanneer ik hen beval den brandstichter te vatten,
wanneer ik met hun hulp hem overweldigde en
zyn zakken doorzocht, dan moest ik het gestolen
geld by hem vinden. Dit was een daad van geweld,
k had geen recht daartoe maar zy was het eenige
middel om den dief te verhinderen zyn buit in
veiligheid te brengen.
Pakt den luitenant, houdt hem vast, hy is de
brandstichter 1 riep ik de beide knechts toe, die
groetende voorby wilden gaan. Slechts een oogenblik
aarzelden zy, maar toen riepen zy opgeruimd als 't
ware uit een mond
„Dat hebben wy al dadeiyk gedacht," om zich in
't volgende oogenblik op den luitenant te werpen
en dezen met yzeren vuisten aan te grypen. Hy
verweerde zich krachtig, in wilde woede sloeg hy
op zyn aanvallers los en ook naar my, daar ik
de knechts ter hulp kwam. Hy zei geen woord,
maar stiet slechts een wilde kreet uit, toen hy,
door onze gezameiyke krachten overmand, een
minuut later op den grond lag.
Het geschreeuw en de stryd hadden verschillende
daglooners uit hunne woniDgen gelokt, waarheen
zy zich begeven hadden ten einde uit te rusten
van den vermoeienden arbeid door hen in de afgeloopen
nacht verricht. Geen hunner trok party voor den
luitenant en toen ik ook hen toeriep, dat deze de
brandstichter was, bevond zich niemand onder hen
die dit in twyfel trok; des nachts reeds hadden zy
elkaar reeds meermalen toegefluisterd hetgeen ik
hen thans mededeelde. Ik gaf hen bevel een paar
touwen te halen om den aangehoudene te binden,
aan welk bevel met vreugde werd voldaan.
De luitenant werd gekneveld; de armen werden
hem onbarmhartig op den rug samen gebonden
en vervolgens liet ik hem naar de meest nabyzynde
boerenwoning brengen, want in het huis van den
predikant wilde ik hem niet doorzoekenik vreesde
ook, dat de tyding van den gewelddadigen maat
regel, dien ik genomen had, den heer Yan Elshout
ter oore zou kunnen komen.
De luitenant had gedurende de geheele handeling
geen enkel woord gesproken. Hy zweeg ook, toen
hy door de knechten met ruw geweld in de woning
werd geduwd, en bleef volharden in zyn zwygen,
toen ik hem verklaarde, dat ik hem zou fouilleeren,
ten einde hem het geld te ontnemen, hetwelk hy
gestolen had. Slechts een blik, waaruit woede en
doodeiyke haat spraken, wierp hy my toe.
Ik doorzocht ieder stuk van zyne kleeding, niet
een vergetende, van het geld vond ik echter geen
spoor. Indien hy dit gestolen had, was het door
hem op eene andere plaats geborgen.
Ik had met te veel overyling gehandeld. De
smadeiyke daad van geweld was te vergeefs begaan.
Doordrongen van diepe schaamte stond ik voor den
gebonden.
Maak de touwen los waarmede de luitenant
gebonden is, beval ik den lieden, die nieuwsgierig
naar my gekeken hadden, terwyi ik al de zakken
van den luitenant doorzocht. Zy waren zeer
bereidwillig geweest by het bevel den luitenant te
binden, thans echter morden zy en geloofden niet
aan zyn onschuld, ook toen ik hen verklaarde dat
ik myne beschuldiging moest terugnemen, daar
myne verdenking ongegrond was geweest. Ik moest
myn bevel meermalen herhalen, eer myn helpers
daaraan voldeden; aarzelend verlieten zy toen de
woning waarin ik alleen met den luitenant achterbleef,
Nog steeds had hy geen enkel woord gesproken
zoo min toen ik hem onderzocht als by zyne be
vrijding. Thans stond hy voor my met over
elkander geslagen armen en my met een somberen blik
beschouwende.
Gy zyt het dienstwillige werktuig van myn
neef geweest of van mevrouw Van Elshout,
die my steeds gehaat heeft en in wier hersenen
eene waanzinnige gedachte is opgekomen, waarvan
ik het slachtoffer ben geworden, zeide hy
Ik wilde hem in de reden vallen en zeggen dat
hy zich vergiste, maar hy voegde my toe
Zwyg I Ik verlang van u geene verontschuldiging
Waart ge een edelman, dan zoudt gy my genoeg,
doening moeten geven voor de onwaardige mtj
aangedane behandeling, maar gy kunt my niet
beleedigen. Zeg tegen mevrouw Van Elshout dat
van heden af iedere band van bloedverwantschap
tusschen my en haar voor altyd verdwenen is
Mevrouw Van Elshout weet niets.
Spaar je het uiten van leugens. Ik geloof u
niet. Ik ken myn aartsvyandin, mevrouw Van Elshout
en Lize, zy zullen nog wel eens aan my denken
De luitenant wierp, terwyi hy voorbyging, my eet
verachtelyken blik toezonder nog eenmaal naai
my om te zien, verliet hy het huis. Diep beschaami
moest ik hem laten vertrekken; ik durfda hem niet
terughouden.
Ik gevoelde my genoodzaakt den heer Van Elshout
myne treurige overhaasting mede te deelendat wai
voor my een zwaar werk, maar ik moest het doei
en begaf my daarom weder naar de woning van i~.
predikant. Ik kwam helaas te laat, de heer Vai
Elshout had voor altyd de oogen gesloten.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOIJ Ttsu
I
GeATr»d«
Mtrk.
JAVA PBCCO SOUCHON
h 30 oent per ons.
fiOtrCHON CHINA THEE
36 oent per ons.