Buitenland. In het IJ voor het We ster hoofd te Amsterdam, zija Zaterdagmiddag vier kindoren uit een roeischuitje te water gevallen. Twee hunner werden geredde beide anderen ver dronken. Het ongeluk was te wijten aan de onvoorzichtigheid der beide oudsten, die op de bekende wijze met het bootje zóó sterk „wiegelden", dat het ten laatste omsloeg. Sedert enkele dagen is bij de brandweer te Amsterdam, een zeer yractisch werktuigje in gebruik genomen. Het is een klein elec- trisch gloeilampje dat in het knoopsgat van de jas kan worden gedragen en dat gevoed wordt door een droge, draagbare batterij. Het toestelletje is zeer doelmatig en moet hoofdzakelijk dienen om onderzoekingen te doen daar, waar men niet met licht kan werken; wanneer bijv. ergens een gasontploffing heeft plaats gehad, kan men, zonder eenig gevaar, met dit electrische lampje de gasleiding onderzoeken. Telkens wanneer de brandweer uitrukt, wordt het toestelletje meegenomen. Door gebrek aan werk zijn teMidwolda van gemeentewege een 70 tal arbeiders aan 't werk gezet. De slooten langs tweewegen worden uitgegraven, on deze met de uitge worpen aarde opgehoogd. Te Haarlem heeft zich op aansporing van dr. van Deventer, directeur van het krankzinnigengesticht Meerenberg, eene Noord- hollandsche Yereeniging „Meerenberg" opge richt, waarvan de leden (dames) wekelijks persoonlijk aan de onvermogende verpleegden in genoemd gesticht bloemen en vruchten brengen en de zalen, waarin de verpleegden verblijf houden, van enkele sieraden voorzien zullen, om deze daardoor zooveel mogelijk een gezellig aanzien te geven. Bittere spotternij van het lot. Uit de loterij, verbonden aan de tentoonstel ling te Winschoten, trok een invalide, die zijne beide beenen mist, een paar laarzen. Een Amerikaansche dame kwam haar familie te Middelburg bezoeken. Aan het station nam ze een besteller aan en deze bracht haar by de menschen wier naam ze opgaf doch die geenszins tot haar familie behoorden. Daar het hoofd van dit gezin een broeder had, die naar Amerika vertrokken en daar gehuwd is, werd de Amerikaansche zeer vriendelijk ontvangen, te meer daar zij van een goed gevulde portemonnaie voorzien was, en zich niet karig betoonde. Dit laatste heeft misschien wel aan leiding gegeven, dat dit gezin, dat weldra al kon het met de meer Engelsch dan Duitsch Bprekende gast niet veel conversatie voeren moet begrepen hebben, dat de dame niet van de „permentatie" was, zich van den domme hield en, de gaven van schoonzuster dankbaar aan vaardend, een paar genoeglijke dagen sleet. Eindelijk toch begon de dame achterdocht te krygen en stelde zij een meer nauwgezet onderzoek in, waarby bleek, dat de door haar gezochte familie in een andere straat woonde. Uit was nu de pret in 't eerste gezin, en wat het ergste was, een deel der ontvangen gaven moest teruggegeven worden, wat trouwens ook geschiedde, waarna de Amerikaansche haar intrek nam by haar „echte" familie. Door de aanhoudende droogte is de toevoer van aardappelen op de markt te Amsterdam lang niet zoo groot als andere jaren het geval is en zijn de prijzen bijna het dubbele van wat zij verleden jaar waren. De vraag of men dezen winter de aardappelen duur zal moeten betalen, zal echter eerst in September, na den laatsten oogst, kunnen beantwoord worden. Eigenaardig is echter dit, dat waar andere jaren groote aanvoeren aardappelen uit Duitsch land naar Nederland komen, men dit jaar eiken ochtend op de markt te Amsterdam een aantal Duitschers inkoopen kan zien doen. Verleden week werd o. a. in Friesland niet minder dan 100,000 HL. voor Duitschland gekocht. (hbl.) Visschery op de Noordzee. In het rapport, door den commandant van 's lands stoomschoener „Dolfijn" uitgebracht over het kruisen op de Noordzee, in Mei jl. voor het toezicht op de visscherfl, komt het volgende voor „Gaf de ervaring, de vorige maand opgedaan, grond voor het vermoeden, dat de vreemde stoomtrawlers wel eens, als z(j de kans schoon zien, de territoriale grens overschrijden, het deze maand opgemerkte doet zulks ook van de Engelsche zeilvisschers veronderstellen, Het groote gros, doet het echter, voor zoover na te gaan, niet; het zt)n meer de verspreide dan wel in kleine groepen visschende smakken, die zich hieraan schuldig maken. Eenige krachtige waarschuwingen aan dezen of gene, die dicht aan de grens kwam, een keer zelfs het laten lichten van de kor door een gewapend detachement, hadden in alle geval de goede werking, dat daarna bfj het in 't zicht komen van de „Dolfijn" de vreemden dadeiyk ruim baan maakten. De enkele keeren echter dat door de Engelschen bij ontstentenis van den politiekruiser binnen ons kustgebied gevischt wordt, zullen, naar de meening van den commandant van Hr. Ms. „Dolfijn" weinig nadeel aan onzekustvisschers toebrengen. Wel is voor hen als een groot nadeel te beschouwen dat honderden vreemden visschers even buiten do territoriale grenzen groote hoeveel heden visch hun voor den neus wegkapen. Hoewel herhaaldelijk dicht langs de Nederlandsche visschers, voornamelijk die van Westdongeradeel, geloopen werd, kwamen geene klachten in. Verscheidene vaartuigen aanpraaiende met de bepaalde vraag of zij ook last van de Engelschen gehad hadden, antwoordden allen ontkennend. Ons visschersvolk uit de noordelijke provinciën is echter een stug volkje, dat nauwelijks antwoord geeft als men het toepraat." In Engeland is weder eene werkstaking uitgebroken. Drieduizend mijnwerkers uit het Forest of Dean hebben het werk gestaakt wegens eene vermindering van het loon met 25 pCt. De mynwerkers in het graafschap Nottingham dreigden eveneens met eene werkstaking. Aan de tegenwoordigheid van geest van een stoker heeft de „Camperdown" het te danken dat zy gespaard bleef voor het lot der „Victoria." Toen de man, die op dat oogenblik geen dienst had, zag dat eene aanvaring onvermydelyk was, snelde hij naar beneden en, zonder daartoe order af te wachten, sloot hij de waterdichte schotten. Als dit niet zoo spoedig gebeurd was, zou het onmogeiyk zyn geweest, het schip drijvende te houden. De stoker zal voor deze kloeke daad bevorderd worden en eene ïyfrente ontvangen. Volgens Dalziel is te Sydney eene werk staking onder het scheepsvolk ontstaan. De „Federated Seamens Union" had de quaestie aan hare leden voorgelegdzou men om de verlaging der loonen al dan niet het werk staken De meerderheid was voor de werk staking. Dinsdag staakten de bemanningen van een aantal schepen, waarop de loonen verlaagd waren, het werk. De bemanningen van 3 stoomschepen zyn in hechtenis genomen, omdat zy zonder waarschuwing het werk hebben gestaakt en aan de bevelen hunner officieren ongehoorzaam zijn geweest. Tien van de rad draaiers zyn tot 14 dagen dwangarbeid ver oordeeld. De mynontploffing te Combs Colliery, Thornhill, by Dewsburn, heeft naar alle waar- schynlijkheid ongeveer aan 145 man het leven gekost. Op de ontploffing is een mijnbrand gevolgd, met de ontwikkeling van zwaveldampen, welke ook nu weer den dood van vele myn werkers heeft veroorzaakt. Reeds zyn enkele lijken bovengebracht, en by dezen was verstikking de oorzaak van den dood. Met lofwaardigen moed is men de mijn afgezakt om zoo mogelijk redding te brengen; het gevaar voor eigen leven was daarby groot, want men liep zelf alle kans in zwaveldampen te stikken. Maar men moest eindeiyk terugkeeren. Wat de oorzaak van de ramp is kan men niet nagaanmisschien onvoor zichtigheid van eenen mynwerker, misschien de plotselinge ontvlamming van licht ontplofbaar gas, dat in de kolenmijnen zoo dikwyis zich vertoont. Men had eerst nog eenige hoop, dat enkelen zich hadden kunnen redden door eenen anderen uitgang der myn. Doch toen men zich daarheen begaf, zag men ook daaruit de rook wolken stygen. De landverhuizing der Russische boeren naar Siberië, die in de laatste jaren herhaalde keeren de openbare meening heeft bezig gehouden, zal dit jaar eenen omvang bereiken, die al het vroe gere overtreft. De misgewassen der laatste jaren, de toenemende moeielijkheid voor de boeren, de belastingen op te brengen, de goede berichten betreffende de resultaten van landverhuizers hebben in geheel Zuid-Rusland den treklust bij de boeren gewekt. In een dorp van het district Tsjernigow hebben 400 families besloten te gaan, en 600 andere uit de omgeving willen zich aan sluiten. In het gouvernement Kieuw gaat het precies zoo. Tevergeefs wendt de Regeering alles aan, om de boeren te houden en dreigt zelfs met geweld. De lieden laten eenvoudig het weinig onroerend goed en hun met hypotheek bezwaard huis in den steek en ontvluchten bi nacht en ontyd zonder pas langs omwegen. Soma treden de autoriteiten aan spoorwegstations o: in steden op en jagen hen naar hunne dorpen terug, maar zij maken zich terstond opnieuw en ditmaal sluwer uit de voeten. Als de menschen niet verhongeren willen, biyft hun trouwens ook niets anders over. De arme boeren vinden by het kwynen van den Russischen landbouw byn geen werk. Als het gelukt, tydelijk altham werk te bekomen, wordt voor 12 uren veldarbeid een loon van hoogstens 20 - 25 kopeken betaald Onder zulke omstandigheden loopen de landverj huizers in 't geheel geen risico. Slechter dai in Rusland kan het hun onderweg niet gaan. Daar vinden zij misschien nog wel gelegenheid, om te bedelen of te stelen. De Regeering doe' zooals gewoonlijk, niets. Zy bepaalt zich er toe, de lieden, als zy kanop te pakken en naar hunm woonplaatsen terug te brengen. De particulier!J liefdadigheid is dit jaar even zwak en onbeduidendj als vroeger. Paulusbrief aan de Galaten. Iets onge looflijks is onlangs de Britsche Bybel-Compagnii te Constantinopel overkomen. Het Genootschai had daar eene Turksche vertaling van deze brieve: verspreid. Toen de Turksche overheid hiei achter kwam, lief zij den colporteur gevang® nemen, daar zy meende, dat de brief gericht wai aan de inwoners van de voorstad Galaten ei dat er misschien een politiek iets achter schuileiji kon. Zij wilden den colporteur alleen vrijlatei op voorwaarde, dat hij hun een akte van overlijdei van Paulus vertoonde De Luiksche courant wist dezer dagen medi te deelen, dat de Duitsche generale staf uitg< strekte terreinen nabij Malmédy, vlak bij di Pruisisch-Belgische grens, heeft aangekocht, o als exercitie-kamp in vredestyd en als concentratii punt in oorlogstijd te dienen. Onder toezie] van den commandant van het 8ste legercor] zouden daar eerlang barakken worden opgericht! Wy nemen het bericht onder reserve over. F Wordt het bevestigd, dan zou 't werkelyk all eene bedreiging van België's onzijdigheid dooj Duitschland te beschouwen zyn. In dat gevi zal de Fransche pers wel zorgen dat het zaakji niet onopgemerkt biyft. Te Mekka zyn, naar de „Times" verneem! sinds 7 Juni meer dan 7000 menschen aan d cholera gestorven; te Djeddah 1450sinds29 Jun Sedert het vertrek der pelgrims neemt in beid plaatsen de ziekte af. Dat de karpers een hoogen ouderdom bereikei is bekend, maar het is dikwijls moeielijk, hu ouderdom vast te stellen. In den vijver van de hei tog van Arenberg in Enghien, heeft men onlang een reusachtigen karper gevangen, die aan ee zijner kieuwen een gouden ring met een inschri had, waaruit bleek, dat „deze karper in het jai 1802 onder het consulaat van Bonaparte in de vijver was geworpen." Men wierp den vyver. den karper terstond opnieuw HONGER EN ANGST IN 1893-1894. 2 f k „Honger en gebrek onder het vee, in a.s. win te Schrik onder de landbouwers, niet wetende waar h heen moetdit alles is nog te voorkomen, door vó; le September a s. dus in stoppelvelden, zoowel lichten als op zwaren grond, een nieuw groenvoede gewas te zaaien en zoo te conserveeren dat me zoetgroenvoeder verkrijgt, zonder eenige kosten, he geen niet alleen het hooi maar tevens de lflnkoe nog kan leveren, voor al het vee in geheel Nederlan Dus een krachtvoeder by uitnemendheidoogst October reeds minstens 30.000 KG. per Hectare Bunder." Zoo luidt eene advertentie dagelijks in de courant) voorkomende, en waarbij tegen f 1.50 eenebrochui wordt aangeboden van den Heer B. H. Bertels ts de Biezen by Barneveldlandbouwkundig onderzoeka De Barneveldsche Courant, welke ons werd toeg zonden bevat naar aanleiding daarvan het volgen artikel; De voordeelen dezer Bertel's Groenvoederpers voor alles den daaraan practisch dienstbaar gemaakt! voederbouw zijn boven allen lot verheven enbreni myne landbouwcollega's in ware verrukking, hetgei hun deed zeggen: „Sedert de zon voor het landbouwbedrijf ondergin „z|jn wij allen zoekende om de vraag op te losset „Hoe kan men met de minste kosten de hoog „mogelijke opbrengst verkrijgen; „Deze schijnbaar zoo eenvoudige vraag is het was „voor wjj allen zonder onderscheid staan te kijk „en niemand mocht het gelukken deze vraag practia „op te lossen. „De landbouw was en bleef ziek en het droo „jaar 1893 zou hem doen sterven! Maar zie - „hadden reeds dikwijls gehoord van hetgeen gij do „om den landbouw uit zjjn vervallen kwijnend „toestand op te beuren* - doch dat gtf het radlw 2 I ir W',

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 2