s Gemeenteraad te Texel. Door de afdeeling Edam c.a. der Holland- scbe Maatschappij van landbouw is (voor eenigen tijd) op voorstel van haren voorzitter, den heer H. J. Calkoen, het besluit genomen, aan den minister van binnenlandsGhe zaken een adres te richten, waarbij werd verzocht, het daarheen te leiden dat het kon. besluit van 27 Maart 1888 worde aangevuld met de bepaling: „dat van elk aan miltvuur gestorven rund de waarde door het rijk worde vergoed". De talrijke gevallen van miltvuur, in 1892 en 1893 voorgekomen, waardoor de veehouders gevoelige verliezen leden, daar het rijk niets vergoed voor het gestorven dier, en zelfs de plek in de weide moet omhekt worden waar het rund wordt verbrand, gaven tot dit adres aanleiding. Gelijk adres is óók verzonden door de leden van het Veefonds aldaar, en de bestuurders do heeren D. F. Pont en H. J. Calkoen zijn persoonlijk bij den minister toegelaten, om het verzoek toe te lichten. Als een merkwaardig staaltje van buiten gewone vruchtbaarheid wordt medegedeeld, dat door den heer J. van Eijk, te Oud-Loosdrocht dit jaar tweemaal rijpe -aardappelen zijn gerooid. De eerste werden gepoot 6 Maart, gerooid 7 Juni; de laatste gepoot op denzelfden grond 22 Juni en geheel uitgegroeid gerooid 12 September. Een treurig verschijnsel van dezen tijd in ons land is, dat allerwegen de krankzinni gengestichten vol zijn en geen lijders kunnen opnemen. Zoo is thans, na een vruchtelooze poging in hare woning teruggevoerd de onge lukkige moeder te Hardingsveld, die den dood van haar 3-jarig kind veroorzaakte. Dat flesschentrekkers alles kunnen ge bruiken uitgezonderd wanneer het tegen rem bours gezonden wordt, ondervond een ingezetene van Doniawerstal (Fr.) Hij bood in een vakblad kippen te koop aan en kreeg o. a. een brief met breeden rouwrand uit Amster dam. Eene mevrouw met hoog adellijken naam berichtte daarin, dat zij genegen was tegen een bepaalden prijs de kippen op een aangeduide plaats in ontvangst te nemen. De mand met kippen werd met de Lemster nachtboot afgezonden, ons boertje was zoo verstandig tegen rembours. Na een paar dagen kwam de mand met kippen terughet deksel met het opschrift „flesschentrekkers" 1" Toen de mand geopend werd, bleken de kippen gestorven, zoodat de afzender toch schade leed, al had „mevrouw" zich niet kunnen bevoordeelen. Men zij dus op zijne hoede. De heer Th. Lehman, Van Meekeren- straat te Rotterdam, werd den 17en September van het jaar 1891, des nachts tusschen 1 en 2 uur verblijd met de geboorte van een zoon. Op denzelfden datum en hetzelfde uur van het jaar 1892 viel hem hetzelfde voorrecht ten deel en nu weder op hetzelfde uur en ook op den 17en September van het jaar 1893 schonk zijne vrouw hem weder een zoon, zoodat hij nu drie zonen heeft, die precies op hetzelfde uur van denzelfden dag, jaarlijks het feest hunner geboorte zullen vieren. Deze bijzonderheid is der vermelding wel waardig. Het is goed, dat het lichaam zich aan ontberingen gewent, maar 't is voor de ziel nog meer noodig. Leer uwen kinderen ont beren door ze niet alles te geven, wat ze wenschenleer ze straks toch gelukkig te zijn, ook al ontberen ze misschien veel. Leer hen eindelijk tevreden zijn. Hoe ge het doen moet? Aanschouwelijk onderwijs is hier het best, moederleer ze door uw voorbeeld 1 Huwelijken met hindernissen. Te Hoofddorp zouden dezer dagen 4 huwelijken worden gesloten. Het 1ste paar, dat reeds te 10 uren present was, om elders in de kerk te trouwen, had verzuimd het militie-bewijs mede te brengen. Nadat men dit eerst uit Den Haag gehaald had, werd het huwelijk 's avonds te 8 uren voltrokken. Het tweede paar kwam 1 uur over den tijd, het 3de bleef, zonder eenige kennisgeving, weg; het 4de had verzuimd het bewijs van de geboden mee te brengen, zoodat het huwelijk een paar uur moest worden uitgesteld. Was van deze laat sten bruidsstoet op de heenreis een paard on tilbury met gasten iu de vaart geraakt, op de terugreis viel hetzelfde voor. Ten slotte kwam nog een 5de paar aanzetten zonder eenige kennisgeving. In de nabijheid van Rotterdam overleed dezer dagen een boor, die nog al zonderlinge manieren had. De man was sterk als een Hercules. Om daarvan slechts een staaltje te noemen, dient dat wanneer de koe, die hij melken moest, niet Daar ziin zin stond, hij het dier geheel oplichtte. Een kachel was voor hem een overtollige nieuwigheid. Hij brandde in den winter slechts hout onder den ouderwetsche schoorsteen. Na zijn overlijden vond zijne familie een groote hoeveelheid banken muntpapier, welke biljetten allen op elkander waren geplakt. Uit Emmen wordt aan het „Fed. Lb. Wbl." begin September geschreven Hadden we voor een week nog reden eon juichtoon aan te heffen over den prachtigen stand der boekweit, de koude nacht van 31 Aug. op 1 September perst een traan uit de oogen. Het heeft zoo erg gevroren, dat van den nog aanwezigen bloei en groene korrels niet terecht komt. Plotseling alles zwarttien dagen goed weer en alles was behouden gebleven. Arme veen- boeren, die nog ter elfder ure hunne schoone verwachtingen in rook zagen opgaanDe vroegste boekweit was gelukkig bijna rijp voor de laatstgezaaide echter is de schade zeer groot. Vergadering Vrjjdag 22 Sept. voorm. 11 uur. Voorz. Jhr. Strick van LinschoteD, burgemeester. Tegenwoordig 10 leden, de heeren Westenberg, Koorn, Koning, Bakker, Mets, F. Keyser, C. Keyser Pz. Dros, Roef er en Zym. Eén vacature. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Daarna doet de Voorz. de volgende mededeelingen: Schreven van Jhr. Strick van Linschoten, berich tende dat hy zyne benoeming tot lid van den Gemeenteraad niet aanneemt, hoewel hy op prfjs stelt het vertrouwen door vele kiezers in hem gesteld; dat geen gevolg is gegeven aan het in de vorige raadsvergadering genomen besluit tot aanstelling van een kweekeling aan de school te Koog, op grond dat de wet verbiedt personen als kweekelingen aan te stellen, die den leeftfld van 19 jaren hebben bereikt, moetende de zoodanigen in het bezit zijn van een acte; (door den Voorz. werd verzuimd zulks in de betrokken vergadering mede te deeleD) bovendien behoort de aanstelling van kweekelingen niet tot de competentie van den raad dat op een schreven van den burgemeester aan den C. d. K., door dezen is bepaald dat de loting voor de Nat, Mil., voor de ingeschrevenen van Texel, dit jaar alhier zal plaats hebben; dat door de Com. van Ged. Staten, bjj gelegenheid van het hier gebracht bezoek, tevens kasverificatie is gehouden, waarbij alles in goede orde is bevonden, waarover Ged. Staten hunne bijzondere tevredenheid hebben te kennen gegeven; dat van Ged. Staten bericht is ontvangen vermel dende de ontvangst van het ginunen raadsbesluit in zake de wijziging en aanvulling der politie-ver- ordening; dat deze verordening is afgekondigd Dinsdag 19 dezer en heden 22 Sopt, in werking treedt; schrijven van den Ing. v. d. Waterstaat, dat aan 50 wrijfpalen in de haven te Oudeschild, klimijzers zullen worden aangebracht. Een en ander voor kennisgeving aangenomen. Nog is ingekomen een schrijven van W. Schaatsen- berg, asch- en vuilnisophaalder, verzoekende met het oog op zjjne vele werkzaamheden en de weinige extra voordeelen daarvan, een salarisverhooging van f25, zoomede dat, aangezien voor zfln werk een paard benoodigd is, de gemeente een stukje grond zal afstaan en daarop een stal voor zijn paard zal doen bouwen of aan hem voor dat doel een stukje grond zal worden afgestaan. Dit adres, niet op de convocatiën vermeld, als zijnde gisteren pas ingekomen, wordt op voorstel van den Voorz. aangehouden. Daarna komt aan de orde de benoeming van een Wethouder, (vacature Westenberg) waarvcor in hoofd zaak deze vergadering is belegd. De Voorz. zegt dat in de vorige vergadering die benoeming niet is geschiedt op grond dat er verschil van gevoelen bestaat of in eene niet voltallige ver gadering tot zulk eene benoeming mag worden overgegaan. Uit het antwoord evenwel op een desbetreffende vraag aan de Red. v. d. Gemeentestem moet worden afgeleid dat de benoeming van een Wethouder, in de vergadering, de 2de Dinsdag in Sept., behoort te geschieden, ook al is de raad niet voltallig. B(j stemming wordt de heer Coninck Westenberg weder benoemd, met 8 stemmen2 stemmen waren op den heer Koorn uitgebracht. De Voorz. wenscht de heer Westenberg geluk met de benoeming en vraagt of deze zich nu reeds wil verklaren of hjj de benoeming aanneemt dan wel of hij gebruik wil maken van het recht om zulks 24 uren in beraad te houden. De heer Westenberg vindt voor dit laatste geen reden, hjj kent de werkzaamheden daaraan verbonden en neemt gaarne de eervolle betrekking weder aan; h(j dankt de leden voor het hem opnieuw geschonken vertrouwen en wenscht in zyne kwaliteit nog veel te kunnen doen in het belang van de gemeente. Wordt gelezen een verzoek van den heer Heeroma, H. d. S. te Koog, er op wyzende dat gedurende de vacature van een onderwijzer aan z(jne school, door hem meerdere werkzaamheden moesten worden gedaan, met opoffering van eigen tyd; dat daardoor het onderwjjs gedurende de vacature er niet onder heeft geledenverzoekende hjj op grond daarvan eene gratificatie. De Voorz. meent het niet noodig dit adres aan B. en W. te renvoyeeren, de raadsleden zfjn met de zaak genoegzaam bekend; hy stelt echter voor dit adres aan te houden tot dat in de vacature zal zijn voorzien, omdat men dan een beter overzicht zal hebben. Dienovereenkomstig wordt besloten. Daarna komt aan de orde de bespreking van het onderwfjs aan de Koog. De Voorz. zegt dat op de gedane oproepingen zoowel voor als na de verhooging der jaarweddei zich slechts 2 sollicitanten hebben aangemeld, n.l. H. W. Torringa, uit Groningen en R. Bjjlstra, van Opeinde, gem. Grootegast. De laatste is in betrekking te Opeinde, van de eerste wordt vermoed dat hy niet in betrekking is. De examens zyn thans afgeloopen, 't is dus niet te denken dat meerdere sollicitanten zich nog zullen aanmelden. De vraag ryst nu wil de Raad eene benoeming doen uit twee sollicitanten, of verlangt men ingevolge de wet eene voordracht van 3 personenin dat geval zal het noodig zyn (om de vacature niet te lang te doen duren,) de jaarwedde nogmaals te verb oogen. De heer Koorn zou wenschen dat de 2 sollicitanten zich persooniyk aanmelden. De heer C. Kejjser Pz. zou z(jn voor eene ruimere keuze en daarom de jaarwedde zoo noodig op f 600 willen brengen. De heer F. Keyser wenscht in overweging te nemen om in de plaats van een onderwijzer eene onderwyzeres aan te stellen, op een goed traktement, 't zou z.i. zyn in het belang van hetonderwjjs, ook ten opzichte van de handwerken. De Voorz. meent dat zulks wel overwegïDg verdient. Ofschoon 't niet de bedoeling van den heer F, Keyser was om hieromtrent thans reeds een besluit uit te lokken, maar om dit denkbeeld tot eene volgende vergadering in overweging te nemen, meenden sommige leden daarover thans reeds iets te moeten zeggen. De heer Koorn meent dat toen de heer Heeroma hier is aangesteld hem eenige toezegging is gedaan dat zyne echtgenoote met het onderwys in de handwerken zou worden belast, zooals dan ook is geschiedt. De heer F. Kejjser zegt dat dit nog zeer kwestieus iswel beroept zich daarop de heer Heeroma, doch spr. herinnert zich niet dat daaromtrent immer eenig besluit is genomen. De heer Westenberg meent toch dat er eenige toezegging is gedaan al is dat dan niet verbindend hy zou uit dien hoofde liever medegaan met eene verhooging van jaarwedde voor een onderwyzer. De Voorz. herinnert er aan dat het voorstel van den heer Keyser is om de zaak in overweging te nemen; blykt het dat eenige toezegging is gedaan, dan zal er treene verandering worden aangebracht De heer F, Keyser herinnert zich van eene toe zegging niets, daarvan zouden dan de notulen moeten getuigen't is hem volstrekt niet te doen om den heer Heeroma iets te ontnemenspr. zou eene onderwyzeres willen aanstellen in het belang van het onderwys. Op de vraag van den heer Koorn aan den heerL Keyser welk tractement deze dan zou wenschen toep te kennen, antwoordde deze van f 650. De heer C. Keyser Pz. is het met den vorigen spreker eens, hy kan geen rekening houden met promessen van een vorigen burgemeester, doch zi' rekening houden met het onderwys. De heer Westenberg zegt dat na het gesprokene het den schyn zou hebben alsof hy het onderwjje zou opofferen voor het H. d. S., hetgeen geenszins zyne bedoeling is. De heer C. Keyser Pz. zegt daarop nog korteljjk dat hy wel degeiyk eene onderwyzeres acht in het belang ook van de handwerken. De zaak wordt daarop aangehouden. By rondvraag vestigt de heer Mets er de aandacht op dat op zeker punt aan de haven des avonds groot duisternis heerscht, waardoor allicht ongelukkei zouden kunnen plaats hebbendoor verplaatsing van een lantaarn zou hierin zyn te voorzien. De Voorz. belooft een onderzoek. De heer C. Keyser Pz. wyst nog op een gebrekkigs toestand van de weg aan den Ruigendyk. De Voorz. antwoordt daarop dat de gemeente; werkman reeds daarhenen is gezonden om de toestaw' te verbeteren. Verder niets te behandelen zynde, wordt vergadering gesloten. >P iet lie Jc erg pt m feri 0L1 b; p d' 1ST

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1893 | | pagina 2