Buitenland.
Ten huize van dr. Van Praag, Amstel 171,
te Amsterdam, is dietstal met buitenbraak
gepleegd. Het perceel was sinds eenige dagen
tijdelijk onbewoond. Bij hunne thuiskomst
vonden de bewoners alle kasten en deuren
opengebroken, doch vreemd genoeg, niet veel
gestolen; het voornaamste is eene pendule
met coupes en eenig kleingeld. De voorwerpen
van waarde zijn onaangeroerd gebleven, doch
er is veel vernield. Ook de wijnkelder was
opengebroken; de dieven hebben zich slechts
met één flesch vergenoegd.
In Drenthe is de voorraad aardappelen
dit jaar zóó groot, dat vele arbeiders, die in
den regel zelve hunne benoodigde aardappelen
verbouwen, thans het overschot van hunnen
oogst verkoopen tegen den ongehoord lagen
prijs van 50 cent per HL. Er zijn daar boeren
die honderd HL. aardappelen, voor verkoop
bestemd, nu als veevoedsel zullen gebruiken.
Naar aanleiding van de jaarlijks plaats
hebbende loting voor de Nat. Militie, en de onge
regeldheden welke alsdan meermalen plaats
hebben, vraagt het „Huisgezin": is het wel noodig,
dat de dienstplichtige jongelingen aldus worden
bijeengeroepen, om in persoon hun nummer te
trekken Kan de loting niet geschieden zonder
dat het halve land in rep en roer wordt gebracht
door de lotelingen, die van heinde en verre, uit
de omliggende dorpen, naar de stad moeten
komen? Kan die loting niet plaats hebben op
de manier b.v. van de Staatsloterij, waarbij iedere
betrokkene rustig thuis blijft en afwacht wat
het lot hem brengen zal Gevaar voor oneerlijk
heid, als sommige jongelui daar bang voor mochten
zijn, behoefde er niet te bestaan, want er konden
alle mogelijke voorzorgen genomen worden, om
te beletten, dat wie ook, de hand kon steken in
het rad der fortuin. Bi) de Staatsloterij denkt
niemand, ook niet de meest teleurgestelde, er een
oogenblik aan, een ander dan het lot te beschul
digen van zjjn ongeluk. Waarom zou er bij de
loterij voor de militie dan minder vertrouwen
in de volstrekte onpartijdigheid van dat lot
bestaan
Het is maar eene vraag, die wij stellen, doch
die wij tevens in ernstige overweging geven.
Als dat optrekken van de dienstplichtigen naar
eene bepaalde gemeente op den lotingsdag in het
vervolg achterwege kon blijven, en ieder bedaard
kon afwachten wat het lot over hem beslist had,
zouden wij van veel ergerlijke schandalen ver
schoond kunnen blijven. Dan behoefden niet
duizenden ouders dien dag in bange vreezedoor
te brengen bij de gedachte wat er moet terecht
komen van hun jongen, aan gevaren blootgesteld,
die hijzelf in jeugdige onbezonnenheid niet
vermoed."
In eene vergadering der afdeeling Hein-
kenszand der Zeeuw. M. v. L. deelde de heer
Zuijdweg mede, dat bij omwisseling van boeren
zoons voortaan geene personeele belasting
daarvan behoeft betaald te worden. Indezelfde
vergadering werd de vraag gedaan of de
afdeeling bij de bevoegde autoriteiten niet er
op zou kunnen aandringen, dat milicien-verlof
gangers, in plaats van in de oogstmaand, iets
vroeger tot de herhalingsoefeningen werden
opgeroepen, omdat de oogsttijd voor land
bouwer en arbeider het gewichtigste tijdstip
van het jaar is. Deze vraag zal naar het
hoofdbestuur worden toegezonden.
Een zeldzaam voorval heeft zich eergisteren
in de zitting van het gerechtshof te 's-Gravenhage
voorgedaan.
Iemand werd door de rechtbank tot gevangenis
straf veroordeeld wegens beschadiging van eens
anders goed en beleediging van een ambtenaar.
Toen hy nu onlangs in hooger beroep terecht
stond en hem op de gebruikelijke wjjze werd
gevraagd naar de reden waarom hy in appèl was
gekomen, antwoordde hyniet te kunnen begrijpen,
waarom hy voor het Hof moest verschijnen, daar
de straf door de rechtbank opgelegd, reeds door
hem was ondergaan, nadat hy een bevel daartoe
had ontvangen.
Niet bekend met de wet, meende hy dat zyn
appèl niet was aangenomen. Het Hof stelde
daarop de verdere behandeling van de zaak uit
tot heden. En thans requireerde de procureur-
generaal vervallenverklaring van het hooger
beroep, op grond ook dat beklaagde tot de uitvoering
van het tegen hem gewezen vonnis had mede
gewerkt door zich daartegen niet te verzetten.
Beklaagde verzocht evenwel dat met de behandeling
zou worden voortgegaan, omdat hy vreesde anders
wel gehaald te zullen worden. Daarop ging het
Hof in raadkamer en besliste dat onder de ge
vallen in de wet genoemd voor het vervallen
verklaren van het hooger beroep, niet behoort
het onderhavige, zoodat het Hof verplicht was
de zaak af te doen. Mitsdien werd voortzetting
van de behandeling gelast edoch nu kwam
bekl. met het verzoek om met die voortzetting
nog eenigen tijd te wachten, omdat hp zich
onverwacht onwel gevoelde. Dit verzoek werd
door den procureur-generaal ondersteund en door
het Hof toegestaan. De verdere behandeling is
nu bepaald op 9 November.
De machinefabrikant Stork uit Hengelo
protesteert in de „N. Rott. Ct." tegen de
tactiek der directie van gemeentewerken te
Rotterdam, om de leverantiën van machines
steeds met uitsluiting der nationale industrie,
aan buitenlandsche firma's op te dragen.
Van een viertal gevallen toont de heer Stork
aan, dat deze tactiek zoo goed als opzettelijk
bleek te zijn.
Nu weer werd op voorstel van de directie
door den Rotterdamschen Raad besloten
twee buizenketels ten dienste van het centraal
station voor electrische verlichting bij onder-
handsche aanbesteding voor de som van
f 14,620 te gunnen aan de firma Willmann Co
te Dortmund.
Toch verzekert de heer Stork, dat zijn
firma deze ketels even goed had kunnen
leveren, doch ze ontving zelfs geen aan
vraag, niettegenstaande ze zich daarvoor
persoonlijk nog had aanbevolen, en destijds
ook werkelijk het voornemen scheen te
bestaan de levering der ketels binnenlands
te gunnen. Zulke voorbeelden bestaan er
meer.
Het hoofdbestuur der „Vereeniging van
Christelyke onderwijzers en onderwijzeressen"
heeft aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken een adres verzonden, waarin het herin
nert dat by het in werking treden der bepalingen
omtrent het vereischte aantal onderwijzers op
1 Jan. 1894 vele, zoo byzondere als openbare
scholen zullen blijken niet aan de eischen te
voldoen, aangezien het voor alle scholen
gevorderde personeel niet aanwezig is. De
byzondere scholen, aan welker besturen het
nog niet gelukt is zich van het vereischte aan
tal onderwijzers te voorzien, zullen verstoken
blijven van de Ryksbydrage waarop zy tot
hiertoe aanspraak hadden, hetgeen ten gevolge
zal hebben, dat zij wegens financieel bezwaar
aan hunne scholen te eenemale een voldoend
onderwijzerspersoneel moeten ontzeggenterwyi
de openbare scholen in hetzelfde geval verkee-
rende, bedoelde Ryksbydrage zullen biyven ge
nieten, en aldus van Regeeringswege op onbil
lijke wijze zullen bevoorrecht worden.
Het Hoofdbestuur verzoekt den Minister als
nog zoodanige voorziening te willen treffen dat
aan de bijzondere scholen, die zich in de onmo-
geiykheid bevinden om vóór 1 Januari e. k. haar
personeel volgens de eischen der wet aan te
vullen, de Ryksbydrage over 1894 niet worde
onthouden.
Heksengeloof als verzachtende omstan
digheid. Op het platteland van Drenthe is
het geloof aan heksen nog volstrekt niet
uitgestorven. Voor de rechibank te Assen
werd dezer dagen een man uit Hollandscheveld
vervolgd, omdat hij een buurman en diens
vrouw met een schop geslagen had. De
buurvrouw had nl. een koe behekst, door een
kruis op den kop te maken; het dier gaf
daardoor geen voldoende melk meer en in
een kussen werden de veeren in kransen
gevonden, die niet meer uit elkander wilden.
De daardoor ontstane ruzie had de bovenge
noemde mishandeling ten gevolge gehad,
waarvoor een gevangenisstraf van 21 dagen
werd geëischt. De verdediger, de feiten
bewezen achtende, noemde het geloof van
den beklaagde aan heksen een verschoonende
omstandigheid en vroeg oplegging eener geld
boete.
Naar wij vernemen, zal door de firma
Schillemans van Belkum te Zutphen een
nieuw geïllustreerd tijdschrift voor Jongens
en Meisjes verschijnen onder den titel „De
Kinderwereld."
Het zal hoofdzakelijk bestemd zijn voor
kinderen die voor het tijdschriftje „Voor de
Kinderkamer" wat te groot zijn geworden,
maar nog niet in alle opzichten van „Voor
't Jonge Volkje" kunnen genieten. Dat de
wólbekende schrijver voor de jeugd, de Heer
P. Louwerse, ook van „De Kinderwereld" de
redactie op zich heeft willen nemen, mogen
wij als een waarborg beschouwen voor een
passenden inhoud, zooals die behoort te wezen
voor den leeftijd van circa 8 tot 12 jaar.
Te oordeelen naar het ons toegezonden
prospectus belooft „De Kinderwereld" een
aanwinst te zullen zijn voor alle bibliotheken,
voor school en huisgezin. Ook om de voorge
nomen practische inrichting meenen wij het
met vertrouwen te mogen aanbevelen.
The New-York Herald (Europeesche uitgave)
bevat de verrassende mededeeling, dat Nederland
voornemens is een eind te maken aan den oorlog
met Atjeh door het betwist terrein eenvoudig
over te laten aan de Atjehers
Het blad voegt er de gemoedelijke opmerking
by, dat dit het meest in het belang van het
moederland ware.
De aartsbisschap van York heeft zich bereid
verklaard bemiddelend op te treden in de ge
schillen tusschen de myneigenaren en de werk
lieden, wanneer beide partijen hem daartoe uit-
noodigen. De kansen voor een vergelijk heeten
veel verbeterd te zyn door het vermoedelijk
tot stand komen eener nieuwe conferentie van
vertegenwoordigers van patroons en arbeiders.
De vorige week werd uit Hull, Grimsby en
Goole geen enkel ton steenkolen uitgevoerd.
Sedert vijftig jaren was zoo iets niet voorge
komen. In dezelfde week van het vorige jaar
zyn uit de drie genoemde havens 48,779 ton
uitgevoerd.
Te Melbourne was de scheikundige Liardet
vele jaren bezig met de uitvinding van een nieuw
ontploffingsmiddel, waarvoor hy duizenden uitgaf.
Eindeiyk was hy thans geslaagd, maar eergisteren
vloog zyn laboratorium de lucht in. Van Liardet
en zyn uitvinding is niets overgebleven.
Hoe men landloopers wel klein krygt.
Een rechter in den Amerikaanschen staat Hon
duras heeft een eigenaardig middel uitgedacht,
om het vraagstuk der landlooperij op te lossen.
Een landlooper, die in handen der politie valt,
wordt veroordeeld tot twee yskoude baden per
dag en voorts mag hy steenen kloppen. Als
hy niet een zekere zeer flinke hoeveelheid af
gewerkt heeft, krygt hy geen eten. By eerste
veroordeeling houdt men den landlooper drie
dagen.
Een Londensch politieagent gaf dezer dagen
een zeldzaam staaltje van vaardigheid en plichts
betrachting. De man, die gehoord had dat 8
personen in Spitalfields wilden inbreken, ver
momde zich als een bedelaar, veinsde zeer dron
ken te zyn en zette zich ineengedoken op een
stoep aan de overzyde neder. Nadat de inbre
kers reeds eenigen tyd aan den arbeid waren
bemerkten zy den bedelaar. Zy kwamen naar
hem toe, spoorden hem aan zich naar huis te
begeven en poogden hem op de been te helpen
Toen deze pogingen zonder gevolg bleven
sloegen zy den man, die dit zonder geluid te
geven toeliet, en juist wilden zy hem nog een3
duchtig onderhanden nemen, toen een vrouw
die hem van gezicht kende, hun vertelde dat
zy een politieagent sloegen. Deze mededeeling
had een zeer onverwacht gevolg. De dronken
bedelaar werd oogenblikkeiyk nuchter en greep
een der verbaasde kerels, toen dezen het opeen
loopen zetten. De overigen werden eveneens
gegrepen en voor den rechter gebracht, die een
van hen tot gevangenisstraf, de beide anderen
tot dwangarbeid veroordeelde. De politieagent
ontving eene belooning van 5 p. st.
Dat de opgewondenheid te Parys by het be
zoek der Russen by sommigen letteriyk tot
waanzin oversloeg, biykt uit een droevig voor
beeld eener veertig-iarige vrouw, die zich verleden
Dinsdag met een Russische en een Fransche
vlag op de brug van Asniéres geplaatst
had en op het oogenblik, dat de treiD, die
de acht of tien Russen naar Versailles over
de evenwijdig loopende spoorwegbrug reed
uitschreeuwde
„Hen zien en sterven I Leve Rusland 1"
waarop zy met hare vlaggen zwaaiende in
de rivier sprong. In alleryi schoot men te
hulp, maar men kon slechts een ïyk ophalen
De ongelukkige had een japon aan van sa-
mengenaaide Russische en Fransche vlaggen
en een hemd, geheel van Russische vlaggen
vervaardigd.