Buitenland.
Onder de werkloozen te Amsterdam
bevond zich volgens het Z). v. N. een man,
die voor eenige maanden f 17,000 heeft geërfd
en dat kapitaaltje veilig heeft belegd.
Te Hillegersberg eischte het ijs zijn
eerste offer. Drie jongens reden schaatsen op
den Bergschen plas, waar Vrijdag nog de eenden
zwommen. Zij ontvingen waarschuwingen
tegen het gevaar, doch wezen die met verachting
af. Het ijs brak, en een hunner, een jongen
van 15 jaar, verdronk.
Ter gedachtenis aan de plechtige viering
van het vijftigjarig priesterschap (1896) van
mgr. Bottemanne, bisschop van Haarlem,
wordt uit vrijwillige bijdragen der onder-
hoorigen van dat bisdom een kathedraal gesticht.
Het ontwerp voor deze hoofdkerk, die aan de
Leidsche vaart zuidoostelijk van het Kenau-park
zal verrijzen, is door den bisschop opgedragen
aan Jozef Cuypers.
Te Heerlen is de beruchte Jacob Kademakers
die wegens diefstal nog zes maanden gevangenis
straf moet ondergaan en tevens van onderscheidene
diefstallen wordt verdacht, ingerekend maar
weer ontvlucht. Geboeid en wel is hij uitgebroken
en op de vlucht gegaan, schrijft men uit Heerlen
aan de Limb. Koerier. Terwijl de markt gister
ochtend in vollen gang was, ten aanschouwe van
de onthutste markt-bezoeksters, koos hij het
hazenpad, in de richting van het Streeperbosch.
Hoe die ontvluchting in haar werk ging?
Daar Kademakers by eene vorige aanhouding
te Kerkrade uit het gevangenhok aldaar ontvlucht
was, had de brigadier ter wille der securiteit den
wijzen voorzorgsmaatregel genomen hem geboeid
in den „toren" op te sluiten.
Des ondanks wist R. een gat in 't plafond te
breken, waardoor hij den zolder bereikte. Daar
brak hy een stuk uit den muur naast de trap
en liet zich toen van een hoogte van een paar
meter vallen. Beneden stond hjj weer voor
gegrendelde deuren. Nu nam hij echter zjjn
toevlucht tot een list. Toen de marechaussees
hem den ochtend van den dag ter confrontatie
wilden medevoeren en te dien einde den „toren"
beklommen, had hij zich terzfj van den ingang
verborgen en wipte hij ongemerkt uit. Eer de
marechaussees zfjn ontvluchting geconstateerd
hadden en van hun verbazing bekomen waren,
was hij reeds verdwenen in de richting van
Schaesberg. De marechaussees zoeken hem tot
dusver tevergeefs.
De Vereeniging ter bevordering van het
reizen in en buiten Engeland, te Londen gevestigd,
heeft het plan opgevat een tochtje op schaatsen
door Nederland te maken. Het gezelschap zal
's Gravenhage, Leiden, Haarlem, Amsterdam,
Zaandam, Alkmaar, Utrecht en Zwolle bezoeken.
Te Amsterdam, dat door de Vereeniging „eene
der vrooiykste hoofdsteden van Europa" genoemd
wordt, zal men 3 dagen blijven. Een bezoek zal
gebracht worden aan de vermaarde Nieuwmarkt
op eenen Zaterdagavond. Verder zullen de leden
van het gezelschap in de gelegenheid zfjn op
schaatsen Monnikendam en Marken te bezoeken
en ook kennis te maken met het (js van onze
's avonds zoo schilderachtig verlichte grachten.
Wanneer de reis zal plaats hebben is nog niet
zeker bepaald; dat zal in de eerste plaats
afhangen van de vorst. (Hbl.)
In het orgaan van den Bond van Orde door her
vorming, „Ordelijke Hervorming," komt eene beschou
wing voor over de anarchistische woelingen. Het blad
begint met de volgende woorden:
„Strijd 1" verkondigen die leiders.
En - „Strijdt met alle middelen," schreeuwt in koor
een hoop misleide ontevredenen hen na.
Tegenover dat wilde geroep kan en mag de maat
schappij niet anders stellen dan: zelfverdediging.
Waar de anarchisten door ontevreden gemoederen
hunne misdadige stellingen verkondigen, moet elke
maatschappij, vertegenwoordigd door hare Regeering,
het onmogelijk maken, dat zfl slachtoffers vinden
die de door hen beraamde misdaden ten uitvoer
brengen.
Zoo goed als de bewoner van een huis zijnen
woning ontoegankelijk maakt voor dieven en moorde
naars, zoo goed is de maatschappij gerechtigd en ver
plicht, op te treden tegen de prediking van moord
en brandstichting.
De Fransche regeering heeft dat begrepen. Te
lang heett zfl, in den naam der vrijheid van het
woord, toegelaten dat een bende moordenaars onder
't voorwendsel eener politieke overtuiging, moord en
doodslag verkondigde en aanprees. ZjJ heeft daar
tegen met overgroots meerderheid (alleen eenige
anarchistisch-gezinden stemden tegen I) maatregelen
genomen,
Wij zjjn de laataten, die het vrije woord of het
recht van vereeniging en vergadering afhankelijk
■ouden wenschen te zien van willekeur; wQ zQn
volbloed-tegenstander van kleingeestige vervolging
doch wij achten de vrijheid eau te hooga en te
heilige idee, dan dat in haar naam onrecht en
willekeur, losbandigheid en misdaad geduld zou
mogen worden.
Strijd moge 't wachtwoord zjjn van onze dagen
waartegenover wjj uit volle, innige overtuiging
verdraagzaamheid en liefde stellen. „Tegenover"
den strjjd „gepredikt" door de anarchisten, moet,
in naam van de vrijheid van allen, elke maatschappij,
elke Regeering stellen hare macht en ook haar on-
verbiddeljjken, rechtvaardigen wil, om de misdaad
en de aansporing daartoe te straffen en de daders
onschadelijk te maken.
En moge dan uit den mond dier midadigers en
uit den mond van meegesleepten of overgevoeligen
een verwijt van hardheid worden geslingerd naar
't hoofd der maatschappij of Regeering, daar weet
ieder weldenkend mensch dat het verwilt onverdiend
en onrechtvaardig is, want: die zjjn willekeur stelt
boven de wet, „die de vrijheid van anderen niet
eerbiedigt, is zelf niet de vrijheid waard."
De bedrieger bedrogen, 't Is nog niet lang
geleden dat het onderstaande voorval in een
onzer groote steden plaats vond.
Op zekeren avond zaten eenige kennissen gezellig
in een café bijeen. Nadat alle praatjes van den
dag waren afgehandeld, kwam men op het onder
werp „moed" en werd een der aanzittenden, die
als niet heel dapper bekend stond, meer of
minder daarmede geplaagd. Deze verdedigde
zich natuurlek zoo goed mogelijk tegen de hem
aangewreven onverdiende beschuldiging, 't Ge
volg daarvan was dat een van het gezelschap
eene som van f 300,— uitloofde indien de door
hem dan zoo miskende het wagen durfde dien
nacht, na het vertrek van den laatsten trein,
van daar over Delft onverzeld naar 's Gravenhage
te wandelen, en aldaar aan een op te geven
adres persoonlijk te doen afteekenen het papier,
dat hem ten dien einde zoude worden mede ge
geven. De persoon in quaestie, dien wij gemaks
halve A. zullen noemen, nam het aanbod aan,
begaf zich huiswaarts kleedde zich op eene lange
wandeling midden in den nacht en voorzag
zich bovendien van een flinken knuppel, alias
wandelstok.
Nadat de vrienden zich overtuigd hadden dat
A. niet met den laatsten trein was vertrokken,
maar toch de reis had aanvaard, kwam men tot
het besluit hem de uitgeloofde som niet zoo
gemakkelijk te laten verdienen. Fluks werd
een huurrijtuig ontboden en namen daarin
enkelen van het gezelschap plaats. Het doel der
reis was om nog vóór A. het eerste dorp te be
reiken, dat tusschen hunne woonplaats en Delft
gelegen was.
Daar kwam men natuurlijk veel vroeger aan
dan de eenzame wandelaar, waarop een der
vrienden, die de som had uitgeloofd, op het voor
hem zeker niet vleiende denkbeeld kwam, zich
te vermommen en den wandelaar door schrik
aan te jagen van de verdere reis te doen afzien.
Toen nu de wandelaar A. op zekere hoogte ge
komen was, kwam hem een onbekende terzijde
die om een aalmoes of iets dergelijks vroeg.
De aangesprokene wilde daarvan echter niets
weten en daar de onbekende steeds bleef aan
houden en niet van plan scheen zijn eigen weg
te gaan, nam de wandelaar om in eens van
dit lastige gezelschap bevrijd te worden, plotse
ling zijn stok op en deed dezen zoo onzacht in
het aangezicht van den indringer neder komen
dat dezen alle lust verging, nog langer zijn
gezelschap op te dringen. De reis werd verder
zonder meerderen tegenspoed voortgezet en
beëindigd en de wandelaar keerde, na het overige
van den nacht te 's Gravenhage te hebben door
gebracht, den volgenden morgen weder per
eersten trein huiswaarts.
Groot was echter zjjne verwondering toén
hij zich by den uitlover van den prys had aange
meld, hy dezen aantrof met het aangezicht in
een verband.
Hier bleek nogmaals het spreekwoord „de be-
bedrieger bedrogen" bewaarheid. Hjj toch was
het geweest die den eenzamen wandelaar zyn
ongewenscht gezelschap had opgedrongen en
die behalve het verlies der uitgeloofde som
eene, al is het dan ook minder aangename,
herinnering aan dat nachteiyk avontuur had
ontvangen.
Nu wegens schaarschte van hooi in dezen
winter veel krachtvoeder, als lynkoeken etc. aan
het vee zal moeten worden by gevoederd, is het
van veel belang te weten of men ontvangt wat
men koopt. Ieder toch weet welken omvang
het bedrog door vervalsching in onzen tyd geno
men heeft, en de landbouw mag zich gelukkig
achten, dat het Ryks Proefstation tegen bedrog
of althans tegen bedrogen te worden zoowel
mogeiyk waakt.
In een der laatst verschenen nummers van het
Landbouw Weekblad deelt de verdiensteiyki
directeur van het Ryks Proefstation eenigi
staaltjes ergeriyke vervalschingen mede, waaropl
wy de niet-leden van de Hollandsche Maat. v.r
Landbouw opmerkzaam maken, zoo b. v. eew®1
monster uit Deventer, dat 20 pet. onkruiden)16;
zaad bevatte.
Een uit Almelo, dat slechts voor 25 pet, uit ïyn-'^O
zaad bestond, terwyi de bymengsels, aardnoten®
schillen en dederzaad schadeiyk voorde gezondheid!
der dieren worden geacht.
Een uit Loosdrecht, met 13 pet. vreemde zaden.
Murwe lynkoek, ingezonden door een fabrikant,
bevatte 20 pet. vreemde zaden.
Zaansche lynkoek, ingezonden door een tusschonl2
handelaar te Doorneburg, bevatte meer dan den
helft vreemde bestanddeelen, meestal aardnoten
en cacao-schillen.
Deze en meer opgenoemde gevallen zyn voorge
komen in anderhalve maand.
Naar het schynt worden de onkruiden uitBM
Russisch lynzaad verwijderd uit dat, wat bestemd 11
is voor koeken die op de proef moeten geleverd
worden, en dat daarmede het lqnzaad wordt ver
mengd, dat dient voor koeken voor den gewonen
handel, is voor de slijters een prikkel te meer om
op proef te koopen en den uitslag der proef hunnen
afnemers te toonen.
Den belangstellenden lezer verwyzen wy verderl f
naar het boven genoemde Weekblad, dat tevens! 5
opgave doet van vervalschingen van Thomas phos-l 1
phaat meel. Ie
[L
Eerlang zullen op den Ryn nieuwe zeebooten
verschynen. Deze booten komen uit Australië
met schapenvleesch, dat in vries- of koelkamera
wordt getransporteerd, vooreerst tot Keulen. De
Australische Regeering heeft zich verbonden de
gezondheidsattesten al te geven volgens voor
schrift der stad Keulen, en deze attesten 'door
het Duitsche consultaat te laten waarmerken.
Een vier-jarig knaapje te Grosswardein heeft,
dezer dagen zyn broertje, een kind van 4 maanden,
doodgekust.
De moeder moest de kinderen even alleen
laten. Terwyi zij weg was, kroop het knaapje
uit zyn kinderstoel, ging naar de wieg en begon
zyn broertje te kussen. Hy kuste de buren
zagen het door een raam het kindje al harte-
ïyker en hy bleef zelfs een paar minuten lang i]
met zyn mond op dien van den kleine liggen.
De moeder vond, toen zy terugkwam, den
kleinen jongën nog bezig en zy zag een oogen-
blik met welgevallen naar zyn harteiyke lief-
koozingen tot zy opeens met ontzetting
bemerkte dat het kindje dood was. De knaap
had het door een langen kus doen stikken.
De „Times" verneemt uit St.-Petersburg
dat de verrassende toeneming der cholera in de
Russische hoofdstad groote ontsteltenis wekt
De gevallen, meestal noodlottig, bedragen thans
gemiddeld dertig daags. De artsen schry ven het
ontstaan der ziekte toe aan het dooiweder, alsook
aan de slechte volksvoeding uithoofde van de
lange kerkeiyke vasten vóór Kerstmis. De Czaar
moet gestreng diegenen gegispt hebben, die ver-
antwoordeiyk waren voor de bereiding der spyzen
by het feestmaal van St.-George in het Winter
paleis, ten gevolge waarvan vele soldaten en
burgers door cholera werden aangetast.
Een Italiaansch blad stelt als middel om
in deze moeieiyke tyden de Staatsinkomsten te
vermeerderen een belasting op het dragen van
baarden voor.
Men kon dan, meent het blad, om het mes
van twee kanten te doen snijden, het scheren
tevens tot een Staatsmonopolie maken.
Zulk 6en haardbelasting heeft men geruimen
tyd in Rusland moeten betalen. Het was Peter
de Groote die den baard, als artikel van weelde,
belastte. Alle mannen, die een baard droegen,
moesten een hoogere of lagere belasting betalen,
naar gelang van hunne maatschappelyke positie.
Zy ontvingen ieder als by de tegenwoordige
hondenbelasting - een penning, als bewys dat
zy de belasting hadden betaald.
Onder Catharina I bleef de belasting onver
anderd in wezen. Peter H stelde de boeren er
van vry, maar de andere onderdanen moesten
voor hun baard betalen, op straffe van dwang
arbeid.
Keizerin Anna maakte nog strenger bepalingen
ten opzichte van de gebaarde mannen, die niet
alleen de haardbelasting moesten voldoen, maar
ook al hunne overige belastingen dubbel moesten
betalen.
Eerst Catharina II schafte de haardbelasting af.