is tot
HOUTVERKOOPING.
KIIVITSEÏE1EI
GELD
VERBODEN.
Ten streepte raMei eieren te zoeken
e; ie Merjjen tan S. DIJKSEN.
C. WITTE, Winkelier aan den Bnri.
DomMat 29 Maart 1894,'s vmlap 10) jaar
o; emit liüjottet van In en laierjjen.
Vergadering van Leden
Tuin- en Landbouwzaden
Puik best Koerei.
tjj J. P. KIKKERT.
900 stuks nieuwe Planken enOeelen
Een partij Afbraak,
Publieke Verkooping
Feuilleton.
GEHEME^WRAAKr
Sd. Keijser Pz., Makelaar,
C. DE WIJN, Deurwaarder,
publiek verkoopen:
publiek verkoopen:
Stoelen, Matrassen,
Jacht-, Tent- en Kap wagens
C. BAKKER Gz,
door J. LIPS.
Ondergeteekende
Woensdag 38 Maart 1894, 's morgens 11 uur,
in het lokaal „de Veegulde Kikkert."
Punt van Behandeling.
Voorstel van het bestnnr om, wegens gebrek
aan deelneming, tot geleidelijke ontbinding
van de Vereeniging over te gaan.
fle ondergeteekende maakt zijnen geachten
begunstigers bekend, dat vanaf 20 Maart,
alle soorten van
verkrijgbaar zijn gesteld bjj
Uw Ed. dw. dienaar,
P. P. JONG.
DAGELIJKSCH VERKRIJGBAAR
zal DINGSDAG 27 MAART 1894,
's morgens 10 7S ure, op het einde van de
WAALDERSTRAAT aan den Burg
publiek verkoopen:
van ll/s bij 7, 8, 9, 10 A.d. en van 3 bij
9 A.d. én verschillende lengte.
Betaling 24 Juni 1894.
C. DE WIJN, Deurwaarder.
zal op WOENSDAG 38 MAART 1894,
'8 morgens 10 ure, achter het woonhuis van
Mej. de Wed. Jn. EELMAN aan de Waal
bestaande uit
Ongeveer 16000 Steenen, Deuren, Kozijnen,
Schothout en hetgeen verder gepresenteerd zal
worden.
De BURGEMEESTER van TEXEL, zal op
in het logement de Oranjeboom aan den Burg
Een aanzienlijke partij Rattings, Delen,
Schroten, Dekplanken, Platen, Spoorbalkjes,
Ellens, grenen Ralken, eiken Dekbalken, Klos
sen en Wrakhout, 6 Ra's, 1 Mast, 3 stukken
van masten, 3 Stengen, 1 Gaffel, 5 Ribben,
5 Luiken, 3 Scheepsbooten, 7 Kolders, 3 Laad-
boomen, 1 vat Teer, eenig Touw, 1 waarloos
Stnkhout, 3 Vaten, 1 zware Ketting, eenig
IJzer, Hars en Katoen en hetgeen verder
gepresenteerd zal worden.
De goederen liggen op verschillende plaatsen
b(j de strandvonders en in het pakhuis aan den
Burg en zullen, met uitzondering van laatstbe
doelde, 6 dagen voor den verkoop behoorlijk
verkaveld zijn.
Texel, 17 Maart 1894.
De Burgemeester voornoemd,
STRIOK VAN LINSCHOTEN.
De ondergeteekende beveelt zich beleefdelijk
aan tot het bekleeden en reparceren van
en verder alles wat tot dat vak behoort.
Aanbevelend,
Koogerstraat, Burg. Schoen- en Zadelmaker.
worden opgekocht tegen concurreerende prijzen
Aan het zelfde adres puik beste
ZANDAARDAPPELEN te koop.
bericht aan zijnen geachten begunstigers dat hij
ruim voorzien is van de zoo gunstig bekende
VEEREN en KAPOKKEN BEDDEN, alles van
solide qualiteit, zoowel tijken als vulling. Bericht
tevens dat kapok en bedveeren voor de aanst.
schoonmaak bij elke hoeveelheid bjj hem verkrijg
baar zijn. Minzaam aanbevelende,
Hoogachtend, TJE. Dw. D.,
a contant 5°/. korting. Ph. VLESSING.
Renten en onkosten zeer billijk.
J. H, M OOJEN, Makelaar.
B.
't Fransch cloor A.
Hoofdstuk XIII.
Waarom? Er moet een misver-
Vrij naar
18.
Maar hoe?
stand bestaan.
Men neemt slechts boosdoeners gevangen.
Gearresteerd op een aanklacht van het Spaan-
sche gouvörnement, voor het samenzweren tegen
de Spaansche regeering, antwoordde André.
Ach, mompelde mijnheer de Lairis zich tegen
het voorhoofd, slaande ik begrjjpl
Hy keek Andre Bertin aan.
Maar het is toch nog niet bewezen, wel? Ik
heb nog zeer goede kenissen by de rechteiyke
macht zelfs mynheer d'Orvilliers by voor.
beeld en door zonder verwyi onze maatregelen
te nemen, slagen wy er misschien in de slag af te
wenden.
Het is mynheer d'Orvilliers zelf, viel Teresita
hem in de reden, die hier huiszoeking is komen
doen Mynheer d'Orvilliers zelf heeft hem ge
arresteerd.
Mynheer d'Orvilliers huiszoeking,herhaalde
Eduard, wiens gelaat geheel van kleur veranderde.
Hg zelf, vervolgde Teresita bitter, en my dunkt
hy had wel kunnen weigeren dit te doen en hy had
ons vooraf wel kunnen waarschuwen, wetende dat
ik de vriendin zyner vrouw bui, van Edith die hier
zoo even nog was. Hy had dit wel kunnen doen
ter wille van Andre, myn man, voor wien hy zulk
eene groote achting scheen te hebben en eindeiyk(
voor u, mynheer de Lairis, die hy kent, die hy
bemint, die hy weet dat de beste vriend myns
broeders is. Alles te samen genomen vervolgde zy
had hy ons moeten waarschuwen;
Ieder is rechter over zyn eigen verplichtingen
hernam Andre Bertin. Mynheer d'Orvilliers is de
eeriykste mensch, die ik ken, na myn schoonbroeder,
maar hy is slaaf van zyn plicht. Ik begryp dus
zeer goed, dat hy het geheim van zyn beroep niet
heeft verraden en ons niet heeft gewaarschuwd.
Hy kon het niet en mocht het evenmin. Ik be
gryp echter niet, waarom hy zelf gekomen is en de
zaak niet door een ander heeft doen uitvoeren.
Welk gevaar loopt Juan Cameron? vroeg Eduard
bewogen.
Persooniyk zeer weinig. Er bestaat geen
overeenkomst over de uitlevering van politieke
misdadigers.
Weinig viel Teresita op smarteiyken toon haar
echtgenoot in de reden. Alleen zal hy uit Prankryk
verbannen worden verwyderd van ons allen
voor altyd.
Wy zouden hem in den vreemde kunnen ver
gezellen, lieve, merkte Andre Bertin op goej
toon aan.
O, ge zyt zoo goed, mompelde de jonge vti
Vergeef my.
Daarin bestaat dus voor ons noch voor
de grootste smart. Wat hem wanhopig maat
dat zyn gevangenneming alle zyne politieke p
genooten ook in het ongeluk stort en al
plannen, die hem dierbaarder waren, dan zynlt
vernietigt.
Hy spande dus werkeiyksamen? vroegEdii
Ik vermoedde zulks.
Ja en het is nutteloos het
houden hernam André Bertin, daar heden al
papieren door de fransche justitie in beslag zijn
nomen en geen twyfel op dit punt laten.
Heeft men zyn papieren medegenomen? vi
de Lairis verbleekende.
Alle!
En was het mynheer d'Orvilliers, die.
Ja, mynheer d'Orvilliers.
O, myn Godi stamelde de minnaar van
doodsbleek wordende.
Wat is er? vroegen de beide jonge lie 3
getroffen door zyne verwarring.
My niets niets dat is te zei
ik weet, dat er tusschen die papieren
gesloten doosje is hem in bewaring gegi
door een vriend wiens naam hy niet|
noemd heeft. Ik vrees, dat men de brii
in dat doosje zich bevindende heeft gelezen
beschouwen zal als aan hem gericht. Het
versohrikkeiyk zyD, als hy om een viiendendii
nog moor zou moeten ïyden. V(
Eduard zweeg. Hy vreesde achterdocht *j
te wekken of eenige onvoorzichtigheid te begaat e(
Een gesloten doosje van goudgeel pluche vr^
Teresita.
Ja, juisti hebt ge het gezien. Waar is het ij
Ik ben binnen geweest om afscheid van a jy
broeder te nemen toen deze op het punt stond f
vertrekken. L
Welnu?
Eu ik herinner my, toen dat doosje gezieci
hebben. Het stond op de bureau, waarvan alle li
geopend waren, André Bertin zal het ook wel
zien hebben.
Ik herinner het my niet, antwoordde deze.
heb er geen acht op geslagen.
Heeft mynheer d'Orvilliers het mede genoi
vroeg Eduard gejaagd,
Ik weet het niet.
O, mevrouw, lieve mevrouw Bertin, ik bii|
laat my dan het eens gaan onderzoeken.
O, dat is zeer gemakkelyk. Ga maar met
mede. De rechter van instructie heeft by zyn
trek my de sleutels van de kamers en de bi
overhandigd.
De drie jonge lieden begaven zich thans
naar de kamer van Juan Cameron, waarmede
by het begin van ons verhaal reeds hebben kei
gemaakt.
By de eerBte oogopslag bemerkte Eduard ri
dat het bewuste doosje zich niet meer op deburi
bevond.
Het kon echter in een der laden geplaatst
Deze bevatte echter slechts een klein gi
brieven biykbaar zonder eenig politiek bel;
waarom de rechter ze dan ook maar had laten lig|
Het zweet, en koud zweet parelde op het gel
van mynheer de Lairis.
De werkeiykheid verscheen voor hem in al
verschrikkeiykheid. h
Het doosje was in handen van mynheer d'Orviliief
Men beproeft echter nog steeds te worstelen teg
de werkeiykheid.
Gedurende een kwartier wel doorzocht Edui
de bureau en de kamer, alsof hy nog hoopte t
bewuste doosje te zullen vinden. Hy vond echt
niets.
Maar dat doosje bevatte dus wel iets zeer (f
wichtigs, merkte Teresita op.
Het bevat het leven en de eer van drie persom
zei de jonge man op doffen toon.
En zonder zich den tyd te gunnen afscbi
van Andre Bertin ot diens vrouw te nemen, wi
hem met klimmende verwondering aanzagen, si
de hy de kamer uit, de trap at en de straat o
Hier stapte hy in het eerste rytuig dat hy oi
moette en gaf den koetsier het adres van mynhe
d'Orvilliers.
Ik moet Edith spreken I zei hy by zichzeli
Zy moet gewaarsohuwd worden.
Wordt vervolgd.)
Scelperairnk LANGEVELD A DE SOOU— Ta