Buitenland. PI Ittojfj De zitting van de Staten-Generaal werd Woensdag geopend met eene rede van den Min. van Buitenl. Zaken, de heer Roëll, waarin ol m. dit voorkwam „De uitslag der jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, raadzaam geoordeeld om tot eene bevredigende regeling van het kiesrecht te komen, heeft het vorig Kabinet aanleiding gegeven tot het verzoek van zijne taak ontheven te mogen worden en het Ministerie, dat in zijne plaats met de leiding van 's Lands zaken werd belast, ziet zich daartoe geroepen als gevolg van buitengewone verkiezingen, met het oog op een bepaald staatkundig vraagstuk uitgeschreven. „Bjj de bepaling der taak, die het nieuw opge treden Bewind zal hebben te vervullen, staat regeling van het kiesrecht op den voorgrond. „Die regeling zal, wil zij aan rechtmatige wenschen voldoen, op breeden grondslag moeten worden gebouwd, en behoort, naar het oordeel der Regeering, voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en de Gemeente raden gelijktijdig te geschieden. „Eene herziening der wet op de personeele belasting, reeds lang in uitzicht gesteld, is te méér noodig geworden na de invoering van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten. „Eene nadere regeling van de verhoudiDgitus- schen de Rijks en Gemeente financiën, gepaard met wijziging der bepalingen omtrent belasting heffing door de gemeenten, is mede te beschouwen als een dringende eisch des tjjds, waaraan zal moeten worden voldaan. „Aan deze hoogst gewichtige, ofschoon beperkte taak wenscht de Regeering in het bijzonder hare krachten te wijden." Zondag-morgen omstreeks 9 uren ont lastte zich eene buitengewone hevige en langdurige hagelbui, vergezeld van eenige weinige maar felle donderslagen boven Amster dam. De hagelsteenen, ter grootte van flinke grauwe erwten, vielen zoo dicht neer, dat de grond in een oogenblik wit was en dat men, hoewel het verder aanhoudend regende, 's middags aan den IJkant de hagelsteenen nog kon vinden. Ook in andere streken van ons land moeten dien morgen zware onweersbuien hebben gewoed. Een Schiedamsche mijnheer met een hoogen hoed op ging op tweeden Pinksterdag uit toeren in een tentwagen. Te Delft kreeg hij hooggaande ruzie met zijnen koetsier over de betaling. De passagier scheen te meenen, -dat hij al genoeg betaald had in den vorm van consumtie voor den koetsier. Trouwens, zij hadden gelijk op gedronken en droegen daarvan ruimschoots de blijken. De koetsier echter nam daar geen genoegen mee. Beiden stapten uit den wagen en gingen midden op den Oostsingel heftig aan 't vechten; de hooge hoed kreeg menigen deuk en „meneer" nog meer klappen. Daar kwam een politie-agent, die koetsier en passagier in het rijtuig liet stappen en zelf tusschen hen in plaats nam. Zoo reed het drietal naar het bureau van politie, waar aan de beide beschonkenen gratis logies werd verleend. Op een stuk land aan het eind van de Zuiderdwarsvaart te Drachten, eigendom van den heer A. E. v. d. Meulen aldaar, is eenigen tijd geleden een groote paal geplaatst, uit wiens top draden naar den grond afhangen, die aan telegraafdaden doen denken. Daarmede worden met on vermoeiden ijver pogingen aan gewend en proeven genomen, die tot bevorde ring van den groei van planten en gewassen kunnen leiden. Althans ons is verzekerd, dat aan de electriciteit, waarvan de wolken en het luchtruim zich gaarne ontlasten, als ze oververzadigd zijn, gelegenheid wordt geboden zich in den grond te werken. Zoodoende zou die natuurkracht het hare bijdragen tot be vordering van den groei en bloei der planten. Moge dat' voor velen vreemd klinken, ons wordt verzekerd, dat in Frankrijk reeds sedert langen tijd dat middel wordt toegepast en men de goede werken daarvan allengs begint te erkennen. (Pr. Gr. Gt.) Men zendt het volgende ter plaatsing aan de Ass. Ct.: In 't vroeger bestaande tijdschrijft„De Vaderlandsche Letteroefeningen," schreef om streeks 't jaar 1848 een dichterlijk belasting betaler 't volgende: „Het scheelt me niemendal, Thorbecque of van Hall, Wie 't hoofd is in onze staatsvennootschap Betalen blijft de boodschap." 't Is tot troost van hen, die door de ver mogens- en bedrijfsbelasting worden getroffen, terwijl 't personeel blijft, dat ik deze woorden aanhaal. Ze kunnen er uit zien, dat het vroeger was als nu en dat het hoogstwaar schijnlijk wel zoo zal blijven. Majoor Waelput, de Belgische weerprofeet, die er zich op beroemt dat de door hem den 17den April gedane voorspellingen tot heden z^jn uitgekomen, zegt omtrent het weer, dat ons te wachten staat nu het volgende Het mooie weer van thans zal een achttal dagen duren; het einde van Mei zal ons regen brengen, evenzoo het begin van Juni. Vóór 15 Juni zal het weer zich herstellende laatste twee weken dier maand afwisselend, mooi en niet mooi. Wat Juli betreft, met den vierden zal een tijdperk van betrekkelijke droogte intreden en deze maand zal zeer warm zijn. In Augustus veel warmte. Omtrent den tienden groote droogte; tegen den twintigsten wat vochtigheid. De eerste tien dagen van September eenige regen. Van October spreekt de heer Waelput nog niet; verleden jaar om dezen tijd zag hjj verder. In de „Nieuwe Rotterdamscbe Courant" schrijft iemand Het spoorweg-ongeluk te Barendrecht geeft mij aanleiding, er op te wijzen, hoe gevaarlijk de gewoonte hier te lande is om de spoorweg coupés van buiten zoodanig te sluiten, dat ze door de passagiers niet geopend kunnen worden. Wat kan toch het nut dezer ver ouderde inrichting zijn? Mocht al gedurende de eerste tijden der spoorwegen de wenschelijkheid daartoe be staan hebben, thans, nu ieder met het reizen per spoor vertrouwd is, heeft het toch geen doel meer de reizigers op te sluiten. En wat kan bij een spoorweg-ongeluk ergerlijker zijn dan dat men de deur van zijn coupé niet kan openen om aan een dreigend gevaar te ontsnappen In Engeland is de sluiting der waggons alleszins voldoende en toch zóó, dat ieder gemakkelijk door het raampje het slot van buiten kan bereikenhier echter is bij de meeste waggons het onderslot zóó laag en meestal zóó stijf gesloten, dat het onmogelijk is, van binnen uit de deur te openen. Zou het niet gewenscht zijn dat hierin verandering gebracht wordt? De bruidscoupé houdt stil. De bruigom stapt uit. Hij reikt den rechter zijne bruid, straks zijne vrouw. Hij wacht. Hij reikt. Hij vraagt. Hij smeekt. Hij smacht. De bruid blyft zitten. Uit de volgkoetsen stappen de wederzijdsche ouders. Kom toch. Neen. Niets baat. De bruid blijft zitten. Alléén rijdt de bruid huiswaarts. Zij deinsde terug voor den grooten stap. En alléén wandelde de jongeling, na een hoeraatje van de omstanders, naar zijne woning. Zoo gebeurde dezer dagen in de goede stad Amsterdam. („Morgenp.'V Het kapitaal der Rothschild's is in de jaren 1875 1894 verdubbeld. Het bedroeg in 1875 de som van 2300 en is nu tot 5000 millioen geklommen. Een kundig financier zegt dat het, éénmaal opgeklommen tot die ongelooflijke som, thans aldoor verdubbelen kan in elke vijftien jaren. Bevestigt zich dit, dan zal het voor het einde der volgende eeuw klimmen tot de haast niet uit te spreken som van zes maal honderd veertig duizend millioenwaarvan de rente 'sjaars, iets boven 3 pet. gerekend, 20,000 millioen zou bedragen. Rekent men nu, dat de jaarlijksche inkom sten van een volk door elkaar niet hocger zijn te stellen dan op f 100 per inwoner, zoo ver tegenwoordigt deze 20,000 millioen het jaarljjksch levensonderhoud van 200 millioen zielen, d, i. van eene bevolking zoo groot als Rusland, Oosten rijk, Duitschland, Noorwegen, Zweden, Dene marken en Nederland samen. Nu zal dit niet zoo loopen, eenvoudig wijl de werkkracht der natiën niet in staat is, zulk een schat over te sparen buiten het gewone leven om. Maar toch dient op dezen misstand gewezen, om het ook in dit voorbeeld duidelijk te maken op wat ongerechtige wijze de verkrijging van kapitaal in onze tegenwoordige maatschappij geregeld is. Al bepalen we ons toch tot de overwinst van de 2500 millioen in minder dan 18 jaren, die niet fictief, maar reëel is, dan druischt het toch tegen elk begrip van gerechtigheid in, dat de vrucht van den arbeid tot een zóó kolossaal bedrag, enkel ten gevolge van over matig bezit, vloeit in de kas van één geslacht, dat feitelijk niets deed dan de sluizen, open zetten, opdat de stroom van het goud binnen zou stroomen. f„Std.") In het Fransche departement Finisterre begint de cholera zich weer met nieuwe kracht te verheffen, nadat zjj den geheelen winter daar sporadisch is voorgekomen In Februari werden in dit departement 25 personen door cholera aangetast, waarvan 23 overleden, in Maart 71, waarvan 27 stierven, en van 1-21 April 94, terwijl toen 38 sterfgevallen voorkwamen. Van 22-28 April zfjn in 13 ge meenten van Finisterre 19 personen aan de cholera gestorven. Ten gevolge van de uitbreiding der epidemie heeft de regeering besloten, een tweeden geneeskundige naar de besmette land streek te zenden. Brand te Nieuw-York. De Tabernakel van den bekenden prediker De Witt Talmage, te Brooklyn, die dezer dagen zjjn vijf-en-twintigjarig raadsel werden kocht. iooals zie verscb _j8ie, de iplosbaar, i alphabe ioone stei Montgs lamolen, dsche ka: jubilé als voorzanger zijner gemeente vLdsel van l door brand vernield. Klanken g De brand ontstond op het orgel, juiO*inde 2r_ de dienst was geëindigd. De heer Talmags| terstond de aanwezigen tot kalmte konden allen ongedeerd den TabernakelJ Dit is reeds de derde keer, dat de Taifen'dat we afbrandt. Telkens ontstond de brand |j[m, qualit kerkdag. Daar het geheele gebouw daaraan grenzende hotel geheel afbranddl de schade op 500.000 dollars geraamd. Ofschoon zich naar schatting ongevej personen in de Tabernakel bevonden, brand ontstond, kwamen geene persj ongelukken voor. Een verliefd oudje. Te Nijvel het een zekere Huet, een der Belgische ouds' van 1830 en 84 jaren oud, voor de tweei Jj. in den echten staat begeven met een twee-ei jarig vrouwtje. De haren des hoofds geteld. Een Pi man, die zeker niets te doen had, heeft de van een hoofd geteld. Hjj kwam tot 127,920. Een Fransch blad noemt dit „minstens een beetje overdreven voor den bekende tijdgenooten". Schatten Een goed begin. - Veel geluk he 0 a 15c werkman P. te Neisse in Pruisen niet gel - - de keuze eener echtgenoote. Toen hij mei jonge vrouw Zaterdag uit het gemeen kwam, waar zjj getrouwd waren, werd z| seling door de politie van zijn arm wegj De jonge vrouw had gedurende de plecht! van een der getuigen dezen zjjn horloge oj Vrijdagmorgen heeft men te Nieuwi in h6t Central Park, een kwaadaardigen ol| die reeds verscheidene menschen gedood zich niet wilde laten temmen, vergiftigd. Men gaf hem eerst een wortel, waarin drie ons vergif had gedaan. Tip wierp hem e weg. Een appel, op dezelfde wijze gereed gen onderging hetzelfde lot, maar eindelijk at hl stuk brood op, dat een ons vergif bevatte," Het dier werd korten tijd later ziek ongetwijfeld nu wel gestorven zjjn. chineest an het genen, t „het co De eerBtt cier en aetaald. ien f 1 10 lveren ;5 Lam „50 a f Biggen den te per 275 a Aden, gevoel Stiere a f kkoeie itte ka en f Vettf lide) f O Mas irg. hope I hun te b Menschen als trekdieren. IndeLebi bergen trekt de boer nog heden ten dage ploeg. Wie daar zijn akker beploegen wil, bi van 10 -14 buren, deze steken het bovenlid in een zak, waaraan lussen verbonden zijn, met een ketting aan den ploeg worden verboij De mannen scharen zich op een rij, een ,1 weerklinkt en het ploegen begint. Een flinkj bier houdt de lieden in de rechte stemming, dezen dienst betaalt de boer niets; alleen hjj denzelfden dienst eveneens aan zjjn bi bewijzen. Ter gelegenheid van het Russische Pi feest zijn in verscheiden plaatsen in het oostelijk gedeelte van Rusland anti semiel ongeregeldheden bedreven, waarbij de tuaac! komst der troepen noodig was en een a: personen het leven verloren. Te Ekaterinoi de eenige plaats waaruit nadere bijzonderhi zijn vernomen, is op den laatsten April ernstig oproer uitgebroken. Troepen werklif deden een aanval op de joden, die met ten) en stalletjes op de markt stonden, verniel! hun eigendom en wierpen de weerlooze sl: offers met steenen en alles wat hun voor hand kwam. Spoedig verspreidde het opi zich door de geheele stadde winkels Israëlieten werden geplunderd en de eigenai schandelijk mishandeld. In het bericht wej niet vermeld, hoeveel menschen er vermot zjjn. Den volgenden dag eerst slaagden troepen er in, het oproer te dempen. Zelden of nooit heeft een opgegeven raat zooveel agitatie teweeggebracht als het volgends! Als 't pasgeboren kind ben 'k jong, en toch zeert Ik ben zoo heet als vuur en toch als ijs zoo kt 'k Ben dun gelijk een draad en als een vat zoo 'k Ben deugdzaam bovenal en toch een galgensl Ik ben zoo zwart als inkt en toch zoo wit als snoei 'k Ben langzaam als een slak, 'k spring opgeljjl [een leeut 'k Ben zwak gelijk een halm en sterk gelijk eens' Ik ben zoo arm als Job en als een Cresus, rijk; 'k Ben als een cirkel rond en hoekig als't kwadri 'k Ben voddenraper en daarbij aristocraat, Ik ben gelijk d' orkaan en toch een zachte wind,| Als Satan ben 'k gehaat, als Engel ben 'k be: Te eten heb ik niets en 'k heb toch goed mijn brt Ik leef in eeuwigheid en ben toch immer dood. Ook ben ik altijd ziek en tevens zeer gezond, 'k Ben licht gelijk een veer en weeg 12000 pond' Ik ben steeds overal en kom nooit van mtlnplr Ik ben getrouwd en toch behoor 'k biJjongem; Zoek hieruit, hoe ik heet. Die mi) bijname to En noemt, zal ik bedenken in mijn testament. Dit zonderlinge raadsel werd in 1802 door den hi Luzet, uitgever van zeker blad in Parijs, pujj gemaakt. Er was bijgevoegd, dat dit raadsel opgegeven aan een zeer scherpzinnig man, dia zich vaak met het oplossen van raadsels bezig his ld, fl och dat deze tevergeefs naar het antwoord had gezocht en nu een prijs van 10,000 livres toekende! aan den eersten die de juiste oplossing zou geven, terwijl de 10 daaraanvolgende inzenders van goede oplossingen ter belooning zouden ontvangen prachtuitgaven der werken van Voltaire, Rousseau en anderen. Niet alleen in Parijs, doch in geheel Frankrijk werd over dit raadsel gedacht en gesproken. Per sonen uit alle standen zetten zich aan het werk om eene oplossing ie vinden, rechtsgeleerden, geeste lijken, doctoren, hooggeplaatste militaire ambtenaren evenzeer als hotelhouders, keukenmeiden, koetsiers en schoenpoetsers. Duizenden antwoorden in proza en poëzie kwamen weldra in aan het bureau van den uitgever Luzet, zoodat deze zich verplicht zag, z(jn personeel te vergrooten. Er werden liedjes gemaakt op de opgave van Luzet en zelfs in tooneelstukken werd het H.I geli vol in All wa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 2