Leiden. Leiden. STOOMBOOTDIENST P. F. HOLTZAPFFEL. Lammerevoer naar Leiden Waarom? is SCHILLING'S HAVERBLOEM de beste. De Weesinrichting te Neerbosch. DONDERDAG 31 MEI De lammeren zijn van af TEXEL tot LEIDEN geassureerd hetzij aan boord der Stoombooten, hetzij in een tjalk geladen mits ter verlading opgegeven aan de Agenten 7 uur aan boord. Feuilleton. Geheime Wraak. Finale ontmaskering van den Ondernemer van Weezenverpleging JAN VAN 'T LINDENHOUT. Koy. oct. formaat met 9 portretten. zullen de Yeebooten Pur merend, Burgemeester van Alk maar en Beemster wederom in de Haven van Texel gereed liggen tot het vervoer van Lamineren en ander Vee naar LEIDEN en tusschenliggende plaatsen. C. KUIJPER Czn. C. M. KOORN. Eenig fabrikant F. SCHILLING, ALKMAAR. B9* Op nieuw verschenen: m W V 't betrf door G. VAN DETH. Pr£js f 0.50franco p. p. f 0.60 (onder band)f 0.65 (onder enveloppe). 212 bladz. De boekh. gewoon rabat. Wordt niet in commissie verzonden. Alléén verkrijgbaar by den Schrijver en Uitgever G. VAN DETH, 397 Prinsengr., Amsterdam. Gelieve goede nota te nemen van het Adres l Geene brochures zullen worden verzonden dan na ontvangst van postwissel met bedrag. Thans is de prys zóó gesteld, dat zeker EEN IEDER kennis kan nemen van al het GRUWE LIJKE, dat in dat „MOORDHOL", de Weesinrichting te Neerbosch, in 30 jaar voorviel. Met deze prijs worden slechts de kosten gedekt, opdat GEHEEL HET VOLK het kunne lezen. WAAROM? alleen met de Gouden Medaille te Brussel bekroond. OMDAT! deze bloem geheel ontdaan is van alle onverteerbare celstoffen welke men in alle andere Havermeel en Houtsoorten aantreft. IS DAAROM FENIGvoor kinderen, verdrijft zuur, verteert gemakkelijk, heilzaam voor ïyders aan borst-, maag- en ingewandszwakte, alsmede voor gezonden een krachtige voeding. Onder Controle van Br. BAKHUIS-ROOZEBOOM te Leiden. Verkrijgbaar op Texel: te den Burg: J. EELMAN en P. BOON; te Oudeschild: K. G. BROUWER; te Oosterend: D. WUIS; te Cocksdorp: A. DROS; te Waal: J. BRUIN. Vry naar 't Fransch door A. B. 35. Hoofdstuk XXI. Eduard drukte den grijsaard de hand, zonder hem te durven antwoorden. Hij was verward, schaamtevol, aangedaan en kleu rende over zichzelf bij de gedachte aan zooveel erkentelijkheid, die hy niet verdiende, hy gevoelde dat zijn gedrag tegenover dien vader in têa woord om geen harder woord te gebruiken onvergefe lijk was. Wat was hij by hem komen doen? H(j zocht bij hem de mogelijkheid om een onderhoud te verkrijgen met de dochter. H{) bediende zich van den vader om zijn onge oorloofde liefde te bedekken en indien de vader het geweten had, zou hy hem vervloekt hebben, hij was misschien van wanhoop gestorven, uit roepende Ellendigegij hebt mij de eer mijner dochter ontnomenG(j hebt haar voor eeuwig verloren doen gaan i En door u sterf ik uit wanhoop. En toch was het niet zijn plicht Edith te be schermen zooveel in zgn vermogen was, haar op de hoogte te houden van de loop der zaken, waarvan het leven en de naam der jonge vrouw afhingen? Daardoor komt het, dat wanneer men eenmaal de voet op het verkeerde pad heeft, de plioht zelf staat tegenover de plicht. Het rijtuig hield stil. Zjj waren ter bestemder plaatse. Eduard, wiens hart trilde en die zeer bleek maar vastberaden was, maakte gebruik van de aandoening van mijnheer O'brien, die slechts aan zyne dochter dacht, vergezelde hem en werd met hem in de kleine boudoir geleid, waarin Edith gewoon was haar be zoekers te ontvangen. Daar bleven zy eenige oogenblikken wachten, spoedig verscheen de kamenier, welke mijnheer O'brien verzocht hem te volgen naar de kamer van mevrouw. Eduard bleef alleen. Eindelijk werd de deur opnieuw geopend. Wat hy voorzien en gehoopt had, gebeurde. Edith kwam hem opzoeken. Z(j was alleen 1 Hoofdstuk XXII. De jonge vrouw scheen inderdaad zeer lijdende en uiterst zwak. Zij kon slechts met moeite gaan. Het was duidelijk zichtbaar, dat zij zoo pas uit haar bed was gekomen en om zich naar Eduard te be geven in haast een morgenjapon had aangetrokken. Haar haren hingen haar los op de rug. Zy was zeer bleek, terwijl haar oogen schitterden door de inwendige koorts die haar verteerde. Geheel op haar beenen bevende ging zij, nadat zjj de deur zorgvuldig gesloten had, naar Eduard. id' ei i Q Hi) werd diep getrofffen door de ver die er gedurende de laatste twee dagen b(j plaats gegrepen. Toen zij b]j hem gekomen was, zei i| eenige inleiding. Wat ge nu doet is misschien on voorzicht gt) hadt gelijk. Gij hebt mij dus begrepen en vergeeft stamelde h(j. Ja...ja... anders zou ik u niethebbe: gezien. Lijdend, zooals ik nu, ondanks mij genomen moeite, ben, was het mij on u te ontvangen.Dat zou al te zeer de acl opwekken, want ik wordt nu streng in 't houdenik kan niets doen, niet uitgaan of 8 zonder dat het opgegeven wordt, zonder; weet aan wien ik schrijf en waar ik ga... Mjjn God I is dat mogelijk Hebt ge niet gezien, dat ik een nieuw nier heb? Zjj heeft reeds genoteerd, dat u gesproken hebdat mijn vader niet by Zy telt de minuten, die ons onderhoud zal. Het komt omdat ik zoo niet kan lever n] Het moet echter. En dat ik u spreken moest. Ik u ook, Beschuldig m{J niet van omdat ik gedurende deze twee dagen ziek weest.Het is verschrikkelijk, hetgeen komt.Geheel ons leven is gebroken zal wel weer beter worden... Morgen zalj goed zijn. Wat had ge m{J te zeggen? Wi zoo weinig tijd Spreek viug. Dit: Mijnheer d'Orvilliers, zei hy op renden toon, heeft de brieven niet gelezen. Zy glimlachte een weinig. Gy bedriegt u. Hy heeft zelf het doosje aan Juan teruggeven zooals by het in beslag genome: zonder het te openen. Hebben zy elkaar gezien? vroeg zy rill En elkaar ook gesproken Ja, Juan Cameron is langer dan een mynheer d'Orvilliers geweest, die hem had ontboden, nadat hy de gevangenis veria1 - want hy is nu vry, - om hem zelf het te overhandigen. Waar is het? In myn bezit! Ha, zei Edith op doffen toon, terwyi zelf ondervroeg. Ik heb alles nagezien.De sluiting en ik zelf heb er de sleutel van. Alles in aanwezig, niets ontbreekt. Hoe kan hy weten, zooals ge my gezegd hebt Och, arme Eduard, zei zy medeiydend heer d Orvilliers heeft het doosje geopend brieven gelezen. Onmogelyk I Hy heeft ze my laten zien. Eduard de Lairis bracht de hand naar het voo: Ik begryp er niets van, zei hy. Het is zeer eenvoudig. Gy kent mijt niet, ziedaar alles Ik voor my begryp hi Een nieuwe rilling ging haar door de leden Mynheer d'Orvilliers, hernam zy lan| wil niet dat iemand vermoedt, dat hy de w« kent, zelfs niet hy, die hy beschuldigd. En deze, voegde zy er binnensmonds aan toe. Wie beschuldigt hy O, u niet. En tochals hy de brieven. Zooals ge kunt denken, heeft hy my den van myn minnaar gevraagd. Ik heb geweij antwoorden. Dus.. Dus weet hy niet, dat gy dit zyt.. Ik li het u, ik bezweer u dit, Maar gy zyt verloren, myn Edith sta Eduard op een waphopigen toon. O, ik, zei zy.Voor my is er niets doen. Enkel wanneer wy voorzichtig zyn,_ zullen dit zyn, zal hy altyd onbekend biyvei uw naam, en dit is het voornaamste. Eu gelooft gy dan dat ik wil, dat ik alleen ben en gy dit geluk niet met my deelt? Mal kan niet., die zekerheid die zich slechts tot myn persoon, jaagt my de blos van bcIi ■op het gelaat. Neem het echter toch aan,., het is myn. troosthet eenige, dat my nog aan het leven Ik wilde u zelfs een verzoek doen, Wordt vervolgég tf 0i Snelpersdruk - LANGS VELD DB BOQU-ft

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 4