093. Zondag 27 Mei. A°. 1894. Nieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland. de vet jen b(j zei i )orzicht argeefi t> hebbe: anks mö on de acb g in 't an of gr onder] ga... nieuw d iet bg( >d zal it van a ziek jeen 01 n n zalf h0 op ezen. ruan C snomei z0 rill n een hem b veria' >lf het rEXELSCHE COURANT. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden Voor den Buna 80 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 46 Cts. - Naar A mirte a en ande e landen met verhooging der porto's. AdvertentlSn vóór 10 unr op den dag der uitgave. Pr\js der Adverteniiên Van 1 tot 6 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groots letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. a leven ONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Buna op Texel GEVOXDEV VOORWERPEN. ideponeerd ten Raadhuize een lederen nonnaie, ala gevonden in den Binnenburg en Burg alhier. TEXEL, 26 Mei 1894. Aan de ter visie gelegd hebbende reke- over 1893, van het waterschap de 80 Polders, ontleenden wij alsnog de volgende cijfers Ontvangsten hebben bedragen f 33621,83 Uitgaven f26354,73' Batig saldo f 7267.09' bezittingen van het Waterschap zijn20 Beien in het maatsch. kapitaal voor ge- ïte-crediet te Amsterdam, f 20,000. ig te ontvangen kooppenningen van ver te gronden en hooigewas f 6105,80, jBde 599.25.35 Heet. land, Dijken, Wegen 108 '8 Vater, benevens 2 arbeiderswoningen en i hö t Watermolen. schulden van het Waterschap bedragen >m van t 349.000, tegen eene rente van irocent. rwfll ting ij Ödend; ipend rekening van den polder Waal en Burg, 1893, wijst de volgende cijfers aan 001 Uitgaven f 2312,90' Ontvangsten f 1985,28 t mii röp hi leden bezittingen oe. nö dei Nadeelig saldo f 327.62' van den polder bestaan in 0 lau,ife62,39 Heet. land, Dijken, Kaden, Wegen de wi iVater, alsmede eene Huismanswoning en Eflls en 15 A. 30 cA. in erfpacht uitgegeven d. i schulden van den polder beloopen eene van f 7100, tegen eene rente van 47« ent. an de begrooting voor 1894, voor de 30 leensch. polders, ontleenen wij het volgende: 'Geraamd wordt als vermoedelijke Ontvangsten f 32708,77' Uitgaven f 26032,35 Batig saldo f 6676,42' Ikh h stal blövi alleen mönt leven! nets i 9 Ontvangsten worden omschreven in zes zön, i dstukken, als atig saldo vorige rekening f 7267,09' estanten van vroegere diensten f 945,48 inslagen f 18887,12 Mai komsten van bezittingen f 3359,25 hts is ndere gewone inkomsten f 29,— a sch uitengewone Ontvangsten f 2220,83 f 32708,77' Uitgaven worden in vier hoofdstukken volgt begroot: J wedden en kosten van beheer f 2722,76 stingen f 504,60 leg en onderhoud van werken f 7590,— ten en aflossing van schuld f15215,— f26032,35 't Zou onnoodig geacht kunnen worden betreffende bovengenoemde cijfers uitvoeriger omschrijving te geven, vele posten toch zijn een weerklank van die van vroegere jaren. Een uitzondering maakt mogelijk bij de uit gaven Hoofdstuk HE „aanleg en onderhoud van werken", als volgt vermeld: Dijken en Kadenarbeidsloon voor herstel ling steenglooijing en bermen in 't Noorden, zoomede de levering van steen, brik en puin, en het transport daarvan f 1990. Tochten en Slotenarbeidsloon tochten graven en kroozen dijkslooten f 900arbeidsloon en verdere werken voor de uitwatering van de Hemmer f 2000, Wegenarbeidsloon van Grind- en Zand wegen, puin, rijloon en het verbreeden van wegen f 1850. Sluizen, duikers en Schoeiingen, f 850. Voor meerdere inlichtingen verwijzen w|j naar de begrooting zelve, welke voor belang hebbenden ter inzage ligt. Donderdagmorgen had van hier de eerste groote lammerenverzending plaats. Met vier stoombooten en vier tjalken werden verscheept 5600 lammeren, benevens 1 Paard en 2 Koeien. Oudeschild, 25 Mei. De gemoederen zijn hier zeer verontrust bij de mededeeling der waterleveranciers, dat heden voor een gang water 7 centen zal betaald moeten worden. De schildsloot, die reeds zoo lang verwaar loosd werd, is te ondiep geworden om langer met eene waterboot te kunnen worden bevaren, 't Is waarlijk een ramp voor vele arme gezinnen, om zoo enorm veel voor de eerste levens behoefte te moeten uitgeven. Zou het bestuur onzer gemeente zich niet eindelijk willen ontfermen over onze bevolking, die wel niet in een reuk van heiligheid staat, doch desniettemin toch zeker tot de menschen blijft behooren? Oostekend, 26 Mei. Zaterdag j.l. ontvingen de visschers van hier goede berichten van de Zuiderzee omtrent de ansjovisvisscherij, waarom velen zich in het begin dezer week (sommigen ten derde male) wederom derwaarts begaven, 't Mocht echter niet gelukken, goede zaken te maken, zoodat bijna allen reeds weder plat zak teruggekeerd zijn. Men is nu wel overtuigd, dat deze visscherij dit jaar geene voldoende resultaten kan op leveren. In verband met de laatste kamerver kiezing te Schiedam werd door de Arrondisse- ments-Rechtbank te Rotterdam een zaak wegens eenvoudige beleediging behandeld. De winkelier P. v. V., te Schiedam, had quaestie met den geneesheer L. V. over de huur van een pakhuis, dat hij van dien heer in huur had gehad en schreef aan hem de volgende briefkaart. „Schiedam, 7 April. Pieter, schrijf mij voor Dinsdag of de can- didaat, dien je voorstelt, ook zulk lange vingers als jij heeft, zie je dan stem ik die niet." Bij verstek werd dientengevolge tegen den winkelier f 25 boete of 5 dagen hechtenis gevorderd. De Kleine Courant van Rotterdam behelst een artikel hetwelk moet aantoonen dat een invoerrecht op granen, in Nederland, als bescherming van den Nationalen arbeid, een dringenden eisch is voor de instandhouding en onafhankelijkheid van ons vaderland. De schrijver vermeld de invoer van granen in 1860 en 1891, waaruit blijkt dat gaande weg de invoer vermeerderde in deze mate, dat in 1891, tegenover 1860, de hoeveelheid granen, die in Nederland meer wordt in-dan uitgevoerd is vermeerderd met niet minder dan 8 393,0C0 Hectoliter bovendien werd er in 1891 nog ingevoerd ca 2 millioen hectoliters Maïs en in 1860 niets. De schrijver wenscht door het heffen van een invoerrecht op granen, de mogelijkheid te doen ontstaan dat in Nederland meer groen land tot bouwland zal worden bestemd, waar door niet alleen de landbouwer, doch ook arbeiders, ambachtslieden en andere takken van nijverheid zullen worden gebaat. In een naschrift zegt de schrijver: „Wanneer omstreeks 100,000 heet. groen land in bouwland veranderd worden, zouden wij met den Vee-uitvoer reeds geheel onafhan kelijk worden van het buitenland; wij zouden nagenoeg evenveel zuivelproducten kunnen uitvoeren als thans, doch minder vee meer voor het buitenland over hebben. Onze veehouders behoefden dan niet telkens te schrikken, dat het buitenland één enkel ziektegeval van vee als middel zou aanwenden om onzen veeinvoer te weren, en daardoor den prijs onnatuurlijk laag te drukken. Ben treurig verschijnsel. „De gemeenteraad van Zutphen zoo lezen we in een onzer dag bladen heeft aangenomen de verordening, „regelende het openbaar lager onderwijs in de gemeente Zutphen." Daarin komt o. a. de volgende bepaling voor„Z\j (de hoofden der scholen) zijn bevoegd van handelingen, door de leerlingen buiten de school gepleegd, kennis te nemen en die te behandelen als waren deze in de school gepleegd." Een bepaling door alle ingezetenen toegejuicht, want de baldadigheid der straatjeugd te Zutphen ging in den laatsten tijd de perken te buiten." „Een treurig verschijnsel," schreven wij voor dit bericht en inderdaad men zal ons toegeven dat het zulks is. Dat aan hoofden der scholen de bedoelde bevoegdheid wordt toegekend kan er nog mee door, maar dat die bepaling toejuiching uitlokt omdat „de baldadigheid der straat jeugd de perken te buiten gaat," is al zeer erg, want wat thans bevoegdheid is, kan straks wel als plicht worden beschouwd, en zoo zoude onderwijzer worden de verantwoordelijke oppasser politieagent-opvoeder van het jonge geslacht. Arme schoolmeester, zoo wordt ge aangewezen om de taak der natuurlijke opvoeders, die hun plicht verzaken, ook op uwe schouders te nemen, voor uw vaak beknibbeld stukske brood. Neen, aan de ouders in de eerste plaats de plicht, om hunne kinderen te leeren zich te gewennen aan orde en regel. Het „Rotterdamsch Nieuwsblad" geeft de vol gende schets omtrent de eedsatlegging der leden van de Tweede Kamer. In zöne kracht was de generaal Van der Schrieck laatstleden Vrödag, toen hö „den troep" in 't „gelid" commandeerde. Daar moest eedsaflegging plaats hebben en bö die plechtigheid mocht de strengste discipline niet ontbreken. Allen behoorlök in rö en gelid, ieder naar zön corps en naar zöne brigade. Geen Amsterdammer in de Rotterdamsche lön; „Van Alphen", die een beetje links afweek werd „naar achter" gecommandeerd; „Schaepman, blöf in de lön." En zoo meer. Eindelök stonden de heeren in een drie- of vierdubbelen haiven cirkel. De Ministertafel werd overschaduwd en böna terugge drongen door dien drom. De Ministers kregen 't te warm en Van Houten zocht „den Troon" op als hechte steunpilaar voor zöne in de verdrukking ge komen figuur. Travaglino had 't erg benauwd te midden van den troep. Onze parlementaire tom pouce was alleen hoorbaar door zöne plechtigen eed, zichtbaar was hö niet. Men had hem eigenlök op de schouders moeten tillen om wat beter te kunnen zien. En daar ging 't, langs de rö af, tweemaal achtereen. De heer Veegena dat komt nu van die geavanceerdheid was wat al te haastig. Hö sprak den eed uit voordat de generaal het formulier had voorgezegd en hö was zoo goed niet of hö moest 't toen nog eens ovei doen Tydens, die met achttien andere heeren „de belofte" aflegde, verklaarde enkel. „Dat verklaar en beloof ik" zeide de commles- grifler hem toen berispend voor; de heer Tydens „beloofde" nu bovendien. De heer d' Ansembourg, die nog niet in de Kamer had gesproken, had blök- baar debuut koorts, want met een zenuwachtig Duitsch Fransch accentje zwoer hö zoo haastig als een schooljongen, die, met respect gesproken „mesjeu" vraagt eene dringende commissie te mogen doen, enz. In een socialistische vergadering, welke Zondagmorgen te Losser plaats had, heeft een botsing plaats gehad tusschen den burge meester met zijne veldwachters en de socia listen zelfs van revolver en sabel werd daarbij gebruik gemaakt. De veldwachter Straatsburg kreeg een kogel door de schouder, terwijl de socialist Teutelink, van Enschede, een sabelhouw ontving. De wachtmeester der kon. marechaussees te Enschede is des middags per telegram naar Losser ontboden en onmiddelijk met eenige manschappen te paard derwaarts vertrokken. De justitie heeft inmiddels een onderzoek ingesteld. 20 personen zijn gearresteerd en in verhoor genomende vermoedelijke daders zijn be kend. De burgemeester van Losser kreeg een schot door zijn jas en een landbouwer werd in den voet getroffen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1894 | | pagina 1