heeThomson
SCHAPERREIHIGIÜB.
Leesbibliotheek.
I. J. 0. B. DIKKBES,
Voor de aanstaande aanneming
pteta in tat toch „Je nieuwe aanlei"
zal np Woensdag 20 Februari 1895,
G. J. O. D. DIKKERS,
ill lei HUIS ra EBT aai Sen Bin ep Teiel,
J. H. MOOJEN, Makelaar,
Een Pakhuis en Erf, te Burg ep Texel,
zal op Vrijdag 15 Februari a.s.y
publiek verhuren'.
J. H. M O O JÊNTM^kêfalu7,"
publiek verhuren
J. H. MOOJEH, Makelaar,
publiek verhuren:
publiek verkoopen
G. J. O. D. DIKKERS,
publiek verkoopen'.
zal publiek verkoopen:
Feuilleton.
LIEFDE EN GELD.
mmummmk rekking van woensdag
r B 6 Februari 1895.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
'3 avonds 7 ure, in het locaal „de Zwaan",
a/d Burg, ten verzoeke van Mejuffrouw N. REIJ,
Wed. van den Heer T. M. Zijm,
1. 20 20 Hm's en Erf.
2. 1 39 20 Euiskoog.
3. 1 23 10 Boetstuk en Boet.
4. 109 40 Spakeland.
5. 11810 Mantjesland.
6. 1 18 80 Geest.
7. 105 40 Idem.
8. 214 60 Poddemerrie.
9. 2 03 70 de Vink.
10. - 63 40 Ookes.
11. 130 80 Voorste Bremerhekken.
12. 1 43 10 Achterste idem.
14 89 30, alles in den polder de Westen.
Bovenstaande perceelen in ééne massa.
13. 1 89 30 Voorste en Achterste Zuid-Raffel, in
een perceel.
De verhuring; geschiedt voor zes jaren.
Informatiën te bekomen ten kantore van ge
noemden Makelaar a/d Burg.
zal op DONDERDAG 21 FEBRUARI a s., 's avonds
7 ure, in het lokaal „de Zwaan" a/d Burg,
I. Voor den lieer W. M. BLOM, te Amsterdam,
1. Eene Schapenboet met 4 h. 17 a. 80 c. Wei
en Hooiland, in den polder Burger-Nieuwland.
2. 89 a. 90 c. Weiland in Zuid Haffel.
II. Voor Mejuffrouw Wed. A. MAATJE.
Eene Schapenboet met 3 h. 66 a. 46 c. Weiland
genaamd „Akenbuurt" liggende by Akenbuurt.
ZEGT HET VOORT.
BDe prijs van! 25 is IIEDEA gewonnen door
B Mej. L. TisifEER, 2e Spaarndammerst. N 89
B le Etage, Amsterdam; de premie door den
B winkelier N. VROUWE, 2e Spaarndam-
merst. 44.
Iedere Woensdag ten 2 uur verloting voor
IEDER TOEGANKELIJK, Kloveniersburgwal 25
Amsterdam.
zal op ZATURDAG S3 FEBRUARI 1895,
's avonds 7 ure, in het logement
„het Wapen van Amsterdam" te OOSTEREND
Voor den Heer C. A. MANTJE.
1. 70 Schnnr en Erf bij O.-End.
2. 43 90 het Hooge.
3. 46 40 Idom.
4. 42 20 Idem.
5. 65 80 Noordel.
6. 65 10 Meisjesland.
7. 2 1110 Koeienweid.
Voor Mej. Wed. A. MANTJE.
125 00 H. Beoosten de Boet in gebruik geweest
bij K Eelman
ZEGT HET VOORT.
gevraagd, om met 1 Maart in dienst te treden,
liefst niet beneden 30 jaar.
AdresT. KERKE, Waal, Texel.
Een tabaksfabrikant biedt te koop aan zeer
Sterke TABAKSSAP in kruiken of flesschen,
tegen nader overeen te komen prijs. Franco
brieven lett. S. R. aan het bureau der Delftsclie
Courant te Dei.ft.
is ondergeteekende ruim voorzion van een prach
tige collectie zwarte wollen thlbèts, gewerkte
zwarte fantaisiestoffen, ruime keuze in fijne
Kamgarens en Bukskins. Tevens gelegenheid
om HEERENPAKREN aangemeten te leveren
naar maat.
Minzaam aanbevelende,
Hoogachtend, UE. Dw. Dienaar,
a contant 5°/0 korting. Ph. VLESSING,
Men wordt beleefd verzocht de boeken uit
bovenstaande bibliotheek voor 15 Februari terug
te bezorgen
by J. C. VISSER.
Boekh. Burg, Texel.
Notaris te Texel,
zal, op MAANDAG 18 FEBRUARI 1895,
's avonds 7 ure,
in het logement DE ZWAAN aan DEN BURG
bij de „Vergulde Kikkert" bekend als Stokkeboe
groot 80 Centiaren.
in Everstekoog op Texel, voor het geheel groot
6.59.60 Heet.
Eigendom van den Heer C. C. van Heerwaarde.
Notaris te Texel,
des avonds 7 uur in het lokaal de Vergulde
Kikkert aan den BURG op Texel.
de navolgende perceelen Weiland gelegen in
den polder ONGEREN op Texel in Sectie K
en genaamd:
Mietjesland no. 493 groot 0,81,20 Heet.
Tegen Jan Pelder no. 494 0.85,20
Tweelingenweid 502 0,78,20
Smalhoekje 1353 0,48,50
Langs den Weg 510 0,86,90
Eigenaar de Heer P. Pz. BREMER te Texel.
Notaris te Texel,
op WOENSDAG 37 FEBRUARIJ 1895, 's avonds
7 uur, in het Hötel „DE ZWAAN"
aan Den Burg op Texel.
SSI Sectie K nommer 1264 groot 3.40 aren.
Bewoond geweest door wijlen den Heer
J. B. H. KRüSE.
Aanvaarding 1 Mei 1895.
N,B. Het hnis is te bezichtigen op VRIJDAG
22 Febr. a.s.
38. TWEEDE DEEL hoofdstuk IH.
Waarom? Omdat hij in zichzelf zei, dat htj niet
wilde, dat een ander gelukkiger was dan hij. Die
Montbrison, hoezeer haatte hij die/ Al had het hem
de helft van zijn fortuin moesten kosten
Maar kom, waar dacht hij aan
Hö stond plotseling op, opende het raampje en
keek naar buiten ïd de duisternis, om zich afleiding
te verschaffen, om aan niets meer te denkon, noch
aan zijne liefde, noch aan zijne zaken.
HÖ was wel een rechte dwaas zich zoo te kwellen/
Niets van hetgeen noodig is om gelukkig te zt)n
ontbrak hem. Hö had geld in overvloed en de
schoonste maitresse uit geheel Parös.
Wat wilde hö nog meer? Waar streelde hö nu
nog naar?
De trein hield stil. Slechts een derde deel der
reis was volbracht. Hö wilde beproeven te slapen.
Maar de slaap wilde maar niet komen. Naarmate
hö Parös meer naderde, werd hö meer en meer
ongerust
Welke slechte töding zou hö vernomen?
Toen de trein het station binnenkwam, bemerkte
hö zön Secretaris, deze was doodsbleek. Het was
drie uur in den morgen. Waarom was zön Secretaris
daar? Hö had dus wel een zeker ernstige en
dringende töding.
Hö stapte vlug uit de wagon.
Zön Seoretaris snelde naar hem toe.
Wat is er vroeg de bankier.
Ik heb vernomen, mönheer, dat er een bevel
tot inhechtenisneming is uitgevaardigd tegen de
administrateurs van de „Onderneming."
De bankier werd bleek, daarop begon hö te lachen.
En wie heeft u dat gezegd?
Ik vernam het uit zeer goeden bron.
O, reeds acht dagen gaat dat gerucht.
Ja, dat ia waar, maar nu heb ik vrö zekere
berichten.
Le Lourdel haalde de schouders op.
In ieder geval, hernam de Secretaris, zou het
misschien voorzichtig zön, als mönheer niet dadelök
naar zön eigen woning ging. Men zou hem dan
kunnen waaraohuwen.
De bankier lachte luid.
Dat is ook mjjn plan niet.
De Secretaris had het valies genomen.
Hebt ge geen rötuig.
Neen, ik was er niet zeker van, dat mönheer
met deze trein zou komen.
Ga er dan een zoeken.
De Secretaris snelde heen en kwam weldra met
een flacre terug.
Welk adres moet ik opgeven vroeg hö.
Avenue de Madrid.
De Secretaris bleef aarzelend staan.
Is madame?
Wat? zei bankier plotseling, terwöl hö zön
Secretaris scherp in de oogen zag.
Weet madame, dat u komt?
Moet ik haar dan nog vooraf waarschuwen
De Secretaris antwoordde niet.
Hö had zich gehaast het adres aan den koetsier
op te geven en stapte daarop bö zön patroon in het
rötuig.
Gedurende do geheele rit bleef de bankier zwögen.
Hö was inwendig woedend, Hö had zeer goed de
beteekenis van de vraaag van zfin Secretaris begrepen.
Zou hö daar ook bedrogen worden?
O, maar dan zou het niet zoo gemakkelijk afloopen
als bö zöne vrouw
Daar was hö meester. Hö betaalde er alles. Hö
zou verschrikkelök zön en dat nog wel te meer
omdat hö zijn toorn te Saiut Maixent niet had
kunnen koelen.
Z(jn Secretaris durfde geen woord te zeggen, hö
was zeer bang dat h6t wel een weinig al te veel
was zoo op de trouw van Zora te rekenen, om haar
op zulk een uur onverwacht te bezoeken.
Toen de flacre voor de woning van Zora stilhield,
wilde de Secretaris uitstappen, om aan te bellen, opdat
men ten minste op de komst eenigszins kon zön
voorbereid, maar Le Lourdel, die ongetwöfeld zön
voornemen raadde, greep hem bö de arm en zei ruw
Blöf in het rötuig en ga naar uwe woning
terug. Ga morgen vroegtödig naar het kantoor en
als er iets bözonders voorvalt
Wees gerust, dan zal ik u waarschuwen.
Het rötuig reed weg en Le Lourdel bleef alleen
voor de deur der woning van Zora.
Voor zoover hö zag, was er nergens licht op in
de woning, evenmin als in de naburige woningen.
De straat was eenzaam en verlaten. Slechts in de
verte flikkerde nog een gaslantaarn, terwijl de dageraad
reeds begon te blinken.
Le Lourdel nam een sleutel uit zön zak en opende
zoo behoedzaam mogelök de deur.
De portier ontwaakte niet. Hö ging door de kleine
tuin, die voor de woning lag, opende de huisdeur en
bevond zich in de vestibule.
Ternauwernood had bö deze verlaten, toen eensklaps
het geluid van angstkreten zön oor trof. De kamenier
van Zora, die in de kamer naast die harer meesteresse
sliep was ontwaakt.
Le Lourdel snelde naar haar toe en greep haar
bö de arm.
Zwög! riep hö uit, ik ben het.
Maar de kamenier gilde nog luider, blökbaar om
hare meesteresse te waarschuwen.
Zult ge dan zwögon riep Lo Lourdel woBdend
uit, terwöl hö de deur der kamer van Zora beproefde
te openen.
Deze was gesloten.
Er kwam groote boweging in de kamer. Men
liep er heen en weder.
Open de deur, mevrouw, riep Lo Lourdel.
Geen antwoord. Op de bovenverdieping bö de
bedienden verscheen er licht aan de vensters, Ook
in de kamer van den portier kwam beweging.
De bankier was geen meester meer van zichzelf.
Hö duwde met al zön kracht, met den schouder
tegen de deur. Het hout kraakte maar het slot bood
voldoende weerstand. Met verdubbelde krachten
bonsde hö weder tegen de deur. Een verschrikke!ök
gekraak liet zich hooren en de daur bezweek.
Ontsteld snelde Zora haar minnaar te gemoot.
Hoe, gö, en op dezen töd riep zö uit.
Waar is bö zei Le Lourdel zonder op haar
gezegde acht te slaan.
Hö sloeg zön blik rondom zich en ontdekte in de
ztjkamer een eenigszins koperkleurig getint gelaat
van een jongmensch, dat hem meer verwonderd dan
verschrikt aanzag.
Schelm, riep de bankier uit, terwöl hö me
gebalde vuisten naar den vreemdeling toeliep.
Zora, die h9m gevolgd was hield hem echter terug. 1
Het is nutteloos hem te beleedigen, zei zö, hö
kent geen enkel woord fransch.
Zö sprak daarop een paar woorden met den vreem
deling in een taal, welke Le Lourdel niet verstond,
waarop de vreemdeling in dreigende houding voor
den bankier ging staan.
Als ge met hem duelleeren wilt, zei Zora tot
deze, hö wacht u Yoril is dapper.
Ellendeling brulde de bankier.
(Wordt vervolgd.)
Ssalpwalrak - LAHSHVBLD ADI BOOIJ - Tisil