N°. 780. Donderdag 28 Maart. A0. 1895. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit bind verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor dsn Bubo SO Cts. Franco per poet door ge heel Nbdkbland 46 Cts. Naar Awkrtsa en andere landen met verhooging der porto's. Advertentlën vóór 10 nur op den dag der uitgave. Priji der Advertentién Van 1 tot 6 regels 30 Cta. Iedere regel meer 6 Cts. Groots letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTLËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN9EVELB DE ROOU, Parkstraat, Bona op Texel TEXEL, 27 Maart 1895. Zondagmorgen tusschen 10 en 12 uur, ontstond tijdens de bewoners afwezig waren, brand in een woning nabij de Hoogte. Aan gewakkerd door den nogal hevigen wind stond het gebouwtje al spoedig in lichte laaie en was aan blusschen niet te denken. Drie stuks wolvee zoomede een geit welke zich onder een belendend afdak bevonden, werden gered, overigens werd alles een prooi der vlammen. Naar men zegt was het gebouw verzekerd doch de inboedel niet, zoodat de bewoners van alles beroofd zijn. Blijkt zulks waar te zijn, dan zouden wij gaarne zien dat van eenige zijde pogingen werden aangewend om de zoo jammerlijk getroffenen, hun verlies eenigszins te vergoeden. Des namiddags verspreidde zich weder de mare van brand; gelukkig bleek echter dat slechts een in brand geraakte rookgeleiding die mare uitlokte en had dit onheil geene ergere gevolgen. Bovenstaand was reeds gezet, toen wfl ver namen dat pogingen als door ons bedoeld, in het werk werden gesteld; gaarne bevelen wö aan tot ruime medewerking. Ter markt van Maandag waren aange voerd 16 stuks wol vee. Of het aangevoerde verkocht werd is ons niet bekend. De afdeeling „Texel" van het N. O. G. hield j.l. Zaterdag eene goed bezette vergadering in „De Oranjeboom". Nadat de voorzitter, de heer C. A. de Braai, met een opwekkend woord de vergadering geopend bad, werden de notulen voorgelezen en rekening gedaan over het jaar 1894 beide met goedkeuring. De heer Heeroma deed als afgevaardigde verslag van de handelingen der gewestelijke vergadering, in Dec. '94 gehouden te Am sterdam. De heer P. J. Bouma behandelde bij improvisatie het onderwerp„De vereeniging van België met Nederland". Als bijdrage werd door den heer J. de Jongh gegeven „Kakographie" van Laurillard. De volgende vergadering zal gehouden worden op den 25sten Mei a. s. in „De ver gulde Kikkert". Oudeschild, 25 Maart. Zelden is nabij deze kust met een zeilvaartuigje stouter redding volbracht, dan Zondagavond door de blazerschuit T.X. 119, schipper Jacob Kui per Jansz. Terwijl een hevige storm uit het Zuid- Westen woedde, en de verbolgen zee geweldig over de havenhoofden beukte en in wolken schuim wild uiteenspatte, kwam een vreemd vaartuig in 't gezicht, dat tegen de elementen worstelde en een noodsein in top voerde. In een oogwenk was het scheepje voorbij- gestormd,. ten prooi aan 't dreigenst gevaar. Ofschoon het volstrekt geen vaarbaar weer was, maakte Jaap Kuiper toch zeil, nadat hij negen even kloeke maats had gevonden, om hem bij 't waagstuk behulpzaam te zijn. Veilig kwam hij buiten de haven, doch daar werd 't vaartuigje keer op keer door wilde golven overstelpt. Toch werd de tocht moedig vervolgd, en een half uur later was van geen der beide scheepjes meer iets te zien. Geen wonder, dat de betrekkingen der kloeke redders in doodangst den nacht te gemoet gingen. De avond vlood echter voorbij, maar de blazerschuit keerde niet weer. Eindelijk, 's nachts tegen twaalven, de storm was toen gelukkig reeds veel bedaard, keerde het huikje terug in veilige haven. Nog juist intijds had zij de zwaar gehavende visscherspink, die om hulp seinde, bereikt. Het reddingswerk echter vorderde evenveel beleid als moed, want het stormde nog zoo hevig, dat ettelijke handen noodig bleken om het zeil der blazerschuit te strijken. Toch kwam men goed langs zijde en mocht het geluk smaken de zes opvarenden der bom aan boord te krijgen. Het gehavende scheepje, was deEgmonder visscherspink No. 4, Schipper Hendrik Groen. De naam van de bomschuit was „Drie Ge zusters." Zij stond gedeeltelijk vol water, was zwaar gehavend en zoo onbetrouwbaar, dat de manschap niet eens had durven wagen een anker uit te gooien, uit vrees dat het scheepje uit elkaar zou worden gerukt. Alle zeilen waren aan flarden gewaaid. Dewijl aan de bom niets meer kon worden gedaan bij zulk noodweer, liet men haar aan 't lot over, als een speelbal van wind en golven. De wakkere visschers van hier, die 't leven in de waagschaal stelden om dat hunner vreemde vakgenooten te redden, mogen wel m6t vollen naam eervol worden vermeld. Het zijn Jacob Kuiper Jansz., Cornelis Mz. Zegel, Dirk Fz. Krijnen, Cornelis Fz. Krijnen, Jacob Koorn Wz., Cornelis Lz. Duinker, Jan Lz. Duinker, Cornelis Cz. Koopman, Cornelis Jz. Blom en Gerrit Gz. Brouwer. 't Is ons aangenaam aan dit bericht nog te kunnen toevoegen dat door iemand, die het verslag dezer redding in de dagbladen had gelezen, naar aanleiding daarvan aan den burgemeester van Texel een aangeteekende brief werd gezonden, waarin een bankbiljet van f 25. voor Kuiper en zijn wakkere maats. Niet om het voordeeltje voor die mannen, maar als eene welverdiende waardeering van hunne groote zelfopoffering en moed, verheugt ons dat bewijs van belangstellingRed. Bij een dezer dagen aan de Hoogere Burgerschool te Alkmaar gehouden examen, is de le prijs van verdienste, zijnde een zilveren medaille, behaald door W. J. Vos van hier. Oosteeend, 25 Maart. De noodzakelijkheid tot het aanleggen eenor haven bij de Oostkaap is gisteren wederom opnieuw gebleken. Eenige tjalken en blazerschuiten lagen ver tuid achter Oost en Nieuweschild, doch het stormweer van gisterenmiddag deed eene schuit van hare ankers wegslaan en zou stellig verloren geweest zijn, ware het niet, dat toevallig eenige visschers in de nabijheid vertoefden, die door cordate handelingen het weggeslagen vaartuig achterna konden zeilen en weder in veilige ligging terug konden brengen. Nog eene schuit en twee tjalken sleurden de ankers mede en ook voor deze was gevaar geweest, indien het stormweer langer had aangehouden. Moge de Regeering toch den put dempen, alvorens het kalf, of misschien wel de koe, verdrinkt 1 Volgens mededeelmg van den inspecteur over het loodswezen in het 3Je district, dato 21 Maart jl.. is in de Doove Balg, Zuiderzee, 8de district, bij de stompe tonnen n°s 3 en 6, de afgeknotten kegel als topteeken vervallen; is in het Westgat, zeegat van Texel, 3de district, het topteeken van de stompe ton no. 6, de ton van de Razende Bol, een afge knotten kegel onder staand kruis; heeft het zwarte drijfbaken, dat 's winters als reserve-baken wordt gelegd bij de stompe ton no. 2, in de Vlieter- en Wieringer Vlaak, Eierlandsche gat, geen topteeken en heeft het rood en zwart horizontaal gestreepte drijfbaken, dat 's winters de rood en wart horizontaal gestreepte kogelton no. 2 met ruit vervangt, in het Gaatje, Eierlandsche gat, ook een ruit als topteekeD. De jager F. Lamme, te Loosdrecht, heeft tusschen Dinsdag en Woensdag in de vorige week een verschrikkelijke nacht doorgebracht. Om des morgens vroeg, zoo mogelijk, eenden te kunnen schieten had hjj zich reeds des avonds naar zjjn hut begeven, midden op de met een Ijslaag bedekte plassen. Gereed zjjnde om tot het aanbreken van den dag te slapen hoorde hjj plotseling het ijs in den Loosdrechtschen polder losraken en zich in beweging stellen. Uit zjjne hut en naar zijne boot snellen, was het werk van een oogenblik, doch het was reeds te laat. Zjjne boot was al vernield. Toen begon een onafgebroken worsteling tegen de scherpe IJsschotsen, wind en water, van 's avonds half twaalf tot den volgenden morgen zes uur. Op eene zodde een klein drijvend eiland werd h|j nu eens door het water meege sleurd, dan door de wind ergens tegen aangekwakt of door de schotsen gebeukt. Gelukkig had hij zich aan een struik kunnen vastklemmen. Halverwege in het water hangende, gilde hij zoo lang z|jne krachten hem dit ver oorloofden te vergeefs om hulp. Eindelijk echter moest hij ook dit staken. Na zoo in een stik- donkeren nacht te hebben rondgezwalkt werd hjj eerst des morgens te zes uren door den visscher Van der Tol in zijn deerniswaardigen toestand opgemerkt en gered I Met als door priemen doorboorde handen en armen en verder aan verschillende ledematen gekwetst, ver stijfd van koude, werd hjj te huis en in bed gebracht. Tot laat in den middag bleef hij bewusteloos. Thans is de toestand van den ongelukkigen man wonder boven wonder I naar omstandigheden vr|j bevredigend. Hoe lucratief het bedelen in Twente is, bewijst de omstandigheid, dat daar een bedelaar voorzien is van een abonnement op de spoor wegen en daarmede ter uitoefening van zijn bedrijf de verschillende plaatsen in die streek bezoekt. TEXELSCHE COURMT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1895 | | pagina 1