Mtiete ldzim van Jen leer A. f.STAALMAN
Buitenland.,
i—De Arnh. Ort. schrijftNaar wij met
genoegen vernemen, zal ook onze legerreserve,
nl. de schutterij, in het voorrecht deelen van
de wijziging der uitmonstering.
Alles wat wit is wordt rood.
De Ministers van Binnenlandsche Zaken en
Oorlog zijn het na laDgdurige beraadslagingen
over deze defensie-quaestie eens geworden.
Intusschen verwondert het ons wel een
weinig, dat men thans van de historische
lijn afwijkt en terstond de schutterij op gelijken
voet als de infanterie „uitmonstert."
Tot hiertoe was het gebruikelijk, de tweede
hands wapens en lederen uitrustingstukken van
de infanterie „ter verdere afdraging" aan de
schutterij te vereeren, dus waarom ook nü niet?
Bestond er bezwaar, om de gele biezen en
passanten over te doen aan het departement
van Binnenlandsche Zaken.
Te Schagen is het aan de veemarkten
te merken, dat het weer uitstekend is. De
prijzen der koeien stijgen met de week. Ook
de schapen blijven hoog prijshoudendevenzoo
de prijs der lammeren. Betreurenswaardig
is het echter, dat er dit jaar in het Noorder
kwartier zooveel flinke boerderijen onverhuurd
zijn gebleven.
Valsch Bankpapier te Amsterdam.
In de vorige week is ten kantore van de
firma Johannes Kramer Co., geldwisselaars
op den Dam hoek Vijgendam, ter inwisseling
aangeboden, een valsch bankbiljet van f 60;
het werd door den chef dor firma aangehouden,
en de politie, die onmiddelijk per telephoon
in kennis gesteld werd, nam het bankje in
beslag.
De hoofdteekenen der valschheid zijnlo.
de kleur is lichter2o. de hoogte is kleiner;
3o. het getal 60 aan de vier hoeken staat
op veel lichter fond dan bij de echte; 4o.
het watermerk is veel scherper dan bij de
echte; 5o. het geheel is met de pen ge-
teekend en zeer bedriegelijk, blijkbaar met
hoogst kunstvaardige hand uitgevoerd; 60.
de kop van den leeuw is een weinig kleiner
dan bij de echte.
Als een bizonderheid wordt gemeld dat
den 6 Mei de bouwman Leendert Roozenboom
te Roozendaal, gemeente Haastrecht, reeds
aan het hooibouwen is gegaan.
Het automatische restaurant, dat ook op
de Reistentoonstelling te Amsterdam te zien
zal zijn, werkt thans te Berlijn, op de Itali-
aansche tentoonstelling. Als men er een stukje
van 10 pfg. (6 ets.) in werpt, krijgt men een
broodje een glas wijn of likeur, zelfs een kopje
heete koffie.
Het toestel valt zeer in den smaak, daar
het alle wachten op kellners, fooien geven en
dgl. overbodig maakt.
Zondag werden door bemiddeling van dezen
automaat 2700 broodjes, 9000 glazen wijn en
12000 kopjes koffie geleverd.
Men meldt uit Goes
„De schade, welke in tuinen en op akkers
wordt aangericht door een kleine grijze slak,
die zich met duizenden over de grond beweegt,
is verbazend. Het jonge groen, dat bijzonder in
den smaak schijnt te zijn bij deze vraatzuchtige
dieren, moet het meest ontgeldenin sommige
tuinen zijn spinazie, erwten, radijs en kool-
planten totaal opgevreten.
„Reeds zeer in de vroegte ziet men 's morgens
mannen in de tuinen rondkruipen om dat
ongedierte te verdelgen."
„Het aantal landloopers en bedelaars, dat
zich bij de politie te 's-Hertogenbosch (zoo
schrijft men vandaar) aanmeldt om opgenomen
te wordeD, wordt bfj den dag weer grooter.
In den regel zijn het lieden, die voor enkele
weken somtijds enkele dagen geleden met
een heel aardige uitgaanskas niet zelden
van f 50, f 60 en meer uit de gestichten
te Veenhuizen werden ontslagen, en die thans,
na eene vacantie-reis achter den rug te hebben,
weer terug verlangen naar den „krententuin"
zooals ze Veenhuizen noemen."
Als een bewijs van stipte nauwgezetheid
en rechtschapenheid kan dienen, dat dezer
dagen een boerenknecht, sinds jaren in dienst
bij een paar kinderlooze boerenlieden te S.,
niet ver van Rotterdam, onlangs bij het over- j
lijden van den man een legaat van f 5000
ontving. Nu, kort voor het overlijden dei-
weduwe, verzocht deze hem dringend hare
overige nalatenschap teaanvaarden,als belooning
voor trouwen dienst. Doch de boerenknecht
gaf ten antwoord: „Geef hot maar aan uw
familie, die het toekomt en het goed kan
gebruiken. De baas heeft het voor mij al
goed genoeg gemaakt."
Als middel om muizen in trektassen
enz. te dooden wordt het volgende als probaat
aanbevolen
Men neemt vogellijm en smeert daarvan
een dikke laag op een plank. In het midden
plaatst men iets, waar de muizen veel van
houden en brengt daarna de plank op eene
plaats, waar de muizen het meest zijn; ze
verwarren in de lijm en zijn den volgenden
dag dood. Achter de behangsels stopt men werk
of uitgeplozen touw, goed gedoopt in vogellijm
en waarop even zoo iets opgeplakt is, waar dat
gebroed op verzot is. Het is een zeer wreed,
maar probaat middel. („M.E.-R")
Het vredeatractaat, tusschen China en Japan
waarvan de ratificatiën den 8e te Chefoo zijn
uitgewisseld, is het tractaat in zijn origineelen
vorm, waaraan de Chineeesche en Japansche ge
volmachtigden op 17 April te Simonoseki hun
zegel hechtten, en drie dagen later door den
Keizer te Hiroshima werd bekrachtigd. Over de
wijzigingen, die noodig zijn geworden, nu Japan
van het blijvend bezit van het schiereiland Liao-
Tung heeft afgezien, zullen nu verdere onder
handelingen gevoerd worden en daarvan zal dan
een nieuw verdrag worden opgesteld.
Te Washington is de offieieele kennisgeving
ontvangen, dat Japan Wei-hai Wei zal bezetten ais
waarborg voor de betaling der oorlogsschatting.
Uit Petersburg wordt bericht, dat de Russische,
Fransche en Duitsche eskaders in den Stillen
Oceaan niet verminderd zullen worden, zoolang
de kwestie tusschen Japan en China niet voorgoed
geregeld is. Integendeel, de drie Mogendheden
zullen nog meer schepen naar Oost-Azië zenden.
Een vereeniging tegen babbelarij en laster
praatjes is te Insterburg gesticht. De leden, die
hun lidmaatschap strikt geheim moeten houden,
verbinden zich om alle praatjes en lasterlijke
geruchten, welke zfj hooren, terstond aan den
betrokken personen mee te deelen, opdat deze een
gerechtelijke vervolging zal kunnen instellen. De
vereeniging is ook bereid aan belasterden geld
voor te schieten voor de kosten der vervolging.
Zoo'n geheime bond is wel geschikt om bab-
belaaars en babbelaarsters schrik aan te jagen.
Een beweegbare kerk. De bisschop
van Noord-Dakota kan zich beroemen op het
bezit van een zeer eigenaardige kerk. Tot
zfln diocees behooren de ver uit elkaar liggende
plaatsen, die langs de groote spoorwegljjn van
de Northern Pacific, de Great Northern, enz. zijn
ontstaan. Om nu de verstrooide schapen van
z(jne kudde te kunnen bezoeken, heeft de bisschop
als practisch Amerikaan door Pullmann een
bijzonderen spoorwagen voor zich laten bouwen.
Deze is 64 voet lang en onderscheidt zich uiterlijk
bijzonder door e6n Gothisch transept. Binnen
in bevindt zich aan het eene einde een kansel,
een altaar, een lezenaar en een doopvont
aan het andere einde een klein orgel. Voor
de gemeentenaren zijn 80 stoelen opgesteld.
Achter den kansel is een kleine ruimte, die
de bisschop zijn bisschoppelijk paleis noemt
en die hem tegelijk tot studeervertrek, kleed-,
eet- en slaapkamer dient.
Waarom zoeken de zeevisBchen soms andere
verblijfplaatsen op?
Zooals het allen visschers bekend is, komt het nu
en dan voor dat vischgronden, die altijd overvloedig
visch opgeleverd hebben, plotseling arm worden.
Vooral wekt zoo'n verandering de bevreemding op,
als het wegblijven der visschen jaren achtereen
aanhoud. In Noorwegen kan men hiervan interessante
voorbeelden aanwijzen.
In een zekere, groote bocht werd eiken zomer een
goed loopende schelvischvangst uitgeoefend. Op eens
echter, een 16 jaar geleden, was daar ter plaatse
geen enkele schelvisch meer te vinden. Niet lang
daarna werd op mijl atstands, waar vroeger nooit
een visch te vangen was, een menigte visschen
gevangen en sedert dien tfld wordt met succes daar
nog de visscherij uitgeoefend.
In eene Fjord van Nordland werd, voor een halve
eeuw, eiken herfst eene groote menigte lengen ge
vangen, waaraan echter ook in eens een einde kwam.
Een 30-tal jaren later was een visscher, niet ver
van die plaats, door de mist een weinig van de koers
geraakt, maar zette, zonder eigenlijk te weten waar
toch zijn lijnen uit. Toen hij na eenigen tijd zjjn
lijnen ophaalde, had hij tot zijne groote verwondering
aan eiken hoek een prachtige leng zitten. Door het
achterlaten van een boei merkte h(j de plaats, waar
h(j gevischt had, zoodat hfi na het optrekken der
mist hetzelfde plekje kon terug vinden. Nog wordt
daar heden ten dage een rijke vangst van leng
verkregen.
Welke kunnen de oorzaken van dat trekken der
zeevisschen zijn? Sommige oude visschers hebben
wel eens beweerd, dat de vich zich vooral daar
graag ophoudt, waar uit den zeebodem zoetwater
voortkomt. Worden die bronnen nu verstopt, of
krijgen ze een andere uitwatering, dan zouden de
visschen ook het geliefkoosde plekje verlaten. Aan
de geleerden de beslissing of deze bewering de ware is.
op Zaterdag, den 11 Mei 1895
in „de Vergulde Kikkert" te den Burg op Texel.
De vergadering, welke door omstreeks 150
personen was bezocht, werd geopend door den
heer Mossel van Oosterend, die, na het welkom
aan de aanwezigen, mededeelde, dat de vereeni
ging „Concordia" ten doel heeft historische en
politieke lezingen te doen houden, weshalve zjj
den heer Staalman had uitgenoodigd, thans te
den Burg op t6 treden.
De heer Staalman herhaalde het welkom en
sprak er zjjne tevredenheid over uit, dat hij
op verzoek van de neutrale vereeniging „Concor
dia" kon lezen, te meer, daar hij zich bij geen
der partijen in de 2e Kamer had aangesloten.
Voorts dankte hij de leden van de Sociteit te
den Burg voor het afstaan der zaal en het
opofferen van hun gezellig uurtje, daar dit
hem een bewijs was, dat er ook te Texel eene
democratische strooming werkt.
Na er verder op gewezen te hebben, dat de
heeren van de pers meermalen verslag geven naar
den zin van de uitgevers hunner couranten en daar
door onwaar zijn en den democratische volksver
tegenwoordiger verdacht maken, ging de spreker
over tot de behandeling van zijn onderwerpEen
kort overzicht van zijn politieke leven.
Het doel dezer lezing was, mede te deelen, wat
de heer Staalman bij verschillende gelegenheden
in de 2e Kamer heeft gesproken. Velen was dit
bekend, en daar het voorkomt in het dezer dagen
te Texel verspreide blad „Naar de Stembus" zullen
wij het hier niet herhalen.
Minder aangenaam is de wijze, waarop de heer
Staalman het werk van zijne mede-afgevaardigden
en van de ministers afbreekt of bespottelijk
maakt, om wat hij gezegd heeft te doen uit
komen. Spr. ontzag zich daarbij niet, deze
heeren, van wie men toch mag verwachten, dat
z(j naar plicht en geweten handelen, ervan te
beschuldigen, dat zij willens en wetens het
volk om den tuin leiden en eigen voordeel op den
voorgrond stellende, den brutalen moed heb
ben om met de belangen van het volk te morsen.
Het volk is onder dat alles geduldig, omdat het,
volgens den spreker, de in Gods "Woord gebodene
gehoorzaamheid aan de wettige overheid wil
betoonen. Maar 't is of de regeering den ernst
der tfjden niet ziet of begrijpt. Het volk
0. a. in de Friesche gemeenten Opsterland en
Weststellingwerf vraagt brood en men geeft
het geweren. Men laat toe, dat het gezag onder
mijnd wordt door openbare onderwijzers in de
openbare school en verdedigt ieders recht niet
tot de omhelzing, maar tot de verspreiding
van elk beginsel. Het is, volgens den heer
Staalman, de plicht van den christen-demo
craat de regeering te wijzen op den gevaar
lijken toestand der maatschappij, waar eene
ongelijkheid heerscht, die niet door God gewild
is en die niet recht is. Volgens spreker
wordt door de volksvertegenwoordiging, welke
niet het volk maar een bepaalden stand ver
tegenwoordigt, het volk verleugend, dewijl de
heeren vreezen hunne plaatsen in de Kamer
kwijt te raken. En de volksvertegenwoordiger,
die voor het volk opkomt (zeker de heer Staalman
zelf) laat men alleen staan. Zoo kan het niet
blijven. Het volk moet den kop verpletteren
van het monster, dat conservatisme heet. We
staan aan den vooravond van eene voorname
gebeurtenis, de herziening der kieswet; zoo
eindigde de spreker, na de heeren A.C.Wertheim,
Roëll en Schaapman, die zich hier niet konden
verdedigen, onderhanden genomen te hebben. Het
volk moge toezien.
Van de gelegenheid om te debatteeren werd
geen gebruik gemaakt.
Na een woord van dank aan den spreker voor
den genotrijken en leerrijken avond sloot daarop
de voorzitter van „Concordia" deze bijeenkomst.