N°. 875.
Zondag 9 Februari.
A0. 1896.
Nieuws» en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnemmlspryt per 8 maanden
Vouf dsn Buna 80 Cts. France per peet door go-
heel Nmdisland 46 Cts. Naar Awibtka en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 19 uur op den dag der uitgave.
Pro's der Adverteniièn
Van 1 tot K regelt 80 Cts. - Iedere regel meer 6 Ots.
Greets lettere en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 3 Ots. per nummer.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIÊN worden s&ageaomea b$ de Uitgevers LAN9EVELS DE ROOU, ParkstraatBuna or Tmxsl
TEXEL, 8 Februari 1896.
Ia de vergadering van den Gemeenteraad,
Donderdagmorgen gehouden, is tot gemeente
opzichter benoemd de heer A. Dalmetjer.
Voor zoover noodig herinneren wij er
aan, dat Maandag a. s., wederom gelegenheid
zal zijn tot het markten van vee. Dit zal
de laatste marktdag zijn der drie zoogenaamde
wintermarkten.
de Cocksdorp, 7 Febr. De alhier bestaande
Tooneelvereeniging hield Woensdag j.l. eene
openbare bijeenkomst in het lokaal van de
Wed. K. Thomassen.
De werkzaamheden werden geopend met
eene voordracht; door den Voorzitter. Deze
voordracht wan getiteld „Een wedstrijd in
het reciteeren" en viel blijkbaar zeer in den
smaak van de toehoorders. Hierna werden
een aantal voordrachten door andere leden
van het gezelschap ten beste gegeven, welke
ook alle de goedkeuring mochten wegdragen.
Het kamerstukje „De twee huwelijkscandi-
daatjes," dat nu volgde, werd door de dames
P. Brans en L. Buijs Td. op zeer natuurlijke
wijze voorgedragen.
Ten slotte werd het publiek vergast op
twee pantomimes, a. „De herberg" en b. „De
scheerwinkel," die telkens den lachtlust op
wekten.
Het doel dezer bijeenkomst, om n.l. den
opgekomenen een' genoeglijken avond te ver
schaffen, was hiermede ten volle bereikt.
Vlieland, 6 Febr. De Heer A. W. Westra,
hoofd der o. 1. school alhier, heeft tegen
1 April eervol ontslag aangevraagd en verkregen.
Ter vervulling van de daardoor ontstane va
cature hebben zich 15 sollicitanten aangemeld.
Aan de thans vaceerende betrekking is een
salaris verbonden van f 1300, terwijl het bezit
der akten voor de moderne talen verplichtend is.
De minister van oorlog brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat in de maanden Juli
en Aug. a.s. een examen zal worden gehouden
voor toelating van jongelieden als cadet bij de
Cadettenschool te Alkmaar. Voor dit examen
worden opengestelda. 30 plaatsen voor jonge
lieden met bestemming om te worden opge
leid voor den dienst hier te lande; b. 22 plaat
sen voor jongelieden met bestemming om te
worden opgeleid voor den dienst in Neder-
landsch Indië.
Ouders of voogden, wier zonen of pupillen
aan het examen wenschen deel te nemen,
behooren de kennisgeving daarvan in dier voege
in te zenden, dat zij vóór 1 Juni 1896 aan
het departement van oorlog ontvangen wordt.
Bij den landbouwer W. van Leeuwen, te
Hoogmade, zijn zes koeien in den loop van
weinige dagen gestorven. Slechts een paar
uren, hoogstens één halven dag, waren de
beesten ziek, zoodat men vermoedt dat het
miltvuur van de kwaadste soort is.
Eenige kooplieden in antiquiteiten had
den, naar het „Vad." meldt, in de vorige week
een buitenkansje. Er was verkooping (jhr. De
Pesters) op de villa „Nuova", te Zeist.
Den lsten dag werden de meeste goederen
voor zeer hooge prijzen door de familie inge
kocht en de kooplieden, die van heinde en ver
in grooten getale waren opgekomen, kwamen
den volgenden dag niet terug.
Slechts enkelen beproefden opnieuw hun
geluk en kochten voor gezamenlijke rekening
2 eanaelabers. verguld brons Louis XYI, voor
f 500.
Een paar dagen later verkochten zij die
onderling opnieuw en de gelukkige definitieve
eigenaar had aan zijn niet minder gelukkige
collega's 3100 gulden winst uit te betalen.
Te Wieringerwaard neemt, naar men
meldt, het gebruik van brongas zeer toe. Wel
dra zal dat toegepast zijn in zeven woningen.
Naar aanleiding hiervan deelt men nog mede
dat de heer Jan Lankelma te Purmerend,
reeds een dertigtal inrichtingen voor het bran
den van brongas, over een groot gedeelte van
Noord-Holland verspreid, heeft gemaakt en dat
alle met zeer gunstig gevolg werken.
Men meldt uit Sappemeer, 3 Febr.
Gisteren en eergisterenavond werd oorlog
gevoerd tusschen twee schippers en eenige
scheepsjagers uit Groningen. De eersten hadden
Zaterdag te Groningen over het sleeploon hunner
zwaargeladen tjalken naar Zuidbroek onder
handeld met de laatsten, doch dezen eischten
zulk een hoog loon dat de schippers zelf in
de lijn gingeD. Dit nu duldde de jagers niet.
Yan Groningen tot hier, waar de schepen aan
den grond raakten, achtervolgden zij scheldende
en tierende de schepen, en, toen het donker
was geworden bombardeerden zij deze met
steenen.
De schippers beantwoordden dit met revolver
schoten, zoodat een heele opschudding ontstond.
Gisteravond kwamen weer enkele scheepsjagers.
naar hier, en hetzelfde tooneel herhaalde zich.
Het schijnt echter dat geen der kogels doel
troffen. De schippers hebben nu lichters aan
genomen. Volgens belofte van de scheepsjagers
vanavond voortzetting van den strijd.
Voor liefhebbers naar een burgemeesters
betrekking. In de „Gemeentestem" komen
onder de vacante plaatsen voordebetrekking
van burgemeester dei Limburgsche gemeenten
Oirsbeek met 1025 zielen op eene jaarwedde
van f 150, en Merkelbeek met 624 zielen en
f 110 jaarwedde.
In „De Ny verheid", het wekeiykacb orgaan
van de „Nederlandsche Maatschappij ter bevor
dering van Nijverheid" verdedigt de heer F. J.
van Eeden de stellinghoe meer bosch, hoe meer
welvaart. Hy heeft in April 1895, op z(jne
reis naar Spanje, van Bordeaux tot Bayonne
overal dennebosschen gezien, die, gekapt, voor
het vervoer gereed gemaakt werden, en brengt
daarmede in verband de in die streek heerschende
orde en welvaart. Daarentegen doorkruiste h|j
in Augustus 1895 tweemaal de provincie Gel
derland en bereisde een vorige jaar Drenthe,
waar hy een eenzame kale heidevlakte en
bodemlooze zandstuivingen waarnam, „ik heb
my", zegt de schrijver, „wel meer geschaamd
Nederlander te zijn, maar daar het ergst. Nog
20 pet. van Nederlands bodem, aldus gaat de
schr. voort, ligt woest en ledig. Hoe komt dat
Hebben de Nederlanders geen geld meer of
geen kracht? Van die zandwoestijnen en dorre
heiden ia toch evengoed boschgrond te maken
als in Gascogna is geschied en met betrekkelijk
niet overdure kosten. O ja, zegt de heer van
Eeden, maar dat geeft geen rente dan misschien
na een halve eeuw en zoolang kunnen we niet
wachten.
Maar de Staat kan wel wachten, meent de
sch., en daarom moet deze grond in de eerste
plaats beplant worden met Staatsbosch. De
Staat zal zich daardoor niet arm maken. In
tegendeel. Want het hout is een grondstof,
die vooreerst nog eeuwen haar waarde zal be
houden voor de toepassingen in het menschel|jk
leven en een land, dat zijn eigen Staatsbosch-
wezen bezit, heeft daarin een onuitputbare bron
van welvaart te zijner beschikking.
In Frankrijk, Duitschland, België en Denemarken,
is, geffjk in Nederl. Oostlndië, het boschwezen
eene afdeeling van Staatszorg geworden: zelfs
is in Italië de Regeering reeds sinds jaren bezig
den treurigen toestand, door een eeuwenlange
uitroeiing der bosschen ontstaan, te verbeteren.
Zal de Nederlandsche Staat, aldus vraagt de
schryver, nu achterblijven Hjj hoopt het niet
en by wenscht, dat de laatste roepstem der
Nederlandsche Maatscbappy t. b. v. Ny verheid in
haar adres aan H. M. de Koningin Regentes in
September 1893, waarin om den invloed der
Regentes wordt verzocht teneinde een actief
optreden van den Staat in deze te bewerken,
gehoor moge vinden.
Alle maatregelen, door de Duitsche re
geering genomen om de veesmokkelart) uit
Holland naar Duitschland te beletten, blijken
hun doel te missen. Aan de Duitsche grenzen
zijn telkens smokkelaarsbenden geposteerd
om hun slag te slaan. Daar men vermoedt
dat deze lieden werkzaam zijn voor buiten-
landsche groothandelaars, die in Duitschland
met vee handel drijven, zoo zou bij de Duitsche
regeering het plan bestaan, dergelijke lieden
hun Gewerbeschein (patent) te ontnemen.
Het is den lOJen Mei dezes jaars 800
jaren geleden, dat onze kloeke zeevaarders
der 16de eeuw hunnen beroemden, laatsten
tocht naar de N. IJszee begonnen. Dien ge
denkdag hopen bestuurderen van hetWillem-
Barends-fonds aldus genoemd naar den be
roemden Noordpoolvaarder Willem Barendsz.
van Terschelling te wijden tot een welda
digheidsdag, ten bate van arme, oude zeelieden
en hulpbehoevende weduwen en weezen van
verongelukte zeelieden.
Welwillend hebben zich bereid verklaard,
gelden voor dat doel in ontvangst te nemen:
de heeren J. T. Cremer, te 's-Gravenhage
dr. E. Laurillard, te Amsterdam; J. A. Tours,
dir. „Ons Huis", te id.; mr. E. N. Rahusen,
te id.; en mr. J. baron d'Aulnis deBourouill,
hoogleeraar te UtreGht.
Een gedenkschriftje van dezen tocht is op
aanvraag kosteloos verkrijgbaar bjj den secre
taris van het Willem-Barends-fonds, den heer
P. J. Wichers, te Terschelling.
Een jaar geleden heeft de Eerste Kamer
van den Minister van Financiën een opgaaf
gevraagd omtrent de onroerende goederen, in
eigendom bezeten door zedeiyke lichamen of
„de doode hand" (behalve de Staat) en van byzon-
dere personen die niet in het ryk gevestigd zyn.
De Minister heeft thans aan dien wensch gevolg
gegeven en een staatje overgelegd, waarin de
belastbare opbrengst provincies-gewys wordt
aangegeven.
Wy zien daaruit, dat omstreeks 1 Jan. 1895
voor een belastbare opbrengst van f 12.3 millioen
(en wel 6.9 aan ongebouwd en 5.4 gebouwd) in
het bezit was van zedeiyke lichamen of instel
lingen in de doode handen 5 2 millioen (4.1
ongebouwd en 1.1 gebouwd (werden bezeten door
physieke personen, geen ingezetenen van het Ryk.
De geheele belastbare opbrengst nu der onge
bouwde eigendommen was (in 1893) f 96.2 millioen,
van de gebouwde f 114.5 millioen, zoodat het
verschil tusschen 1893 en 1896 niet medegerekend
de zedelijke lichamen of de doode hand bezitten
7 pCt. van de ongebouwde en byna 5 pCt. van
de gebouwde eigendommenen in het buiten
land gevestigde personen bezitten 41/, pCt. van
het ongebouwde en 1 pCt. van het gebouwde,
wat de opbrengst aangaat.
Ook een deel der genoemde lichamen is in het
buitenland gevestigd, doch voor hoeveel zy wegens
belastbare opbrengst zyn aangeslagen, is niet
nagegaan.
Bovendien merken w|j nog op, dat een groot
gedeelte dier bezittingen behoort aan instellingen
van liefdadigheid of ten behoeve van kunsten
en wetenschappen. Hetgeen natuuriyk van groot
gewicht is by de beantwoording der vraag: of
men de doode hand aan een afzonderiyke belasting
zal onderwerpen, tegenover het successierecht,
dat by overgang der eigendommen van physieke
personen wordt geheven.
Wat de onroerende goederen van niet-ingezetenen
betreft, heeft de Minister van Financiën reeds
voorgesteld, by hun overlijden een hooger recht
van overgang te heften als ^equivalent van de
vermogensbeüating, welke die personen hier te
lande niet betalen, (HbltL)
TEXELSCHE COURMT,