N°. 889. Zondag 29 SMaart. A0. 1896. lieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL EEPEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor dun Buks SO Cts. - France per post door ge heel Nbdbblanb «6 Cts. - Naar Ambbeca ®n andere landen met verhooging der forto's. Advertentiën vóór 10 nor op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 6 regels 80 Cts. Iedere regel meer S Cts. Groet® letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nnmmer. ABONNEMENTEN en ABVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVEL© DE ROOU, Parkstraat, Bueö op Tixil BRAND. De BURGEMEESTER vaaTeiel; Overwegende, dat hem by herhaling is gebleken, dat het nakomen van sommige voorschriften vervat in de verordening van Politie voor deze Gemeente, ten opzichte van het blusschen van brand, zéér veel te wenschen overlaat Vestigt de aandacht der ingezetenen op de na volgende artikelen dier verordening, luidende Art. 105. By brand is ieder verplicht terstond te ge hoorzamen aan de bevelen, door of op last van den Burgemeester gegeven. Art. 107. Het is by brand aan ieder verboden binnen het afgezette terrein te komen of zich daarop op te houden, tenzy men door de politie is toegelaten. Overtreding dezer bepalingen wordt ge straft met eene geldboete van ten hoogste vyf gulden. Op de naleving van bovenstaande be palingen zal stiptelyk worden toegezien. Texel, 24 Maart 1896. De Burgemeester voornoemd, STRICK VAN LINSCHOTEN. TER KENNISNAME. „Die timmert aan den wegh, Verwacht gezegh." 't Was Vader Cats, aan wien, nevens zoo menige pittige waarheid, ook bovenstaand rijmpje wordt toegesehreveD. De waarheid van het bovenaangehaalde, blijkt ons iederen dag en doelt niet enkel op het rechtstreeksch „timmeren aan den wegh", als wel op all6S wat in het publiek wordt gedaaD. En wat is tegenwoordig geen publiek domein? Te verwonderen is het dan ook niet, dat vooral in onze dagen veel „gezegh" kan worden verwacht, over hetgeen wordt gedaan of wordt nagelaten; niemand toch is volmaakt. Opmerkelijk is het evenwel dat het goede in den regel zoo weinig „gezegh" uitlokt terwijl datgene wat in het oog des volks minder goed keuring verdient, in het breede wordt uitge meten. Men zal hier op mogelijk aanvoeren dat het goede volstrekt geene afzonderlijke loftuigirg verdient, omdat zulks de plicht is van iederen menscb, maar juist op hetgene wat minder correct is, moet worden opmerkzaam gemaakt, want „een vriend, die u uw feilen toont," enz. Die opmerking is juist, doch die „vriend" zal dan in den regel uwe feilen niet van de daken verkondigen, doch in een „onder ons" u daarop wijzen. Zoo behoort het althans, dan bouwt men op, terwijl men anders allicht afbreekt. Met welke bedoeling wij het bovenstaande schrijven? Zeer eenvoudig. Als uitgevers van een Nieuwsblad worden ons meermalen stukken ter opname aangeboden, waarmede wij niet altijd instemmen en waarvan de inhoud niet steeds voor het publiek belang dienstbaar kan worden geacht. Toch wordt op opname vaak aangedrongen. Ten einde den schijn van partijdigheid te vermijden, verleenen wij zulke stukken een plaats onder de rubriek „ingezonden", waarop gewoonlijk volgt een tegenschrijver, en nog een, en nog een, tot mogelijk in het oneindige, wanneer wij daaraan zelve geen einde maakten. Het gekste is evenwel dat by ieder nieuw artikel, men verder van het doel afdwaalt en men slottens vaak niet eens meer het eigenlijke onderwerp kan onder kennen. Zoo ongeveer is de loop der dingen van het geschrevene in de rubriek ingezonden stukken, daargelaten nog of men vrij blijft van personaliteiten. Wij wenschen daartoe liefst niet mede te werkeD, ons blaadje is daartoe minder geschikt dan een groot, dagelijks verschijnend blad. Uit dien hoofde meenen wij, naar aanleiding van het bovenomschrevene, onder de aandacht te moeten brengen, dat bij toezending van ingezonden stukken, wij ons voorbehouden öf daarin die wijzigingen te brengen welke wij noodig oordeelen öf er een zoodanig gebruik van te maken, als ons in het belang der zaak het meest gewenscht voorkomt, terwijl wij slechts in bijzondere gevallen ons zullen vergenoegen met eene anonyme onderteekening van het geplaatste. De Uitg. TEXEL, 28 Maart 1896. Eene korte herinnering dat den laatsten Maart het verschuldigde voor de personeele belasting moet zijn aangezuiverd, moge hier nog eene plaats vinden voor hen, welke aan die verplichting alsnog geen gevolg gaven. Daarbij zij tevens herinnert dat op den laatsten dag der maand het kantoor is gesloten, alzoo enkel Maandag nog gelegenheid bestaat om zich te vrijwaren voor vervolgingskosten ten deze. Bij de Woensdag te Schagen gehouden Paaschtentoonstelling, verkreeg de heer W. H. Keesom alhier, in de afdeeling Wolvee voor de inzending van 4 beste Oonschapen van vol bloed Texelsch ras, een le prijs; evenzoo een le prijs voor een Ram van volbloed Texelsch ras. Bij het graven van een gat voor een kelder, aan de Koog, werd Vrijdagmorgen door een der werklieden een 7-tal zilveren munt stukken, ter grootte van een rijksdaalder, uit den grond opgedolven. Aan de eene zijde vertoonde het muntstuk hetwelk wij zagen, het Ned. wapeD, waar nevens „3 Gl." en het randschrift, in kapitale letters, „Moiarg: Ord. Bllg, Westf." Aan de keerzijde was eene gravure, voor stellende de Ned. Maagd met den vrijheidshoed, daaronder het jaartal 1795, en het randschrift, mede in kapitale letters: „Hanctvemvr Hac Nitimvr." Uit den mond des volks hoort men wel eens: „Vrijdag weêr, Zondag weêr." Indien die bewering opgaat zal de a. s. Zondag niet veel schoons geven, doch ten goede komen aan de profetie van Falb, die voorspelde dat de 29ste dezer maand „een kritische dag van bijzondere sterkte zal zijn, die allerlei vreemde veranderingen in het weêr zal toonen, terwijl de theoretische vloedwaarde een ongewone hoogte zal bereiken." De dag van gisteren zou dus slechts een klein voorproefje zijn geweest, van 't geen de natuur ons Zondag zal geven te aanschouwen. Laat ons hopen dat Falb het dezen keer niet zal raden. Het plotseling opkomend ruwe weder van gisteren morgen moet op zee nog al eenige ongelukken hebben veroorzaakt. Nabij de Vlie- hors strandde een Engelsch schip, naar men zegt geladen met hennipzaad; van af de Cocksdorp werden vergeefs pogingen aangewend om de bemanning te redden; nader werd bericht dat de schipbreukelingen zijn gered, gedeeltelijk door de reddingboot van Vlieland, gedeeltelik door tussGhenkomst van de „Hercules." Naar het gerucht gaat, zouden tusschen Helder en Callantsoog 7 visschersvaartuigen (Texelsche en Heldersche) zijn gestrand; van Terschelling wordt gemeld dat in de Meep zes visschers vaartuigen gestrand zijn en in het Sehuitengat een tjalk. Van Oudeschild ontvingen wij, op onzen vraag om inlichting, perteleph. het volgend bericht „Twee schuiten omgeslagen, volk vermoe delijk weg. „Vijf schuiten op strand. „Nog niet van allen tijding." Van Oosterend meldde men ons: „In den storm van gisteren zijn omgeslagen de blazerschuiten TX 108 en TX 122, eige naars M. Visser en J. Vlaming. De opvarenden, 6 jonge lieden, hebben ongetwijfeld hun graf in de golven gevonden. „Verder zijn vijf SGhuiten gestrand, volk gered. Deze behooren aan S. Bakker, Wed. P. Plaatsman, Wed. P. v. d. Vis en Jan Wuis en D. Vvdr-Vis van Oudeschild. Drie er van zijn verzekerd bij de Onderlinge Zee-assurantie- Maatschappij te Texel. „Van eenige schepen is nog niets bekend." De 27e bracht voor Texel veel rouw. Oosteeend, 27 Maart. Gisterenavond werd alhier in het „Wapen van Amsterdam" eene verloting gehouden van twee ijzeren draaihekken en twee ijzeren emmers. De verloting had plaats met goedkeuring van den burgemeester en onder toezicht van de politie. De hekken vielen op de Ns. 2 en 48 en werden gewonnen door M. Breman en S. DijkseD, terwijl de emmers op No. 28 ten deel vielen aan Jb. Pb. Bakker. Heden werd alhier telegram ontvangen, dat de blazerschuit T. X. 185, De Drie Ge broeders, eigendom van de Wed. P. v. d. Vis, is gestrand. Het volk is gered; de schuit is geassureerd bij de Onderlinge Zee-Assurantie Maatschappij te Texel. De verleden jaar in het Marsdiep bij het lanceeren zoekgeraakte visch-torpedo is, naar wordt gemeld, dezer dagen door een Duitsche torpedoboot gevonden en te Kiel aangebracht. Hoe treurig de gevolgen van drankmis bruik kunnen zijn, bleek dezer dagen weer te Utrecht, waar een weduwe plotseling overleed tengevolge het overmatig gebruik van jenever. De zoon en diens vrouw, die bij haar inwoon den, verkeerden zelf in een zoodanigen staat van dronkenschap, dat zij van het overlijden eerst iets bemerkten, toen zij hun roes uitge slapen hadden. De geneesheer, die toen geroe pen werd, kon alleen den dood constateeren, en tevens, dat, toen hij binnentrad, de beide huisgenooten al wederom dronken waren. Te Rouveen (Overijse); hebben twee jaren geleden de muizen zeer veel schade teweeg gebracht Van sommige akkers kreeg men niet zooveel koren terug als er op gezaaid was. In den winter van 1894 op 1895 zijn zeer veel van deze schadelijke dieren gestorven. Thans echter schijnt er groot gevaar te bestaan voor eene herhaling van de plaag van 1894, reeds zijn heele plekken van de jonge rogge door de muizen kaalgevreten. Dat zulke oudjes nog niet wijzer zijn. Aan den Zuidwal te 's Gravenhage moest Zondagmiddag de tussehenkomst van een paar politieagenten worden ingeroepen om twee oudjes, man en vrouw, samen minstens ander halve eeuw oud, die met elkander twisten, tot kalmte te brengen. Hoewel stram en stjjf, achtervolgde de man zijn vrouw met een bijl. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1896 | | pagina 1