N°. 898. Donderdag 30 April. AP. 1896. Nieuws- en Advertentieblad^ OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland* Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. AbonnemenUpry* per S maanden Voor dbh Bübs SO Ct». Franc* per pui door ge heel Nhdbbulnd 46 Ct». Naar Amiri»» en andere landen met verhooging der porto'». Advertentiën vóór 19 nor op den dag der uitgave. Pry* der Advertentién Van 1 tot 6 regel» 80 Ct». Iedere regel meer 6 Ct». Groet» letter» en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. BowtJannmmor» S Ct». par nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELB ft DE ROOU, Parkstraat, Bona op Tun GEVONDEN VOORWERPEN. Gedeponeerd ten Raadhuize een paar brnine tricot handschoenen en een karbordje. TEXEL, 29 April 1896. Maandag werden ter markt aangevoerd 1 Koe, 3 nucht. Kalv., 41 Biggen. Maandagavond hield het Dep. Texel van de Maatsch. tot Nut van 't Algemeen eene huishoudelijke vergadering in de zaal van de Vergulde Kikkert. Aan de orde was behandeling van de punten van beschrijving voor de alg. vergadering, den 27 Mei te Amsterdam te houden. De verschillende voorstellen werden voor gelezen en enkele er van beproken, opdat de te benoemen afgevaardigde den geest zoude kennen van het departement, omtrent de verschillende voorstellen. Als afgevaardigde werd benoemd de heer de Braai. Vervolgens werd het huishoudelijk reglement van het departement, bereids door eene com missie nagezien, aan eene herziening onder worpen. Dank de door de commissie verstrekte inlichtingen op voorgestelde veranderingen, liep dit werk nog al vlug van stapel. RekeniDg, begrootiDg en verslag omtrent de algemeens bewaarschool, volgden hierna. Deze allen mochten niet ongunstig heeten, dank de medewerking van zoovelen, nadat onlangs bekend was geworden, dat deze in richting zich in zoo grooten fiuancieelen nood bevond. Tot Commissaris over de alg. bewaarschool werd herbenoemd de heer S. Kejjser Pz. ofschoon genoemde heer te kennen gaf niet meer in aanmerking te willen komen, was de aandrang der vergadering zoo groot, dat hij beloofde in rrjpelijke overweging te zullen nemen, of hij alsnog aan het verlangen der vergadering zal voldoen. Oudeschild, 28 April. De geruchten- om trent de ansjovisvangst op de Zuiderzee, hier sinds eenige dagen vernomen, luiden over het geheel gunstig. Mocht dit zoo blijven voortgaan, dan heeft men plan ook van hier spoedig te gaan deel nemen aan het visschen naar ansjovis. Da garnalen vloot werkte in de afgeloopen week grootendeels met verlies. Over het ge heel was de vangst goed, doch het artikel bracht in het buitenland zoo weinig op, dat sommige kokers nog geld moesten bijpassen. Oosterènd, 29 April. Een kalf met drie 1 kaken en twee tongen is zeker geen alledaagsch verschijnsel. Voor een paar dagen werd alhier zulk een 1 exemplaar geboren. Aan de bovenkaak, of- schoon iets breeder dan gewoonlijk, is geen bijzonders te zien; de onderkaak evenwel be staat uit twee ruggelings, tegen elkander lig gend© kaken, ieder voorzien van het vereischte aantal tanden en kiezen. Ook de beide tongen, die aan den wortel samenloopen zijn goed gevormd. De rest van het lichaam vertoont uitwendig geene dubbelzinnigheden. Het dier is levens lustig en gebruikt zijn melk met smaak. In de weide zal het zich echter niet weten te redden. Niets is waardeloos! Te Utrecht heeft de R. K. vereeniging „St. Joannes de Dooper" haar jaarfeest gevierd. Deze vereeniging heeft een eigenaardig doel. In verbinding met de groote Luiksche ver eeniging zijn reeds 150 millioen postzegels verzameld, waardoor men in staat is gesteld een Christendorp in den Congostaat te stichten met 300 huizen, een kerk en een school voor vrijgekochte slaven. In den loop van dit jaar hoopt men weder een dorp met weeshuis te stichten, doch nu van de opbrengst vanoude pennen. (Hbl.) Bij art. 5 der wet van 20 Juli 1895 tot wijziging en aanvulling der wet van 25 Mei 1880 tot instelling eener Rijkspostspaarbank, is onder meer bepaald: lo. dat de vader of voogd, om terugbetaling te bekomen op het boekje van een minder jarige, die den leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, zal moeten overleggen eene machti ging van den kantonrechter, te verleenen in de gevallen en op de wijze bepaald in artikel 451 van het Burgerlijk Wetboek; 2o. dat de gehuwde man, met afwijking van het bepaalde bij artt. 160 en 179 van het Burgerlijk Wetboek geene terugbetaling zal kunnen bekomen op het spaarbankboekje zijner echtgenoote, dan met hare toestemming. Vermits genoemde wet van 1895 eerlang in werking zal treden, wordt door den minister van W., H. en N. op bovenvermelde bepalingen in het bijzonder de aandacht gevestigd, ten einde den vader of voogd, alsmede den gehuwden man, die bedoelde bepalingen niet van toe passing wenschen te doen zijn op gelden in de Rijkspostspaarbank ten name van een minderjarige of van de echtgenoote ingelegd, in de gelegenheid te stellen die gelden des- gewenscht terug te vorderen, uitgezonderd in het geval dat de man, ingevolge bestaande huwelijksche voorwaarden, daartoe het recht mist. (St.-Ct.) Atjeh. Over Atjeh is men natuurlek nog op lange na niet tot eenstemmigheid gekomen, trouwens dat zal men vermoedelijk vooreerst ook nog wel niet worden. De heer Pruys van der Hoeven, de vroegere Civiel-Gouvemeur van Atjeh heeft thans een vlugschrift in het licht gegeven, waarin hij betoogt dat wjj ons doel zjjn te buiten gegaan. Na eene herinnering van hetgeen zoo in den loop der tijden op Atjeh is voorgevallen, komt de heer P. v. d. H. tot de conclusie dat onze legermacht zich zal terugtrekken en zich zal bepalen tot het bezet houden van de kust en van de eilanden Raja en Weh. Dan zal onze positie zjjn teruggebracht tot het ware, ons passende, steeds door ons te handhaven standpunt, gelQk sedert 1870 het hoofddoel was. De „Van Dag tot Dag" schrijver in het „Hbl" neemt den heer P. v. d. H. hierover geducht onder handen. Den Kraton verlaten, roept h(j verontwaardigd uit, dat nooit. Al het op Atjeh gestortte bloed zou te vergeefs zijn gevloeid. Dat kan niet, dat mag niet, nooit. Van tweeën een, zegt de „Prov. Gr. Ct."naar aanleiding hiervan. Of wjj bezitten kracht en pit genoeg om Atjeh te dwingen tot cijnsbaarheid— dat er dan in eens voor goed een einde gemaakt worde aan de drie-en-twintig-jarige ellende door een onverbiddelijk agressief optreden—; bf het weerbarstige volk heeft getoond sterker te z]jn dan wjj—, en dan is het tjjd, onze onmacht erkennende, terug te trekken met behoud van een enkel sterk punt en verder de Atjehers laten in het land, waar hun peper groeit. Dat topje van Sumatra heeft van Nederland al te veel zuur verworven geld en kostbaar bloed geëischt; en beiden geld en leven hebben w(j zoozeer noodig voor ernstiger werk, dat wacht al veel te lang. Indië is lang geweest de kurk waarop Nederland dreef. Laten wij oppassen dat het niet worde de molensteen, die ons naar de diepte trekt 1 Voorzichtig met gekleurde zakdoeken I Te Blesdijk (Friesland) kreeg de pas gehuwde landbouwer E. D. een bloedend wondje aan zijn neus en wies het af met een gekleurden zakdoek. Spoedig volgde hevige ontsteking. Geneeskundige hulp mocht niet meer baten, en na hevige pijnen is de ongelukkige aan bloedvergiftiging overleden. Zoo langzamerhand schijnt 's menschen leven op allerlei wijzen te worden bedreigd, niet slechts door 't geen wij eten en drinken, doch nu ook al door onze kleeding. Men schrijft uit Tietjerksteradeel aan de „N. R. Ct.": In de laatste jaren is de landverhuizing Uit noordelijk Friesland naar de Vereenigde Staten van Amerika sterk verminderd, maar het schijnt dat er een kentering aanstaande ls. Althans uit deze gemeente en ook uit de aangrenzende maken zich vele familiën op, die den tocht naar het verre Westen willen wagen. De steeds snellere achteruitgang op landbouw gebied die gegoede lieden arm maakt, is de hoofdoorzaak, die velen noopt hun geluk elders te gaan beproeven. Enkelen denken naar Zuid- Amerika te emigreeren, meer bepaaldelijk naar Argentinië. Op emigratie naar dat land wordt in deze streken herhaaldelijk de aandacht gevestigd. De bijenteelt hier te lande gaat hard achteruit. In 1864 waren er nog 216.000korven, in 1893 nog slechts 92.000. Elk jaar wordt 133.000 kilo honing uit het buitenland betrok ken, wat een verlies is van circa 1V, millioen gulden 's jaars. In de vermindering der bijen meent men de oorzaak te zien dat hier en daar de boekweit niet meer wil, daar de bijen voor de bevruchting der bloesems onmisbaar zijn. Deze quaestie is door den heer P. BLjdend|jk uit Brammen ter sprake gebracht op de jongste vergadering van het hoofdbestuur der Geldersch Overijselche Maatschappij van Landbouw. Hij drong aan op het heffen van invoerrechten op alle bultenlandsche producten van bijenteelt» i *1 viJltr. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1896 | | pagina 1