OFFICIEEL CEIEELTE.
N°. 918.
Zondag 12
A0. 1896.
Nieuws» en
Advertentieblad.
Het ontstaan van Texel.
Binnenland.
de
ad
Dit bind verscfeynt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per S maanden
Vouf dhn Burs SO Cts. France per pest door ge
heel Nsdsblakb 46 Cts. Naar Ahbbika en andere
landen met verhooging der porte's.
AdvertentlSn vóór li nor op den dag der uitgave.
Prys der Adverteniiên
Van 1 tot E regel» 80 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groste lettere en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers S Cts. par nummer.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIÊN worde® aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELB BE ROOIJ, Parkstraat, Btraa op Texil
GEVONDEN VOORWERPEN.
Gedeponeerd ten Raadhuize een koperen
gewichtje (1 Decagram) en een lederen halster
met touw.
GEMEENTELIJKE VEEBASCULE.
De BURGEMEESTER van TEXEL vestigt er
de aandacht van belanghebbenden op, dat de
gemeentelijke veebascule, geplaatst in de Visch-
markt te den Burg, voor het publiek beschik
baar is gesteld en wel op alle werkdagen, ge
durende de maanden April tot en met September,
van des morgens 6 tot des namiddags 3 uur
en gedurende het overige gedeelte van het
jaar, van des morgens 9 tot des namiddags 2
uur, tegen het daarvoor vastgesteld tarief, zijnde:
voor een rund 40 ct.
varken 25
schaap 10
graan of zaad, de H.L. 5
koper, lood, ijzer, tin, wol.
enz., de 50 K.G. 10
Vóór de weging vervoege men zich bjj den
marktmeester.
Texel, den 7 Juli 1896.
De Burgemeester voornoemd,
STRIOK VAN LINSCHOTEN.
Er was een tijd, dat de zee, bijna gansch
Nederland overdekte, met uitzondering van mis
schien eenige plekken in Gelderland en Limburg.
Zondert men deze uit, dan bestaat verder Neder
lands bodem uit diluvium en alluvium.
Diluvium grooter en kleiner zwerfblokken het
overige alluvium.
Die zwerfblokken, ontstonden door de gletschers,
welke in de ijsperiode, zelfs bergen van middel
matige hoogte bedekten, zoo ook de Noorweegsche
bergen, alwaar zij nu niet meer aanwezig zijn.
De daarop vallende sneeuw smolt des daags
door de kracht der zonnestralen, om des nachts
door den vorst, in ijs te worden omgezet.
Ten laatste werden dit geweldige massa's die
door de zwaartekracht gedrongen, zich langs de
hellingen in beweging stelden en langzamerhand
naar de dalen of zeeën afdaalden, groote stukken
rots en aarde van de gebergten losrukkende en
met zich voerende.
Nog heden ten dage, hebben de, door de zee
lieden zoo gevreesde ronddrijvende ijsbergen, hun
ontstaan te danken, aan de op Groenland en
andere pooleilanden aanwezige gletschers. De
diepe dalen in Zwitserland en de veelvuldige
fjorden in Noorwegen, getuigen van hun geweldige
kracht en omvang.
Eindelijk is de in zee gevallen ijsklomp, door
warmte en stormen zoo verminderd, dat het
met de onderliggende gesteenten en aarde op
den bodem der zee nederzinkt.
Een zoodanig zwerfblok afkomstig van het
Skandinavische gebergte, was het, dat het eerst
aan Texel het aanzijn gaf, de zoogenaamde hoogte
of Hoogeberg.
Den tjjd optegeven, wanneer dit plaats vond is
onmogelijk.
Inmiddels greep er in Europa een ophoogings-
proces van den bodem plaats. De gronden ver
hieven zich boven den bodem der zee, het sterkst
in het Noorden, trapsgewijze verminderende naar
het Zuiden, wat ook de rivieren, haren loop deed
veranderenom Zuideljj ker uitmondin gen te zoeken
Zeker is het dat Texel later bewoonbaar is
geworden, dan die streken in ons vaderland al
waar de hunenbedden (begraafplaatsen) worden
aangetroffen. Deze zijn opgerigt door volken,
uit het steentijdperk, die reeds onder anderen
in Drenthe woonden, voor dat de Kelten, de
voorloopers der Germanen, uit Azie naar Europa
trokken. Iberiers welligt?
Op Texel vindt men geen hunebedden, dolmen
of menhirs.
Zeker was Texel al bewoond ten tijde der
Romeinen, wat wordt bewezen, door eenige voor
werpen, van hen afkomstig, in de nabijheid van
het dorp den Burg gevonden.
De oorspronkelijke bevolking is Skandinaafach
Germaans, afstammende van de Denen.
Het woordje tuun, afscheiding door aarden
walletjes van de hooge landen, beweert men echter
van Keltischen oorsprong te zijn.
Het geheel en al, van het, in het overige
Noordholland groejjende, afwijkende gras, ver
scheidene planten, waaronder ook het edelweisz,
die elders niet worden aangetroffen, en eindelek
de bodem, bewijzen, dat de Hoogeberg diluvium
is, van verre aangevoerd.
Wij gaan verder. Vroeger waren niet, na
hunne scheiding, de langs Arnhem stroomende
Rhjjn en de Nijmegen bespoelende Waal, de
hoofdarmen van den Duitschen Rh(jn, maar was
dit de IJssel, die eertijds tusschen Rees enDoe-
tinchem door Friesland en het meer Flevo naar
de Noordzee stroomde, door verschillende monden,
dit getuigen Texel en de naburige eilanden.
Een gelijksoortige toestand is later in Zeeland
ontstaan, toen de Rbijn een zuidelijker stroombed
zocht en daar verschillende eilanden het aanzijn
gaf, daarin bijgestaan door de Maas en Schelde.
Ten tijde der Romeinen was echter reeds de
IJssel-arm tusschen Rees en Doetinchem verslijkt
zoodat Drusus een gracht moest graven om den
Rhijn weder met den IJssel te verbinden.
Toen reeds hadden al de rivieren hier te lande
reeds de neiging, om langs lager bedding een
zuidelijker uitmonding op te zoeken, wat ook
blijkt, uit het door Claudius Civilus vernielen
van den door Drusus in de rivier geworpen dijk,
waardoor het Rbijnwater tegen den Zuidelijken
oever aandrong.
Aan den IJssel, voordat deze verstopt was
heeft Texel zijn meeste en eenigzins diep liggende
klei te danken.
Bi) het kenteren der tijden, tusschen eb en
vloed, komt het, met slijk bezwangerd stroomend
rivierwater, in zee tot stilstand en laat dan, de
klei en het zand, uit de Duitsche en Zwitsersche
bergen medegevoerd, vallen, hierdoor zijn de
gronden ten Oosten en ten Zuiden van de Hooge
berg gelegen (alluvium) grootendeels ontstaan.
Er was een tijd, toen Frankrijk en Engeland
nog met elkander vereenigd waren en het Engelsch
Kanaal nog niet bestond. De uit Amerika ko
mende golfstroom konde toen onze kusten niet
bereiken en toog benoorden Schotland om naar
de kusten van Noorwegen.
Het duinzand door de golfstroom aangevoerd,
wordt noch in de Duitsche en Zwitsersche bergen,
noch in de Noordzee aangetroffen, en konde toen
nog niet onze duinen vormen, eerst nadat Enge
land en Schotland een eiland zijn geworden zijn
deze ontstaan.
Die duinen, lagen eertijds veel dieper in zee,
en verplaatsten zich gaandeweg Oostelijker. Aan
de binnenzijde der duinen ontstonden stilstaande
poelen, toen greep daarin de iaagveenvorming
plaats, maar om veelal weder spoedig, door het
zich verplaatsend duinzand te worden bedekt.
In den beginne bewoonden de veehouders en
visschers, slechts de Hoogeberg. Later vestigden
zich de visschers, gemakshalve om meer in de
nabijheid van het water te z(jn, op hoog gelegen
kweldergronden, welke zij nog bovendien op
hoogden, door opgraving van naburige landen en
het daarop werpen, van alle mogelijke afval,
welriekend of zindelijk zal het daar wel niet
geweest zijn.
Deze hoogten werden terpen genoemd, waar
van ons dorp afstamt. Of de schoone sekse van
Texel, zich daar zeer gelukkig gevoeld zal hebben,
meen ik te mogen betwijfelen.
Eindelijk was de tijd aangebroken dat Texel
werd bedijkt en door latere inpolderingen vergroot.
Dat Texel nimmer met den vasten wal ver
bonden is geweest, blijkt hier uit, dat er tot nog
toe geen mollen aanwezig zijn. Deze vond men
vroeger ook niet op de Zeeuwsche eilanden;
maar zoodra deze door den aanleg van sporen,
door djjken aan Noordbrabant zijn verbonden, is
de mol daar in groote getale verschenen.
Dat ook de snoek in het begin dezer eeuw in
de Texelsche wateren is gebracht, zal welligt
menig lezer niet weten, maar dat bewijst niets,
want deze visch, kon door overstrooming in het
zoute zeewater zijn gedood wat voor den mol
door den Hoogenberg niet mogelijk is geweest.
Haarlem.
SUNITRAM.
TEXEL, 11 Juli 1896.
Op de thans te Leeuwarden gehouden wor
dende tentoonstelling, werd aan de inzending
„Zeilkousjes", van onzen plaatsgenoot, den
Heer K. Ponger, eene Bronzen medaille toe
gekend.
Wij herinneren er aan dat Zondag a. s.,
des middags te half vier, door het Fanfare
corps weder een Volksconceit zal worden
gegeven in het Park.
In de Donderdag gehouden vergadering
van de Prov. Staten van Noord-Holland, werd
in handen van Ged. Staten gesteld een adres
van de Heeren J. P. Noordijk en J. H. Moojen,
om subsidie voor een tweeden stoombootdienst
van Texel naar het vasteland.
Aan de Rijks Hoogere Burgerschool te
Alkmaar deden met gunstig gevolg overgangs
examens A. Dros, H. Dikkers en P. Keijser Johz.,
allen van hier, resp. van de 3e tot de 4e,
2e tot de 3a en le tot de 2e klasse.
Eene waarschuwing die niets kost.
Op de aanslagbiljetten voor de grondbelasting
staat vermeld: „De aanslagen in de grondbe
lasting zijn invorderbaar in tien gelijke ter
mijnen. De eerste termijn vervalt den laatsten
dag der tweede maand van het dienstjaar," enz.
töeze bepaling in aanmerking nemende, zou
het kunnen zijn, (de helft der termijndagen
zijn reeds gepasseerd) dat eerdaags waar
schuwingen zijn te verwachten aan het adres
van hen die alsnog verzuimden voldoende
afbetaling te doen. Daar op te wijzen meenden
wij goed, ter voorkoming van vervolgingskosten.
Waal, 9 Juli. Gisterenmiddag ging het
paard van den Heer S. uit Eierland, dat vast
gebonden was aan een paal, in de richting
van den Burg op hol.
Aan het einde van den boomendijk sproDg
het beest over een heining van puntdraad,
zoodat men het spoedig kon grijpen. Gelukkig
zat niemand in den jachtwagen waarvoor het
paard was gespannen.
Het zoontje van den Heer R. alhier had
het ongeluk, gistermiddag, bij het slootje-
springeü, den arm te breken.
Eene ernstige waarschuwing voor onze
springlustige knapen I
Vlieland, 9 Juli. Minder voorspoedig dan
de „Nieuwe Texelsche Courant," die bij hare
geboorte ons met een onschuldig lachje durft
verzekeren, dat zij nu juist haar zesde levens
jaar is ingetredeD, schijnt het te gaan met
de verwezenlijking der plannon omtrent de
oprichting eener badgelegenheid aan het
Texelsche strand. Vlieland is in dit opzicht
gelukkiger. Het laat zich aanzien dat ons
eiland in de naaste toekomst zeer zeker eenige
beteekeDis als badplaats zal krijgen. Mede
deze goede verwachting hebbende, heeft de heer
Meijer zijn hotel een flinke uitbreiding gegeven.
Geheel naar de eischen des tijds ingericht,
telt het buiten een flinke gelagkamer en eetzaal
achttien ruime logeerkamers. Buitendien is
er voor gezorgd, het den gasten zoo gezellig
mogelijk te maken.
Gezelligheid 1 Zoo ergens, dan kan men die
op ods klein eilandje vinden, vooral ook door
dat allen, van eiken rang en stand, samen
werken. Eq dat zij er in de toekomst niet
minder op zal worden, is mijn stellige over
tuiging. Veel verwacht ik te dezen opzichte
ook van het onlangs onder leiding van den
heer Van der Ree, hoofd der school alhier,
opgerichte fanfarecorps. Verrassend inderdaad
zijn de resultaten, welke na een oefeningstijd
van eenige weken zjjn verkregen.
Der jeugdige vereeniging veel succes l
TEXELSCHE COURANT
iod
ier