N°. 922. Zondag 26 Juli. A0. 1896. Nieuwe en Advertentieblad. Binnenland, OFFICIEEL SEBEELTL Texels wording. Dit blad verschijnt Woensdag- ea Zaterdagavond. Abennem misprijs per 3 maanden Vouf dhn Bue6 80 Cts. Franco per pest door ge- heel Nebkblahs 46 Cts. Naar Ambsika en ander* landen met verhooring der ports'?. Advertentiën vóór 19 nnr op den dag der uitgave. Prijs der Adverteniièn Van 1 tot 6 regels 80 Cts. - Ieder* regel meer 6 Cts. Groet* letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 8 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN es ABVERTENTIÈN worde® aangenomen fcg de üitgsvers LANGffiVELB SE ROQU, Parkstraat, Burg op Tixn GEMEENTE-REKENING, BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente TEXEL maken bekend, dat de Gemeente rekening over het dienstjaar 1895, den Raad is aangeboden, gedurende 14 dagen, van heden tot en met den 5 Augustus a. s. ter Gemeente- Secretarie voor een ieder ter lezing ligt en aldaar tegen betaling van de kosten verkrijgbaar is gesteld. Texel, den 28 Juli 1896. Burgemeester efi Wethouders voornoemd, Strick van Linsohoten, Burgemeester. J. A. Wesstea, Secretaris. HERHALINGSOEFENINGEN. De BURGEMEESTER van TEXEL, als daartoe de noodige aanschrijving ontvangen hebbende, roept by deze op, de miliciens Martinus Johannes Logman en Johan Jacob Rijk, behoorende tot het Korps Torpedisten van de lichting 1893 om op den 30 Augustus a,s., Erhanus de Porto en Jurrie Wegman, behoorende tot het le Regi ment Infanterie, van de lichting 1892, om op den 37 Augustus a. s., des namiddags vóór 4 uur by hun korps te Helder aanwezig te zyn, voorzien van hun kleeding, uitrusting, zakboekje en ver lofpas, by hun vertrek met groot verlof mede genomen, ten einde in werkeiyken dienst te worden gesteld. Texel, den 24 Juli 1896. De Burgemeester voornoemd, Strick van Linsohoten. Het sehynt dat de Heer Deuzeman, niet op den duur de „Revue des deux mondes" leest, waarin een stuk over duinvorming en duinzand voor kwam. Ik meen ook dat daarover in de „Weten- schappeiyke bladen" i3 geschreven, maar het kan ook een ander tydschrift zyn. Ik bezit geen van beiden in eigendom en kan het dus niet nazien. Zeker echter, is het, dat ik de schry vers daar over geloof en biyf gelooven en of nu de golfstroom instede van de vloedgolf dat zand aanvoert, is voor de zaak, waarop het aankomt, tameiyk onverschillig, in beide gevallen wordt het duinzand uit de Oceaan aangevoerd. My is verder gezegd dat dit voor de zeehaven van IJmuiden een levenskwestie is, en zy hier spoedig zoude ver zanden, wanneer dat zand uit de Noordzee of de bergen in Europa kwam. Maar hebben myne zegsmannen geiyk dan heeft de afscheiding van Frankryk en Engeland, daarby eene zeer belangryke rol gespeeld en konden daardoor de duinen alleen worden wat zy nu zyn. Die afscheiding toe te schry ven aan denKim- brischen vloed (pl. m. 150 voor Christus! die ten tyde van Keizer Augustus werd geboren, is al te dwaas. De veldheer en geschiedschryver Julius Cesar, die zich betrekkeiyk, kort na dien vloed, in Noordelyk. Frankryk ophield, zoude van zulk eene ongewone en wonderlyke gebeurtenis, wel zeer uitvoerig gewag hebben gemaakt. Ik raad den heer D. aan, eens kennis te maken m6t de grot van Han in Belgie, na vooraf gelezen te hebben, wat in het tydschrift „de Natuur" over kalk- en krytbergen en druipsteen-formatie is geschreven. Hij zoude dan gezien hebben, hoe die bergen, op den langen duur, geheel v inietigd worden, door van boven insypelend regenwater en van beneden of ter zyde indringend rivierwater. De Kimbrische vloei heeft Engeland en Schotland nimmer tot een eiland gemaakt. Ik herhaal het de Hoogeberg is een zwerfblok van het Skandinavische gebergte uit den ystyd. Toen bevatten de rivieren een verbazende hoeveelheid water. De Rhyn vormde een geweldig meer aan een zee^eiyk, tusschen het Schwarzwald ia de Vogezen, wat zich vernauwde na Mainz en doorbrak het Rhyngebergte by Bingen en St. Goor. Destyds zal er wel niet veel van Texel en de Overige eilanden zyn te zien geweest. Maar wat 9 daarvan ook zy, ik biyf by mijne bewering dat eerst na de afscheiding van Engeland, van het vasteland, do zandbanken en hare kinderen, de duinen zullen zyn ontstaan. Om die toen ontstane duinen of banken of de daarachter liggende deluviale of aluviale gronden een continent (vastland) te heeten gaat eenigzins mijn begrip te boven, tenzy men my bewyze dat de Rhyn of een zyner armen, vreedzaam en kalm, naast die duinenry, Noordwaarts in of by de Dollard uitwaterde. Maar eindeiyk kreeg de Noordzee medeiyden met de in dat enge keursiyf geprangde rivieren nam waarschyniyk volgens den Heer D. den Kimbrischen vloed te baat om den Rhyn of IJssel nieuwe monden te verschaffen en Callantsoog, Texel, Vlieland, Terschelling enz. tot eilanden te maken. Om zich echter een zoodanig continent te denken, moet men vooraf eenvoudig de Zwitsersche en Duitsche rivieren en bergen wegdenken. De Kimbrische vloed sehynt den Heer D. steeds door het hoofd te spoken. Ik voor my geloof dat zulke hooge vloeden juist zeer plaatseiyk zyn, door dat het water in ééne richting en niet in alle richtingen wordt opgestuwd. De storm die ze met medewerking der hemellichamen doet ontstaan (orkaan) is vaak door zyn ronddraayende beweging zeer locaal. In den regel zyn zulke overstroomingen als de Kimbrische, tegeiyk wegspoelingen, zy kunnen dus alleen plaats hebben, op nog niet goed vast gelegde lage veengronden, waar de wortels van het daarop groeiend geboomte, de op het water rustende veenlaag, nog niet stevig genoeg aan den vasten bodem hebben gehecht. Het zeer losse zand gaat dan ook mede. Dit is ook de wording van onze Zuiderzee. Ik meen ook nog gelezen te hebben dat op Texel de hazen zyn ingevoerd, dit in verband met de overal in Europa aanwezige mol, doet my by myn gevoelen volharden. De vreemdsoortige tegenspraak van den Heer D. op dit punt is niets afdoende. Een wonderiyk bewys is de op Texel verwil derde spurri, waarvan twee soorten in Nederland in het wild voorkomen. De zaden kunnen door aanspoeling Texel bereikt hebben. Wat velen op gissingen gelooven en aannemen is daarom nog geen waarheid, ik wys op de algemeen aangenomen theorie van de platonische vorming der bergen, lange jaren volgehouden, totdat een eenvoudig Duitsch apotheker ook dat systeem vernietigde, en de Neptunische oorsprong van verre weg de meesten bewees, eenvoudig door het vinden van zeeschelpen, zelfs op de hoogste toppen. Na de redactie beleefd verzocht te hebben dit stuk te willen plaatsen, sluit ik van myne zyde de debatten, de minder aangename toon van den Heer D., misschien ook door my hier en daar nagevolgd, brengt mij daartoe. Haarlem. SUNITRAM. TEXEL, 25 Juli 1896. 't Sehynt inderdaad meening te zullen worden met het plan om Texel tot badplaats te ver heffen in de Gemeenteraadszitting van Donder dag toch kwam een adres in behandeling van den heer J. H. Moojen alhier, waarin door dezen verzocht werd om een gedeelte strand nabij de Koog, door het Rijk aan de Gemeente in huur afgestaan, van de Gemeente in onder huur te mogen overnemen. Eene spoedige beslissing werd hierop gevraagd, omdat aan adressant een stuk duin in rijksperceel 12 was afgestaan tot het aldaar bouwen van een badpaviljoen, waaraan alreeds met kracht schijnt te worden gewerkt. De gemeenteraad besloot om op dezelfde voorwaarde als waarop haar het strand was afgestaan, hetzelve ter beschikking van den heer Moojen te stellen, zoodat te dezen opzichte geene bezwaren meer bestaan. Of het zal gelukken om een deeltje van den stroom van badgasten, naar hier te doen leiden, zal de tijd moeten leeren, doch wij wenschen gaarne èn in het belang van den ondernemer èn in het belang van ons eiland, dat deze poging naar wensch moge slagen. Met 8 Augustus a. s. zullen o. a. worden verplaatst de navolgende rijksveldwachters: W. Jongepier van de Cocksdorp naar Noord- Seharwoude P. J. Deijs van Noord-Scharwoude naar de Oocksdorp J. Doon (brigadier-titulair) van Utrecht naar Vlieland, in plaats van Adema, ontslagen. Oudeschild, 24 Juli. Heerschte er voorheen blijdschap in het land als de eerste nieuwe haring werd aangevoerd, in een nagenoeg gelijke stemming verkeert hier de bevolking, nu de eerste booten met drinkwater weer aan het dorp kunnen komen. De uitgegraven sloot is afgeschouwd en in orde bevonden. De weezeputten werden gepeild en staan bij Da boordevol. De uitgaven van alles komt de bevolking van het dorp op meer dan f1000.— te staan. De leden van de vereeniging „Dorpsbelang" dragen gemiddeld 2 ct. per week bij en uit dit geld zal de rentebetaling en de aflossing der geleende gelden moeten geschieden: Ook hier is het„vele kleintjes maken een groote." Oosterend, 24 Juli. Een kras man is on getwijfeld de oude landman B. wonende in de nabijheid van ons dorp. Hij is 82 jaren en toch ziet men hem dagelijks met lust en opge wektheid verschillend landwerk verrichten. Zoo kan men hem tegenwoordig af en toe zien den hooiwagen opladen (loegen) en niet alleen de vaardigheid, waarmede hij dit doet, is op merkenswaard, doch ook de netheid der door hem geladen wagens is in het oogvallend, 's Mans leefwijze is eenvoudig en matig. Bij het Departement van Koloniën is van den Gouvernenr-Generaal van Nederlandsch- Indië ontvangen het volgende, van 22 dezer gedagteekende, telegram betreffende de krijgs verrichtingen in Atjeh: „Eergisteren naar Kroeng Gloempang en Senelop. Bij terugmarsch waren talrijke benden in de V Moekimg Montasjik. Gesneuveld 2 en gewond 42 militairen beneden den rang van officier." In het Oldambt (Gr.) wordt de toestand van den veldarbeider van jaar tot jaar minder, doordat de landbouwers hoe langer hoe minder werk laten verrichten. Een der beste tijden is die, waarin de stoomdorschmachine loopt. Tot voor korte jaren was dit in October, November en December het geval, doch telken jare wordt die periode vervroegd, zoodat reeds nu hier en daar het eentonige geluid der machine wordt gehoord. De gerst, pas in de schuur, wordt dadelijk afgedorscht. De inkomsten der arbeiders zullen daardoor aanmerkelijk verminderen, daar er nu overal gelegenheid is een behoorlijk dagloon te verdienen, doch in November en December niet. De Bond van Orde door Hervorming heeft een paar jaar geleden wel getracht daarin ver betering te brengen, doch heeft helaas maar al te spoedig de pogingen moeten opgeven. Biggen hebben de leelijke gewoonte, dat zij elkaar by het eten van den bak afbyten. Daarom verdient het aanbeveling, een ronden etensbak te gebruiken, die in het midden een draaibaren spil met zes of acht vleugels bezit; door de vleugels wordt de bak in evenveel afdeelingen verdeeld zoodat zes of acht biggen tegeiyk kunnen eten, zonder dat zij elkander, hinderen. TEXELSCHE COURANT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1896 | | pagina 1