OFFICIEEL BEDEELTE.
N°. 924.
Zondag 2 Augustus.
AP. 1896.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Het ontstaan van Texel.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag» en Zaterdagavond.
Abonnenx&ntspri/j* per S maanden
Voui Dim Bubo 80 Ct«. France per pest door ge
heel Nhmblan® 46 Ct*. Haar Ajhriaa en andere
landen met Terhooging der porto'».
Advertentlën vóór 1* nnr op den dag der nltgavc.
Prps der Advertentiên
Van 1 tot 6 regel» 80 Ot». Iedere regel meerSCt».
öroote letter» en Vignetten worden naar plaatirnimte
berekend. BewUsnummeri 3 Ot». per nummer.
ABONNEMENTEN ex ABVERTENTIÉN worden aangenomen bij de Uitgevers LANÖEVELD A DE ROOU, Parkstraat, Bons op Tixil
LOTING
oor de volgorde ter levering van by de keuring
geschikt bevonden paarden voor den
MILITAIREN DIENST.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Texeï<
Gelet op art. 27bis van het Koninklijk Besluit
an 10 November 1892 (Staatsblad No. 258),
ewijzigd by Koninklijk besluit van 5 Augustus
895 (Staatsblad No. 147), houdende o. a. vast-
telling der reglementaire bepalingen ter uitvoering
er Wet betrekkelijk de inkwartieringen en het
nderhoud van het krijgsvolk, en de transporten
n leverantiën voor de legers ot verdedigings-
erken van het Rijk gevorderd
Brenger hiermede ter algemeens kennis, dat
op Daandag, den 3 Augustus 1896, des voor-
iddags te elf uur, ten R a a d h u i z e, ten
overstaan van het Gemeentebestuur in het open-
basr zal worden gehouden de LOTING ter be-
>aling der volgorde, waarin de in deze Gemeente
oiykens de verzamellijst, voor den krijgsdienst
(eschikt bevonden paarden, eventueel ter levering
'uilen moeten worden aangeboden.
De eigenaar van het voor den krijgsdienst
jeschikt-bevonden paard is gerechtigd in persoon
voor dat paard te lotenis hij eigenaar van
meer dan één goedgekeurd paard, dan loot hjj
mor elk paard afzonderlijk.
Is de eigenaar niet by de loting tegenwoordig,
dan loot de Burgemeester voor hem bf de amb-
;enaar ten overstaan van wien c. q. de loting
geschiedt.
en aangeplakt te Texel, den
Afgekondigd
80 Juli 1895.
De Secretaris,
J. A. Wesstra.
De Burgemeester,
Coninck Westenberg L. B.
KorteltJk zal ik .Sunitram" Martinus Lange-
veld, onderwijzer te Haarlem?) antwoorden. Dit
valt gemakkelijk te doen, daar zijn betoog 't
karakter van .zwakheid" en nogmaals „zwakheid"
lraagt.
Dit bljjkt uit de volgende punten.
1. .Sunitram" gaat af op één enkel tijdschrift,
waarin misschien de zeer subjectieve meening
van één enkel persoon is weergegevenik heb
gewezen op de werken van minstens 6 geografen
van naam (Duitsche en Nederlandsche), die
anders oordeelen.
2. Hjj meent gelezen te hebben in „Wetenschapp.
bladen", enz.
8. Hij meent gelezen te hebben, dat de hazen
op Texel ingevoerd zjjn. Meenen! Een zwak
betoog! Zal men grondig oordeelen, dan moet
men de werken van verschillende schrijvers
bestudeerdhebben; S. kan dus ook wel „niet
gelezen hebben."
4. Hij plaatst bet Schwarzwald in de Vogeezen
het ligt aan de overzijde van den Rhijn; h|j
dwaalt hierin.
5. H(j verwondert zich, dat Cesar niet van
den Kimbrischen vloed gewaagt. Maar weet
h|j dan niet, dat Cesar z|jn eigen veldtochten
beschreef en geen aardrijkskundige beschou
wingen leverde? (Zie Wynne Alg. Gesch.)
6. Hy beweert verder, dat 't onverschillig is of
de vloedgolf dan wel de golfstroom het zand
der duinen aanvoert. In zyn eerste artikel
stond, dat het duinzand door middel van den
golistroom uit Amerika kwam. Zyne redenee
ring is hier verward, want:
a. geen van beide stroomen voert zand aan.
b. de vloedgolven komen 't Kanaal binnen
en zyn niet uit Amerika afkomstig.
7. S. betoogt, dat kalk- en krytbergen door
indringend water vernietigd, uitgehold worden
(Grot van Han). Dit nu pleit ten sterkste voor
myce redeneering. De ondermynde kalkgronden
tusschen Engeland en Frankryk, waarvan mis
schien slechts een dunne zoldering over was
hadden slechts een geweldigen stormvloed
noodig om geheel weg te spoelen en in zee
te veranderen. Dit kan door den Kimbrischen
vloed zeer goed geschied zyn. Nog heden ten
dage vindt men aan weerszyden van 't Kanaal
kalkgronden van dezelfde soort, (t) De bewering
van S. wil er by my niet in.
8. Volgens S. zouden de zaden der spurrie op
Texel aangespoeld zyn. Weet hy dan niet,
dat die zaden tydens de zeereis in 't zoute
water de kiemkracht verliezen? Door aan
spoeling zal de spurrie er niet gekomen zyn,
maar langs den gewonen weg van verspreiding,
doordien Texel aan den vasten wal verbonden
was.
9. Dat de Hoogeberg een zwerfblok is, is door
my niet ontkend. Alleen beweer ik, dat Texel
zonder Hoogeberg of zwerfblok even goed ont
staan kon als Vlieland, Terschelling en andere
eilanden.
10. Geen Duitsch apotheker was noodig om de
theorie der Plutonische vormiDgen niet Plato
nische, zooals S. schryft te ondermynen. De
dichter Ovidius zong reeds in de gryze oudheid
(ten tyde van keizer Augustus):
„Vidi factas ex acquore terras'
„Et procul a pelago concbae jacuere marinae,"
wat beteekent:
„Ik zag, dat uit de zee geboren werd het land,"
„En schelpen liggen, ver verwyderd van het
strand."
Alles was vroeger met water der zee over
dekt, wat ons ook prof. Harting reeds in 1857
in zyn „Voorwereldiyke Scheppingen" ver
kondigt.
11. S. raadt eene reis naar de grot van Han aan
om tot de ontdekking te komen, dat water
vernietigend werkt op kalk- en krytformatiën.
Dit zal wel niet Doodig zyn, want dit was my
reeds als knaap van 14 jaar bekend.
12. S. noemt mijn tegenspraak vreemdsoortig
en wonderiyk. Dit komt zeker doordien hy
zulke motieven, als door my aangevoerd zyn,
voor 't eerst hoorde. Ze waren toch echt
geografisch. Om die verwondering te doen
verdwynen, raad ik S. in gemoede aan eenige
degelijke aardrijkskundige werken te bestudeer en,
in plaats van een tydschrilt, dat vaak eenzydig
is, te lezen. Hy neme daartoe de werken van
H. Guthe, Hann, Hochstetter, Pokorny, Reclus,
Peschel, Staring, Kan en Blink. Hy zal dan
tot andere gedachten komen en begrypen hoe
eilanden als Texel en dergeiy ke konden ontstaan.
Op gissing af gelooven, geldt zoo goed voor
zyne als myne redeneering.
Myne meening is onveranderd gebleven.
Be Cocksdorp op Texel. P. DEUZEMAN.
(t) Zelfs daar, waar een strand uit harde
rotsgesteenten bestaat (Bretagne) bezwykt het
voor 't alles vernielend geweld van den golfslag,
zoodat soms groote brokstukken met donderend
geraas in zee neerstorten. Men vergete ook niet
de langzame ryzing en daling der aardoppervlakte
(seculaire oscillatie).
Gedachtig aan het: „hoor en wederhoor",
waren wy zonder eenig bezwaar bereid boven
staand stukje op te nemen. Wy veroorloven
ons echter de vryheid den inzender op te merken,
dat hy zich in den vermoedeiyken persoon
van den schry ver, welke zich teekent„Sunitram",
vergist.
De Uitgevers.
TEXEL, I Augustus 1896.
Maakten wij in een onzer vorige nummers
melding van den gunstigen toestand van de
alhier gevestigde Maatschappij tot uitkeering
bij overlijden, dat niet alle hier bestaande
Vereenigingen op dergelijke gunstige resultaten
kunnen bogen, bewees de rekening welke in
de bestuursvergadering van het hier bestaande
Ziekenfonds over het eerste halfjaar werd
opgemaakt.
Uit de toen gedane mededeelingen bleek dat
over dat tijdsverloop een tekort moest worden
geconstateerd van niet minder dan f 841.48'/«.
Dat tekort was natuurlijk een gevolg van
de vele geneeskundige hulp welke by ziekte
gevallen noodig was, zoomede van het groot
aantal weekgelden dat gevraagd werd.
In het afgeloopen halfjaar werden 93 aan
vragen gedaan om geneeskundige hulp, als
gevolg waarvan van Heeren Doctoren reke
ningen inkwamen tot een bedrag van f 552.80.
Gedurende datzelfde tijdsverloop werden 55
weekgelden aangevraagd, makende een bedrag
van f 220.—
De Vereeniging telt op het oogenblik 200
leden; gaat men nu na de uitgaven welke
over het eerste halfjaar gevorderd werden,
dan zal het ieder duidelijk zyn dat zoo voort
gaande, de toestand zeer bedenkelijk wordt.
De gedachte schijnt dan ook alreeds voorte-
zitten dat eene verlaging van weekgelden
hoogstwaarschijnlijk noodig zal zijn.
Sommigen meenen dat geneeskundige hulp
mogelijk wel wat spoedig wordt aangevraagd
on dat de aanwending van eenig huismiddeltje
bij lichte ongesteldheden, wel mocht worden
overwogen.
Hoe het zij, in het belang der Vereeniging
en voor het bestaan van dezelve, kan het zijn
nut hebben het bovenstaande ter kennis te
brengen, opdat ieder het zijne doe om de
lasten zoo licht mogelijk te doen zQn.
Waal, 30 Juli. Bij de dezer dagen plaats
gehad hebbende examens voor de Hoogduitsche
taal (L. O.) slaagde o. m. de Heer M. Bremer,
vroeger alhier, thans onderwijzer aan een der
kweekscholen voor onderwijzers te Amsterdam.
Een voordeelige boomgaard. Een fruithan
delaar in Deventer kocht van iemand te
Terwolde de appelen uit éen boomgaard voor
f1000.
TEXELSCHE COURANT.