N°. 932. Zondag 30 Augmtm. AP. 1896. Nieuws- en Advertentieblad^ OFFICIEEL CEOEELTE. Binnenland. Dit blad verschuilt Woensdag;- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 waanden Vouf din Bubs 80 Ct«. Franc» per p»tt door go- heel Nbdbblahs 48 Cts. Naar Amibiba en andere landen met verhooging der parte'». Advertentifin vóór 18 uur op den dag der uitgave. Pr\>* der Advertentién Van 1 tot 8 regel» 80 Ct». Iedere regel meer S Ot». öreete letter» en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummer» 8 Ot». per nummer. ABONNEMENTEN en ABVERTENTIÊN worden aangenomen bij de Uitgeven LANGEVELD BE ROOU, ParkstraatBona op Tixit GEVONDEN VOORWERPEN. Gedeponeerd ten Raadhuize een houten tabakspijp, gevonden op het strand aan de Koog en een gitgarnitunr, den 25 Juli j.l. gevonden op den weg naar Zuid Haffel. RAADS VERG ADERING. De BURGEMEESTER der Gemeente TEXEL) Gelet op art. 41 der Gemeentewet Brengt, naar aanleiding daarvan, ter kennis van de ingezetenen, dat eene vergadering van den Raad door hem is belegd op Dinsdag, den 1 Sept. a. s., 's morgens 11 uur, in de daar voor bestemde zaal ten Raadhuize dezer Gemeente. Texel, den 28 Augustus 1896. De Burgemeester van Texel, STRICK VAN LINSCHOTEN. Te behandelen onderwerpen I Mededeelingen, Ingekomen stukken. II. Benoeming Wethouder. III. Voorloopige vaststelling gemeente-rekeniDg en goedkeuring rekeningen instellingen van wel dadigheid, 1895. IV. Aanbieding suppletoire begrooting 1896. V. Regeling huur postkantoor. VI. Concessie aanvrage Gauverit en de Kanter, aanleg en exploitatie tram. BADEN IN ZEE. De BURGEMEESTER van TEXEL; Overwegende, dat bij hem klachten zijn inge komen, dat meermalen, zoowel nabij Oudesohild als nabij de Koog, in zee wordt gebaad, zonder dat men van een zwembroek is voorzien; Gelet op art. 289 sub 1 van het Wetboek van Strafrecht; Vestigt er de aandacht van belanghebbenden op, dat het baden zonder zwembroek, of het zich geheel ontkleeden, op eene van den openbaren weg of van het strand af zichtbare plaats, is verboden. Texel, 28 Augustus 1896. De Burgemeester voornoemd, STRICK VAN LINSCHOTEN. DRANKWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Texel breDgen ter openbare kennis, dat by hen is ingekomen een verzoekschrift van JAN HENDRIK MOOJEN, makelaar te Texel, om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, in het door hem opgericht bad paviljoen te de Koog. Texel, den 28 Augustus 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Strick van Linschoten', Burgemeester. J. A. Wesstra, Secretaris. LOSLOOPEN VAN RAMMEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van TEXEL vestigen de aandacht van belanghebben den op het bepaalde bij art. 23 der verordening van politie voor de Gemeente luidende Het is verboden a. rammen, anders dan voorzien van twee spannen, in de weide te laten loopen van l September tot I October; b. rammen van 1 Octobor tot 1 December daaraanvolgende in de weide te laten loopen, tenzij na verkregen schriftelijke toestem ming van Burgemeester en Wethouders. Overtreding wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Texel, 28 Augustus 1896 Burgemeester en Wethouders voornoemd, Strick van Linschoten, Burgemeester. J. A. Wesstra, Secretaris. Iets over de afstamming van het Nederlandsche volk. Algemeen neemt men aan, dat het Nederlandsche volk geheel afstamt van de Germanen. Eenigen echter beamen dit niet ten volle en beweren dat onze voorouders ook voor een klein gedeelte Kelten waren, op grond van eenige woorden van Kel tische oorsprong, die nog in onze taal aanwezig zijn en van schedelonderzoek. Schrijver dezes gaat iets verder en gelooft dat nog een ander ras tot onze voorouders zal be hoord hebben. Germanen en Kelten waren volgens de oude geschiedschrijvers blond- of roodharig en blauw- oogig. Van waar dan het verschijnsel dat er in Nederland, zulk een groot aantal van personen, donker van haar en bruiDoogig is? De tachtigjarige oorlog kan dit niet verklaren. De legers die Spanje tegen ons in het veld bragt, waren in geenendeele uitsluitend Spanjaarden en slechts zeer kort in het Noordelijk gedeelte van ons land. Er moet dus voordat de Kelten en Germanen hier te lande kwamen, een donkeroogig en zwartharig volk gewoond hebben, dat wel over wonnen, maar niet vernietigd werd, en waarmede Kelt en Germaan zich vermengde. Ook de Kelten werden op hun beurt, door de indringende Germanen ten onder gebragt, maar niet uitgeroeid. De Germaansche taal werd met eenige kleine uitzonderingen door de overwonnen volkstammen aangenomen. De Germanen onderscheidden zich van de Kelten, door hunne langwerpige en smalle schedels. De Kelt kenmerkt zich door een breeden korten schedel (tête carrée). In Friesland, met name in Dokkum, komt veelvuldig een lange en te gelijk breede schedel voor, getuigende van Germaansch-Keltische af komst, nog sterker wordt dit in andere provinciën van ons rijk aangetroffen. De Germanen verdeelt men in drie hoofdstam men, Skandinavische, Nederduitsche en Hoog- duitsche Germanen. De Friezen waren vanSkandinavischeoorsprong. De Salische Franken en Saksen (ook wel Neder- Sassen genaamd) niet te verwarren met de tegenwoordige bewoners van het Koninkrijk Saksen (Hoogduitschers) waren Nederduitschers, terwjjl de Batavieren tot den Hoogduitschen stam behoorden. De Batavieren door de Romeinsche legerwer- vingen verzwakt en zeer in aantal verminderd, werden door de uit het Noorden komende Salische Franken van hunne vruchtbare gronden beroofd, die hen, voor zoover z(j verkozen te blijven, in het bezit van schrale heiden lieten. Men beweert, dat zjj nog tamelijk zuiver voor komen te Groesbeek, een dorp in het Zuidoostelijk gedeelte van Gelderland, op grond van daar nogal vaak voorkomende Hoogduitsche woorden en uitdrukkingen. De Friezen veelal visschers, woonden aanvan kelijk in Oostfriesland, Groningen, Friesland, Noord- en Zuidholland, een gedeelte van Zeeland en de kuststreken der Zuiderzee, aanvankelijk slechts het meer Fievo en welligt ook op vele plaatsen, wier naam op um (heim) eindigt en die in de nabijheid van vischrijke wateren lagen, door ons geheele land heen. Men zij hiermede echter voorzichtig, daar ook Romeinsche vesti gingen um tot uitgang hadden, bijv. Castricum in Noordholland. Er was een tijd dat de Friezen, als overwinnend volk, zich van de provincie Utrecht hadden meester gemaakt en zich daar ook vestigden. Toen kwamen z(j in botsing met- en werden overwonnen door de Salische Franken, die zich nevens hen in de provincie Utrecht en een gedeelte van Zuidholland neerzetteden of daar reeds waren. De Salische Franken komen tamelijk zuiver en onvermengd voor in de provincie Gelderland. Noordbrabant en Limburg. In de Noordoosthoek van Gelderland vindt men echter de Saksen, die ook Oostelijk Overijsel, Drenthe en Groningen bewonen. Hoogstwaarschijnlijk zjjn de Friezen, door de Saksen uit Oostfriesland en Groningen verdreven, welligt is de wrevel, die nog heden ten dage tusschen Fries en Groninger bestaat, hieraan te wijten. De Sakser heeft zich zeer weinig met Fries en Salier vermengd, ook de bewoner der provincie Friesland is vrij zuiver gebleven van Frankisch bloed. Maar geheel anders is dit met de Wesfriezen, waartoe ik breng allen die buiten de provincie Friesland verblijven. Vooral in Utrecht, Zuidholland en Zeeland heeft Fries en Frank zich vermengd. In Noord holland alleen in de steden, door Vlaamsche vlugtelingen, die het Spaansche juk moede waren. Daar waar het gij in plaats van je wordt ge bezigd, treft men den zuiver Salischen Frank aan. Waar het je en jou heerscht en men spreekt van geweest, gezien en gehoord in plaats van weest, zien ot hoord, kan men er zeker van z(jn dat de bevolking Friesch-Frankisch is. Waar het je en jou zich paart aan het weest, zien en hoort in de volkstaal en de sch. niet wordt gebezigd, zijn het vrij zuivere Friezen. Stoe zeggen de Saksen. Leest men de geschiedenis van Enkhuizen over het jaar 1572, dan zal men ontwaren, dat de volksleiders, waaronder ook beschaafde lieden, onze taal geheel anders spraken, als thans daar gedaan wordt. In de Noordhollandsche steden beeft helaas, door het vlugten van een aantal Frankische gezinnen uit Belgie, het Westfriesch voor een gemengd dialect moeten wijken. Franklsch-Friesch is Nederlandsche taal ge worden. MQ bljjft nog over te zeggen dat in Waterland in Noordholland, de volkstaal is: Ik ben uitte- weest. Het eten is oppedaan. Haarlem. SUNITRAM. TEXEL, 29 Augustas 1896. Eenige heeren alhier, waarschijnlijk niet tevreden over het besluit der Holl. Maatsch. v. Landb. afd. Texel van,21 dezer om de hardra- very, welke volgens een vroeger besluit dier vereenigimg dit jaar alhier zou worden gehouden, TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1896 | | pagina 1