941.
Zondag 27 September.
A°. 1896.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
Binnenland*
ers> ONZE DIEREN.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
oef Abonnementsprys per 8 maanden
en, Voor dun Bubo 80 Ots. Franse per pest door ge-
)an heal Nbbibians 46 Cts. Naar Ajmrhca an ander*
k°P landen m*t verhooging der gorte'e.
IgdS
teer
Advertentiën vóór lt nor op den dag der nltgave.
Prii* der AdvertentUn
Van 1 tot 6 regels 80 Cts. - Iedere regel meer 6 Cts.
Crost* letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewtlsnommers 8 Cts. per nummer.
rerd:
[NEMENTEN en ABVERTENTlEN worde» aangeaome* b|j de Uitgeven LANÖEVELB k SE ROOU, Parkstraat, Bun» op Tuil
ïoo-i
ïaa:
ion
Men
,pig GEVONDEN VOORWERPEN!.
itenjponeerd ten Raadhuize, een bril gevonden
uitWaag en een wandelstok gevonden in het
iden nde Vergulde Kikkert".
den-
leele G E M EENTE-W EGEJI.
3URGEMEESTER van TEXEL herinnert
^ebbenden aan het bepaalde vervat in
d6r Verordening van politie voor deze
pte luidende
let is verboden, tenzij met schriftelijke
lemming van Burgemeester en Wethouders
de wegen der gemeente te rijden met
htwagenR, welke met meer dan 1260 h.G.
{belast. Indien twee wagens achter eikan-
zjjn aangespannen, zal de achterste
bn met niet meer dan 1000 K.G. mogen
belast."
de naleving dezer bepaling zal streng de
ijvorden gehouden,
ill, 21 September 1896.
3 De Burgemeester voornoemd,
asse
ndei
arvi
jon
is bi
GEMEENTE BEGROOTING.
EMEESTER en WETHUODERS der Ge-
TEXEL maken bekend, dat de Gemeente-
,ing voor het dienstjaar 1897, den Raad is
den, gedurende 14 dagen van heden tot
den 8 October a.s. ter Gemeente Secretarie,
jct^en ieder ter lezing ligt en tegen betaling
MePten verkrijgbaar is gesteld.
I hal, den 25 September 1896.
lietiBurgemeester en Wethouders voornoemd,
in^ejSTRicK van Linschoten, Burgemeester.
erdf J. A. Wesstra, Secretaris,
ïuizl
ood i HERHALINGSONDERWIJS.
fdzapEMEESTER en WETHOUDERS van
brengen ter kennis van belanghebbenden,
I Raad dier Gemeente in zijne op gisteren
heten vergadering heeft besloten tot ophef-
ichotn het herhaling® onderwijs te den Bnrg
r kiieschtld en wel op grond, dat de belangstel
en, f dat onderwijs is gebleken van zeer geringe
ed zjnis te z(Jn en de deelneming daaraan dan
andèt aan de verwachtingen heeft beantwoord,
uuri den 26 September 1896.
^Burgemeester en Wethouders van Texel,
e wiPTRICK VAN Linschoten, Burgemeester.
ove J. A. Wesstra, Secretaris
vink?-1-1-
3gev
„pensch houdt er verstand op na, wat ook
blij
ian^n aantal dieren in mindere mate
n de. worden.
r echter bij het dier het instinct ophoudt
verstand begint is vaak moeijeljjk te be-
die Al dadelijk rijst de vraag, wat is instinct?
er" aitie is niet gemakkelijk en die ik er van
i die en loopt gevaar, menigeen niet te voldoen.
Even nstinct is een door den Schepper aan het
ideri :even wet, waaraan het gehoorzamen moet,
chip'ucht van overleg, verstand of aanleeren.
ooler hierin door de ouders onderwezen te
dat rvaardigt de jong gevaDgen vogel zijn nest.
ndei inge bijen kunnen wel ia waar, voordat
ttern zwermen en een eigen huishouden op-
bn
gal
loor
ir lo
zetten, iets van het doen en laten van de ouden
uit de verlaten korf geleerd hebben, maar zouden
dan op zeer jeugdigen leeftijd, reeds eene leer
zaamheid bezitten, om in zulk een korten tijd,
zulk volmaakt werk te leveren, dat dit zonder het
helpend instinct niet mogelijk is. Zoo ook de
jeugdige spin bij het vervaardigen van haar
kunstig web.
Men zoude het instinct, hoofdzakelijk aangeboren
kunstvaardigheid kunnen noemen en in de tweede
plaats ook een uit zichzelf verkregen bekendheid
met vijand en prooi.
Wie heeft den zeer jong gevangen en opgesloten
leeuw of tijger, wanneer hij losbreekt geleerd dat
hij magtiger is dan de buffel, het rund en paard,
welke hem in grootte en kracht overtreffen Wie
heeft het uit het nest genomen en in de kooi
opgesloten vogeltje geleerd, rustig te zjjn, in de
onmiddelUke nabijheid van de duif en het angstig
zijn, bjj het zelfs op een afstand zien of hooren
van den havik De jonge spreeuw is rustig en
blijft op zjjne plaats zitten, wanneer paard, koe
of schaap hem nadert, maar vliegt weg b(J het
naderen eener kat.
Een neef die in Archangel was geweest, schonk
aan mijne vrouw een door hem daar gekochte
pels van een hem onbekend dier, waarvan zjj een
boa liet maken. Zij bezocht met die boa om mijne
ouders, maar zoodra hunne poes, haar daarmede
ontwaarde, verliet het dier blazende en in grooten
angst de kamer, niettegenstaande zij zeer bevriend
met mjjne echtgenoote was. Het door den reuk
geleide instinct, deed haar een sterkeren vijand
kennen. Een proef met andere katten had het
zelfde gevolg.
Om ook tot het instinct te brengen, het niet
nuttigen van vergiftige planten, door het planten-
etend dier, gaat hoewel aangeboren, niet op, het
wordt veroorzaakt door den walgelijken reuk deze
eigen; Het beest heeft dit gemeen met den mensch,
aan wien ik alle instinct ontzeg. Mensch en dier
hebben veelal gemeen aangeboren natuurdriften
tot een zekere hoogte verstand. Beide breng
ik niet tot het instinct.
Onder natuurdrift breng ik de sexueele ver
houding en liefde voor de jongen.
Verder bezit het dier, evenals den mensch, maar
niet in zoo hooge mate, geheel van het instinct
onafhankelijk verstandhet denkt, overlegt en
maakt gevolgtrekkingen, waarnaar het handelt.
Ik bad een aap aan de ketting liggen, die zich
gaarne meester wilde maken van een buiten zijn
bereik zijnde appel. Na eenigen tijd rondgestaard
te hebben, maakte h|J zich meester van een vuile
Goudsche pijp, en wist met behulp van deze de
begeerde vrucht te bemagtigen. Hier werd na
vooraf denken, toen de natuurlijke hulpmiddelen
te kort schoten, van een het dier geheel vreemd
voorwerp gebruik gemaakt.
Mjjn zwager en vrouw, zaten met hunne twee
honden in den kleinen tuin thee te drinken, de
grootste was bezig met een been aftekluiven,
waarnaar de kleine met begeerige oogen keek.
Niettegenstaande er geen kat was te bespeuren,
sprong de kleinste eensklaps op en liep woedend
blaffend den tuin een eind in. De ander fel op
katten, vliegt ook op en laat zijn been in den
steek. De kleine draait zich, toen z|Jne makker
hem vooruit stoof, dadelijk om, maakt zich
meester van het been, kruipt daarmede onder een
kastje in de aangrenzende tuinkamer, waar de
bestolene hem door zijne grootte niet konde volgen.
Hier is geen sprake van instinct, maar wel van
een met verstand beraamde, men zoude bijna
zeggen, diepdoordachte schurkenstreek. H(J was
al even verdorven als vele menBchen.
Ik zelf had een hond, dien ik eiken avond in
den gang, waar zijn mand stond, met een dekentje
toedekte. Eens had ik dit vergeten te doen; Het
beest liep mijne openstaande slaapkamer binnen
en ging voor mijn bed zitten janken en liep toen
weg; Daar het volstrekt niet koud was, had ik
geen lust om op te staan, maar de hond kwam
andermaal jankend terug, ik liet mQ evenwel
niet vermurwen. HjJ weder weg, maar kwam
even daarna terug met zijn dekentje in den bek.
Toen zwichtte ik. In het vervolg liet ik opzettelijk
het toedekken na, maar nu kwam hf] dadelijk
met zijn deken aansjouwen.
Dat de dieren ook den tfld in het hoofd hebben
en tot eene zekere hoogte kunnen tellen bewijst
het navolgende.
Mjjn broeder komt eiken Zondagmorgen uit
Amsterdam naar mij toe en brengt dan iets lekkers
voor mijn hond mede. Wij gaan hem te zamen
afhalen, maar reeds lang ligt de hond voor de
buitendeur te wachten, alwaar hjj op andere dagen
nooit te vinden is.
In een onzer tijdschriften las ik dat de ganzen
op eiken wekeliJkschen marktdag, die in een
Duitsch plaatsje gehouden werd, na afloop daarvan
hunne weide verlieten, om zich daar te vergasten
aaD het daar achtergelatene graan enz. Men zoude
kunnen zeggeD, dat het voorbijtrekken der markt-
gangers hen op die gedachte deed komen, toch
was dit niet zoo, want toen er eens geen markt
werd gehouden, kwamen niettemin de ganzen
opzetten.
Maar er is nog meer, men is wel verpligt aan
eenige dieren een soort van spraak, een vermogen
om elkander zekere mededeelingen te doen, toe
te kennen.
Ik bedoel hiermede niet, de algemeen bekende
geluiden, welke iedereen kent en onderkent en
die toorn, smart, vrees, terleurstelling, blijdschap,
verlangen enz., aanduiden, maar een wezenlijken,
zij het dan ook zeer beperkte, spraak.
(Slot volgt.)
TEXEL, 26 September 1896.
Werd door de uitgevers dezer courant in
den loop dnzer zomer getracht door de uitgave
van een boekwerkje ook iets bij te dragen ter
leniging der ramp van Maart jl. als anderzins,
thans, nu zij oordeelen, dat door hen wel
ongeveer kan worden berekend hoeveel de
zuivere opbrengst dier uitgave, na aftrek van alle
kosten zal zijn, meent zij ook anderen dit te
moeten mededeelen. Van hen die zich wel
willend belastten met den verkoop ontvingen zij
voor 't meerendeel daarvoor de ontvan gen gelden.
Nog van enkelen echter ontvingen zij dit tot
heden niet, zoodat zij deze bedragen slechts bij
benadering kunnen bepalen. Dit doende komen
zij met inbegrip van het reeds door henont-
vangene en na aftrek der noodwendige onkosten
tot een bedrag van ruim f200.— Bovendien
is bij hen nog voorhanden de restant der op
lage, waarover weldra in overleg met den
schrijver zal worden beschikt. Thans echter
is de gelegenheid nog open, om zich ter wille
van het doel nog een of meer exemplaren van
het werkje aan te schaffen. De daarvoor te
ontvangen bedragen komen alsnu dus geheel
ten voordeele van het goede doel.
COURANT.
StRICK VAN LtNSCHOTEN.
1 in m i' n (I Ar a ruofo