N°. 964.
Zondag 15 November.
A0. 1896.
Nieuws- en
Advertentieblad.
IFFICIEEL GEDEELTE
lene lie gchonwlna over eerijjM.
Binnenland.
Dit bind verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementtprys per S maanden
Voor dsn Bubs 80 Cts. - Francs per pest door ge
heel Nbshblanb 45 Cts. Naar Ashreea en andere
landen met Ytrheofing der porto's.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIËN worden a&agenomea
AdvcrteatlSa vóór 16 nar op den dag der nitgave.
Prijs der Advertentiên
Van 1 tot S regale 80 Cts. lodere regel meer 6 Cts.
Sreete letters on Vignetten worden naar plaatsruimte
fearskenö. Bewijsnummers 3 Cte. per nnmmer.
Uitgeven LANGEVEL© BE ROGW, Parkstraat, Bueö op Tsxbi
GEVONDEN VOORWERPEN.
'd| Gedeponeerd ten Raadhuize een rozenkrans,
[gevonden in de Parkstraat en een porte-monnaie
h|met eenig geld, gevonden in de Molenstraat.
DU1TSCHE ONDERDANEN.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL
lioet te weten, dat door den gezant des Duitschen
R^jks, namens Zijne Regeering is bericht, dat
Duitsche Onderdanen, die stukken uit hun land
behoeven of de legalisatie daarvan verlangen,
zich, onder opgave van het doel, waartoe die
pikken moeten worden gebezigd, rechtstreeks
«n zonder van een tnsschenpersoon gebruikte
naken, moeten wenden tot de overheid van
bun eigen land.
Texel, 12 November 1896.
De Burgemeester voornoemd,
STRICK VAN LINSCHOTEN.
WAARSCHUWING
tegen het lokken van
miNederlandsche Werklieden naar Dnitschland
De BURGEMEESTER der Gemeente TEXEL
ir Waarschuwt tegen de berichten in deNieuwsbladen
>n>|bi daartoe uitgezonden agenten, die soms met
'erstrekking van reisgeld voor de heenreis, ten
ihoeve van industrieele ondernemingen, Neder-
anfcndsche werklieden naar Duitschland lokken,
u I B(j hunne aankomst te dier plaatse toch is
lt lerhaaldeltJk gebleken, dat zjj daar niet gebruikt
runnen worden.
bjJHet is daarom geraden, dat die werklieden,
"vorens op zulke berichten en voorspiegelingen
ir agenten af te gaan, öf zelf öf door mijne
D •'Bschenkomst, zich tot den Nederlandschen
nsul in de streek, waar die ondernemingen
'eilch bevindeD, om inlichtingen wenden, omtrent
i ule vooruitzichten in het bekomen van werk, de
allpnen en de huurprijzen der woning aldaar.
Wie dit nalaat, stelt zich bloot aan groote
ileurstelling en schade.
Texel, 12 November 1896.
De Burgemeester voornoemd,
STRICK VAN LINSCHOTEN.
SCHIETOEFENINGEN.
ctcjBe BURGEMEESTER der Gemeente TEXEL
mt)| Öelet op den brief van den Heer Schout-bij Nacht,
'ecteur en Commandant der Marine te Willems-
lTelrd, tevens Commandant der stelling van den
sstJelder, van 12 November 1896 No. 84/3412;
>m|Brengt b(j deze ter algemeene kennis dat in de
Igende week, vermoedelijk te beginnen Dinsdag
l«f November a.s., gedurende eenige dagen van
'rdl M. Artillerie-instructieschip „Bellona", van de
fwone ligplaats aan de Hors, geschoten zal wor-
j ju met gevulde granaten.
kJ Texel, 18 November 1896.
eni De Burgemeester voornoemd,
d| STRICK VAN LINSCHOTEN.
HOSTELOOZE INENTING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
'XEL maken bekend, dat op na te melden tijden
plaatsen de gelegenheid zal zijn opengesteld
kostelooze inenting en herinenting van de
ezetenen, die zich daartoe aanmelden, in de o.l.
®len, als:
den Burg, Woensdag, 18 November a,s., 12 uur
'Udeschild 18 1 uur
sterend, Zaterdag, 21 2 uur.
ex el, 13 November 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Strick van Lqïschoten, Burgemeester.
J. Ai Wessira Secretaris.
Ta
Een eerlijk man is altoos te onderkennen
hem groeien haartjes aan de binnenzijde of de
palm der hand, heb ik ergens gelezen. Daar ik
nimmer zoodanig persoon heb ontmoet, zoude
het er met de eerlijkheid al zeer treurig uitzien.
Een spreekwoord, dat het voorgaande min of
meer bevestigt, is, een ieder is een dief in zijn
nering.
Eerlijkheid is iets heerlijks, wanneer men haar
bjj een ander aantreft, maar zelf wil men veelal
haar niet beoefenen.
Als handelsartikel, duurt eerlijkheid het langst
en geeft de zekerste winsten.
Iedereen prees de eerlijkheid van oom Kees,
een handelaar in riet en biezen. Daardoor voelde
ik mij tot hem aangetrokken en hield vaak een
praatje met hem. Op een keer vertelde hjj rnjj,
dat hij zijne zaken aan kant zoude doen en rentenier
worden. Ja, ja, meneer Sunitram, ik zeg altoos
en heb ook ondervonden, dat eerlijk duurt het
langst, ik ben daardoor een gegoed man geworden,
maar dit laatste jaar is het wel mogelijk, dat
mijn klanten wat vreemd zullen opzien, want
ik moet natuurlijk alles kwijt, en ben dus ver-
pligt, ze alles in den maag te stoppen, goed en
slecht, maar als men zijn geheele leven lang
eerlijk is geweest, dan kan zoo'n bagatelletje er
wel door.
Ik was geheel uit de koets gevallen, wat bleef
er van den eerlijken Kees-oom over. Bjj hem
was eerlijkheid louter een handelsartikel geweest.
Ik vraag mij zelf wel eens af, of het knikkerspel,
cat onze jongens bezighoudt, niet eene oefening
in oneerlijkheid is. Ik bedoel het zoogenaamde
stelen (woord daarvoor in een deel van Noord
holland gebezigd) dat is het oprapen van den
knikker, waarmede men die van zijn speelmakker
raken wil en het te gelijkertijd, zich zoo ver
mogelijk, naar voren met lichaam en arm uit
rekken, om de trefkans te verhoogen. Hier
wordt wel door de tegenpartij af en toe tegenop
gekomen, maar hij tracht het weder op zijn beurt
te doen. Een tueschenkomst, straffen door de
ouders, eene vermaning door den onderwijzer, is
hier zeer noodig, het is een eerst zich oefenen
in oneerlijkheid.
Onwillekeurig werken soms de ouders de
oneerlijkheid hunner kinderen in de hand.
Kleine Piet begeert het speelgoed van z|jn
ouderen broeder Jan, die daarvan als eerste klein
kind door de grootouders ruim is voorzien. Het
wordt door de ouders, tegen zijn zin, Jan afgenomen
en Piet gegeven. Wat grijpt hier plaats? Ten
opzichte van Jan eene verkrachting van het
eigendomsregt; een toegeven aan de zijde van
Piet, van zijne, zjj het dan ook onbewuste, oneer
lijke begeerte. Jan, wiens eigendomsregt niet
is geëerbiedigd, zal op zijn beurt, dat van een
ander ook niet heilig zijn. Piet heeft door zijn
dwingen en schreien, iets bekomen wat hem niet
toekwam, minstens heeft hij het eigendomsregt
van een ander niet leeren eerbiedigen en met
vrucht het eerste hem ten dienste staande middel
aangewend, later wordt het in stilte door hem
weggenomen.
Ik weet wel, het is hard, dat de betrekkelijk
rjjke Jan zoo veel en de arme Piet zoo weinig
speelgoed heeft en het medelijden der ouders,
vermengd met een gevoel van verontwaardiging
over Jan's handelwijze, doet hen zoo handelen,
maar het is geen regt en Jan wordt er niet
mededeelzamer door. Het is oneindig beter op
het gemoed en de edelmoedigheid van Jan te
werken, zoodat h|j vrijwillig in plaats van ge
dwongen geve. Men koope voor Piet, zoo de
beurs dit toelaat, ander speelgoed. Volwassen
geworden zijnde zal Piet welligt minder onte
vreden zijn, wanneer hij zijn rijke buurman het
vette der aarde ziet genieten en minder geneigd
z(jn, op oneerlijke wijze iets van diens overvloed
te bemachtigen.
Eigendomsregt moet heilig zijn, prent dit uwe
kinderen In, de verleiding tot oneerlijkheid is in
lateren tijd zoo groot.
Onder alle standen is zoo weinig eerlijkheid.
Vele handwerklieden en arbeiders zijn dagdieven.
Ik heb nog nooit gelezen, dat Domela Nieuwenhuls
en zijn geestverwanten daartegen zijn opgekomen
bij hunne pogingen om de maatschappelijke toe
standen te verbeteren.
Verder heeft men de vervalsching der levens
middelen. Niet alleen de arme melkboer maakt
zich hieraan schuldig, maar ook de zeer rijke
fabriekant. Naast een der grootste meelfabrieken
in Nederland lag een groote schuit, geheel gevuld
met fijne kalk, misschien goed voor kippen en
weiland, maar zeer zeker minder geschikt voor
de menschelijke maag, waarin de kalk moest
aanlanden.
Ook de kruidenierswaren worden ontzettend
vervalscht. De kruidenier maakt zich hieraan
minder schuldig, dau de persoon van wien hij
koopt, maar soms doet hjj ook mede of weet
dat de aan hem geleverde waar vervalscht is
en zegt het niet aan zijne klanten.
Er is vocht, dat voor wjjn wordt verkocht,
waarin geen druppel druivensap aanwezig is, onze
door de Engelschen opgekochte boschbessen, geven
dat mengsel de vereischte kleur.
Hoe weinig verloren goed wordt door den vinder
terug gegeven, vooral wanneer de herkomst
moeijelijk is te bewijzen.
Voorts de oneerlijkheden bij de leverantiën aan
den Staat en bijzondere personen gepleegd.
Wordt vervolgd.
TEXEL, 14 November 1896.
Donderdag j.l. hield het Departement Texel
der MaatschappijTot nut van 't algemeen,
zijne tweede bijeenkomst in dit seizoen. Met
een waardeerend woord voor wijlen den heer
J. Moojen en een inleidend woord tot diens
opvolger, den heer J. Kool, opende de Voor
zitter, Ds. Kuperus de druk bezochte verga
dering. Men kon aan de aanwezigen zien, dat
er wat degelijks werd verwacht, want van
verschillende plaatsen van ons eiland had men
den tocht naar den Burg ondernomen, om den
spreker van dezen avond, den bijzonder be
gaafden predikant, Ds. M. Van Kleeff van
Leiden te hooren.
„Het karakter van Keizer Nero" was het
onderwerp der lezing of beter gezegd der
improvisatie, welke even degelijk en rijk van
inhoud als schoon van vorm was.
Spreker begon met voor zijne hoorders het
beeld van Nero op te roepen, zooals dat door
de overlevering tot ons is gekomen; en schetste
daartoe de type van de overbekende mensehe-
lijke ontaarding en wreedheid. Daarna traehtte
hij, aan de hand van Ecksteins roman „Nero,"
dat karakter te verklaren, door te wijzen op
's keizers foutendorst naar zingenot, onstand
vastigheid, Edelheid en het zich gevangen geven
onder de denkbeelden der groote menigte. Hij
wees op de mogelijkheid om zulk een leven
niet deelachtig te worden, en stelde als eischen
daarvoor zelfkennis en ontwikkeling van het
verantwoordelijkheids gevoel, ten slotte allen
aansporende meer en meer menschen van
karakter te worden.
Na de pauze droeg spreker het aangrijpende
gedicht (rijmlooze poëzie) van Holtrop: „Leid
ons niet in verzoeking" voor. Waar zoo wordt
voorgedragen, als hier geschiedde, strijden de
hoorders als het ware den strijd tegen de
verzoeking mede en gevoelt men, al komt de
overwinnaar niet ongedeerd uit den strijd,
het zalige van geluisterd te hebben naar het
beter ik.
Na een kort stukje, waarmede de spreker
den lachlust der aanwezigen wist op te wekken,
dankte de Voorzitter op zijne eigenaardige,
geestige wijze, met een woord naar aanleiding
van het gehoorde den spreker en riep hem
tot sluiting der vergadering namens alle aan
wezigen een hartelijk tot weerziens toe.
De volgende lezing, waarbij de heer A. R.
Sloos als spreker zal optreden, is voorloopig
op Diasdag den 15 December bepaald.
TEXELSCHE COURMT.
i