Onderlinge HyptaÏM
VISITEKAARTJES
Een solide STOOMKETEL
met MACHINE (Rijkskeur)
FINALE UITVERKOOt
houdt van Mode-Winterartikelen, Manufacturen,
Caren, Rand en Borstrokken, VU SJOlpPiOOP 1
Alle dagen open
B§ Gierigaard.
3 a 4 paantttacM; in verkil te zien.
Door aneie ijzerpaaniolen zeer tescMtt
voor foirieMelarei
t
Zij die neg BiGOEl of IALVEKEI
wcnschen te bestellen, gelieven dit
op te geven vóór Vrijdagavond a. s.
voor Nederland,
Te koop wegens vertrek:
TE HUUR:
Te bevragen bij Sa. HEUSER Pr
lappen Buksking, Cheviot's
en Eskimo's,
Ph. YLESSINè
In het leege winkelhuis naast Höt(
„de Zwaan", van den Heer BROEKKAM
is een koopman die een
Ga eens naar de uitstalling bij hem kijkei
en dan moet ge eens naar de prijzen zien
U zult ontdekken dat de prijzen nog al wa
verschillen bij dat wat U gewoon is
betalen.
Feuilleton*
Verkade's
Honing
Ontbijtkoek
.1. IJ. WITTE.
Sd. KEIJSER Ps.
was goed, is goed en bljjft goed,
omdat wij beschikken over een
keur van grondstoffen, omdat
groote zorg aan de labrikatie
wordt besteed en alleen uitste
kende koek wordt afgeleverd. De
keurige verpakking waarborgt
zindelijkheid en herkomst. In
Kruid.- en Comest.w. verkrjjgb.,
waar niet, zenden wij 2 stuks
franco tegen iDzending van het
bedrag p.p. 5 i
Honing Ontbijtkoek 30 cent.
Prima Sucadekoek 45
Prima Gemberkoek 45
VERKADE Comp., Zaandam
te ARNHEM,
geeft Pandbrieven uit in stukken van f 1000,
f 500 en f 250. Vaste rente 3 Va en uitkeering,
en verstrekt gelden onder hypothecair verband
op onroerende goederen tegen 47s, 4 en 33/<
's jaars. Zonder vooruitbetaling.
Correspondent.
worden spoedig, netjes en billijk geleverd door
LANGEVELD DE ROOIJ.
Brieven franco letter B. bureau van dit blad.
38.40 Bouwland in Ongeren, onder den d
3 Akkers idem, afkomstig van wijlen D. ROEP!
1 Akker idem, op de Noordgeest, gebruikt d
Jn. D. ROEPER.
Ondergeteekende bericht, dat hjj ontvani
heeft een belangrijke partjj
welke voor spotprijzen zullen worden opgeruli
Aanbevelende, UEd. Dw. D.,
Vrij naar't Engelsch door A. B.
21. Hoofdstuk Vni
Nu was er nog eèn zeer machtige mooieljjkheid
te overwinnen.
Ik was geheel en al onbekend bjj de uitgevers en
had ook niemand, door wiens tusschenkomst ik met
hen in kennis kon komen en dan nog, ik had als
schrjjver nog geen naam gemaakt en ik had dus ook.
al had ik ook iemand die mij hielp nog niet veel kans
van spoedig te zullen slagen. Ik moest echter wel,
zoodat ik besloot het toch maar te wagen mij tot
een der vele uitgevers in de stad te wenden.
Ik begaf mij daarom op weg naar het.plein, mijn
manuscript had ik zorgvuldig ingepakt en droeg ik
met mij, toevallig wérd mijn aandacht getrokken
door een heer die voor een plaatwinkel stond en
wien ik meermalen plan had gehad eens raad te
vragen. Het was mijnheer Clitheroe, een van de
letterkundigen, die dikwerf bö mijnheer Stripe aan
huis kwamen. Mijnheer Clitheroe was naar gis vijf
en dertig jaar en zeker verre van volmaakt maar
ondanks dit gevoelde ik mij tot hem aangetrokken
en ook h(j had meermalen getoond, dat hij mö wel
mocht lijden. Ik aarzelde daarom thans geen oogen-
blik hem aan te spreken en ik bemerkte onmiddelijk
dat de verandering van omstandigheden geen invloed
had uitgeoefend op zijn oordeel over m(j.
Ik behoefde hem niet te vertellen, dat ik niet meer
b)j mr. Stripe in betrekking was. H(j had dit reeds
vernomen en, naar hij mij mededeelde, tot heden
vruchtelooze pogingen aangewend, om mijn verblijf
plaats te ontdekken.
Maar ge ziet er slecht uit, vervolgde h)j, wat
scheelt er aan Waar hebt ge al dien tijd getoefd
en wat waren uwe bezigheden
Ik vertelde hem alles naar waarheid, zonder mij
in de rede te vallen hoorde hij mij tot het einde toe aan,
maar toen ik ophield met spreken, zag h|j mjj met
diep medelijden aan en zei hö
Davies, ik beklaag u uit den grond van mijn
hart; niet zoo zeer om nw lichamelijk lijden, als
wel om de onaangename gewaarwordingen, die ge
nog zult moeten ondervinden in het ellendige beroep
dat ge gekozen hebt. Kent ge het wel Zijn u de
doizende hinderpalen bekend, die ge zult mosten
vermijden en dan niet te vergeten al de miskenning
die ook uw deel ongetwijfeld zijn zal, wanneer ge
van uw beroep moet leven Hebt ge het voor en tegen
wel goed overwogen?
Ik kan niet zeggen zei ik, dat ik er wel eens
ernstig over heb nagedacht; maar dit meet ik beken
nen, dat er voor mij geene keuze is. Ik moet slagen
als schrijver, of ten ondergaan.
Is er voor u geen anderen weg open vervolgde
h(j. Ik weet wel, dat uw vorige betrekking verre
van pleizierig was, doch z)j was zeker. Was het maar
niet beter weder zulk een betrekking te zoeken?
Neen. hernam ik, ge weet niet wat dat voor
een leven is. anders zoudt ge mij niet voorstellen
weder zulk esne betrekking te aanvaarden,
Evenmin hebt gö ondervonden, wat het is te
moeten bestaan van zijn letterkundigen arbeid,
Davis, zei hij hoe langer zoo meer opgewonden. Mijn
grootste vijand kan ik nog niet zoo zeer haten om
hem te kunnen toewenschen afhankelijk te zijn van
een uitgever om den broode. Geloof mij ik weet wat
het is, als arme letterkundige van zijn werk te
moeten leven. Doe wat ge wilt, maar neem nooit als
beroep dat van letterkundige.
Zooals ge wel zult kunnen begrepen, was ik door
die woorden diep getroffen, maar ik meende reeds
te ver te zijn gegaan, om nog terug te keeren, ik
kon niet anders dan hem op te merken, dat ik een
beroep niet min kon achten, dat door hem zoo tot
voldoening van hem zelf en anderen werd uitgeoefend.
Ik, riep hö uit, volgde ik het met zelfvoldoening.
Ge weet zeer weinig van m0n verleden of vanmjjn
tegenwoordige geschiedenis, hetgeen zeer duidelijk
uit deze opmerking blijkt. Maar kom, zei h(j, laat
ons een stukje oploopen, dan zal ik u eens iets
daaromtrent vertellen en wanneer ge ondanks
dat toch nog besluit voort te gaan, zal het u niet
aan eene aanbeveling ontbreken.
De geschiedenis, welke m(jn metgezel mö opdischte,
wekte bfl mij niet zoo zeer afschuw op voor de
letterkunde, beschouwd als beroep, als wel medelijden,
min of meer vermengd met verontwaardiging over
de groote lichtzinnigheid van vele schrijvers.
Evenals zoovele anderen behoorde ook mijnheer
Clitheroe tot hen, die niet zorgen voor de toekomst
die niet kunnen sparen, als zö eens goede zaken
maken. Ofschoon niet ontbloot van talenten die hem
hadden kunnen helpen om een hoogere rang in te
nemen in de rfj der letterkundigen had zijn gebrek
aan spaarzaamheid hem steeds in den weg gestaan
om het werken voor den broode eenigen tijd te laten
rusten sn eens sen belangrijk werk te ondernemen.
Zijne geschiedenis maakte een diepe indruk op
mij. Ik sag echter geen anderen weg, óm mijn levens;
onderhoud te verdienen, zoodat Ik toch hem verzot,
mfl te helpen, waarin h0 gersedeiek toestemde. 1
bracht me naar een der vele uitgevers, welke
zene bekenden behoorde.
Ik behoef u wel niet alle bezonderheden te vertell
van het gesprek dat daar door ons werd gevoerd
Laat het voldoende zijn te vertellen, dat volgi
de uitgever er zeer weinig vraag was naar poê
ook zelfs van zeer bekende dichters, zoodat de die
werken van onbekende schrijvers geheel onverkoi
baar waren. Ondanks dat wilde h{j zich toch
moeite wel getroosten het manuscript in te zien
er zijn oordeel er van op te geven en daar ik t
nutteloos achtte te beproeven iets meer bepaa
van hem los te krijgen, nam ik zjjn voorstel mi
aan. Ik liet hem het manuscript en ging verges
van Clitheroe weder heen.
- Nu, wat denkt ge er nu van? vroeg mjjn Menl
Hjj is geheel onbekend met uwe omstandigheda
hö weet niet, of ge een broodschrijver ziJt dan
een amateur en toch kunt ge al dadelijk zien, d
hö geen plan heeft voor het werk iets te geven. I
ge er nu dan van overtuigd, dat elk ander bero
wat dan ook beter is, dan dat van een schrövft
- Wel zei ik, het spöt mij zulk een onderwerp
te hebben gekozen en ik kan het den handelsnu
niet kwalök nemen, dat hö enkel denkt aan win
en verlies.
- Waar zult ge van daag dineeren
- Thuis....
- O neen, dit gebeurt niet zei hö, door toevallif
omstandigheden vind ik u eindelök en nu zou it
zoo dadelök maar weder loslaten neeD, neen,
zult met mö dineeren en ik zal u dan in kenmL„,
brengen met eenige collegas van mö, die ook weldi N
de uwen zullen zön,
- Ik kon moeielök zön vriendèlök aanbod
de hand wözen en begaf m{j dus met mönhefe)
Clitheroe op weg. w
De spözen die ons werden opgedischt behoorl p]
tot de meest-uitgezochtste Allerlei versnapering! a]
werden aangeboden en alles scheen te getuigen n h,
groote rökdom.
Zoo, zoo, zei ik tot mözelf, toen ik 's avonds vt
laat eindelök weder op weg was naar mön nederii
woning zoo leven dus de hesren van de pers. Gtf
wonder dat ze meermalen geldgebrek hebben.
Nog met deze gedachten vervuld trad ik
woning binnen en begaf ik mö ter raste.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGEVELD 4DBB00U - Te*
tt
01
VI
ei
Vi