Maandkalender 1897. BSILLStf SSLBS0IMEI, Wollen Boederea, 19 Heet. HOOI- en RIETLAND.! 111 Te taap lü S. DIJKSEH, MtmM. ruime keuze voerhanden bij üil Je tod te looi of te tot: J. H. MOÖJEN, Maielaar. OPRUIMING kleine hoeveelheid Mantels, KALKPUIN. G. B. KIKKERT, e u op hypotheek, voor langen ter mijn, of, op handteekening met en zonder borgtocht, op korten termijn. Yerkade's Honing- Ontbijtkoek HJ; Te huur 10 Heet. WEILAND en Te koop: Een versch afgekalfde vierjarige KOE, van eene zeer groote partij Contant 5% korting. Pk VLESSING, Het is niet louter toeval, dat VERKADE CompZaandam, o fi. Ten kantore van ondergeteekende zijn direct beschikbaar: als: Dassen, Kapers, Hersenlappen, enz. Eene algemeen wordt gebruikt en ge- preien. De buitengewone zorg die aan de fabricatie wordt besteed, de practische verpakking in car ton en het gemak, dat de meeste Winkeliers, die onze prima Zaan- sche Beschuit in bussen verkoopen ook onzen Koek leveren, zt)n eenige der talrpke oorzaken. Honing Ontbijtkoek. 30 cent. Prima Sucadekoek 45 Prima Gemberkoek. 45 In kruid.- en Ccmest.w. ver- krpgbaar 6 jS§^ Bovengenoemde kalender ia van af heden gratis voor de abonné's op ons blad verkrijg baar in ruil voor de bon in ons vorig nummer afgedrukt. Yoor hen, die door tusschenkomst van boekhandel of brievengaarder zjjn geabon neerd bjj deze en voor de overigen rechtstreeks bij ons. Voor de inwisseling der bons bestaat golegen- heid aan ons bureau, op iederen werkdag den geheclen dag en Zondag, 10 Januari a. s. 's morgens van 11 tot 12 uur. Toezending per post geschiedt alleen na franco inzending der bon met bijvoeging van 1 post zegel van 5 Cent in gesloten enveloppe. Be Uitgevers der Texelsche Courant. Het HUIS, waarin sedert 1851 door ondergeteekende eene bakkerij en winkel zaak is uitgeoefend. DE WAAL. C. BREMER. TE KOOP 19 el haven Oudeschild. TEXEL. beste Halkpnin, ligplaats J. Pil, BAKKER, Schipper op Harlingen bij C. C. WITTE, Hofstede 's Hertogenbosch, EIERLAND. Gravenstraat. a, ovflii uewjmfo -OVT-VH»svys>0V- „vunjy-rnBa x r."'c^'-x» welke tot spotprijzen worden opgeruimd. Ruim voorzien van gekleurde Borstrokken, zwarte en andere kleuren Sajetten, zeer lage prijzen. Aanbevelende, UE. Dw. D. Plotseling ging my snel een ongeschoren en slordig gèkleed man voorbij; by keek eerst naar mij en toen naar myn koffertje, dat ellendige ding, de oorzaak van al mijn rampen. Htj verdween in de menigte, maar een oogenblikje later kwam hy m(j alweer voorby en het gelukte hem m(j toe te fluisteren: Volg my, maar op esnigen afstand; dadeiyk daarop snelde hy het station uit en de straat op. Dit was nog veel, veel geheimzinniger. Ik volgde hem met myn valiesje en de hoek omslaande, vond ik een allerordinairste droschby op mg wachten. Myn ongeschoren vriend opende het portier en ik nam er plaats in. Is mijnheer Dim 1 begon ik. Stil, riep hy. Geen namen, geen nameD; de wanden hebben soms selfs ooren. U zult vanavond alles vernemen, met die verzekering sloeg hy het portier dicht, hy greep de teugels en wy reden in draf weg, zoo snel, dat ik mijn zwartoogige vriend uit den wagon ons met verbazing zag nastaren, totdat wy uit het gezicht waren. Terwijl wy voorthotsten en ik half geradbraakt werd in dat afschuweiyk voertuig zonder veeren, dacht ik eens over alles na. Men zegt, dat de adel in Rusland tyrannen zijn, overlegde ik. maar het schijnt my toe. dat het juist omgekeerd is, want hier heb je dien armen Dimidcff die zeker denkt, dat zyn gewezen lijfeigenen als één man sullen opstaan en hem vermoorden, als by den graanprijs in het disrrict doet stijgen, door er wat van uit te voeren. Verbeeld je eens, dat men zoo veel omwegen moet gebruiken, om te verkoopen, hetgeen ons wettig toekomt. Wel, 't is nog honderdmaal erger dan een Iersche landeigenaar, 't Is afschuwelijk. Wel hy schijDt ook niet ia een zeer aristocratische buurt te wonen, vervolgde ik mijn alleenspraak, toen ik uit myn i raampje de nauwe, bochtige straten zag en de vuile Moscovieten, die wö voorbijkwamen. Ik wou maar j dat Gregorius of iemand anders by my was, want i't lykt hier wel een moordhal. Goede hemel, wy houden al stil, wij moeten er dus zyn. Wy waren er naar alle waarschyulfkheid; want de droschky hield stil en myn voerman stak zgn kroezig hoofd naar binnen. 't Is hier, fluisterde hy, toen hy my hielp uitstijgen. Is mynheer Dimi begon ik, maar hy viel mij alweer in de rede. Geen namen, fluisterde hy, in geen geval namen. U is te veel gewoon in een vry land te wonen. Omzichtig dus, o heilige en edele heer, en hy bracht my door een met steenen bevloerde gang en een trap op. Wacht een oogenblik in deze kamer, zeide hy en opende eene deur, en er zal u een maal gebracht worden; zoo sprekende liet hy mij aan rayne overpeinzingen over. Wel, dacht ik, hoe het huis van den heer Dimidc ff er ook moge uitzien, zgn bedienden zfjo goed gedrild. „O heilige en edele heer," ik zou wol eens weten willen welke titel zy den ouden Dickson zouden geven, als^zy reeds zoo beleefd jegens zyn bediende zyn. Md dunkt een sigaar rooken zal hier niet geoorloofd zgn, maar een pijpje zal nog wel gaan A propos, dit vertrekje heeft drommels veel van een cel. 't Was werkeiyk zoo. De deur was van yzer en verbazend sterk, terwyi het eenige venster van stevige tralies was voorzien. De houten vloer klonk hol en tameiyk verdacht, terwyi ik er over liep. Zoowel de vloer als de wanden waren haast onkenbaar van al de kolfievlekken: misschien was het ook wel iets anders. Over het geheel was hot op verre na geen plaats waar men byzonder feesteiyk kon uithalen. Ik had nauwelijks mijn inspectie geëindigd, of ik Ik droomde al van deelgenootschap in de zaak Het rammelen van den wagen blonk my in de ooren j als: Barley, Robinson Co., Barky, Robinson &Co. Barley, in em eindeloos refrein, dat langzamerhand veranderde in een duideiyk gebrom en toen ophield - want ik viel vast in slaap. f Had ik geweten wat my aan het einde dezer reis wachtte, dan zou ik zoo gerust niet geweest zijn. Ik ontwaakte met het onaangename gevoel, dat my j iemand van zeer naby gadesloeg; en het was wer keiyk zoo. Een lang, donker man had vlak tegen- over my plaats genomen en zijn zwarte onheilspel lende oogen schenen my door en door te kyken, I alsof hy my in den ziel wenschte te lezen, Toen zag ik, dat by naar myn valiesje tuurde. j Goede hemel, dacht ik, hier heb je hoogstwaar- schiJniyk een agent van Simpkens. Hoe onverant- woordeiyk van Gregorius, om dat papier op het valiesje te laten. Ik sloot eenige oogenblikken myne oogen, maar toen ik ze weder opende, ontmoette ik alweer den strakken blik van den vreemdeling. U komt uit Engeland, zie ik, zèi hy in het Russisch, terwyi hy my een ry hagelwitte tanden liet zien; dit moest een vriendeiyken glimlach ver beelden. Ja, antwoordde ik, en trachtte een heel onnoozel gezicht te zetten, maar de poging mislukte geheel, Reist u voor plezier? Ja, antwoordde ik haastig, zeker, voor plezier, anders niet, Natuuriyk niet, zei hy met eene zekere ironie in zyn stem. Engelschen reizen altyd voor hun plezier hé O neen, zeker alleen voor plezier. j h0orde voetstappen naderende deur werd geopend Zfjn gedrag was op zön zachtst genomen geheim- J door ouden vriend uit bet rytuig. Hy kwam sinnig. Er waren maar twee uitleggingen voor, mQ zeggon dat hat diner gereed wag en met ve!e öf hy was een krankzinnige, öf hy was de agentbuigingen en een stroom verontschuldigingen, dat de eene of andere firma met hetzelfde doel op hy aiQ had lat6n wachten in wat hy zyn „afdank- als ik, en wilde my nu laten merken, dat hy van reis mijn in de kaart keek. Beide veronderstellingen waren even onaangenaam; ik voelde my verlicht, toen da trein de bouwvallige loods binnenreed, die in het opkomende stadje Solteff voor station moest dienen. Sflteff, welks hulpbronnen ik zou doen ontspringen en welks producten ik naar de groote kanalen van den wereldhandel zou leiden. Ik zou niet verwonderd zyn geweest, indien ik ter myner eere een triomfboog had opgericht gezien. „Men verwachtte my," had mynheer Dickson my gezegd, ik keek eens rond onder de bonte menigte, maar ik zag nergens dien mynheer Dimidoff. kamertje noemde, geleidde hy my naar een ruim en fraai gemeubeld vertrek. Ia het midden was een tafel met twee couverts en by hst vuur zag ik iemand staan, een weinig ouder dan ik. Hy keerde zich om toen ik binnentrad sn kwam my te gemoet met alle teekenen van den diepsten eerbied. (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOU - Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1897 | | pagina 4