N°. 996.
Donderdag 11 Maart.
A0. 1897.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL EEDEELTE.
Binnenland»
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnemenitprijt per S maanden
Vouidxn Boe9 80 Ct». - Frant* per pest door ga
haal Nibhrlanb U Cts. - Naar Ambrika en andort
landan mat varhoogint dar porto's.
AdvertentiSn vóór ld nor op den dag der uitgave.
Fr»» der AdverteniiSn
Van 1 tat I regels 80 Cts. - Ieders regel mearBOts.
areata letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers S Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIËN worden aar-genomes bij de Uitgeven LANGEVEL© SE ROOIJ, Farkstraat, Buna Of Tint
VEILIGHEIDSWET.
De BURGEMEESTER der Gemeente Texel
vestigt hiermede de aandacht van belanghebbenden
op artikel 12 der Wet van den 20sten Juli 1895
(Staatsblad No. 137), houdende bepaliDgen tot
beveiliging bij het verblijven in fabrieken en
werkplaatsen (Veiligheidswet) in werking tredende
op den 1st en Januari 1897, welk artikel luidt
als volgt:
Artikel 12. Het hoofd of de bestuurder van eene
inrichting, waarin eenige tak van fabrieks- of
hand werksnjj verheid wordt uitgeoefend, is ver
plicht van elk in zijn bedrijf aan een persoon
overkomen ongeval binnen driemaal vier en
twintig uren, nadat het ongeval heeft plaats
gehad of de gevolgen van dat ongeval zich
hebben geopenbaard, schriftelijk kennis te geven
aan den Burgemeester der Gemeente, waar
het ongeval plaats had.
Heeft de persoon, wien het ongeval is over
komen, binnen tweemaal vier en twintig uren
zijn gewonen arbeid hervat, dan vervalt de
verplichting tot kennisgeving, tenzij de gevolgen
van het ongeval eerst later blijken.
De vorm dezer kennisgeving wordt vastgesteld
door den Minister, met de uitvoering van deze
wet belast.
De Burgemeester zendt binnen vier en twintig
uren die kennisgeving aan den Inspecteur.
De Burgemeester stelt een onderzoek In naar
de oorzaken en gevolgen van het ongeval, en
deelt den uitslag daarvan mede aan den Inspec
teur, die bevoegd is een nader onderzoek in
te stellen.
Dit artikel heeft alzoo betrekking op de aangifte
van alle ongevallen, die in het bedrijf voorvallen
van de hoofden of bestuurders, die eene inrichting
hebben, waarin eenige tak van fabrieks- of hand-
werksnijverheid wordt uitgeoefend, onverschillig
of dit in de inrichting of daarbuiten plaats vindt;
onverschillig of in de inrichting al dan niet een
krachtwerktuig of een oven wordt gebezigd en
ongeacht het getal der personen, die aldaar ver
bleven.
Voorts op de artikelen 1, 13 en 27 derzelfde
wet, luidende:
Artikel 1. Onder fabrieken en werkplaatsen
verstaat deze wet
1°, alle zoowel open als besloten ruimte, waar
in of voor eenig bedrijf pleegt gewerkt te
worden aan het vervaardigen, veranderen, her
stellen, versieren, afwerken of op andere wijze
tot verkoop of gebruik geschikt maken van
voorwerpen of stoffen, of waar in of voor eemg
bedrijf voorwerpen of stoffen eene daartoe
-strekkende bewerking plegen te ondergaan;
een en ander voor zoover aldaar een kracht
werktuig of een oven wordt gebezigd of tien
of meer personen plegen te verblijven.
Daar, waar de werkzaamheden ten behoeve
van eenzelfde bedrijf worden verricht in afzon
derlijke, doch met elkander in gemeenschap
staande ruimten, worden de afzonderlijke ruimten
geacht een onafgescheiden geheel uit te maken;
2°. vlasbraakhokken en zwingelketen.
Artikel 13. Het hoofd of de bestuurder van
eene fabriek of werkplaats zendt binnen eene
maand, na het in werking brengen daarvan,
aan den Burgemeester van de plaats, waar de
fabriek of werkplaats is gelegen, eene opgave:
a. van het bedrijf dat wordt uitgeoefend
b. van de soort van drijfkracht en het aantal
krachtwerktuigen, die worden gebezigd;
c. van het aantal der personen, die aldaar in
den regel zullen verblijven;
d. vooi het geval, dat de fabriek of werkplaats
behoort tot de inrichtingen, die gevaar, schade
of hinder kunnen veroorzaken en niet mogen
worden opgericht zonder vooraf verkregen ver
gunning, van het gezag, dat de vergunning
gaf tot het oprichten en van de dagteekening
van het besluit, waarbij de vergunning werd
verleend.
De vorm dezer opgave wordt door den Minister
met de uitvoering van deze wet belast, vastgesteld.
Artikel 27. De opgave bedoeld in artikel 13
wordt voor fabrieken en werkplaatsen, In werking
gebracht vóór het in werking treden van deze
wet, verstrekt binnen drie maanden na dat tijdstip.
De artikelen 13 en 27 hebben alléén betrekking
op de fabrieken en werkplaatsen, bedoeld in
artikel 1 der Wet.
Formulieren van de kennisgeving, overeen
komstig artikel 12 en van de opgave, overeen
komstig de artikelen 13 en 27 voormeld, zijn ter
Gemeeute-Secretarie voor belanghebbenden ter
inzage beschikbaar.
Texel, den 4 Maart 1897.
De Burgemeester voornoemd,
STRICK VAN LINSCHOTEN.
ONTTREKKING VAN GROND
aan den openbaren dienst.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TEXEL,
Gelet op artikel 230 der gemeentewet;
Brengen ter algemeene kennis, dat aan den
Raad der Gemeente zal worden voorgesteld, aan
den openbaren dienst te onttrekken, ongeveer
133 M2 grond, uitmakende een gedeelte van de
ongenummerde wegen en gelegen aan don Waal-
derweg, hoek Waaldam.
Texel, den 8 Maart 1897.
Burgemeester en Wethouders van Texel,
Striok van Linschoten, Burgemeester.
J. A. Wesstra, Secretaris.
KOSTELOOZE INENTING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
TEXEL maken bekend, dat op na te melden
tijden en plaatsen de gelegenheid zal zijn open
gesteld tot kostelooze inenting en herinenting van
de ingezetenen, die zich daartoe aanmelden op:
Woensdag, 17 Haart 1897, des middags 12 uur
in de o. 1. school te den Burg, des namiddags
I1/, nnr in die te Oudeschild, des namiddags j
4 nnr in die te den Hoorn of op Zaterdag 80
Haart 1897, des namiddags 2 uur in die te
Oosterend.
Texel, 9 Maart 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Strick van Linschoten, Burgemeester.
J. A. Wesstra, Secretaris.
DRANKWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Texel brengen ter openbare kennis, dat bij hen
ia ingekomen een verzoek van DIRK. VOS, koop
man te Oudeschild, om vergunning tot verkoop
van sterken drank in het klein, in de gelagkamer
en woonkamer van zijne tapperij, staande te
Oudeschild, wijk S N» 67.
Texel, den 9 Maart 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Striok van Linschoten, Burgemeester.
J. A. Wesstra, Seoretaris.
TEXEL, 10 Maart 1897.
Volgens achterstaande advertentie zal Vrijdag
a. s. in het Nut alhier optreden Ds. W. Bax
van Zaandam.
Nadat genoemde heer den 14 Februari 1896
in een overvolle zaal te Alfen had gesproken,
nam zijn tegenstander, Dr. A. G. Honig,
predikant te Zeist het woord en sprak tot
de vergadering:
„Ik heb met u bewonderd, de boeiende wijze,
waarop de heer Bax sprak, de schoongevormde
zinnen, die hij heeft gebezigd, het tal van
beelden, door hem gebruikt, het effect, dat
zijn woord oefende." Na zulk een oordeel,
door een hoogst bekwaam tegenstander uitge
sproken, zal het wel niet noodig zijn, veel
woorden te gebruiken om de leden van het
Nut, hunne dames en andere belangstellenden
op te wekken Vrijdag a. s. in grooten getale
op te komen. Ten overvloede kunnen wij
met zekerheid mededeelen, dat de heer Bax,
die zoozeer de gave van het woord heeft, geen
„politieke," maar een voor alle bevattelijke
nuts- of volksvoorlezing houden zal.
De afdeeliDg „Texel" van hetNederlandsch
Oaderwijzers-genootscbap zal a. s. Zaterdag
eene vergaderiog houden in het logement
„de Zwaan."
Hierin zal stemming gehouden worden voor
twee leden in het bestuur der Gewestelijke
Vereeniging „Noord-Holland." Besproken zal
worden het onderwerp: „Plantkunde in de
lagere school," in te leiden door den heer
J. Daalder, terwijl door den heer J. X. G.
Muller eene bijdrage geleverd zal worden.
Verder worden verschillende huishoudelijke
zaken aan de orde gesteld.
De Cooksdorp, 9 Maart. Eene stoute redding
werd in den avond van Woensdag der vorige
week volbracht door schipper W. Griek en
diens knecht J. Stark Jz., beiden van hier.
De blazersshuit T.X. 55 n.l., die met nog
4 andere schuiten in den storm van dien dag
een goed heenkomen zocht naar Vlieland, was
door het stooten op den grond lek geworden
en wel zoo hevig, dat men in weerwil van
alle pogingen het vaartuig niet drijvende kon
houden. Hulp was dus noodzakelijk. Op vrij
grooten afstand lag het vaartuig van Griek
voor anker en nu wist men door het blazen
op den misthoorn kenbaar te maken, dat men
in gevaar verkeerde. Gelukkig had schipper
Griek een platboomd bootje bij zich en hoewel
het een groot waagstuk was met dit notedopje
zich te midden der woedende elementen te
begeven, aarzelden de moedige zeelieden geen
oogenblik en wisten met levensgevaar het
zinkende vaartuig te bereiken. De opvarenden
der blazersehuit, 3 in getal, namen toen ook
in het ranke bootje plaats en tot zinkens toe
beladen werd de terugtocht gelukkig zonder
ongevallen volbracht.
Zaterdag werd de blazersehuit gelicht en
bekonden hier binnengebracht.
TEXELSCHE COURANT.