Buitenland. Ingezonden Stukken. Bs. Boerma te Hollaisdselaeveld sckrgit ia de „Hoogev. Crt.": Dezer dagen kwam iemand mtj vragen om zijn sehoonmoeder te bezoeken, omdat zij ge vaarlek ziek was. Tot mijn blijdschap kon ik dadelijk met hem gaan. Op een afstand van ongeveer 20 minuten van Hoogeveen bracht bij mij bij een groot hok aan het Krakeel. Binnengegaan, zag ik den vloer met plassen water bedekt. Dat water was daar gekomen niet door het lekken van het hok; het hok had geen dak. Dit verblijf wordt bewoond door zeven per sonen, van wie de oudste, wed. Filegant, zeven tig jaar is en de jongste vijf maanden Laagl Het „N. v. d. D." bevatte Woensdag-avond een advertentie, waarbij, volgens de onderteekening, door mevr. de wed. Spoor—Hoyer, te Nijmegen, het plotselinge overigden, op eene noodlottige wijze tot hare diepe droefheid, werd gemeld van haren innig geliefden behuwdzoon, de heer Willem Jan Kolf, arts aldaar, in den ouderdom van 42 jaren. De heer Kolff is echter niet dood. Hij adverteert in hetzelfde blad van gisteravond: „Het bericht omtrent ongeluk en overlijden van den ondergeteekende is geheel valsch, terwijl de naam van mijne sehoonmoeder schandelijk werd misbruikt." Ofschoon het voor den doodverklaarde ge lukkig is, dat hg kan mededeelen nog tot het rijk der levenden te behooren en niet naar de Elyseesche velden te zijn verhuisd, getuigt een praktijk, waarvan men zich te zijnen aanzien heeft bediend, van groote laaghartigheid. De persoon, die er zich aan schuldig maakte, verdiende, dat hij met naam en toenaam aan de kaak werd gesteld, om zoo aan de alge- meene verachting te worden prijsgegeven. Tegen wormen in bloempotten giet men met een aftreksel van noteboombladeren of quassia. Dit laatste is goedkoop in de apotheek te verkrijgen. Ici on parle Frar q üs Een dorpswinkelier had een tentoonstelling bezocht en onder allerlei kleinigheden ook een kaart meegenomen, zooals er bij sommige uit stallingen een stond, met 't opschrift. „Ici on parle Frarqüs." (Hier spreekt men Franscb). Thuis gekomen plaats hg deze voor zijn winkel raam. Hij zelf verstond het opschrift wel niet maar dacht dat het goed stond zoo'n kaart tusschen de uitstalling te plaatsen. Op een keer trad er iemand binnen en vroeg om een ons van hetgeen er op die kaart stond te lezen. Het sp$t mg wel, zeide de winkelier, maar dat is juist uitverkocht, ieder oogenblik ben ik nieuwen voorraad wachtende 1 De macht der gewoonte! Een jongen uit Loosduinen, die voor de Haagsche Rechtbank als getuige werd gehoord, antwoordde op een vraag van den president der strafzitting heel gemoedelijk„jawel baas." Waar men al geen ridderorden voor krijgt 1 Volgens een mededeeling, heel uit Lissabon aan het Nieuws is de heer M. Merens te Amsterdam tot commandant van de m i 1 it a i r e orde van de Heilige Maagd der onbevlekte ontvangenis van „Villa Viqosa" benoemd als erkenniag van zgn onvermoeid strijden tegen wijnvervalsehing. Getulgengeld De Redactie der „Haagsche Cf." ontviDg bezoek van twee personen, die als getuigen voor een der rechtscolleges waren gedagvaard en du kwamen vertellen, dat zfj maar niets tevreden waren over de schadeloosstelling voor tijdverlies, die z(j handwerkslieden hadden ontvangen. Van half 10 tot half twee in het rechtsgebouw gehouden en dus, met heen en weer loopen, 5 uren uit hun werk gehaald, hadden z(J daarvoor 45 centen gekregen, dat is zoo wat 9 centen per uur. Hun werd geantwoord dat die betaling geschiedt naar een bg de wet vastgesteld tarief. Dan zeiden ze moet die wet veranderd worden. Nu, dat is ook onze meening, zegt het blad. Als men iemand in 't algemeen belang uit zjjn werk haalt, dan moet men dit ook uit de algemeene kas behoorlek vergoeden. En te meer is dit noodig, omdat, als een getuige er financieel schade bjj ljjdt, de bereidwilligheid om zich als getuige aan te melden niet wordt aangewakkerd. Bovendien zou betaling per uur misschien er toe kunnen meewerken, dat door de justitie zooveel mogelijk rekening werd gehouden met den billijken wensch, dat men getuigen niet langer dan strikt noodig late wachten. —Een ingenieur, door een Londensche exploitatie- maatschappij uaar Klondyke uitgezonden, is met de boodschap teruggekomen, dat het goud er zeer ongelijk in den bodem verspreid is. Naast buitengewoon rijke claims liggen er arme. Hij noemt de berichten over den goudrijkdom sterk overdreven. Een ander, de heer Joaquin Miller, maar hij is een dichter, schrijft uit Klondyke, dat het goud er in fabelachtigen overvloed te vinden is. De menschen, die in Juli Klondyke van den mond der Yukon af hebben trachten te bereiken, zijn niet verder gekomen dan de Beneden Yukon. Een gedeelte is teruggekeerd, het andere zal in het onherbergzame oord over winteren. Te Cook Inlet in Alaska, op grond gebied der Vereenigde Staten, moet ook veel goud gevonden zijn. De Parijsche gemeenteraad heeft een motie aangenomen, waarin de wensch wordt uitge sproken, dat, wegens de duurte van hot brood, de invoerrechten op granen met vier franken verminderd zullen worden. In de voorstad van Bakoe, Romany, is een naphthabron in brand geraakt. Het vuur verspreidde zich met groote snelheid over den geheelen omtrek, zoodat het dal van Romany één vlammenzee is. Vier naphthabronnen staan in brand, 23 boorputten en vele gebouwen zijn reeds verwoest. De schade is niet te overzien. Te Londen werd de vorige week een bijbel verkocht voor f 50,000. Het merkwaardige boek, afkomstig uit de bibliotheek van graaf Ashburnem, is een exemplaar van den eersten bjjbeldruk met de metalen letters van Guttenberg 1450-1455. Het is versierd met 123 fraai uitgevoerde hoofd letters en even zoovele bewerkte randteekeningen. Te St. Michael, in Alaska, zjjn door een walvischvaarder veertien man binnengebracht, die men van een ijsschots gered had. Het was de bemanning van den walvischvaarder „Nevarch" die tusschen het fjs verpletterd was. Elf dagen hebben de schipbreukelingen doorgebracht op een schots, die niet grooter was dan twintig Engelsche voet in het vierkant. Z(j hadden allen bevroren ledematen en vflf hunner waren van ellende krankzinnig geworden. Flinke vrouwen. In het raadhuis te Cleveland, in den staat Ohio, in Noord Amerika, verschenen voor eenige dagen meer dan 50 vrouwen met spaden, harken en dergelijke werktuigen gewapend. Den verbaasden directeur van publieke werken, dien zjj te spreken vroegen, verklaarden de vrouwen, dat haar mannen geen lu3t in 't werk hadden en dat zij nu besloten hadden arbeid te zoeken, ten einde brood te hebben voor haar kinderen. Zjj zochten dien arbeid bfj de stad, en zeiden, dat z(j voor geen werk terugdeinsden, hetzij straatvegen, graafwerk enz. De directeur schreef de namen der vrouwen op en deelde haar mee, dat zij denkelijk weldra den gewenschten arbeid zouden vinden. In gesloten gelederen, haar werktuigen op den schouder, marcheerden de vrouwen weer af. De directeur zeide aan zijn ambtenaren, dat hij inderdaad niet wist, waarom hjj deze vrouwen zou weigeren werk te geven, dat anders mannen deden. Hij is overtuigd, dat zjj haar plicht zullen doen. Een grondbezitter te Argenteuil, zekere Guérin, was met twee heeren overeengekomen hun zjjn bezittingen voor 200,000 fr. te verkoopen. Toen de koopers hem betalen zouden, opperde een hunner een of andere kleine moeiel(jkheid, en stelde voor de zaak den volgenden dag haar beslag te geven. MiddellerwiJl zouden zij eene casette met het bedrag in bankbi'jetten in Guérin's brandkast sluiten en den sleutel meenemen. Laatstgenoemde werd uitgenoodigd om zijn eigen geld, een 150,000 fr. ook in de casette te doen. Men nam afscheid ende koopers verschenen niet meer. Guérin deed z(jn brandkast openbreken en vond in de casette enkel waardeloos papier. De handige oplichters hadden zijn bankbriefjes bij het bergen weggegoocheld. Een voormalig officier van gezondheid te Aramon (Gard), Orgeas genaamd, die meende voor jaren b(j een uit politieken haat geboren proces, dat h(j verloor, onrechtvaardig behandeld te zijn, schreef sedert openlijk hoonende brieven aan allerlei magistraatspersonen, in de hoop van deswege voor een Hof vervolgd te worden, als wanneer hjj het bewijs zou mogen leveren van zekere aantijgingen en zjjn tegenstanders be schamen. Toen de betrokken magistraten er zich niet aan stoorden, schreef hij een nog erger brief aan den procureur-generaal en dreigde dezen met den dood. Nu werd hij wel vervolgd, maar alleen wegens dit laatste, dus weder correctioneel, en is nu tot vier maanden gevangenisstraf en jn de kosten veroordeeld. Wanneer men zoo nu en dan leest, dat er weer een spoorwegongeluk in Duitschland is te vermelden, krijgt men den indruk, dat het niet zoo bijzonder veilig rijden is op de spoorlijnen van onze oostelijke naburen. Maar den waren omvang van de onveiligheid ziet men eerst recht, wanneer men de opsomming leest van de ongelukken, die in een bepaalden tjjd zijn voorgevallen. Een zeer slechten indruk van de tegenwoordige veiligheid op de Duitsche spoor wegen geven de statistische opgaven der onge lukken in de maand Augustus van dit jaar. Er hadden in genoemde maand 14 ontsporingen plaats op de vrije Ijjn en 21 in stations, 3 botsiDgen op de lijn en 20 in stations, benevens 150 onge lukken van anderen aard. Bij deze ongelukken werden in het geheel van de reizigers 11 gedood 6n 64 gekwetst, van het dienstdoend personeel 35 en 81, terwijl verder nog 16 menschen omkwamen en 17 verwondingen opliepen. Natuur lijk zijn onder deze getallen geen zelfmoordenaars begrepen. In een maand tjjds hebben dus in Duitschland (met uitzondering van Beieren) niet minder dan 808 spoorwegongelukken plaats gehad. Daarbij werden 62 menschen gedood en 152 gekwetst- Dat is toch inderdaad te veel en men kan zich begrijpen, dat niet alleen van de bladen, maar ook uit het publiek stemmen opgaan, die een hervorming van het spoorwegwezen in Duitschland vragen onder de leus: .Minder overschotten, meer veiligheid. (Blaten verantwoording van de Redactie.) Mijnheer de Redacteur1 Zou U zoo vriendelijk willen wezen, om ook voor mij Uw Blad eens open te stellen. Een waarlijk neutraal Blad is m. i. toch een deur, die zich gaarne opent voor een ieder, die met naam en toenaam zich komt aanmelden en die niet ten kantore oploopt met personaliteiten. En ik kan U de heusche verzekering geven, dat nog piemand op Texel mjj in den weg staat en dat ik dus vanzelf ook heel niet de bedoeling heb, om iemand aan te vliegen, als U m]j den toegang verschaft tot een der kolommen van Uw Blad. Mjjn doel is alleen maar den indruk weêr te geven, dien op mjj gemaakt heeft een der heusche berichten, voorkomende in Uw Blad en wel in het nummer van heden: het bericht n.l. uit Oosterend aangaande een gebeurtenis, die mjj enkele vragen ontlokte, welke ik hier in gemoede dan ook doe. Toen ik dat omstandig bericht had gelezen, lti ik het blad neêr, mjj verdiepende in allerlei gedachten. Ik dacht zoo bjj mjjzelven: onlangs reeds te Oudeschild zulk eene Afdeeling van den zoogenaamden Protestanten- of Modernenbond en nu wcêr eene te Oosterend en spoedig hoe spoedig misschien reeds! - óók eeDe in mjjne eigene gemeente!! dat loopt waarljjk hard, zeer hard van stapel. En ik vroeg mjjzelven af: maar wat voor raison mag toch wel die Protestanten beweging hebben op die verschillende plaatsen? Te Oudeschild toch werkt reeds eene Eminentie, en toch ook naast hem nog zoo iets bizonders! Te Oosterend werkt een man, die naar men mg verzekert, naar veler zin te veel daar uitricht, maar dat toch niet ten nadeele is van de visschers- bevolking aldaar! En straks óók zulk eene Afdeeling hier in den Burg, waar de gemeente nog pas met zoo'n innige dankbaarheid een eigen, wettig door haar beroepen, Leeraar heeft binnen gehaald! Ik dacht zoo: deugen wjj dan geen van allen op Texel? Is er werkeljjk maar ééne Eminentie onder ons? Is 't geen wjj spreken zoo gevaarljjk voor de maatschappij Gevaarljjk voor de kerk en voor het kerke!jjke leven is het in elk geval toch niet. Wat mag dan toch wel het raison wezen van die beweging? Deze Bonds-afdeelingen zoo las ik in de propaganda-tirade aan bovengenoemd bericht toe gevoegd willen o. a. bevorderen het Godsdienst onderwijs en de Godsdienstprediking. Dus óók in genoemde plaatsen waar, voor zoover ik weet, door de voorgangers geheel naar genoegen der groote meerderheid wordt gewerkt? Waarljjk, hoe ik ook zoeke, ik vind het raison dezer zich inschuivende beweging niet, want ik mag toch en ik wil ook niet zoo dadeljjk maardenken aan vijandige of althans minder faire bedoelingen, waar zulke respectabele personen, als in Uw Blad zjjn vermeld, zitting hebben willen nemen in de verschillende AfdeeliDgsbesturen. Wat mag toch dat Godsdienstonderwijs en wat mag toch wel die Godsdienstprediking zjjn, die zoo onge vraagd bare diensten aan bovengenoemde gemeen ten komt aanbieden. Is ons ouderwjjs dan geen Godsdienstonderwijs, omdat wjj de leerlingen terugleiden tot de bronnen van den Christeljjken Godsdienst en tot de beginselen waaruit de Christelijke Kerk indertijd is geworden? Deugen de Oud-Christelijke beginselen en waarheden dan werkeljjk niet meer? zoodat ook onze prediking aanvulling behoeft? En dan die .vrjje ontwik keling van het godsdienstige leven", wat mag zü toch eigenlijk wel beteekenen? Staan ook wjj dezelve niet voor, wars als wjj zjjn van het Kuyperianisme of Neo-Calvinisme onzer dagen, met zjjne starre leer-consequenties? Gesteld eens dat wjj op het Eiland Texel eens tien Voorgangers van den Protestantenbond hadden zouden zjj dan meer uitrichten tot opbouw van het kerkeljjke leven, dan b. v. de moderne collega's aan den Wal, die bjj hunne toehoorders juist hunne partijgangers zoo telkens moeten verklagen, omdat dezen hen maar voor stoelen en banken laten prediken? Zullen z(j niet eveneens te kampen krjjgen, wanneer straks het verzet tegen de zoogen. Orthodoxie werkelijk geen raison meer heeft? Nogmaals waarom en waartoe toch die beweging op ons goede Eiland? Gaarne ontving ik van iemand een antwoord op deze vraag. Ik hoop Mjjnheer de Redacteur, dat ik door dit sehrjjven U getoond heb, niet slechts abonné maar ook een actieve lezer van uw Blad te zijn. Misschien ware 't van mg voorzichtiger, zoo ik maar had gedaan als bestond die beweging er niet en als had ik er dus ook niets van te duchten. Maar enfin, ik wil graag eens roemen in mgne onvoorzichtigheid en doorzichtigheid, zoo de waarheid en de liefde, die uit God is, onder ons maar mag triomfeeren. U harteigk dankzeggende voor de verleende plaatsruimte, noem ik mg uw dw. P. E. A. SCHRODER. Den Burg SI Oct, 1897,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1897 | | pagina 2