Schap es, liaiein ®a Paardea.
Houten Schoorsteenmantels
.- en ümjmniirog
TABAKSPINNAT.
TAB DELH1N Co., Trins MriMS 35.
ST. NICOLAAS.
Mnnlorisclie Mialstailjes
Overhemden, Fronts Boorden, Manchetten, enz.
A. KOOIMAN. Burg.
BERICHT
Wed. H. VAN HEERWAARDEN.
10,000 Gulden
ROBERT HOLTZ, Nijmegen.
Wed C. ZOETELIEF.
F e 1111 Ie t o li.
Dit zuivere aftreksel van de zwaarste soorten tabak
hetwelk uitsluitend kan verkregen wordenbij het fabriceeren
van enkele soorten gesponnen tabakis het beste afdoende
zuiveringsmiddel bij
bij den Heer P. BOON, Binnenburg, BurgTexel.
Voorhanden
KINDERMANTELTJES,
Ph. Vlessing.
IMPORT COMPAGNIE ROTTERDAM.
De eenigste tabakspianerij te Amsterdam.
Voor TEXEL verkrijgbaar a 45 cent per liter
in SO verschillende modellen en prijzen.
Bjj het gebruik daarvan geschiedt
het tanden krijgen der Kinderen
ZONDER DE MINSTE PIJN.
MAZAWATTEE THEE.
OOK OP TEEKENING VERKRIJGBAAR.
van nieuwe aanvoer eener prachtige partij dames-
en meisjes-J A QUETS, in alle kleuren en mooiste
modellen. Verder eene buitengewone hoeveelheid
in alle maten. Deze partij kan ik voordoelig en
goedkoop verkoopen, door zeer lage inkoopen.
Profiteert dus van de gelegenheid.
Contant 5% korting.
Aanbevelend, UEd. Dw. Dr.,
Voor bovengenoemd feest zyn bij
de ondergeteekende te bekomen ver
schillende
terwijl b^ haar tevens dagelijks
verkrijgoaar zijn
Versche Banketletters, stnkjes Banket, Mos-
covisch Gebak en verder alles wat tot het
vak behoort.
Beleefd aanbevelend,
UEd. Dw. Dienaresse,
Wettig Gedeponeerd.
wordt betaald aan hem, die bewijzen
kan dat de by my ter inzage liggende
getuigschriften, der uitstekende resul
taten van de
Electromotorische Tandhalsbandjes,
niet echt zyn. ggSSF* Men lette op den
naam van den Fabrikant ROBEBT
HOLTZ. "^5
Wordt franco toegezonden alleen na
ontvangst van oost wissel ad 95 cent door
Verkrygbaar by H. DALMEIJER,
Burg op Texel.
MOLENSTRAAT - BURG.
De Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan
voor het wasschen en glangstrjjken van
Belovende een vlugge, nette bediening.
9 Hoofdstuk IV.
Bartha glimlachte en zei:
Ik heb volstrekt geen vrees. Hö is in het
geheel niet boosaardig.
Zonder zich langer te laten weerhouden, ging zy
naar de plaats, waar de ongelukkige stond, en trad
op hem toe.
Wilt ge niet naar uw huis, naar uw vader?
vroeg zy zacht, terwijl zy kalm de oogen naar hem
opsloeg.
Eerst zag h|j haar sprakeloos aan, toen scheen
hy bedroefd te worden.
Ik wil gaan, ja. Ik u niet kan zien, ik treurig.
Maar Frits wil goed zyn, wil heengaan.
Langzaam keerde hy zich om en w:lde zich rustig
verwyderen. Maar juist op dat oogenblik zei Bertha,
die medolyden met hem had.
Wy zullen elkaar nog dikwyis weerzien, dcch
zy zou byna berouw over die goedhartige woorden
gekregen hebben.
Frits vloog op haar toe en greep in woeste vreugde
haar beide banden.
O, ik niet leven kan, ik u niet zie Eenengeit
O, een engel, Maar even spoedig liet hy haar handen
weder los en yide weg met eene snelheid, alsof men
hem op de hielen zat.
Hu sidderde het meisje toch, maar uiteriyk kalm
keerde zy naar de oude dame terug.
De arme onnoozele zal u nu niet meer lastig
vallen, genadige vrouw, hy keert naar zyn hut terug.
Ais u het nu verlangt, zal ik u nu iets voorlezen.
Ja, maar niet uit het gebedeboek. Mijn sterk
geprikkelde zenuwen hebben afleiding noodig. Begin
dus met dezen nieuwsten roman van nffjn lievelings
schrijver.
Eu Bertha begon met haar welluidende stem te
lezen; maar terwyi zy wertuigelQk zich van ha&r
taak kweet, en de bladzyden omkeerde, dwaalden
hars gedachten rustelcos rond; terug naar het ver-
ledene, naar haren broeder, naar Duitscbland, naar
den armen idioot.
Waar hebt ge Fransch geleerd, juffrouw Gy
spreekt het onberispeiyk, zei een diepklinkende stem
midden in een langen hoogdravenden volzin.
Bertha schrikte min of meer, en zei
By eene goede Parysche dame. Te Weenen
woonde zy naast ons. en toen haar eenigdochtertje
stierf, nam zy my by zich in huis. Daarvoor naaide
myne moeder hare kleoderen, vervolgd het meisje
glimlachend, terwyi zy Elsbach vrijmoedig in het
donkere, strenge gelaat zag.
Hy bleef volkomen koel en vroeg:
Musiceert gij ook
Noen daar waren wy te arm voor en ik geloof
dat ik ook volstrekt geen muzikalen aanleg heb.
Hy antwoordde niet, maar stak vragend de hand
uit naar het boek, dat Bertha in den hand hield en
doorbladerde het,
Dit is geen roman voor fatsoenlijke vrouwen.
Laat my het beek behouden, mama. Ik zal u de
uituemenste boeken van onze Duitsche schryvers
zenden.
Zonder er verder over te spreken, stak hy het
boek in zyn borstzsk en ging toen naast zyn moeder
zitten.
Daar valt my juist ir>, Gerhard, dat die half
waanzinnige jongen ons vandaag weder heeft lastig
gevallen. Wat zou ik toch gaarne wenschen, dat
die menschen uit onze omgeving verdwenen, vervolgde
zy op verdrletigen toon.
Lastig gevallen In hoeverre
O, mijnheer Von Elsbacb, hy is alleen maar
in de verte bljjven staan en heeft naar ons gekeken.
Toen ik hem verzocht hoen te gaan, ging hy zonder
tegenspraak, zei Bartha kalm.
Hoe onvoorzichtig van u, zei Von Elsbach op
afkeurenden toon. Als hy nu eens niet naar u had
geluisterd en weerspannig was geworden?
Ik ben niet bang voor hem.
Elsbach zag dat zacht glimlachende, bekoorlyke
meisjesgelaat hoogst ontevreden aan.
Gy schynt wel een zeer groot zelfvertrouwen
te hebben. Daarop vervolgde hy tot zyne moeder:
Ik heb u reeds meermalen gezegd, mama, dat het
my niet mogeiyk is, dien twee menschen het verbiyf
op ons goed te ontzeggen. Ten eerste kan ik dat
niet, omdat het testament van myn overleden vader
dat verbiedt, en ten tweede zou het een wreedheid
zyn, als ik dien tachtigjarigen grysaard en zynen
beklagenswaardigen zoon wegjoeg, de wereld in.
Op dit oogenblik zag de heer Von Elsbach toevallig
Bertha aan. Haar oogen rustten vol uitdrukking op
hem en een zachts glimlach speelde om hare lippen,
doch nu wendde zy snel en byna trotsch het gelaat
van hem af.
Een. donkerrood vloog ovèr Elsbach's breed voor
hoofd, doch zyn blik bleef rusten op Bertha's schoons
gestalte.
Nu, zooals gy wilt, Gerhard. Indien het van
my afhing, dan liet ik den oude naar een gesticht
en den jongen naar een geneesinrichting brengen,
zei mevrouw Von Elsbach weder op ontevreden
toon En nu zal ik maar opstaan. Gy hebt my
myn lieveling8schryver afgenomen.
Ja, omdat ik niet wil, dat zulke boeken op
myn tafel zwerven.
Met moeite stond de dame op en steunde op Bertha's
arm- Welk een vreeseiyk contrast tusschen die
beidendie bleeke, vervallen vrouw met hare matte
oogen naast dit schoone, trotsshe meisje in den
bloei der jeugd.
Doch de heer Von Elsbach scheen daarvoor geen
oogen te hebben, hoogmoedig als altyd had hy na
een vluchtig„Tot weerziéns aan tafel, mama, zich
verwyderd, terwyi de dames naar het slot terug
gingeD, waarvan de talryke vensters in het licht
der herf8tzcn als met gouden glans schitterden.
Welk een prachtige bezittiDg l zei het meisje
als onwillekeurig.
De gebogen vrouwengestalte hief fier het hoofd op
Ja, geen landgoed kan zich met het onze meten
en daar ben ik trotsch op, sprak de edelvrouw'
terwijl zy met schitterende oogen om zich heen zagj
Bertha zweeg, maar een onverklaarbaar gevoel
sloop haar hart binnen.
Hoofdstuk V.
Langzaam naderde Allerheiligen. De laatste schoone
herfstdagen waren voorby, en toen op zekeren morgen
de bewoners van het slot een blik uit de vensters
wierpen, was allés met een wit kleed overdekt: de
eerste sneeuw was gevallen.
Bertha geveelde zich niet gelukkig in hare tegen
woordige betrekking, nooit had zy zich eenzamer
en verlatener gevoeld dan thans,
En eens zei Elsbach aan tafel plotseling tot haar<
nadat hy een vluchtigen blik op haar had geworpen:
Gy' ziet bleek, juffrouw Hendriks. Gy moet
meor beweging nemen in de frissche buitenlucht.
Als mama des namiddags slaapt of in haar gebeden
boek leest, kunt ge toch immers altyd een uurtje
uitgaan.
Wordt vervolgd.)
Inslf*r«krBk - LAWÖXVXLD DX BOOU - Tta*I.