N°. 1076. Donderdag 9 December. A". 1897. Nieuws- en Advertentieblad- Binnenland. Dit blad vergchjjnt Woensdag- en Zaterdagavond. AbtnntmtnUprijs per 8 maanden Voor ran Bum SO Cti. Frante per peet door ge- heel Nsmblam tt Oti. Naar Amimta on andere landen met verheffing der yorte's. Adverteitlia vóór II nar op den dag der nltgave. Prigt der AdeerteniUn Van 1 tet I rogeli 10 Ots. Iedere regel meer Ota. Greet# lettere en Vignetten werden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummer» 3 Ote. per nummer. ABONNEMENTEN en ABVERTENTl£N worden aangenomen by de Uitgmrs LANGIVILB BE ROOII, ParkstraatBuna or Tnzn Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder knonen veroorzaken. BURGEMEERTER en WETHOUDERS der Ge meente Texel brengen ter algemeene kennis, dat het verzoek van het Departement van Marine om op de perceelen, kadastraal bekend Sectie G Nos. 18, 146 en 147, nabQ „Neeltjesnol" een Schietbaan te mogen aanleggen, door hen is ingewilligd. Texel, den 4 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Strick van Linschoten, Burgemeester. J. A. Wesstba, Secretaris. SCHULDVORDERINGEN ten laste der Gemeente Texel; BURGEMEESTER en WETHOUDERS van TEXEL noodigen de verschillende belanghebben den uit, die in den loop van het jaar 1897 eenlge leverantiën of werkzaamheden ten dienste der Gemeente hebben gedaan, om, voor zoover z(j dit nog niet deden, hunne vorderingen vóór den SO December a.s. in te zenden ter Secretarie der Gemeente. Texel, den 6 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Stbiok van Linsohoten, Burgemeester. J. A. Wesstba, Secretaris. INSCHRIJVING NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Texel; Brengen ter openbare kennis, dat de mannelijke ingezetenen, geboren in het jaar 1879, zich ter inschrijving voor de Nationale Militie behooren aan te melden ter Gemeente-Secretarie tusschen den lsten en 31sten Januari 1898, met overlegging van een kosteloos verkrijgbaar uittreksel uit hunne geboorte-acte, indien z|J elders z|jn geboren. Voor die inschrijving zal meer bepaald zitting worden gehouden ten Raadhuize, op Donderdag den 6 Januari 1898, des voormiddags te 10 ure, zoodat men verzocht wordt zich zooveel mogelijk op dat tijdstip aan te melden. Verder wordt de aandacht gevestigd op onder staande artikelen der wet van den 19den Augus tus 1861 (8taatsblad No. 72), welke betrekking hebben op de inschrijving voor de Militie Art. 16. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschre ven alle mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: lo. hö, wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of, zQn beiden overleden, wiens voogd inge zeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1860 (Staatsblad No. 44); 2o. hö, die, geen ouders of voogd hebbende, gedu rende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tödstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblöf hield; So. hö, van wiens ouders de langst levende inge zeten was, al is zön voogd geen ingezeten, mits hö binnen het Rök verblöf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krögsdienst is onderworpen, of waar tan aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. Art 16. De inschröving geschiedt: lo. vaa md ongehuwde in de Gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of zön beiden overleden de voogd woont; 2o- van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hö woont; 3o. van hem, die geen vader, mosder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente waar hö woont; 4o. van den buiten 's lande wonenden zoon van een Nederlander, die ter sake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de Gemeente, waar zön vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven: lo. de in een vreemd Rök achtergebleven zoon van een ingezetenen, die geen Nederlander is; 2o. de in een vreemd R|jk verblöf houdende ouder looss zoon van een vreemdeling, al is zön voogd ingezeten 3o. de zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks overzessche bezittingen of koloniën woont. Art. 18, lste en 2de lid. Elk, die volgens art. 16 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bö Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lsten en den Sisten Januari. Bö ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zön vader, of, is deze overleden, zöne moeder, of zön beiden overleden, zön voogd tot het doen van die aangifte verplicht. Art. 20. Hö, die eerst na het intreden van zön 19de jaar, door vóór het volbrengen van zön 20ste ingezeten wordt, is verplicht, zich zoodra dit plaats heeft, ter inschröving aan te geven bö Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschröving, volgens art. 16 moet geschieden. Daarbö gelden de bepalingen der 2de zinsnede van art. 18. Zöne inschröving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hö volgens zön leeftöd behoort. Texel, den 6 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, STRICK VAN LINSCHOTEN. De Secretaris, J. A. WESSTRA. Eerste Zitting van den Militieraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Texel maken bekend, dat de Eerste Zitting van den Militieraad voor deze Gemeente zal worden gehouden te Alkmaar, op Vrtydag 17 December 1897, 'a morgens 10 uur. In deze zitting wordt uitspraak gedaan omtrent: lo. de verschenen vrijwilligers voor de militie; 2o. de lotelingen, die redenen van vrijstelling hebben ingediend3o. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 der Militiewet bedoeld; en 4o. alle overige lotelingen. Ter Secretarie der Gemeente z|jn inlichtingen te bekomen, wie al dan niet persoonlijk voor den Militieraad moeten verschijnen. Texel, den 8 December 1897. De Secretaris, De Burgemeester, J. A. Wesstba. Stbiok van Linschoten. TEXEL, 8 December 1897. Maaidag werd alhier op de bekende eigen aardige wijze het St. Nieolaasfeest gevierd. Moge misschien sommigen die viering minder gepast vinden, omdat zij het beschouwen als een oorspronkelijk heidenseh gebruik of wel anderen als een feestdag enkel voor katholieken; velen, ja zeer velen zouden zeker niet gaarne een feestdag willen missen, die in de eerste plaats een feestdag is voor de kinderen doch daarbij tevens zoo bij uitnemendheid geschikt ook voor de ouderen om elkaar verrassingen te bereiden of in den geest van den echten Sint in stilte wel te doen aan hen, die minder met aardsche goederen zijn gezegend. Een reden, die zeker alhier niet weinig gewicht in den schaal legt en velen ten gunste van het feest stemt, is wel de bijzondere wijze, waarop men gewoon is het hier te vieren. Toch schijnt het, dat ook de lustom aan die oude gewoonte getrouw gemaskerd des middags of 's avonds in groote getale zich op straat te begeven, langzamerhand begint te verflauwen. Wat daarvan de oorzaak is, zullen wg niet trachten uit te maken, ongetwijfeld bestaan daarvoor verschillende redenen, wel meenen wij, dat het aantal jeugdige gemaskerden en onder deze vond men veelal tal van waarlijk mooie pakjes, minder en minder wordt, door dat zij reeds zoo spoedig worden verjaagd door het optreden van ouderen, welke het zeker als een heldendaad beschouwen, reeds zoodra de schemering maar begint te vallen, het jonge volkje te verjagen, zoodat dit Blechts maar zeer kort genot kan hebben van de meermalen waarlijk lieve costumes, waardoor de lust om voor hun kinderen iets te maken by de ouders vermindert. Gedurende eenige uren zijn thans de straten vrij van gemaskerden, terwijl vroeger er door loopend zulke personen zich op bevonden. Het min gunstige weder was verder Maandag nog een reden, naar het schijnt, om sommigen te weerhouden, naar men ons verzekert waren namelijk enkele personen, die plan hadden in waarlijk sierlijke pakjes te verschijnen, daarvan weerhouden door den regen, omdat zij vreesden dat deze zouden bederven. Het aantal gemaskerden was dus betrekke lijk gering en ook hetgeen door hen werd voorgesteld, kon niet roemen ovir 't algemeen op oorspronkelijkheid. Als gewoonlijk ontbrak het ook thans niet aan medicijnmeesters, tandmeesters,kooplieden, militairen, enkele clowns enz., die allen op min of meer goede wijze hun-rol speelden, doch b|j tal van anderen viel moeielijk op te maken, wat men eigenlijk wel wilde voor stellen, deze vooral bepaalden zich er toe stil langs de straten te wandelen of de verschil lende danslokalen te bezoeken, waar den be zoekers de gelegenheid werd geboden tot den dans en tot het gebruiken van verversehin- gen enz. Tot vry laat in den nacht maakten velen van die gelegenheid gebruik. Oosterend, 7 Dec. Men verwachtte, dat alhier niet veel drukte zou zijn op den jaardag van den goeden Sint. De herbergiers durfden het niet aan, om veel geld te besteden voor goede dansmuziek en de visschers zouden b|j goed weer varen. Zoo trokken gisteren velen van hier naar elders, om aldaar ter eere van den Bisschop feest te vieren en zoo ging deze dag alhier voor de ouderen tamelijk kalm voorbfl. Di jeugd heeft ziek vermaakt aia TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1897 | | pagina 1