Lel vel! en flos i yoordeel. schoenwerk, Met kans om RIJK te worden. SLUITINGSDAG der EERSTE GROOTË GELDLOTERIJ 31 December a. s. G. MASTJE Al Hoortetaen te Map Boekhouden, Handtekenen en Handelsrecht. ElectruotüfMe TaiUinijes. Feuilleton. Fabriek en Magazijn Nog voorradig eoo flinke partij D. VAN DER WULE, Prima kwaliteit. 10,000 Gulden ROBERT HOLTZ, Nijmegen. DE TWEEDE LOTERIJ loopt van 1 Januari tot 3D Jnni. Vraagt per briefkaart inlichtingen aan da J. H. VAN GOBKUM I. PRINS Az. M. VLAS. Zorgt voor tijdige inzending uwer inwikkelpapierenTrekking begin Januari Spoorstraat 122 HELDER» Speciaal adres voor het breien, aanbreien en herstellen van kousen, sokken, borstrokken, broeken, truièn en alle andere wollen oi katoenen kleedingstukken. L» RUMPFF. Boodschappen worden aangenomen door R; BUISMAN, den Burg. van bericht de H.H. Bakkers van Texel, dat hjj een filiaal gevestigd heeft bjj waar zjjn Bakkerswaren voor denzelfden prijs verkrijgbaar zijn als aan zijn kantoor Slechts bjj genoegzame deelname zal onder- geteekende van af 1 Januari a. s. iedere week een dag te DEN BURG vertoeven, ten einde CURSUS PRIVAATLES te geven in het Boek houden, Handelsrekenen en Handelsrecht, tot opleiding voor den handel, voor practische examens en voor Staatsexamens Middelbaar Onderwijs. Gediplomeerd practicus Accountant en Leeraar M. O. ALKMAAR. In 1896 '97 is een mijner leerlingen geslaagd, respectievelijk voor het practisch examen in Boekhouden te Amsterdam en voor het Staats examen M. O. K XII en Q te 's Gravenhage. Aangifte en inlichtingen vóór 30 December a. s. welke eveDgoed zjjn als andere schoenen, maar door plaatsgebrek tegen ongekend lage pryzen worden opgeruimd bij WarmoesstraatBurg. Haring per 10 st. 85 ct. Aldei beste Zoutevisch per 5 pond f 1,10. Stokvisch (gebeukt) p. 5 pond f 1,10. Vruchten. Valencia-appeien 3 A 10 ct. Citroenen A A 10 ct. Kastanjes (beste) 12 ct. p. pond. Benevens beste Winternlens 50 ct 7. mud. Wortelen 50 ct. 7s mud. Prachtige zoete Appelen f 2,25 per Va mud. enz. enz. Wettig Gedeponeerd. By het gebruik daarvan geschiedt het tanden krygen der Kinderen ZONDER DE MINSTE PIJN. wordt betaald aan hem, die bewijzen kan dat de bjj mij ter inzage liggende getuigschriften, der uitstekende resul taten van de Electromotorische Tandhalsbandjes, niet echt zijn. BflF* Men lette op den naam van den Fabrikant ROBERT HOLTZ. "VB Wordt franco toegezonden alleen na ontvangst van postwissel ad 95 cent door Verkrijgbaar', bij H. DALMEIJER, Burg op Texel. 16 Hoofdstuk VI. Ik moet u om vergiffenis vragen, mijnheer Von Elsbach, zei zjj zacht, terwijl z(j hem vriendelijk in het ernstige gelaat zag. H|j bleef staan en waseenigszins bleek geworden. Eu wazrom, juffrouw Hendriks vroeg hi) op bijna koelen toon. Het was hem volstrekt niet ontgaan, dat z0 iedere ontmoeting met hem steeds had weten te voorkomen. H(j scheen te willen ver mijden om haar aan te zien en staarde voor zich uit. Waarom Ik had niet gedacht, dat ge zooveel hart voor. uwe arme medemenschen hadt. Hij gaf geen antwoord, doch trok zijn hand lang zaam terug uit de fijne vingèrs. die de zijne zacht en schuchter omvatten. En eerst nu klonk het weder op kouden toon Hebt gij werkelijk mij voor zoo harteloos aan gezien, om van mij te verwachten, dat ik mij niet om Frits sou bekommeren, alleen omdat hij slechts dé zoon is van een armen dienaar B(j deze woor den zag hij baar droefgeestig aanAntwoord mtf, juffrouw Hendriks Eens hebt gij gemeend, dat ik trotsch was op mijn adelstand. Eu thans houdt ge m|j voor harteloos. Ik geloot dat dit laatste nog driemaal zoo erg is dan het eerste. Vergeef mij, mijnheer Von Elsbach, en Bertha's oogen vulden zich met tranen, zonder dat z(j zelf wist waarom, ik heb u bitter onrecht aangedaan. Weder zweeg hij en ging met lichtgebogen hoofd naast haar voort. Juffrouw Hendriks, ik geloof, dat ge reeds meermalen bfj den oude in die hut zfjt geweest? zei Von Elsbach plotseling op vragenden toon. Ja, antwoordde zQ openhartig. Eu weet g|j niet, wat er eigenlijk waar is, omtrent dat kistje? Hebt ge ooit iets van dien aard in de hut gezien De arme jongen sprak er over met zooveel zekerheid, dat ik wel moet aannemen, dat het bestaat Eu wie is die goede arme heer? Dat gij zelf „de engöl" z(Jt, waarvan hQ sprak, is duidelijk genoeg. Dat kistje. O, zij had het gezien, ja. Maar zou zQ het den slótheer zeggen B(j zijn laatste woor den had zjj een kleur gekregen. Na een oogenblik stilte zei zjj Ja, ik zag een klein, ruw bewerkt bruin, houten kistje in banden van den ouden man, met kinderacbtigen angst scheen h|j het te bewareD, alsof er een grcote schat of een diep geheim in verborgen was voegde zjj er glimlachend bij. Doch Von Elsbach scheen buitengewoon ernstig. De oude is niet zoo dwaas om waardelooss prullen zoo te bewaken als gjj zegt, en wanneer zelfs die onnoozele jongen er in de opgewondenheid van dé koorts over spreekt, dan zou men geneigd zjjn er iets ernstigers achter te zosken. Misschien zjjn het dan slechts oude brieven, die voor anderen geen waarde, doch voor Herman een groote schat kunnen zjjn, hernam Bertha nadenkend. Thans waren zv het kasteel genaderd. U zult nu zeker naar mama gaan, juffrouw Hendriks, en ik zou wel wenschen, dat u haar niets zegt van hetgeen met Frits is voorgevallen. Z(j maakt zich dadelijk zoo vreeseltjk opgewonden. Z(J knikte toestemmend. Zooals u wilt, mijnheer Von Elsbach, Eo, niet waar, ge zult nog eens gaan zien, hoe Frits het maakt? vroeg Bertha op zachten toon. Ja, ik zal hem in gezelschap van den dokter een bezoek brengen. Goeden dag, j uffrouw Hendriks. Z(j maakte eene bevallige buiging en trad toen de vestibule binnen, om vervolgens naar mevrouw Von Elsbach te gaan. Had zjj nog siechts eenmaal omgezien, dan zou z|j gezien hebben, hoe ernstig en somber de slotheer haar nastaarde, met gefronste wenkbrauwen en een droevigen trek op het gelaat. Nog een oogenblik stond de heer Von Elsbach in gepeins, toen ging hQ naar zjjn werkkamer, belde den kamerdienaar en gaf hem de noodige bevelen betreffende den dokter. Nauwelijks een half uur later was deze reeds op het kasteel, en onmiddeljjk begaven de beide heeren zich op weg naar de hut. De val van Frits en zijn wond waren toch ernstiger dan zich in het eerst liet vermoeden, en er gingen verscheidene weken voorbij, vcor de arme jongen weder volkomen in orde was. En gedurende dien tjjd kwam Bertha dikwijls in de kleine hut, en zond de slotheer dagelijks ver sterkende spQzen en een fiesch wijn. Zelf was hjj echter niet meer gekomen, doch nu en dan liet hjj zich door Bertha op do hoogte stellen van den loop „Ier ziekte. Van het kistje had Frits geen woord meer gespro ken, en Bertha had het ook niet meer in handen van den onden man gezien. En zoo was langzamerhand dë winter voorbijge. gaan en Frits weder volmaakt gezond. Bertha kwam nu ook niet meer in de hut, maar als het een mooie dag was, zat de oude man dikwtjls op de kleine houten bank vcor zijn nederige woning en als Bertha voorbij kwam, groette h)j haar reeds van verre, en dan moest zjj b(J hem zitten en ver telde hjj haar van zjjn vroeger leven. En op dezs wijze kende zt) langzamerhand z(jn geheele levens, geschiedenis - slechts over één punt gleed hjj zeer haastig heen: het was de tijd vóór z(jn huwelijk, dien hjj terloops slechts aanroerde. Eu dan kwam het Bertha voor, alsof z(ja stem haar diensten weigerde, en alsof hjj haar nog iets anders wilde zeggen, waartoe het hem öf aan moed ontbrak, óf waarvoor ht) de rechte woorden niet kon vinden. Bertha, die op het slot geen enkele vriendin had en dikwijls veel te verduren had van de luimen der oude dame, was zoo gewend geraakt aan het ver trouwelijk gekeuvel met den ouden man, dat zjj buitengewoon teleurgesteld was, toen op zekeren dag de grijsaard zich niet op zijn bank b(j de hut bevond. Doch daar verscheen Frits in de deur. Z(jn gelaat was bleek, zijne oogen stonden vol tranen. Nu, Frits, waar is uw vader? Er kwam een pijnlijke trek op zijn gelaat. O, kom vader ziek. Niets pratén, in het geheel niets.Met deze woorden greep hjj het meisj e bjj de hand en trok haar met zfch in de hut. Ontsteld volgde Bertha den jongen man en met een enkelen blik op den grijsaard kwam zjj tot de overtuiging, dat hjj in een hoogst ernstigen toestand verkeerde, Beste Herman, wat is u overkomen? Kunt ge niet spreken? Hij schudde het hoofd en in zijn matte oogen lag •en uitdrukking van onuitsprekeljjken angst. Maar ge kent m(j toch? HQ knikte toestemmend, het was of er meer leven kwam in dien Btrakken blik. Radeloos wendde Bertha zich nu tot Frits. Hoe is het gekomen? Kunt ge m{j het ook zeggen Ja (Wordt vervolgd InilfKllrU - LAMttBVILD Dl EO OU- IM ®.P. STOEL 4 ZOON 6LKMAAH

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1897 | | pagina 4